ECLI:NL:RBOVE:2015:2058

Rechtbank Overijssel

Datum uitspraak
24 april 2015
Publicatiedatum
24 april 2015
Zaaknummer
08/760166-14
Instantie
Rechtbank Overijssel
Type
Uitspraak
Rechtsgebied
Strafrecht
Procedures
  • Eerste aanleg - meervoudig
Rechters
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Vrijspraak van verdachte in zaak van afpersing en bezit van XTC-pillen

In deze strafzaak, behandeld door de Rechtbank Overijssel op 24 april 2015, stond de verdachte terecht op beschuldiging van afpersing en het voorhanden hebben van XTC-pillen. De tenlastelegging omvatte onder andere het proberen af te persen van een slachtoffer door middel van geweld en bedreiging, alsook het bezit van 5.000 XTC-pillen. De rechtbank heeft de zaak behandeld na openbare terechtzittingen op 21 november 2014, 16 januari 2015 en 10 april 2015. De officier van justitie, mr. K.J.L. de Valk, vorderde vrijspraak voor de eerste twee feiten en een gevangenisstraf van 12 maanden voor het derde feit. De rechtbank heeft vastgesteld dat de dagvaarding geldig was en dat zij bevoegd was om de zaak te behandelen. Na beoordeling van het bewijs kwam de rechtbank tot de conclusie dat de feiten 1 en 2 niet wettig en overtuigend bewezen konden worden. De rechtbank oordeelde dat er onvoldoende bewijs was voor de betrokkenheid van de verdachte bij de afpersing en dat de verdachte niet op de hoogte was van de aanwezigheid van de XTC-pillen in de loods. Daarom sprak de rechtbank de verdachte vrij van alle tenlastegelegde feiten. De in beslag genomen XTC-pillen werden onttrokken aan het verkeer, aangezien het bezit daarvan in strijd is met de wet.

Uitspraak

Rechtbank Overijssel

Afdeling Strafrecht
Zittingsplaats Almelo
Parketnummer: 08/760166-14
Datum vonnis: 24 april 2015
Vonnis (promis) op tegenspraak van de rechtbank Overijssel, meervoudige kamer voor strafzaken, rechtdoende in de zaak van de officier van justitie tegen:
[verdachte],
geboren op [geboortedag] 1966 in [geboorteplaats],
wonende in [woonplaats], [adres 1].

1.Het onderzoek op de terechtzitting

Dit vonnis is gewezen naar aanleiding van het onderzoek op de openbare terechtzittingen van 21 november 2014, 16 januari 2015 en 10 april 2015. De rechtbank heeft kennis genomen van de vordering van de officier van justitie mr. K.J.L. de Valk en van hetgeen door de verdachte en diens raadsman mr. B.G.J. de Rooij, advocaat te Helmond, naar voren is gebracht.

2.De tenlastelegging

De verdenking komt er, kort en feitelijk weergegeven, op neer dat verdachte:
feit 1:op 16 juli 2014, samen met anderen, door middel van (bedreiging met) geweld een geldbedrag van 500 euro heeft gestolen van [slachtoffer 1] en/of die [slachtoffer 1] tot afgifte van dat geldbedrag heeft gedwongen, door welk geweld die [slachtoffer 1] zwaar lichamelijk letsel, te weten meerdere botbreuken in zijn gezicht, is toegebracht;
feit 2:op 29 augustus 2014, samen met anderen, (primair) heeft geprobeerd om [slachtoffer 1] tot betaling van 30.000 euro te dwingen door (bedreiging met) geweld tegen [slachtoffer 2], dan wel (subsidiair) [slachtoffer 1] heeft bedreigd, dan wel (meer subsidiair) heeft geprobeerd [slachtoffer 2] en/of [slachtoffer 1] te dwingen om 30.000 euro aan hem te betalen en de aangifte tegen een derde persoon in te trekken;
feit 3:al dan niet samen met een of meer anderen op 10 september 2014 5.000 XTC-pillen voorhanden heeft gehad.
Voluit luidt de tenlastelegging aan de verdachte, dat:
1.
hij op of omstreeks 16 juli 2014 te de Lutte, gemeente Losser,
tezamen en in vereniging met een ander of anderen, althans alleen, met het
oogmerk van wederrechtelijke toe-eigening heeft weggenomen een geldbedrag van
ongeveer 500 euro, in elk geval enig goed, geheel of ten dele toebehorende aan
[slachtoffer 1], in elk geval aan een ander of anderen dan aan verdachte en/of zijn
mededader(s),
welke diefstal werd voorafgegaan en/of vergezeld en/of gevolgd van geweld
en/of bedreiging met geweld tegen die [slachtoffer 1], gepleegd met het oogmerk om die
diefstal voor te bereiden en/of gemakkelijk te maken en/of om bij betrapping
op heterdaad aan zichzelf en/of zijn mededader(s) hetzij de vlucht mogelijk te
maken, hetzij het bezit van het gestolene te verzekeren,
welk geweld en/of welke bedreiging met geweld hierin bestond(en) dat verdachte
tezamen en in vereniging met een ander of anderen, althans alleen,
immers heeft/hebben verdachte en/of diens mededader(s)
- tegen die [slachtoffer 1] gezegd; "We zijn gestuurd en [verdachte] wil van jou 30.000
euro." en/of "Dan rijd je maar mee naar Oss." en/of "Wij gaan niet zonder geld
weg.", althans woorden van gelijke aard en/of strekking en/of
- de keel van die [slachtoffer 1] dicht geknepen en/of gedrukt en/of de keel van de
[slachtoffer 1] middels een houdgreep vastgehouden en/of
- een vuurwapen, althans een daarop gelijkend voorwerp, aan die [slachtoffer 1]
getoond en/of dit wapen in het zicht van die [slachtoffer 1] doorgeladen en/of
- die [slachtoffer 1] met kracht met de vuist en/of met het wapen tegen het gezicht
geslagen en/of gestompt en/of elders op het lichaam geslagen en/of gestompt,
welk geweld, voor die [slachtoffer 1] zwaar lichamelijk letsel ten gevolge heeft gehad
(te weten meerdere botbreuken);
en/of
hij op of omstreeks 16 juli 2014 te de Lutte, gemeente Losser,
tezamen en in vereniging met een ander of anderen, althans alleen, met het
oogmerk om zich en/of (een) ander(en) wederrechtelijk te bevoordelen door
geweld en/of bedreiging met geweld [slachtoffer 1] heeft gedwongen tot de afgifte
van een geldbedrag van ongeveer 500 euro, in elk geval van enig goed, geheel
of ten dele toebehorende aan [slachtoffer 1], in elk geval aan een ander of anderen
dan aan verdachte en/of zijn mededader(s), welk geweld en/of welke bedreiging
met geweld hierin bestond(en) dat
verdachte en/of diens mededader(s)
- tegen die [slachtoffer 1] heeft/hebben gezegd; "We zijn gestuurd en [verdachte] wil van
jou 30.000 euro." en/of "Dan rijd je maar mee naar Oss." en/of "Wij gaan niet
zonder geld weg.", althans woorden van gelijke aard en/of strekking en/of
- de keel van die [slachtoffer 1] heeft/hebben dicht geknepen en/of gedrukt en/of de
keel van de [slachtoffer 1] middels een houdgreep vastgehouden en/of
- een vuurwapen, althans een daarop gelijkend voorwerp, aan die [slachtoffer 1]
heeft/hebben getoond en/of dit wapen in het zicht van die [slachtoffer 1] heeft/hebben
doorgeladen en/of
- die [slachtoffer 1] met kracht met de vuist en/of met het wapen tegen het gezicht
heeft/hebben geslagen en/of gestompt en/of elders op het lichaam heeft/hebben
geslagen en/of gestompt,
welk geweld, voor die [slachtoffer 1] zwaar lichamelijk letsel ten gevolge heeft gehad
(te weten meerdere botbreuken);
2.
hij op of omstreeks 29 augustus 2014 te de Lutte, gemeente Losser, ter
uitvoering van het door verdachte voorgenomen misdrijf om tezamen en in
vereniging met een ander of anderen, althans alleen, met het oogmerk om zich
en/of (een) ander(en) wederrechtelijk te bevoordelen door geweld en/of
bedreiging met geweld [slachtoffer 1] te dwingen tot de afgifte van 30000,00 Euro,
althans een (grote) hoeveelheid geld, in elk geval van enig goed, geheel of
ten dele toebehorende aan die [slachtoffer 1], in elk geval aan een ander of anderen
dan aan verdachte en/of zijn mededader(s), met dat opzet:
- naar de woning van die [slachtoffer 1] is/zijn gegaan en/of (vervolgens)
- de bij/in die woning aanwezige [slachtoffer 2] heeft/hebben aangesproken en/of
(vervolgens)
- aan die [slachtoffer 2] heeft/hebben gevraagd: "waar is [slachtoffer 1]?" , althans woorden van
gelijke aard of strekking en/of (vervolgens)
- tegen die [slachtoffer 2] heeft/hebben gezegd: "als je hem ziet, zeg maar dat hij
30000,00 euro moet geven en dat hij de aanklacht tegen de Pool die hem
klappen heeft gegeven moet intrekken", althans woorden van gelijke aard of
strekking en/of (vervolgens)
- tegen die [slachtoffer 2] heeft/hebben gezegd: "de volgende keer dat ik terug kom trek
ik de koppen van die kippen af en dan behang ik de woning ermee", althans
woorden van gelijke (dreigende) aard of strekking en/of (vervolgens)
- ( nadat hij/zij eerst terug was/waren gelopen in de richting van zijn/hun
auto) (opnieuw) dreigend in de richting van die woning en/of die [slachtoffer 2] is/zijn
gelopen en/of
- ( daarbij en/of voor die [slachtoffer 2] duidelijk zichtbaar) kleding van de motorclub
No-Surrender (een motorclub die-al dan niet terecht- een
gewelddadige/criminele reputatie heeft) heeft/hebben
gedragen, althans kleding welke door de leden van de motorclub No-Surrender
wordt gedragen, heeft/hebben aangehad,
terwijl de uitvoering van dat voorgenomen misdrijf niet is voltooid;
ALTHANS, voor zover voor het vorenstaande onder 2 geen veroordeling mocht of zou
kunnen volgen, SUBSIDIAIR, terzake dat
hij op of omstreeks 29 augustus 2014 te de Lutte, gemeente Losser,
tezamen en in vereniging met een of meer anderen, althans alleen,
[slachtoffer 1] heeft bedreigd met
- openlijk in vereniging geweld tegen personen en/of goederen,
- met enig misdrijf tegen het leven gericht,
- zware mishandeling, immers is/zijn verdachte en/of zijn mededader(s)
opzettelijk dreigend
naar de woning van die [slachtoffer 1] gegaan en heeft/hebben de daar aanwezige
[slachtoffer 2] de woorden toegevoegd :"als je hem ziet, zeg maar dat hij 30000,00
euro moet geven en dat hij de aanklacht tegen de Pool die hem
klappen heeft gegeven moet intrekken", althans woorden van gelijke aard of
strekking en/of (vervolgens)
- tegen die [slachtoffer 2] heeft/hebben gezegd: "de volgende keer dat ik terug kom trek
ik de koppen van die kippen af en dan behang ik de woning ermee",
althans woorden van gelijke dreigende aard of strekking en/of
(daarbij en/of voor die [slachtoffer 2] duidelijk zichtbaar) kleding gedragen van de
motorclub No-Surrender (een motorclub die-al dan niet terecht- een
gewelddadige/criminele reputatie heeft), althans welke door de leden van de
motorclub No-Surrender wordt gedragen;
ALTHANS, voor zover voor het vorenstaande onder 2 geen veroordeling mocht of zou
kunnen volgen, MEER SUBSIDIAIR, terzake dat
hij op of omstreeks 29 augustus 2014 te de Lutte, gemeente Losser, ter
uitvoering van het door verdachte voorgenomen misdrijf om tezamen en
in vereniging met een ander of anderen, althans alleen, [slachtoffer 2] en/of [slachtoffer 1]
, door geweld of enige andere feitelijkheid en/of door bedreiging met
geweld of enige andere feitelijkheid gericht tegen die [slachtoffer 1] en/of [slachtoffer 2]
wederrechtelijk heeft gedwongen iets te doen, niet te doen of te dulden,
immers is/zijn en/of heeft/hebben verdachte en/of (een of meer van) zijn
mededader(s)
- naar de woning van die [slachtoffer 1] gegaan en/of
- de bij/in die woning aanwezige [slachtoffer 2] aangesproken en/of
(vervolgens)
- aan die [slachtoffer 2] gevraagd: "waar is [slachtoffer 1]?" , althans woorden van
gelijke aard of strekking en/of (vervolgens)
- tegen die [slachtoffer 2] gezegd: "als je hem ziet, zeg maar dat hij
30000,00 euro moet geven en dat hij de aanklacht tegen de Pool die hem
klappen heeft gegeven moet intrekken", althans woorden van gelijke aard of
strekking en/of (vervolgens)
- tegen die [slachtoffer 2] gezegd: "de volgende keer dat ik terug kom trek
ik de koppen van die kippen af en dan behang ik de woning ermee", althans
woorden van gelijke (dreigende) aard of strekking en/of (vervolgens)
- ( nadat hij/zij eerst terug was/waren gelopen in de richting van zijn/hun
auto) (opnieuw) dreigend in de richting van die woning en/of die [slachtoffer 2]
gelopen en/of
- ( daarbij en/of voor die [slachtoffer 2] duidelijk zichtbaar) kleding van de motorclub
No-Surrender (een motorclub die-al dan niet terecht- een
gewelddadige/criminele reputatie heeft) heeft/hebben
gedragen, althans kleding welke door de leden van de motorclub No-Surrender
wordt gedragen, heeft/hebben aangehad,
terwijl de uitvoering van dat voorgenomen misdrijf niet is voltooid;
3.
hij op of omstreeks 10 september 2014 te Oss, in een pand gelegen aan de
[adres 2], tezamen en in vereniging met een of meer anderen, althans
alleen, opzettelijk aanwezig heeft gehad ongeveer 5.000 XTC pillen, in elk
geval een hoeveelheid van een materiaal bevattende MDMA, zijnde MDMA een
middel als bedoeld in de bij de Opiumwet behorende lijst I, dan wel aangewezen
krachtens het vijfde lid van artikel 3a van die wet.

3.De vordering van de officier van justitie

De officier van justitie heeft gevorderd dat verdachte van het onder sub 1 en sub 2 tenlastegelegde integraal wordt vrijgesproken en dat verdachte voor het onder sub 3 tenlastegelegde wordt veroordeeld tot een gevangenisstraf voor de duur van 12 maanden met aftrek van de door verdachte in voorarrest doorgebrachte tijd.

4.De voorvragen

De rechtbank heeft vastgesteld dat de dagvaarding geldig is, dat zij bevoegd is tot kennisneming van deze zaak, dat de officier van justitie ontvankelijk is in de vervolging en dat er geen redenen zijn voor schorsing van de vervolging.

5.De beoordeling van het bewijs

Deze paragraaf bevat het oordeel van de rechtbank over de vraag of de ten laste gelegde feiten bewezenverklaard kunnen worden of dat daarvan moet worden vrijgesproken. In het geval de rechtbank tot een bewezenverklaring komt, steunt de beslissing dat verdachte de feiten heeft begaan op de inhoud van bewijsmiddelen die als bijlage aan het vonnis zijn gehecht en daarvan op die wijze deel uitmaken. Deze bewijsmiddelen bevatten dan de redengevende feiten en omstandigheden op grond waarvan de rechtbank de overtuiging heeft gekregen dat verdachte het tenlastegelegde heeft begaan.
5.1
Feit 1 en feit 2
Evenals de officier van justitie en de verdediging is de rechtbank van oordeel dat de feiten 1 en 2 niet wettig en overtuigend bewezen kunnen worden verklaard, nu op grond van de inhoud van het onderhavige strafdossier en het verhandelde ter terechtzitting van enige strafrechtelijk relevante betrokkenheid van verdachte bij die feiten niet is gebleken.
5.2
Feit 3
De standpunten van de officier van justitie en de verdediging
De officier van justitie heeft gesteld dat het feit wettig en overtuigend bewezen kan worden verklaard, gelet op de verklaring van de makelaar dat het pand schoon en leeg opgeleverd was en gelet op het feit dat verdachte samen met zijn zoon de beschikkingsmacht had over het pand aan de [adres 2] in Oss. Verdachte heeft de 5000 XTC-pillen dan ook mede voorhanden gehad.
De verdediging heeft gesteld dat verdachte van het feit moet worden vrijgesproken. De raadsman heeft daartoe aangevoerd dat de betrokkenheid van verdachte bij de totstandkoming van de huurovereenkomst moet worden gezien als vaderlijke bemoeizucht, maar dat de loods werd gehuurd en gebruikt door de zoon van verdachte. Verdachte heeft wel gezien dat de benedenverdieping leeg/schoon werd opgeleverd door de verhuurder, maar op de zolderetage is verdachte nooit geweest. Volgens jurisprudentie op het gebied van de Opiumwet wordt voor een bewezenverklaring de vaststelling van enige vorm van “bewust zijn” bij de verdachte vereist. Het enkele aantreffen van de zak pillen op de zolder is onvoldoende om te komen tot een bewezenverklaring van het tenlastegelegde.
De overwegingen van de rechtbank
Sinds 1 september 2014 is het bedrijf [verdachte] Trucks B.V. aan de [adres 2] in Oss gevestigd. Door verdachte is contact gelegd met de makelaar over het huren van de loods, de bezichtiging is gedaan door verdachte samen met zijn zoon en aan hen heeft ook de sleuteloverdracht plaatsgevonden. Het huurcontract is ondertekend door de zoon van verdachte, die namens [verdachte] Trucks B.V. tekeningsbevoegd is. Op 10 september 2014 heeft een doorzoeking plaatsgehad in die loods. Op de zolder is een plastic zak aangetroffen met daarin een doorzichtige zak. Die doorzichtige zak bleek na onderzoek ongeveer 5.000 XTC pillen te bevatten. Verdachte heeft ontkend dat de verdovende middelen van hem zijn en heeft verklaard niet te weten dat die verdovende middelen op de zolder lagen. De rechtbank overweegt dat het enkele feit dat verdachte, net als zijn zoon, toegang heeft tot een loods waar op een zolder – niet direct in het zicht – verdovende middelen aanwezig zijn, onvoldoende is om aan te nemen dat de verdachte deze verdovende middelen opzettelijk voorhanden heeft gehad. Op basis van het onderhavige dossier en het verhandelde ter terechtzitting kan de rechtbank niet vaststellen dat de aangetroffen verdovende middelen op enig moment in de machtssfeer van verdachte zijn geweest. De rechtbank acht daarom niet wettig en overtuigend bewezen dat verdachte de in het bedrijfspand aangetroffen verdovende middelen (opzettelijk en mede) voorhanden heeft gehad en zal hem van dit feit vrijspreken.
5.3
De conclusie
De rechtbank acht niet bewezen wat aan de verdachte onder feit 1, onder feit 2 primair, subsidiair en meer subsidiair en onder feit 3 is ten laste gelegd, zodat zij hem daarvan zal vrijspreken.

6.De inbeslaggenomen voorwerpen

Bij gelegenheid van het onderzoek naar de feiten waarvoor de verdachte is vervolgd en is vrijgesproken, is de zak met ongeveer 5.000 hartvormige roze XTC-pillen in beslag genomen. Niettegenstaande de gegeven vrijspraken ter zake van de onder 1, 2 en 3 ten laste gelegde feiten, stelt de rechtbank vast dat een strafbaar feit is begaan. De rechtbank overweegt daartoe dat, zoals hiervoor onder paragraaf 5.2 uiteen is gezet, in de loods aan de [adres 2] in Oss op zolder de zak met voornoemde XTC-pillen is aangetroffen. Die zak heeft een tot op heden onbekend gebleven persoon met toegang tot de loods daar op enig moment neergelegd. De zak bevond zich in de machtssfeer van die persoon, zodat hieruit naar het oordeel van de rechtbank kan worden opgemaakt dat ten aanzien van die XTC-pillen door de tot op heden onbekend gebleven persoon het strafbare feit van artikel 2 lid 1 onder C van de Opiumwet is begaan. De rechtbank is daarnaast van oordeel dat de XTC-pillen van zodanige aard zijn dat het ongecontroleerde bezit daarvan in strijd is met de wet en met het algemeen belang. De rechtbank zal daarom beslissen dat deze XTC-pillen aan het verkeer worden onttrokken.

7.De beslissing

De rechtbank:
vrijspraak/bewezenverklaring
- verklaart niet bewezen dat verdachte het onder feit 1, onder feit 2 primair, subsidiair en meer subsidiair en onder feit 3 tenlastegelegde heeft begaan en spreekt hem daarvan vrij;
de inbeslaggenomen voorwerpen
- verklaart onttrokken aan het verkeer de inbeslaggenomen verdovende middelen, te weten één grote zak met hartvormige roze pillen (XTC).
Dit vonnis is gewezen door mr. E. Venekatte, voorzitter, mr. M. Melaard en
mr. C.S.S. Koppes, rechters, in tegenwoordigheid van mr. B.M. Hoek, griffier, en is in het openbaar uitgesproken op 24 april 2015.