Ik heb een verklaring afgelegd bij de politie direct 's avonds en een paar dagen later heb ik
nog een verklaring afgelegd bij de politie in Enschede. Volgens mij heb ik kopieën van mijn
verklaringen gekregen. Ik heb mijn verklaringen niet doorgelezen ter voorbereiding op dit
verhoor. Bij mijn eerste verhoor is mij een foto getoond, dus direct op dezelfde avond. Deze
foto is mij tijdens mijn verhoor getoond. Ik ben verhoord door een vrouwelijke politieagent.
Tijdens dat verhoor kwam een mannelijke politieagent met een foto. Ik denk dat die
politieagent mij die foto heeft laten zien en mij heeft gevraagd of ik de persoon op die foto
herkende. Die foto werd mij getoond op een mobiele telefoon, in zwart-wit. Er stond één
persoon op die foto. Het was een portretfoto. Alleen het hoofd en de schouders waren
zichtbaar. Wat mijn reactie was? Ik heb direct gezegd dat dat één van de mannen was, maar
dat hij alleen een ander kapsel had. Ik weet niet of de politieagent dit opgeschreven heeft. Ik
herkende de persoon aan zijn gezicht. Ik herinner mij nu dat ik ook nog heb gezegd, dat de
man die ik heb gezien, meer gebruind was. Nadat ik dit gezegd had, heeft de politieagent de
kamer verlaten met de foto.
Agent: hij luistert mee, even een vraagje van de officier. Naar aanleiding van de foto. Er is u door een collega een foto getoond.
[getuige 1]: hm hm.
Agent: Weet u nog wat u daarop geantwoord heeft. Hoe u dat precies gezegd heeft?
[getuige 1]: Ich weiss, dass dass klapte, aber er war auf den foto hell. Also…
Agenten: lichtgebruik… Lichtinval…
[getuige 1]: Op basis daarvan war er dunkeler.
Agent: Maar qua persoon?
[getuige 1]: Ich hab gesagt ich kann es nicht zu 100% sagen, aber… In die moment habe ich gesagt, da war er, aber er war dunkeler.