ECLI:NL:RBOVE:2015:2038

Rechtbank Overijssel

Datum uitspraak
23 april 2015
Publicatiedatum
23 april 2015
Zaaknummer
05/780009-13
Instantie
Rechtbank Overijssel
Type
Uitspraak
Rechtsgebied
Strafrecht
Procedures
  • Eerste aanleg - meervoudig
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Verduistering en witwassen door assistent financieel manager in dienstbetrekking

In deze zaak heeft de rechtbank Overijssel op 23 april 2015 uitspraak gedaan in een strafzaak tegen een verdachte die zich gedurende een lange periode schuldig heeft gemaakt aan verduistering in dienstbetrekking van meer dan 1 miljoen euro. De verdachte, werkzaam als assistent financieel manager bij Novon Beheer B.V., heeft haar werkgever financieel benadeeld door geldbedragen te verduisteren en deze vervolgens te witwassen. De rechtbank heeft vastgesteld dat de verdachte opzettelijk geldbedragen heeft overgemaakt naar haar eigen rekeningen en die van haar echtgenoot, waarbij zij gebruik maakte van haar functie en bevoegdheden binnen het bedrijf. De rechtbank oordeelde dat de aard en ernst van de feiten een onvoorwaardelijke gevangenisstraf vereisen. De verdachte is veroordeeld tot een gevangenisstraf van 24 maanden, waarvan 6 maanden voorwaardelijk. De rechtbank heeft ook rekening gehouden met de persoonlijke omstandigheden van de verdachte, waaronder haar schulden en het feit dat zij niet eerder voor soortgelijke delicten was veroordeeld. De rechtbank heeft de verdachte vrijgesproken van het medeplegen van de feiten met haar echtgenoot, omdat er onvoldoende bewijs was voor een nauwe samenwerking tussen hen.

Uitspraak

Rechtbank Overijssel

Afdeling Strafrecht
Zittingsplaats Zwolle
Parketnummer: 05/780009-13
Datum vonnis: 23 april 2015
Vonnis (promis) op tegenspraak van de rechtbank Overijssel, meervoudige kamer voor strafzaken, rechtdoende in de zaak van de officier van justitie tegen:
[verdachte],
geboren op [geboortedag] 1962 te [geboorteplaats],
wonende te [woonplaats], [adres].

1.Het onderzoek op de terechtzitting

Dit vonnis is gewezen naar aanleiding van het onderzoek op de openbare terechtzitting van 9 april 2015. De rechtbank heeft kennis genomen van de vordering van de officier van justitie mr. L. Grooters en van hetgeen door de verdachte en haar raadsman mr. A.C. Huisman, advocaat te Deventer, naar voren is gebracht.

2.De tenlastelegging

De verdenking komt er, kort en feitelijk weergegeven, op neer dat verdachte:
Feit 1: samen met haar echtgenoot een geldbedrag heeft verduisterd uit hoofde van haar persoonlijke dienstbetrekking;
Feit 2: samen met haar echtgenoot geldbedragen heeft witgewassen.
Voluit luidt de tenlastelegging aan de verdachte, dat:
1.
zij, op een of meerdere tijdstippen, in of omstreeks de periode van de maand januari 2006 tot en met 18 oktober 2012 te Zwolle en/of (elders) in Nederland, tezamen en in vereniging met een ander of anderen, althans alleen, (telkens) opzettelijk een geldbedrag (in totaal een geldbedrag van -ongeveer- 1.015.106 euro, althans een groot geldbedrag), in elk geval enig goed, dat/die geheel of ten dele toebehoorde(n) aan Hoflet Beheer B.V. en/of Novon Beheer B.V. en/of Novon Schoonmaak Gebouwen B.V. en/of Novon Schoonmaak Oost B.V. en/of Novon Schoonmaak MKB B.V. en/of Novon Schoonmaak Transport B.V. en/of Novon
Schoonmaak Utrecht B.V. en/of PD Direct B.V. en/of Livo B.V. en/of [slachtoffer 1] en/of [slachtoffer 2], in elk geval aan een ander of anderen dan aan verdachte en/of haar mededader(s), en welk(e) geldbedrag(en)/goed(eren) verdachte en/of haar mededader(s) (telkens) uit hoofde van een persoonlijke dienstbetrekking van/als assistent financieel manager, in elk geval (telkens) anders dan door misdrijf, onder zich had(den), (telkens) wederrechtelijk zich heeft toegeëigend;
2.
zij in of omstreeks de periode van de maand januari 2006 tot en met 18 oktober 2012 te Zwolle en/of (elders) in Nederland, tezamen en in vereniging met een ander of anderen, althans alleen, van het plegen van witwassen een gewoonte heeft gemaakt, immers verdachte heeft, tezamen en in vereniging met een ander of anderen, althans alleen,(telkens) van (een) voorwerp(en), te weten (telkens) een geldbedrag (in totaal een geldbedrag van -ongeveer- 1.015.106 euro, althans een groot geldbedrag), de werkelijke aard, de herkomst, de vindplaats, de vervreemding en/of de verplaatsing verborgen en/of verhuld, althans (telkens) verborgen en/of verhuld wie de rechthebbende(n) op die/dat voorwerp(en) waren/was of wie
die/dat voorwerp(en) voorhanden had(den), terwijl zij (telkens) wist, dat die/dat voorwerp(en) - onmiddellijk of middellijk - afkomstig waren/was uit enig misdrijf,
en/of die/dat voorwerp(en) (telkens) verworven, voorhanden gehad, overgedragen en/of omgezet, althans van die/dat voorwerp(en) (telkens) gebruik gemaakt, terwijl zij (telkens) wist, dat die/dat voorwerp(en) -onmiddellijk of middellijk- afkomstig waren/was uit enig misdrijf;
althans, indien het vorenstaande onder 2 niet tot een veroordeling leidt:
zij, op een of meerdere tijdstippen, in of omstreeks de periode van de maand januari 2006 tot en met 18 oktober 2012, te Zwolle en/of (elders) in Nederland, tezamen en in vereniging met een ander of anderen, althans alleen, (telkens) van (een) voorwerp(en), te weten (telkens) een geldbedrag (in totaal een geldbedrag van -ongeveer- 1.015.106 euro, althans een groot geldbedrag), de werkelijke aard, de herkomst, de vindplaats, de vervreemding en/of de
verplaatsing heeft verborgen en/of verhuld, althans (telkens) heeft verborgen en/of verhuld wie de rechthebbende(n) op die/dat voorwerp(en) waren/was of wie die/dat voorwerp(en) voorhanden had(den), terwijl zij (telkens) wist, dat die/dat voorwerp(en) - onmiddellijk of middellijk - afkomstig waren/was uit enig misdrijf, en/of die/dat voorwerp(en) (telkens) heeft verworven, voorhanden heeft gehad, heeft overgedragen en/of omgezet, althans van die/dat voorwerp(en) (telkens) gebruik heeft gemaakt, terwijl zij (telkens) wist, dat die/dat voorwerp(en) -onmiddellijk of middellijk- afkomstig waren/was uit enig misdrijf.

3.De voorvragen

3a. Geldigheid dagvaarding
De raadsman heeft aangevoerd dat het verdachte niet duidelijk is waar de onder 2 primair en subsidiair ten laste gelegde handelingen, op zien. De rechtbank overweegt dat de raadsman dit verweer pas bij pleidooi heeft gevoerd, terwijl verdachte ter zitting op geen enkel moment heeft laten merken dat het haar onduidelijk was waarvan zij werd verdachte. Ook bij de door de rechtbank, officier van justitie en raadsman gestelde vragen heeft zij daarvan geen blijk gegeven. Naar het oordeel van de rechtbank kan uit de tekst van de tenlastelegging voldoende worden opgemaakt welke handelingen worden bedoeld als zijnde witwassen, te weten de handelingen die zijn verricht nadat de geldbedragen van de rekeningen van Novon Beheer B.V. zijn afgeboekt. De rechtbank heeft vastgesteld dat de dagvaarding met betrekking tot zowel het onder 1 als onder 2 primair en subsidiair ten laste gelegde geldig is.
3b. De overige voorvragen
De rechtbank heeft vastgesteld dat zij bevoegd is tot kennisneming van deze zaak, dat de officier van justitie ontvankelijk is in de vervolging en dat er geen redenen zijn voor schorsing van de vervolging.

4.De beoordeling van het bewijs

Deze paragraaf bevat het oordeel van de rechtbank over de vraag of de tenlastegelegde feiten bewezenverklaard kunnen worden of dat daarvan moet worden vrijgesproken. In het geval de rechtbank tot een bewezenverklaring komt, steunt de beslissing dat verdachte de feiten heeft begaan op de inhoud van bewijsmiddelen die als bijlage aan het vonnis zijn gehecht en daarvan op die wijze deel uitmaken. Deze bewijsmiddelen bevatten dan de redengevende feiten en omstandigheden op grond waarvan de rechtbank de overtuiging heeft gekregen dat verdachte het tenlastegelegde heeft begaan.
4.1
Het standpunt van de officier van justitie.
De officier van justitie heeft zich op het standpunt gesteld dat het onder 1 en 2 primair ten laste gelegde wettig en overtuigend bewezen kan worden met dien verstande dat zij het alleen heeft gepleegd.
4.2
Het standpunt van de verdediging
De raadsman heeft aangevoerd dat verdachte van het onder 1 en 2 primair en subsidiair ten laste gelegde dient te worden vrijgesproken wegens het ontbreken van wettig en overtuigend bewijs. Subsidiair heeft de raadsman betoogd dat het onder feit 1 genoemde geldbedrag niet wettig en overtuigend bewezen kan worden omdat de berekeningen van de accountant en de politie niet overeenkomen, waardoor hooguit het bestanddeel “een groot geldbedrag” bewezen kan worden.
4.3
De bewijsoverwegingen van de rechtbank
Verdachte is in 2002 in loondienst getreden bij Novon B.V. en op 1 januari 2006 aangesteld als assistent financieel manager bij Novon Beheer B.V.. Eén van haar werkzaamheden bestond uit het verrichten van de betalingen van de facturen aan de crediteuren. Bij afsluiting van het boekhoudjaar 2011 heeft de financieel manager van het bedrijf onregelmatigheden ontdekt waarna hier nader onderzoek naar is verricht. Uit dit onderzoek is gebleken dat er gedurende de jaren 2006 tot en met 2012 diverse boekingen zijn verricht van rekeningen van Novon Beheer B.V. naar de rekeningen van verdachte en/of haar echtgenoot en van hun stichting [naam racing-team]. In totaal is er – anders dan het loon van verdachte – een bedrag van € 1.015.106,69 naar deze rekeningen overgeboekt.
Ten aanzien van het onder 1 ten laste gelegde voorts:
Uit onderzoek is gebleken dat de overboekingen zijn verricht binnen het boekhoudsysteem Accountview van Novon Beheer B.V.. Alle medewerkers bij Novon Beheer B.V. beschikken over een eigen inlognaam met wachtwoord. Daarnaast hebben de bevoegde medewerkers een eigen inlognaam met wachtwoord voor het boekhoudsysteem. Voor stagiaires waren aparte codes voorhanden. Verdachte was als enige gevolmachtigd om betalingen uit te voeren. Van de overboekingen die gedaan zijn om bedragen weg te sluizen is door een medewerker van Accountview, het bedrijf achter het boekhoudsysteem, geconstateerd dat bij elke boeking de initialen [initialen] stonden waardoor er sprake was van feitelijk handelen door een werknemer. [initialen] staat volgens die medewerker voor [verdachte].
Verdachte heeft ontkent de hierboven genoemde overboekingen te hebben gedaan maar heeft naar het oordeel van de rechtbank geen plausibele verklaring gegeven op welke wijze deze bedragen onder haar naam zijn overgeboekt naar rekeningen op onder meer haar naam. Een mogelijk computervirus, zoals Trojaans paard, is door een ICT-deskundige onderzocht maar niet aanwezig gebleken in het computersysteem van het bedrijf. De mogelijkheid dat haar echtgenoot de overboekingen zou hebben verricht acht de rechtbank niet aannemelijk nu het gaat om vele boekingen gedurende zes jaren. De echtgenoot van verdachte heeft daarnaast verklaard geen kennis te hebben van computersystemen. Evenmin acht de rechtbank het aannemelijk dat een collega dan wel een stagiaire van verdachte dit zou hebben gedaan, omdat hier geen belangen zijn gebleken en deze persoon/personen dit gedurende zes jaar zou hebben moeten doen en het geld moeten hebben gestort op bankrekeningen van onder meer verdachte. De rechtbank is dan ook van oordeel dat het niet ander kan dan dat verdachte deze overboekingen heeft verricht. Zij heeft zich daardoor schuldig gemaakt aan verduistering gepleegd uit hoofde van haar dienstbetrekking.
Medeplegen.
Medeplegen veronderstelt een bewuste en nauwe samenwerking tussen de verdachte en haar medeverdachte, haar echtgenoot, welke samenwerking moet zijn gericht op het verduistering van geldbedragen van Novon Beheer B.V. De kwalificatie van medeplegen is alleen gerechtvaardigd indien de bewezenverklaarde intellectuele en/of materiële bijdrage van de verdachten aan het delict van voldoende gewicht is.
Uit de bewijsmiddelen leidt de rechtbank met betrekking tot de betrokkenheid van de medeverdachte af dat deze geen rol heeft gehad bij de overboekingen van de rekeningen van Novon Beheer B.V. naar de rekeningen van de verdachte en haar medeverdachte. Zo is gebleken dat er voor deze handelingen kennis moet zijn van het computersysteem. Daarnaast zou de medeverdachte zes jaar lang met grote regelmaat toegang moeten hebben gehad tot de computer van verdachte. De medeverdachte kwam weliswaar op het kantoor van verdachte, maar niet is gebleken dat hij ook achter de computer van verdachte heeft gezeten, ingelogd zou hebben onder de naam van verdachte en die boekingen zou hebben verricht. De enkele wetenschap bij de medeverdachte van deze handelingen van verdachte is onvoldoende om medeplegen aan te nemen, zodat verdachte van dit onderdeel zal worden vrijgesproken.
Ten aanzien van het onder 2 primair en subsidiair ten laste gelegde voorts:
Met betrekking tot het onder 2 primair ten laste gelegde overweegt de rechtbank als volgt.
De rechtbank heeft hiervoor het onder 1 ten laste gelegde, verduistering gepleegd uit hoofde van haar dienstbetrekking, bewezen verklaard. Verdachte heeft met het plegen van dit feit de geldbedragen op haar privébankrekeningen en de bankrekening van hun stichting gestort alwaar zij en haar medeverdachte directe toegang toe en het beheer over hadden. Door deze gedragingen heeft verdachte naar het oordeel van de rechtbank de geldbedragen samen met haar medeverdachte voorhanden gehad. De rechtbank acht het onder 2 primair ten laste gelegde wettig en overtuigend bewezen.
4.4
De conclusie
De rechtbank is door de inhoud van de wettige bewijsmiddelen tot de overtuiging gekomen, dat de verdachte het onder 1 en 2 primair tenlastegelegde heeft begaan, met dien verstande dat:
1.
zij in de periode van de maand januari 2006 tot en met 18 oktober 2012 te Zwolle, telkens opzettelijk een geldbedrag (in totaal een geldbedrag van -ongeveer- 1.015.106 euro), dat toebehoorde(n) aan Hoflet Beheer B.V. en/of Novon Beheer B.V. en/of Novon Schoonmaak Gebouwen B.V. en/of Novon Schoonmaak Oost B.V. en/of Novon Schoonmaak MKB B.V. en/of Novon Schoonmaak Transport B.V. en/of Novon Schoonmaak Utrecht B.V. en/of PD Direct B.V. en/of Livo B.V., en welke geldbedragen verdachte telkens uit hoofde van een persoonlijke dienstbetrekking van assistent financieel manager, onder zich had, telkens wederrechtelijk zich heeft toegeëigend;
2.
zij in de periode van de maand januari 2006 tot en met 18 oktober 2012 te Zwolle, tezamen en in vereniging met een ander, van het plegen van witwassen een gewoonte heeft gemaakt, immers heeft verdachte, tezamen en in vereniging met een ander, telkens een voorwerp, te weten een geldbedrag (in totaal een geldbedrag van -ongeveer- 1.015.106 euro), voorhanden gehad, terwijl zij telkens wist, dat die voorwerpen -onmiddellijk of middellijk- afkomstig waren/was uit enig misdrijf.
De rechtbank heeft de eventueel in de tenlastelegging voorkomende schrijffouten verbeterd in de bewezenverklaring. Verdachte wordt hierdoor niet in haar verdediging geschaad.
De rechtbank acht niet bewezen wat aan de verdachte onder 1 en 2 primair meer of anders is tenlastegelegd, zodat zij haar daarvan zal vrijspreken.

5.De strafbaarheid van het bewezenverklaarde

Met betrekking tot het onder 2 bewezenverklaarde.
De rechtbank stelt voorop dat de tekst van art. 420bis Sr noch de wetsgeschiedenis eraan in de weg staat dat iemand die een in die bepaling omschreven gedraging verricht ten aanzien van een voorwerp dat afkomstig is uit enig door haarzelf begaan misdrijf, wordt veroordeeld wegens witwassen. Dit betekent niet dat elke gedraging die in art. 420bis, eerste lid, Sr is omschreven, onder alle omstandigheden de kwalificatie witwassen rechtvaardigt.
Uit de wetsgeschiedenis volgt dat ook in het geval het witwassen de opbrengsten van eigen misdrijf betreft, van de witwasser in beginsel een handeling wordt gevergd die erop is gericht "om haar criminele opbrengsten veilig te stellen". Gelet hierop moet worden aangenomen dat indien vaststaat dat het enkele verwerven of voorhanden hebben door de verdachte van een voorwerp dat afkomstig is uit een door haarzelf begaan misdrijf niet kan hebben bijgedragen aan het verbergen of verhullen van de criminele herkomst van dat voorwerp, die gedraging niet als witwassen kan worden gekwalificeerd.
Er moet dus sprake zijn van een gedraging die meer omvat dan het enkele verwerven of voorhanden hebben en die een op het daadwerkelijk verbergen of verhullen van de criminele herkomst van dat door eigen misdrijf verkregen voorwerp gericht karakter heeft.
De rechtbank heeft, gelet op hetgeen hiervoor is overwogen, geoordeeld dat de onder 2 primair ten laste gelegde voorwerpen, te weten geldbedragen, afkomstig zijn uit een door de verdachte zelf begaan misdrijf en bewezen verklaard dat verdachte de voorwerpen heeft witgewassen door de geldbedragen voorhanden te hebben gehad.
De rechtbank heeft echter niet kunnen vaststellen dat de verdachte één of meer handelingen heeft verricht die gericht zijn geweest op het daadwerkelijk verbergen of verhullen van de criminele herkomst van de geldbedragen, nu uit de bewijsmiddelen blijkende feiten en omstandigheden enkel kan worden afgeleid dat de verdachte het geld voorhanden heeft gehad.
Nu hier geen sprake is van een gedraging die meer omvat dan het enkele voorhanden hebben, dient verdachte ontslagen te worden van alle rechtsvervolging, omdat het feit niet te kwalificeren is als witwassen.
Het onder 1 bewezenverklaarde is strafbaar gesteld bij artikel 321 juncto 322 Sr. Er zijn geen feiten of omstandigheden aannemelijk geworden die de strafbaarheid van het feit uitsluiten. Het bewezenverklaarde levert op:
feit 1
het misdrijf:
Verduistering, gepleegd uit hoofde van haar persoonlijke dienstbetrekking.

6.De strafbaarheid van de verdachte

Er zijn geen feiten of omstandigheden aannemelijk geworden die de strafbaarheid van verdachte uitsluiten. De rechtbank oordeelt daarom dat verdachte strafbaar is voor het bewezenverklaarde feit.

7.De op te leggen straf of maatregel

7.1
Het standpunt van de officier van justitie
De officier van justitie heeft op grond van hetgeen zij bewezen heeft geacht gevorderd oplegging van een gevangenisstraf voor de duur van 30 maanden met aftrek van de dagen doorgebracht in voorarrest.
7.2
Het standpunt van de verdediging
De raadsman heeft primair verzocht verdachte integraal vrij te spreken. Subsidiair heeft de raadsman verzocht in de strafmaat rekening te houden met schending van de redelijke termijn en met de persoonlijke omstandigheden van verdachte. Verdachte heeft een veel schulden. De raadsman heeft verzocht te volstaan met een taakstraf al dan niet in combinatie met een voorwaardelijke vrijheidsstraf.
7.3
De gronden voor een straf of maatregel
Bij de strafoplegging houdt de rechtbank rekening met de aard en de ernst van het gepleegde feit, de omstandigheden waaronder dit is begaan en de persoon van de verdachte zoals die uit het dossier en tijdens de behandeling ter terechtzitting naar voren zijn gekomen. Ook neemt de rechtbank de volgende factoren in aanmerking.
Verdachte heeft zich gedurende een lange periode schuldig gemaakt aan verduistering in dienstbetrekking. Verdachte is in januari 2006 aangesteld als assistent financieel manager binnen het bedrijf. Vanaf dat moment tot op het moment van de ontdekking van de verduistering eind 2012 heeft zij in haar functie geld overgemaakt naar haar rekening, de rekening van haar echtgenoot en die van hun stichting. Zij heeft in totaal ruim een miljoen euro verduisterd. Verdachte heeft met haar handelen haar werkgever financiële schade toegebracht en het vertrouwen van haar werkgever geschaad. Dit rekent de rechtbank verdachte aan.
Bij haar beslissing heeft de rechtbank ten voordele van verdachte rekening gehouden met een uittreksel justitiële documentatie d.d. 9 maart 2015 waaruit blijkt dat verdachte niet eerder ter zake soortgelijke delicten is veroordeeld.
De rechtbank houdt er in het nadeel van verdachte rekening mee dat de verdachte zich ook schuldig heeft gemaakt aan valsheid in geschrifte, zoals ad informandum tenlastegelegd.. Zij heeft tweemaal een valse werkgeversverklaring opgemaakt ten behoeve van haar zoon en haar dochter opdat deze in aanmerking zouden komen voor een huurwoning. Dit heeft verdachte zowel bij de politie als ter zitting bekend.
De rechtbank is in dit geval van oordeel dat een onvoorwaardelijke vrijheidsstraf noodzakelijk is, omdat aard en ernst van het bewezen en strafbaar verklaarde, door een lichtere strafrechtelijke afdoening van de zaak miskend zouden worden. Bijzondere omstandigheden die tot een ander oordeel zouden moeten leiden, acht de rechtbank niet aanwezig. Uitgangspunt voor de rechtbank is een onvoorwaardelijke gevangenisstraf voor de duur van 24 maanden. De tijd die is verlopen tussen de dag van de doorzoeking op 18 maart 2013 heden is ruim 2 jaren,. Het betreft geen complexe zaak en de houding van verdachte heeft niet gezorgd voor een vertraging in het strafproces. Daarmee is de redelijke termijn van strafvervolging overschreden. Naar vaste jurisprudentie zal de rechtbank daarom een lagere straf opleggen door een deel voorwaardelijk op te leggen.
Alles afwegend is naar het oordeel van de rechtbank een deels onvoorwaardelijke gevangenisstraf voor de duur van 24 maanden waarvan 6 maanden voorwaardelijk met aftrek van voorarrest een passende sanctie teneinde verdachte te weerhouden van het begaan van strafbare feiten. De voorwaardelijke straf is te meer passend nu verdachte weer werkzaam is op een financiële afdeling van een bedrijf.

8.De toegepaste wettelijke voorschriften

De hierna te nemen beslissing berust op de hiervoor genoemde wetsartikelen. Daarnaast berust deze beslissing op de artikelen 10, 14a, 14b, 14c en 27 Sr.

9.De beslissing

De rechtbank:
vrijspraak/bewezenverklaring
  • verklaart bewezen, dat verdachte het onder 1 en 2 primair tenlastegelegde heeft begaan, zoals hierboven omschreven;
  • verklaart niet bewezen wat aan verdachte onder 1 en 2 primair meer of anders is tenlastegelegd en spreekt haar daarvan vrij;
strafbaarheid
- verklaart het onder 1 bewezenverklaarde strafbaar;
- kwalificeert dit als hiervoor vermeld;
  • verklaart dat het onder 2 primair bewezenverklaarde geen strafbaar feit oplevert en ontslaat verdachte op dat onderdeel van alle rechtsvervolging;
  • verklaart verdachte strafbaar voor het onder 1 bewezenverklaarde;
straf
  • veroordeelt verdachte tot een
  • bepaalt dat het voorwaardelijke deel van de straf niet ten uitvoer wordt gelegd, tenzij de rechter de tenuitvoerlegging gelast:
  • bepaalt dat de tijd die de veroordeelde voor de tenuitvoerlegging van deze uitspraak in verzekering heeft doorgebracht, bij de uitvoering van de gevangenisstraf geheel in mindering zal worden gebracht.
Dit vonnis is gewezen door mr. S.M.M. Bordenga, voorzitter, mr. B.T.C. Jordaans en
mr. E. Leentjes, rechters, in tegenwoordigheid van W. van Goor, griffier, en is in het openbaar uitgesproken op 23 april 2015.
Buiten staat
Mr. E. Leentjes is niet in de gelegenheid dit vonnis mede te ondertekenen.
Bijlage bewijsmiddelen
Leeswijzer
Deze bijlage maakt deel uit van het vonnis en bevat de bewijsmiddelen.
Wanneer hierna wordt verwezen naar dossierpagina’s, zijn dit bladzijden uit het dossier van de regiopolitie Oost-Nederland met nummer PL04ZC 2013052677. Tenzij hieronder anders wordt vermeld, wordt steeds verwezen naar bladzijden van een in de wettelijke vorm, door daartoe bevoegde personen, opgemaakt proces-verbaal.
1. Een proces-verbaal aangifte [slachtoffer 1] [1] d.d. 18 oktober 2012, onder meer inhoudende, zakelijk weergegeven:
(…) Ik ben eigenaar van Hoflet B.V., Hoflet is vervolgens eigenaar van Novon Beheer B.V., die op zijn beurt eigenaar is van Novon Schoonmaak gebouwen B.V. en Novon schoonmaak MKB B.V. (…) Ik doe aangifte contra [verdachte], geboren [geboortedag]-1972 en wonende op het adres [adres] te [woonplaats]. [verdachte] was bij ons in dienst als assistent financieel manager sinds 01-01-2006 bij Novon Beheer B.V. (…)Novon heeft rekeningen bij de Rabobank met de volgende rekeningnummer:
- [rekeningnummer 1], dit rekeningnummer is van Novon Beheer B.V.
- [rekeningnummer 2], dit rekeningnummer is van Novon Schoonmaakgebouwen B.V.
- [rekeningnummer 3], dit rekeningnummer is van Novon Schoonmaak MKB B.V.
(…) [getuige] verricht bij ons de werkzaamheden als financieel manager. (…) In september 2012 is [getuige] begonnen met de afsluiting van boekjaar 2011 van alle voornoemde B.V.’s. (…) [getuige] heeft dit verder onderzocht en kwam erachter dat facturen van onze crediteuren dubbel werden betaald. Na verifiëring van de bank bleek dat facturen van onze crediteuren werden overgemaakt naar verschillende bankrekeningen die op naam van Mevrouw [verdachte] of haar man [medeverdachte], wonende [adres] te [woonplaats] stonden. Het rekeningnummer van [verdachte] is [rekeningnummer 4], Rabobank en [rekeningnummer 5], (…). Het rekeningnummer van [medeverdachte] is [rekeningnummer 6]. (…) Op bijgevoegde transactieoverzichten staan een aantal voorbeelden van overboekingen van onze rekeningnummers naar de rekeningnummers van [verdachte] en haar man [medeverdachte]. (…)
2. Een proces-verbaal verhoor getuige [getuige] [2] d.d. 11 januari 2013, onder meer inhoudende, zakelijk weergegeven:
(…) Ik ben door Novon ingehuurd als financieel manager. (…) Ik heb daar van 2005 tot en met 2008 ook gewerkt. (…) Ik doe de administratie van alle bv’s. (…) Hoflet beheer B.V., Novon Beheer B.V., Novon Schoonmaak gebouwen B.V., Novon schoonmaak Oost B.V. en Novon Schoonmaak MKB B.V. (…) De persoon van accountview vertelde ons ook gelijk dat de naam van de persoon onder de betalingen waar ik de vreemde zaken in tegen was gekomen en die hiervoor toestemming had gegeven. Dit betrof dus [verdachte]. (…) Ik heb vervolgens bij de Rabobank een batchbetaling laten openbreken en zag toen dat er binnen de betaling geld werd overgemaakt naar hetzelfde rekeningnummer maar dat er verschillende omschrijvingen begunstigde bijstond. Zo leek het alsof er geld werd overgemaakt naar twee partijen echter er zat dan wel hetzelfde rekeningnummer aan gekoppeld. (…) Ik zag dat [verdachte] die steeds de goedkeuring van de desbetreffende betalingen had gedaan was gaan slepen met geld. Ik bedoel hiermee dat ze dan geld wat bedoeld was voor die crediteur op een later moment betaalde. Een tweede methode die ik zag was dat er door [verdachte] eerst geld werd overgemaakt ten gunste van haarzelf onder de noemer van de juiste crediteur om direct hier opvolgend een tweede boeking te doen waarbij de crediteur dan wel direct betaald werd. (…) Ik ben gaan kijken naar het rekeningnummer van [verdachte] waar haar salaris op gestort wordt. Hierdoor werd 1 rekeningnummer inzichtelijk welke gebruikt was bij de fraude. Ik ben toen verder terug gaan kijken in deze administratie en zag toen dat [verdachte] ook een ander rekeningnummer had gehad ten behoeve van haar salaris. Dit betrof toen het tweede rekeningnummer waarnaar het gefraudeerde bedrag was overgemaakt. (…) Zij was de enige op het bedrijf die, naast de eigenaar verantwoordelijk was voor de betalingen. Tevens bleek uit onderzoek dat twee rekeningnummers van haar zijn en een (1) op naam stond van haar man. (…) Zij is bij Novon beheer BV in dienst getreden per 1-1-2006 (…) V= Welke betalingen voerde zij in deze functie uit? A= De betalingen aan crediteuren, aangiftes loonheffing en pensioenen, beheerde verzekeringen. (…) Zij was de enige die als gevolmachtigde betalingen mocht uitvoeren. (…)
3. Een proces-verbaal verhoor getuige [getuige] [3] d.d. 29 mei 2013, onder meer inhoudende, zakelijk weergegeven:
(…) Je hebt 2 zaken die je gescheiden moet houden. Je moet binnen Novon inloggen met je eigen naam en wachtwoord om toegang te krijgen tot windows. Binnen de windowsomgeving moet vervolgens weer ingelogd worden op accountview om in het Novon boekhoudsysteem te komen. Ook hiervoor heb je weer een inlog en een wachtwoord nodig. (…) De boekingen die gedaan zijn om bedragen weg te sluizen daarvan is door een medewerker van accountview, het bedrijf achter ons boekhoudsysteem, geconstateerd dat bij elke boeking de initialen [initialen] stonden waardoor er sprake was van menselijk handelen. [initialen] staat dan voor [verdachte]. (…) Het laten inloggen van stagiairs onder je eigen naam mag niet binnen het bedrijf. (…) Veiligheidshalve hebben we toen, Remote onze externe ICT partner, gevraagd het systeem door te lichten en te kijken of er sprake zou zijn van een eventueel computervirus. Remote heeft ons toen verteld dat zij in ons systeem geen virus of iets dergelijks gevonden heeft. (…)
4. Een proces-verbaal van bevindingen [4] d.d. 9 december 2013, onder meer inhoudende, zakelijk weergegeven:
(…)
Op 10 januari 2013 zijn op basis van artikel 126nc Wetboek van Strafvordering de identificerende gegevens gevorderd bij de Rabobank van de rekeningen [rekeningnummer 4] en [rekeningnummer 5]. Uit de uitgeleverde gegevens van de Rabobank blijkt dat rekening [rekeningnummer 4] als tenaamstelling kent [medeverdachte] en/of [verdachte]. Het rekeningnummer [rekeningnummer 5] kent als tenaamstelling Stichting [naam racing-team]. Op 10 januari 2013 zijn op basis van artikel 126nc Wetboek van Strafvordering de identificerende gegevens gevorderd bij de ABN AMRO bank van rekening [rekeningnummer 6]. Uit de uitgeleverde gegevens van de ABN AMRO bank blijkt dat het rekeningnummer [rekeningnummer 6] als tenaamstelling kent [medeverdachte] en/of [verdachte]. (…)
5. Een rapport berekening wederrechtelijk verkregen voordeel ex artikel 36e 2e lid Sr d.d. 5 december 2013, onder meer inhoudende, zakelijk weergegeven:
(…) De onderzoeksperiode betreft 1 januari 2006 tot 18 oktober 2012. (…) Uit de analyse van de rekeningmutaties van de verdachte blijkt dat in de periode van 1 januari 2006 tot en met 18 oktober 2012 een totaal bedrag van € 1.155.047,65 is bijgeschreven op de rekeningen van de verdachten met als herkomst rekeningen van Novon. (…)
Rekening verdachten
2006
2007
2008
2009
2010
2011
2012
totaal
[rekeningnummer 4]
18.655,69
73.613,39
97.783,39
122.793,65
28.515,44
68.033,29
45.270,17
454.665,02
[rekeningnummer 5]
18.976,33
18.917,18
45.543,82
20.203,32
23.043,10
25.378,33
3.822,93
154.887,69
997,32 -
[rekeningnummer 6]
0,00
0,00
0,00
30.042,03
165.846,97
186.773,23
161.835,39
544.497,62
Totalen
37.632,02
92.530,57
143.327,31
172.041,68
217.405,51
280.184,85
210.928,49
1.154.050,33
De totale ontvangsten € 1.154.050,33 van de verdachten in deze periode minus de looninkomsten, betreffende € 138.943,64 resulteert in
€ 1.015,106,69.
(…)
6. De in bijlage II [5] opgenomen bankafschriften van rekeningnummer [rekeningnummer 6] t.n.v. de heer [medeverdachte] en/of mevrouw [verdachte];
7. De in bijlage III [6] opgenomen bankafschriften van rekeningnummer [rekeningnummer 5] t.n.v. Stichting [naam racing-team];
8. De in bijlage IV [7] opgenomen bankafschriften van rekeningnummer [rekeningnummer 4] t.n.v. de heer [medeverdachte] en/of mevrouw [verdachte];
9. Een proces-verbaal verhoor verdachte [medeverdachte] [8] d.d. 10 mei 2013, onder meer inhoudende, zakelijk weergegeven:
(…)
V= U vertelde dat het geld van Novon binnenkwam op de rekening van u en dat u dit vervolgens opnam?
A= Ja soms ging ik dit pinnen soms betaalde ik er rekeningen mee voor de motorsport. Ik kocht dan bijvoorbeeld banden. Van deze banden werden dan een paar banden gebruikt door ons zelf en de rest werd dan verkocht aan andere teams of gewoon op straat. Dan had ik vervolgens contact geld. (…)
V= Zijn ooit jullie persoonlijke uitgaven gedaan met geld van Novon?
A= Jazeker. Voor mij was het belangrijk dat ik cash geld had om daarmee te betalen.
(…)
We laten je nu een rekeningafschrift zien. Dit is de eerste overboeking van Novon die wij tot nu toe gevonden hebben waarvan wij denken dat die wederrechtelijk is verkregen van Novon. Het betreft een overboeking van 30 juni 2005 naar jullie prive rekening Rabobank van 1227,60 euro. Dit gebeurd om 09.31 uur en om 09.50 uur wordt er 1227,60 betaald aan Zilveren Kruis Achmea.
V= Wie heeft dit gedaan?
A= Ik.
(…)
O: We laten je nog een rekeningafschrift zien. Daar komt bijna 10.000 euro van Novon binnen en een dag later wordt er 10.000 euro overgeboekt naar Racing Power Production.
(…)
V: Kunnen we dan concluderen dat er geld op jullie rekening kwam afkomstig van Novon. Dat jij hiermee jullie vaste lasten betaalde als dat nodig was, daarnaast betaalde je de afpersers en tot slot gebruikte je het ook voor de motorracerij?
A: Ja, dat klopt. Ik heb dit gezien als één bult zwart geld. Ik betaalde hier alles vandaan. (…)

Voetnoten

1.Pagina 127-129
2.Pagina 190-196
3.Pagina 330-332
4.Pagina 202-205
5.Map 3
6.Map 4
7.Map 5
8.Pagina 84-92