ECLI:NL:RBOVE:2015:2025

Rechtbank Overijssel

Datum uitspraak
22 april 2015
Publicatiedatum
22 april 2015
Zaaknummer
C/08/168412 / KG ZA 15-62
Instantie
Rechtbank Overijssel
Type
Uitspraak
Rechtsgebied
Civiel recht; Aanbestedingsrecht
Procedures
  • Kort geding
Rechters
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Vonnis inzake aanbestedingsrecht en Social Return in kort geding tussen ODV Maritiem B.V. en de Gemeente Zwolle e.a.

In deze zaak heeft de Rechtbank Overijssel op 22 april 2015 uitspraak gedaan in een kort geding tussen ODV Maritiem B.V. en verschillende aanbesteders, waaronder de Gemeente Zwolle en de Provincie Overijssel. ODV vorderde dat de inschrijving van Tempo-Team, die de opdracht voor de inhuur van nautisch personeel had verkregen, ongeldig zou worden verklaard. ODV stelde dat Tempo-Team een onjuist Social Return-percentage had aangeboden, namelijk over een deel van de opdracht in plaats van de totale opdracht. De aanbesteders, daarentegen, stelden dat Tempo-Team conform de aanbestedingsstukken had ingeschreven en dat de mededelingen tijdens een bespreking onjuist waren geïnterpreteerd door ODV.

De rechtbank heeft vastgesteld dat de aanbesteders voldoende hebben aangetoond dat Tempo-Team's inschrijving voldeed aan de eisen van de aanbesteding. De voorzieningenrechter oordeelde dat ODV haar twijfels over de inschrijving van Tempo-Team onvoldoende had onderbouwd. De rechtbank wees de vorderingen van ODV af en oordeelde dat er geen sprake was van een ongeldige inschrijving. Tevens werd Tempo-Team als tussenkomende partij in de procedure toegelaten, maar haar vorderingen werden ook afgewezen. ODV werd veroordeeld in de proceskosten van zowel de aanbesteders als Tempo-Team.

Deze uitspraak benadrukt het belang van transparantie en motivering in aanbestedingsprocedures, evenals de noodzaak voor inschrijvers om hun aanbiedingen duidelijk en consistent te formuleren. De rechtbank bevestigde dat de aanbesteders aan hun motiveringsplicht hebben voldaan en dat de inschrijving van Tempo-Team geldig was, ondanks de twijfels die ODV had geuit.

Uitspraak

vonnis

RECHTBANK OVERIJSSEL

Team kanton en handelsrecht
Zittingsplaats Almelo
zaaknummer / rolnummer: C/08/168412 / KG ZA 15-62
Vonnis in kort geding van 22 april 2015
in de zaak van
de besloten vennootschap met beperkte aansprakelijkheid
ODV MARITIEM B.V.,
gevestigd te Almelo,
eiseres,
advocaten mr. A. ter Mors en mr. G.J. van de Wetering te Deventer,
tegen
1. de publiekrechtelijke rechtspersoon
GEMEENTE ZWOLLE,
zetelend te Zwolle,
2. de publiekrechtelijke rechtspersoon
GEMEENTE KAMPEN,
zetelend te Kampen,
3. de publiekrechtelijke rechtspersoon
DE PROVINCIE OVERIJSSEL,
zetelend te Zwolle,
4. de publiekrechtelijke rechtspersoon
WATERSCHAP GROOT SALLAND,
zetelend te Zwolle,
gedaagden,
advocaat mr. M.J. Mutsaers te Zwolle.
en waarin heeft gevorderd als partij tussen te mogen komen, subsidiair zich te mogen voegen aan de zijde van gedaagden in de hoofdzaak:
de besloten vennootschap met beperkte aansprakelijkheid
TEMPO-TEAM UITZENDEN B.V.,
gevestigd te Diemen,
advocaat mr. R.J. Roks te Amsterdam,
Partijen zullen hierna ODV, de aanbesteders en Tempo-Team genoemd worden.

1.De procedure

1.1.
Het verloop van de procedure blijkt uit:
  • de dagvaarding met productie 1 tot en met 10,
  • de akte overlegging producties, zijnde productie 11 tot en met 20, van ODV,
  • de door de aanbesteders overgelegde productie A tot en met V,
  • de incidentele conclusie tot primair tussenkomst en subsidiair voeging van Tempo-Team,
  • de akte eiswijziging van ODV,
  • de mondelinge behandeling,
  • de pleitnota van ODV,
  • de pleitnota van de aanbesteders,
  • de pleitnota van Tempo-Team.
1.2.
Ten slotte is vonnis bepaald.

2.De feiten

2.1.
Op 12 december 2014 hebben de aanbesteders een Europese openbare aanbestedingsprocedure van de opdracht “Inhuur nautisch personeel” aangekondigd (hierna ook: de aanbesteding). De Aanbestedingswet 2012 (hierna: Aw2012) is van toepassing.
2.2.
Het gunningscriterium is de economisch meest voordelige inschrijving. Genoemd gunningscriterium is onderverdeeld in twee subgunningscriteria, te weten:
Kwaliteit (totaal 50 punten);
Prijs (totaal 50 punten).
2.3.
Het (sub)gunningscriterium Kwaliteit is daarbij onderverdeeld in twee gunningscriteria, te weten:
Plan van Aanpak (totaal 35 punten),
Social Return (hierna: ook SROI te noemen) (totaal 15 punten).
2.4.
Het beschrijvend document van 12 december 2014 bevat onder meer - voor zover relevant - de volgende bepalingen en voorwaarden:
“4.3.5 Social Return
Door zich in te schrijven op deze aanbesteding, verplicht de Inschrijver zich om bij gunning, in ieder geval minimaal 5% van de totaalwaarde van de Opdracht (excl. BTW) aan te wenden voor Social Return.
Aan inschrijver zal nadrukkelijk gevraagd worden hier meer aandacht aan te geven, zie gunningscriterium.
(…)”
6.1.1 Gunningscriterium Kwaliteit
(…)
Social Return**:
- Mate van inzet van mensen met afstand tot de arbeidsmarkt, uitkeringsgerechtigden, minimaal MBO denk- en werkniveau (niveau II) en gezien de veiligheidsaspecten en de hieraan verbonden risico’s géén inzet van mensen met lichamelijke en/of geestelijke beperking op objecten.
(…)
**Social Return (SROI) (D): zoals in het beschrijvend document staat vermeld onder 4.3.5, wordt veel waarde gehecht aan de inzet van SROI. U dient aan te geven hoe u wellicht, als de gevraagde minimum inzet van 5% van de opdrachtwaarde aan SROI, een hoger percentage aan SROI gaat bereiken (max. 40%). Hiertoe dient u een heldere en kernachtige uiteenzetting te geven hoe u dit hoger percentage gaat realiseren. Het is nadrukkelijk de wens van de deelnemende organisaties om ‘verjonging’ van de beschikbare capaciteit op de markt (zie paragraaf 1.4) middels SROI te realiseren. Inzet SROI dient betrekking te hebben op onderhavige opdracht !
Expliciet zij vermeld dat op een aantal risicovolle objecten inzet van SROI in (eerste instantie) niet wenselijk is. E.e.a. in overleg met opdrachtgever.
(…)
Voor wat betreft de beoordeling van social return geldt de volgende beoordeling:
Social return percentage Punten
<5% inschrijving wordt terzijde gelegd
> of gelijk aan 5% - < 10% 3 punten
> 10% - < 15% 5 punten
> 15% - < 20% 7punten
> 20% - < 25% 9 punten
> 25% - < 30% 11 punten
> 30% - 40% 15 punten”
2.5.
In de Nota van Inlichtingen van 15 januari 2015 is onder meer - voor zover relevant - het volgende vermeld (waarbij niet de opmaak van het document is gevolgd).
“Vraag 72: U schrijft: ‘Expliciet zij vermeld dat op een aantal risicovolle objecten inzet van SROI in (eerste instantie) niet wenselijk is’. Om een inschatting te maken hoeveel procent SROI een inschrijver kan aanbieden, willen wij een exhaustieve lijst met ‘risicovolle objecten’?
Antwoord:
Waterschap: Sluis Vilsteren en Vechterweerd
Zwolle en Kampen: Brugbediencentrale Zwolle en Kampen, schipper Zwolle.
Provincie: Nautop 1 en Nautop 2 objecten (zie 5.1 blz. 25 beschrijvend document).”
2.6.
In de Nota van Inlichtingen van 21 januari 2015 is onder meer - voor zover relevant - het volgende vermeld (waarbij niet de opmaak van het document is gevolgd).
“Vraag 21: U geeft in uw antwoord aan dat het ontbreken van een onderbouwing leidt tot nul punten. Wij nemen aan dat een onderbouwing van drie regels niet afdoende is. Daarom: (a.) Wat is uw definitie van onderbouwing? (b.) Welke beoordelingscriteria hanteert u bij het toekennen van de punten? (c.) Welke van onderstaande voorbeelden is juist?
Een inschrijver geeft een Social return percentage aan van > 20% - < 25% en scoort daarmee9 punten. De inschrijver voegt een bijbehorend plan van aanpak waar met de door u vooraf aangegeven objectieve kwaliteitsoordelen 0, 1, 3, 3 8 of 10 punten voor zijn te behalen. De inschrijver weet de score van een 8 te behalen. De score voor de inschrijver is:
(c1.) 8+9= 77/2 is een 8,5
(c2.) 8/9 = 8,88 punten
(d.) Indien de mogelijkheden van (c) onjuist zijn, welke methode gaat u dan hanteren? Hierbij wil ik u erop wijzen dat het toekennen van scores vooraf voor de inschrijvers bekend dienen te zijn en niet achteraf bepaald mogen worden.
Antwoord:
A.
De onderbouwing dient te bestaan uit de concrete beschrijving hoe u het opgegeven percentage SROI gaat invullen /behalen. Of dit 3 of bijvoorbeeld 10 regels tekst is, is aan de inschrijver.
B. Inschrijver geeft percentage aan bijv. 35% (bijbehorende aantal punten zou zijn 15 ptn.), de beoordelingscommissie beoordeeld de onderbouwing van de 35% en geeft hiervoor een cijfer 8 (conform de aangegeven objectieve kwaliteitsoordelen). Deze inschrijver krijgt 8 = 80% van 15 punten = 12 punten. Indien hij een cijfer 5 zou behalen wordt het 50% van 15 punten is 7,5 punten. Puntentoekenning vindt plaats tot op 1 cijfer achter de komma.
C en D: zie beantwoording bij B.”
2.7.
In de Rectificatie op de Nota van Inlichtingen van 23 januari 2015 is onder meer
- voor zover relevant - het volgende vermeld (waarbij de opmaak van het document niet is gevolgd).
“Vraag 1: (…) Totaal aantal uren alle objecten: 5150 + 2620 + 5820 + 12000 + 2000 = 27590
Potentieel aantal SROI-uren na antwoord op vraag 72 NvI-1: 6900 (5500 + 1400) =25,01 %
(f) Met bovenstaande berekening komen wij uit op maximaal 25,01%. Is onze aanname correct? Zo niet hoeveel uren en welk maximaalpercentage is dan wel mogelijk?
(g) Graag uw inschatting hoe u tot de inschatting bent gekomen van de haalbare 40%?
Antwoord: Aannames kloppen, bovenstaande berekening klopt. Aanbestedende dienst was uitgegaan van totaal in te zetten uren.
Gezien het bovenstaande wordt de beoordeling van social return inzake percentage het volgende:
<5% inschrijving wordt terzijde gelegd
5% - < 10% 3 punten
10% - < 15% 7 punten
15% - < 20% 10 punten
20% - 25% 15 punten
Inschrijvingen waarbij met een hoger percentage als 25% wordt ingeschreven, worden beoordeeld als zijnde 25%. Beoordelingssystematiek blijft verder ongewijzigd zoals eerder aangegeven in nota’s van inlichtingen.”
2.8.
Bij brief van 4 februari 2015 hebben de aanbesteders aan ODV meegedeeld dat er geen overeenkomst met haar zal worden afgesloten en dat is overgegaan tot voorlopige gunning aan Tempo-Team, daar zij de meest voordelige inschrijving hebben gedaan. Er is een toelichting gegeven op de onderdelen waar ODV minder op scoort ten opzichte van Tempo-Team. Voor zover relevant wordt het volgende vermeld.
“Social Return: u geeft garantie van 5% met daarbij een zeer summiere en globale beschrijving/onderbouwing. De 5% staat gelijk aan 3 punten (zie staffel in de laatste Nota van Inlichtingen), de onderbouwing is gewaardeerd met 5 (...). Hiermee komt uw score op 1,5 (…). EMVI inschrijver heeft een score van 12 behaald (= hoogst behaalde score). Deze wordt gelijk gesteld aan 15, waardoor uw score uiteindelijk komt op 1,9 (…).”
2.9.
Op 20 februari 2015 heeft er een bespreking plaatsgevonden tussen ODV en de aanbesteders (hierna: de bespreking).
2.10.
In de brief van 21 februari 2015 van de zijde van ODV gericht aan de aanbesteders is onder meer - voor zover relevant - het volgende vermeld.
“Tijdens een bespreking tussen ODV en de gemeente Zwolle op 20 februari 2015 heeft de gemeente ODV toegelicht dat Tempo-Team voor Social Return een percentage heeft aangeboden van 20%, maar dat dit niet 20% van de totale opdracht betreft, maar 20% van het deel van de opdracht dat beschikbaar is gesteld voor Social Return (oftewel 20% van ca. 6.900 (20% van 25% van de opdracht) in plaats van 20% van 27.590 uren, zie ook de laatste nota van inlichtingen.”
2.11.
In de brief van 23 februari 2015 van de aanbesteders aan (de advocaat van) ODV staat onder meer - voor zover relevant - het volgende vermeld.
“In de bespreking van (...) 20 februari 2015 hebben wij toegelicht dat Tempo-Team voor Social Return een percentage heeft aangeboden van 20%. Per abuis is toen gezegd dat dit betrekking zou hebben op 20% van ca. 6.900 uren. Dit is onjuist en wij betreuren ten zeerste dat hierdoor verwarring is ontstaan.
Tempo-Team heeft namelijk wel degelijk conform hetgeen staat vermeld in het beschrijvend document en in de nota’s van inlichtingen ingeschreven met een Social Return percentage van de totale opdracht, dus met 20% van ca. 27.590 uren. Dit heeft Tempo-Team vanochtend wederom per mail bevestigd.”
2.12.
Op 18 maart 2015 heeft (de advocaat van) Tempo-Team ODV in het bezit gesteld van passages op pagina 48 van haar inschrijving. De passages luiden als volgt.
“Social Return
Bij het werven van nieuwe kandidaten letten wij met nadruk op duurzaam ondernemen en uw verplichtingen op grond van de Participatiewet. Wij hebben extra aandacht voor groepen met een afstand tot de arbeidsmarkt: uitkeringsgerechtigden, jongeren of personen die hun eigen beroep niet meer kunnen uitvoeren. Deze nieuwe instroom zetten wij in op de door u aangegeven objecten waarvoor Nautop 0 is vereist.
Tempo-Team garandeert u een SROI-percentage van20% van de ingeleende uren.”3. Het geschilIn het incident3.1. Tempo-Team vordert dat haar wordt toegestaan tussen te komen in de procedure tussen ODV en de aanbesteders, dan wel dat het haar wordt toegestaan om zich in die procedure te mogen voegen aan de zijde van de aanbesteders.
In de hoofdzaak
3.2.
ODV vordert - na eiswijziging en verkort weergegeven - primair om (1) de aanbesteders te gebieden de inschrijving van Tempo-Team als ongeldig terzijde te leggen dan wel om (2) de aanbesteders te verbieden de opdracht te gunnen aan een ander dan ODV en subsidiair om (3, I) de aanbesteders te gebieden aan ODV afschrift te verstrekken van alle delen van de inschrijving van Tempo-Team die direct of indirect relevant kunnen zijn voor het antwoord op de vraag wat Tempo-Team ten tijde van het sluitingstijdtip van de aanbesteding nu precies heeft aangeboden op het punt van Social Return en de tussen de aanbesteders en Tempo-Team gevoerde correspondentie na datum aanbesteding over de inhoud van de aanbieding van Tempo-Team, althans (3, II) de aanbesteders te gebieden aan een onafhankelijke deskundige aanbestedingsadvocaat met minstens 8 jaar relevante ervaring de hiervoor genoemde stukken ter beoordeling ter beschikking te stellen met het verzoek om als deskundige enkele door DVO in de akte van eiswijziging nader omschreven vragen te beantwoorden, althans een vraagstelling te beantwoorden zoals de voorzieningenrechter in goede justitie vermeent te behoren, althans (3, III) de hiervoor genoemde stukken aan de voorzieningenrechter ter beoordeling ter beschikking te stellen in het geval van 3 onder I en II onder aanhouding van onderhavige procedure in dier voege dat partijen zich binnen 5 werkdagen na ontvangst van de stukken of het deskundigenbericht daarover uit zullen kunnen laten dan wel (4) de aanbesteders te gebieden de inschrijvingen opnieuw te laten beoordelen door een nieuw samen te stellen beoordelingscommissie en (5) voor zover uit de herbeoordeling blijkt dat ODV de economisch meest voordelige inschrijving heeft ingediend, de aanbesteders te verbieden de opdracht te gunnen aan een ander dan ODV en (6) voor zover de aanbesteders na herbeoordeling voornemens zijn de opdracht te gunnen aan een ander dan ODV, de aanbesteders te verbieden daartoe over te gaan voordat zij hun gunningsvoornemen voldoende jegens ODV hebben gemotiveerd en ODV een termijn hebben gesteld van 20 dagen om tegen dat voornemen een kort geding aanhangig te maken en ODV die termijn ongebruikt heeft laten verstrijken, althans de aanbesteders te gelasten zodanige maatregelen te treffen die de voorzieningenrechter noodzakelijk dan wel geschikt acht, alles op straffe van verbeurte van een dwangsom en onder veroordeling van de (na)kosten van deze procedure en de daarover verschuldigde wettelijke rente.
3.3.
ODV heeft deze vorderingen gebaseerd op de hierboven weergegeven vaststaande feiten en op, kort weergegeven, de navolgende stellingen. Er is sprake van een ongeldige inschrijving door Tempo-Team omdat zij ten onrechte een Social Return-percentage heeft aangeboden over een deel van de opdracht, te weten 6.900 uren en omdat Tempo-Team heeft aangeboden Social Return in te zullen zetten op alle Nautop 0 objecten terwijl dit niet is toegestaan. ODV mag uitgaan van de op 20 februari 2015 expliciet gedane mededeling en de inhoud van de brief van de aanbesteders van 23 februari 2015 is ongeloofwaardig, althans op zijn minst twijfelachtig. Behoudens een enkel welbewust geselecteerd fragment hebben de aanbesteders niets toegezonden. ODV heeft daarom geen beeld of hetgeen de aanbesteders thans in strijd met hun eerdere mededelingen stellen klopt. Het beeld van de inschrijving van Tempo-Team dat aan ODV is meegedeeld tijdens de bespreking moet het resultaat zijn van de inhoud van de inschrijving van Tempo-Team en de inhoud van het met Tempo-Team gevoerde verificatiegesprek. De inschrijving van Tempo-Team is voorts ongeldig omdat op de overgelegde pagina 48 van de inschrijving van Tempo-Team is te lezen dat Tempo-Team Social Return inzet “op de door u aangegeven objecten waarvoor Nautop 0 is vereist.” De objecten waarvoor Nautop 0 is vereist betreffen de objecten schutsluizen Vilsteren en Vechterweerd van het Waterschap Groot Salland en een aantal objecten van de provincie Overijssel aan het kanaal Almelo de Haandrik (AdH) en in Noord West Overijssel (NW). Tempo-Team heeft bij de inschrijving dus aangegeven dat zij Social Return wenst in te zetten op alle Nautop 0 objecten, terwijl in de Nota’s van Inlichtingen expliciet is vermeld dat inzet van Social Return op schutsluizen Vilsteren en Vechterweerd niet is toegestaan. Op Tempo-Team rust de verplichting om consistent te zijn over haar aanbieding. Onduidelijke aanbiedingen zijn ongeldig en opheldering vragen over onduidelijkheden die direct de inhoud van de aanbieding betreffen is op grond van het gelijkheidsbeginsel niet toelaatbaar. De aanbesteders weigeren nader te motiveren waarom de gunningsbeslissing juist zou zijn dan wel weigeren aan te tonen dat Tempo-Team haar percentage heeft opgegeven voor het totaal aantal uren. Dat is niet terecht omdat op de aanbesteders op grond van het transparantiebeginsel de verplichting rust de gunningsbeslissing zodanig te motiveren dat ODV in staat wordt gesteld de juistheid van het gunningsvoornemen te controleren. De verplichting tot motivering wordt bovendien zwaarder op het moment dat sprake is van gerede twijfel omtrent de juistheid van het gunningsvoornemen. Daarvan is hier sprake.
3.4.
De aanbesteders en Tempo-Team voeren gemotiveerd verweer.
3.5.
Op de (nadere) stellingen van partijen wordt hierna, voor zover van belang, nader ingegaan.
3.6.
Tempo-Team vordert in de hoofdzaak - samengevat weergegeven - primair ODV niet-ontvankelijk te verklaren in haar vorderingen, althans deze af te wijzen, althans deze haar te ontzeggen, en de aanbesteders te gebieden de opdracht te gunnen aan Tempo-Team, en subsidiair de aanbesteders te verbieden de opdracht te gunnen aan enig ander dan Tempo-Team, zulks met veroordeling van ODV in de (na)kosten van deze procedure en de daarover verschuldigde wettelijke rente.
3.7.
Verkort weergegeven stelt Tempo-Team dat zij belang heeft bij de uitkomst van de door ODV aangespannen procedure. Toewijzing van de vorderingen van ODV zal er immers toe leiden dat Tempo-Team de aanspraak op gunning van de opdracht aan haar verliest.
3.8.
Voor zover nodig zullen de standpunten van de aanbesteders en ODV met betrekking tot de vorderingen van Tempo-Team hierna worden besproken.

4.De beoordeling

In het incident tot tussenkomst, subsidiair voeging

4.1.
ODV en de aanbesteders hebben geen verweer gevoerd tegen de tussenkomst van Tempo-Team. Tempo-Team heeft een rechtstreeks en in rechte te erkennen belang om als tussenkomende partij in het geding te komen, omdat zij de inschrijver is aan wie de provincie voornemens is de opdracht te gunnen. De vordering tot tussenkomst is daarom ter terechtzitting toegewezen.
4.2.
ODV en de aanbesteders zullen in de kosten van dit incident worden veroordeeld. De kosten in incident zullen aan de zijde van Tempo-Team worden begroot op nihil.
In de hoofdzaak
Wijziging van eis
4.3.
De voorzieningenrechter stelt vast dat de aanbesteders en Tempo-Team geen specifieke bezwaren hebben geuit tegen de gewijzigde eis van ODV, zodat deze zal worden toegelaten.
Spoedeisend belang
4.4.
Het spoedeisend belang vloeit voort uit de aard van het gevorderde.
Met betrekking tot de vorderingen van ODV
4.5.
De voorzieningenrechter volgt ODV niet in haar betoog inzake het door
Tempo-Team aangeboden Social Return-percentage en de consequenties die zij verbindt aan de door de aanbesteders gedane mededelingen tijdens de bespreking. Het is begrijpelijk dat bij ODV naar aanleiding van de mededelingen door de aanbesteders tijdens de bespreking twijfel is ontstaan over de juistheid van de inschrijving van Tempo-Team en dat zij dit aan de aanbesteders kenbaar heeft gemaakt in haar brief van 21 februari 2015. Daarop hebben de aanbesteders gecontroleerd of de inschrijving van Tempo-Team aan de gestelde eisen ten aanzien van het criterium Social Return in de aanbestedingsstukken voldoet en zij zijn tot de conclusie gekomen dat Tempo-Team conform hetgeen staat vermeld in de aanbestedingsstukken heeft ingeschreven met een Social Return percentage van de totale opdracht, derhalve met 20% van ongeveer 27.590 uren. De aanbesteders hebben
Tempo-Team verzocht om hun aanbod te bevestigen en dit heeft Tempo-Team gedaan. De aanbesteders stellen dan ook dat er tijdens de bespreking abusievelijk een onjuiste mededeling is gedaan. Het voorgaande hebben de aanbesteders in een brief van
23 februari 2015 aan ODV meegedeeld. Om ODV te overtuigen dat Tempo-Team bestekconform heeft ingeschreven, is in overleg met (de advocaat van) Tempo-Team een afschrift van enkele passages op pagina 48 van de inschrijving van Tempo-Team ter beschikking gesteld aan ODV. Op voornoemde pagina 48 staat - onder meer -
“Tempo-Team garandeert u een SROI-percentage van 20% van de ingeleende uren”. Naar het oordeel van de voorzieningenrechter hebben de aanbesteders voldoende toegelicht dan wel inzichtelijk gemaakt dat het door Tempo-Team aangeboden Social Return-percentage van 20% betrekking heeft op 27.590 uren, zijnde de totaalwaarde van de opdracht. De wijze waarop Tempo-Team haar aanbod op dit gunningscriterium kenbaar heeft gemaakt, is naar het oordeel van de voorzieningenrechter niet voor meerdere uitleg vatbaar. Tegen de achtergrond van de aan ODV overgelegde passage(s) uit de inschrijving van Tempo-Team heeft ODV haar twijfel onvoldoende concreet gemaakt. Voorshands is de voorzieningenrechter dan ook, anders dan ODV, van oordeel dat de aanbesteders op transparante wijze hebben gehandeld en dat zij aan hun motiveringsplicht hebben voldaan.
4.6.
Met betrekking tot de stelling van ODV dat er sprake is van een ongeldige inschrijving door Tempo-Team omdat zij heeft aangeboden Social Return in te zullen zetten op alle Nautop 0 objecten, terwijl dit niet is toegestaan, overweegt de voorzieningenrechter als volgt. Ter onderbouwing van deze stelling wijst ODV erop dat op de overgelegde pagina 48 van de inschrijving van Tempo-Team is te lezen dat Tempo-Team Social Return inzet “op de door u aangegeven objecten waarvoor Nautop 0 is vereist.” De objecten waarvoor Nautop 0 is vereist betreffen de objecten schutsluizen Vilsteren en Vechterweerd van het Waterschap Groot Salland en een aantal objecten van de provincie Overijssel aan het kanaal Almelo de Haandrik (AdH) en in Noord West Overijssel (NW). Tempo-Team heeft bij de inschrijving dus aangegeven dat zij Social Return wenst in te zetten op alle Nautop 0 objecten, terwijl in de Nota’s van Inlichtingen expliciet is vermeld dat inzet van Social Return op schutsluizen Vilsteren en Vechterweerd niet is toegestaan, aldus ODV. De aanbesteders betwisten de stelling van ODV en stellen - kort gezegd - dat ODV ten onrechte aan de zin “Deze nieuwe instroom zetten wij in op de door u aangegeven objecten waarvoor Nautop 0 is vereist” de conclusie verbindt dat Tempo-Team Social Return zou inzetten op risicovolle objecten. Uit de rectificatie op de vierde Nota van Inlichtingen blijkt dat de 6.900 uren waarvoor Social Return mag worden ingezet in het geheel afkomstig zijn van de Nautop 0 objecten van de Provincie Overijssel. Blijkens de ODV aangehaalde zin in de inschrijving van Tempo-Team zal Tempo-Team het door haar gegarandeerde aantal van 5.518 uren aan Social Return ‘inzetten op de door de aanbesteders aangegeven objecten waarvoor Nautop 0 is vereist’. Dat kunnen dus alleen maar de in de rectificatie genoemde Nautop 0 objecten van de Provincie Overijssel zijn, aldus de aanbesteders. Met inachtneming van het voorgaande is de voorzieningenrechter van oordeel dat ODV haar stelling dat er sprake is van een ongeldige inschrijving door Tempo-Team, omdat zij op alle - inclusief de risicovolle - Nautop 0 objecten Social Return inzet, tegenover de gemotiveerde betwisting daarvan door de aanbesteders onvoldoende aannemelijk heeft gemaakt.
4.7.
Het voorgaande brengt met zich dat aldus naar het oordeel van de voorzieningenrechter geen sprake is van een ongeldige inschrijving van Tempo-Team dan wel schending van het transparantie- en/of motiveringsbeginsel dan wel enig ander beginsel van het aanbestedingsrecht door de aanbesteders en dat de vorderingen van ODV derhalve dienen te worden afgewezen.
4.8.
Als de in het ongelijk gestelde partij zal ODV in de procedure tegen de aanbesteders worden veroordeeld in de kosten van deze procedure, te vermeerderen met de nakosten en de wettelijke rente als op na te melden wijze.
Met betrekking tot de vorderingen van Tempo-Team
4.9.
Nu de aanbesteders voornemens zijn de opdracht ook definitief te gunnen aan Tempo-Team brengt voormelde beslissing mee dat Tempo-Team geen belang (meer) heeft bij toewijzing van haar vorderingen. Deze zullen dan ook worden afgewezen.
4.10.
Als de in het ongelijk gestelde partij zal Tempo-Team in het kader van haar vorderingen worden veroordeeld in de kosten van de aanbesteders. Deze kosten worden begroot op nihil, nu niet is gebleken dat de aanbesteders als gevolg van die vorderingen extra kosten heeft moeten maken. Ondanks de afwijzing moet ODV in haar verhouding tot Tempo-Team worden aangemerkt als de in het ongelijk gestelde partij. Het doel van Tempo-Team was immers te bewerkstelligen dat de gunningsbeslissing in stand blijft. Dat doel is bereikt. ODV zal dan ook worden veroordeeld in de proceskosten van Tempo-Team, te vermeerderen met de nakosten en de wettelijke rente op na te melden wijze.

5.De beslissing

De voorzieningenrechter
In het incident
5.1.
Laat Tempo-Team toe als tussenkomende partij in het kort geding van ODV tegen de aanbesteders.
5.2.
Veroordeelt ODV en de aanbesteders in de proceskosten in het incident en begroot deze aan de zijde van Tempo-Team tot op heden op nihil.
In de hoofdzaak
5.3.
Wijst de vorderingen van ODV af.
5.4.
Wijst de vorderingen van Tempo-Team af.
5.5.
Veroordeelt Tempo-Team wat betreft de door haar ingestelde vorderingen jegens de aanbesteders in de proceskosten, tot dusver aan de zijde van de aanbesteders begroot op nihil.
5.6.
Veroordeelt ODV in de overige proceskosten, tot dusver aan de zijde van de aanbesteders begroot op € 613,-- aan griffierecht en € 816,-- aan salaris van de advocaat en aan de zijde van Tempo-Team op € 613,-- aan griffierecht en € 816,-- aan salaris van de advocaat.
5.7.
Veroordeelt ODV tevens in de nakosten aan de zijde van de aanbesteders en Tempo-Team, telkens ten bedrage van respectievelijk € 131,-- zonder betekening en € 199,-- in geval van betekening, indien en voor zover ODV niet binnen een termijn van veertien dagen na aanschrijving aan dit vonnis heeft voldaan.
5.8.
Bepaalt dat, indien niet binnen twee weken na betekening van dit vonnis aan voormelde proceskostenveroordelingen is voldaan ODV daarover de wettelijke rente is verschuldigd vanaf dat moment tot aan de dag der algehele voldoening.
5.9.
Verklaart de proceskostenveroordelingen uitvoerbaar bij voorraad.
Dit vonnis is gewezen door mr. A.E. Zweers en in het openbaar uitgesproken op 22 april 2015. [1]

Voetnoten

1.type: