ECLI:NL:RBOVE:2015:1677
Rechtbank Overijssel
- Eerste aanleg - enkelvoudig
- Rechtspraak.nl
Beroep tegen niet tijdig beslissen op bezwaar inzake Wob-verzoek en rapport vuurwerkramp Enschede
In deze zaak heeft eiser, wonende te Rijssen, beroep ingesteld tegen het niet tijdig beslissen op zijn bezwaar door de burgemeester van Enschede. Eiser had op 28 januari 2014 op grond van de Wet openbaarheid van bestuur (Wob) en de Archiefwet verzocht om afschrift van een rapport van Bureau Interne Zaken van het politiekorps Gelderland-Midden, dat betrekking heeft op het functioneren van het Tolteam na de vuurwerkramp in Enschede. De burgemeester heeft het verzoek op 18 maart 2014 doorgezonden naar de korpschef van de politie Nederland, omdat het rapport niet onder hem berustte. Eiser heeft bezwaar gemaakt tegen deze beslissing, maar de burgemeester verklaarde het bezwaar op 12 januari 2015 ongegrond.
De rechtbank heeft vastgesteld dat de bezwaartermijn is overschreden en dat eiser de burgemeester in gebreke heeft gesteld. De rechtbank oordeelt dat het beroep gegrond is voor zover het gaat om het niet tijdig beslissen op bezwaar. De rechtbank heeft de hoogte van de verbeurde dwangsom vastgesteld op € 1260,-, omdat de burgemeester niet tijdig een beslissing heeft genomen. De rechtbank heeft ook geoordeeld dat het besluit van 12 januari 2015 ongegrond is, maar dat de burgemeester niet in gebreke is gebleven met betrekking tot de Wob, omdat het rapport niet onder hem berustte.
De rechtbank heeft de burgemeester veroordeeld in de proceskosten van eiser tot een bedrag van € 245,- en heeft het griffierecht van € 165,- aan eiser te vergoeden. De uitspraak is openbaar gedaan door mr. D. Hardonk-Prins, rechter, in aanwezigheid van mr. A. Landstra, griffier. Tegen deze uitspraak kan binnen zes weken hoger beroep worden ingesteld bij de Afdeling bestuursrechtspraak van de Raad van State.