Uitspraak
RECHTBANK OVERIJSSEL
1.Het procesverloop
- de dagvaarding met producties
- de conclusie van antwoord in conventie tevens conclusie van eis in reconventie met producties
- de conclusie van repliek in conventie tevens conclusie van antwoord in reconventie met een productie
- de conclusie van dupliek in conventie tevens conclusie van repliek in reconventie
- de conclusie van dupliek in reconventie
2.De feiten
Ten Cate Enbi International.
3.De vordering in conventie en het verweer in reconventie
4.Het verweer in conventie en de vordering in reconventie
(productie 2 bij conclusie van antwoord). Ten Cate verwijst tevens naar de overgelegde correspondentie. De rechtbank heeft de correspondentie opgenomen onder overweging 2.8.
5.De beoordeling van het geschil en de motivering van de beslissing.
13 februari 2014. [X] verwijst hiervoor naar artikel 3.4 van de door partijen getekende beëindigingsovereenkomst. Volgens Ten Cate is in de beëindigingsovereenkomst per abuis verwezen naar 2014 in plaats van naar 2013 en was dit uitdrukkelijk niet de bedoeling van partijen. Ten Cate verwijst hiervoor naar de overgelegde correspondentie en de verklaring van Bijkersma.
artikel 3.4, teruggekomen.
Ten Cate dit weigert in verband met vermeende belangenverstrengeling.
31 januari 2014 niet kunnen uitoefenen. Zoals hierboven reeds overwogen, heeft Ten Cate ten onrechte geen gevolg gegeven aan hetgeen partijen in artikel 4.3 van de vaststellingsovereenkomst zijn overeengekomen. De rechtbank is dan ook van oordeel dat voor de berekening van de schade uitgegaan dient te worden van de slotkoers op 31 januari 2014 te weten € 23,72.