Uitspraak
RECHTBANK OVERIJSSEL
uitspraak van de meervoudige kamer in de zaak tussen
Procesverloop
Overwegingen
.
Beslissing
- verklaart het beroep ongegrond;
- wijst het verzoek om schadevergoeding af
Rechtbank Overijssel
In deze zaak heeft de Rechtbank Overijssel op 10 maart 2015 uitspraak gedaan in een geschil tussen het college van burgemeester en wethouders van Almelo (eiser) en de staatssecretaris van Sociale Zaken en Werkgelegenheid (verweerder). De zaak betreft de terugvordering van een uitkering van € 1.388.099,-- op basis van de Wet sociale werkvoorziening (Wsw). Verweerder heeft deze terugvordering ingesteld omdat het aantal gerealiseerde arbeidsplaatsen in het kader van de Wsw over het jaar 2011, uitgedrukt in arbeidsjaren, lager was dan het aantal dat was opgegeven bij de aanvraag van de uitkering. Eiser heeft tegen de terugvordering bezwaar gemaakt, maar dit bezwaar is door verweerder ongegrond verklaard.
De rechtbank heeft het beroep van eiser ongegrond verklaard. Eiser stelde dat er een fout was gemaakt in de verantwoordingsinformatie, maar de rechtbank oordeelde dat eiser verantwoordelijk is voor de juistheid van de ingediende gegevens. De rechtbank overwoog dat de wet geen ruimte biedt voor beleidsvrijheid bij de terugvordering en dat de verantwoordingsinformatie aantoonde dat er sprake was van onderrealisatie. Eiser had niet tijdig melding gemaakt van de fout en de rechtbank oordeelde dat er geen sprake was van overmacht.
De rechtbank concludeerde dat de terugvordering rechtmatig was en dat er geen aanleiding was voor een proceskostenveroordeling of schadevergoeding. De uitspraak benadrukt de verantwoordelijkheid van gemeenten in het kader van de Wsw en de noodzaak om verantwoording af te leggen volgens de geldende wet- en regelgeving. De rechtbank bevestigde dat de terugvordering geen strafsanctie is, maar een noodzakelijke maatregel op basis van de wet.