Op 6 maart 2015 heeft de Rechtbank Overijssel uitspraak gedaan in een strafzaak tegen een verdachte die betrokken was bij een verkeersruzie op 9 juli 2014 in Losser. De verdachte werd beschuldigd van poging tot doodslag, poging tot zware mishandeling en mishandeling van een persoon, aangeduid als [slachtoffer]. Tijdens de openbare terechtzitting op 20 februari 2015 heeft de officier van justitie, mr. W.A.L. Pustjens, een gevangenisstraf van 12 maanden geëist, waarvan 4 maanden voorwaardelijk. De rechtbank heeft vastgesteld dat de dagvaarding geldig was en dat zij bevoegd was om de zaak te behandelen.
De rechtbank heeft de feiten vastgesteld en geconcludeerd dat er een verkeersconflict was tussen de verdachte en [slachtoffer], waarbij beide partijen geweld hebben gepleegd. De verdachte heeft [slachtoffer] met een spanningzoeker gestoken, wat leidde tot verwondingen. De rechtbank oordeelde dat er onvoldoende bewijs was voor de poging tot doodslag of zware mishandeling, maar dat de verdachte wel schuldig was aan mishandeling.
De verdediging voerde aan dat de verdachte handelde uit noodweer, omdat hij werd aangevallen door [slachtoffer]. De rechtbank oordeelde dat de verdachte in een situatie verkeerde waarin hij zich moest verdedigen en dat het gebruik van de spanningzoeker in deze context proportioneel was. Daarom werd de verdachte ontslagen van alle rechtsvervolging. De benadeelde partij, [slachtoffer], werd niet-ontvankelijk verklaard in zijn vordering tot schadevergoeding, omdat er geen straf of maatregel werd opgelegd aan de verdachte.