5.4De conclusie
De rechtbank acht niet bewezen wat aan de verdachte onder feit 1 primair is tenlastegelegd, zodat zij hem daarvan zal vrijspreken.
De rechtbank is door de inhoud van de wettige bewijsmiddelen tot de overtuiging gekomen, dat de verdachte het feit 1 subsidiair en feit 2 tenlastegelegde heeft begaan, met dien verstande dat:
hij op 17 maart 2014 in de gemeente Deventer, tezamen en in vereniging met anderen, opzettelijk [slachtoffer] wederrechtelijk van de vrijheid heeft beroofd en beroofd gehouden,
immers hebben hij verdachte en/of een of meer van zijn mededaders
met dat opzet
- die [slachtoffer] aangesproken en deze bij diens kleding vastgepakt en
die [slachtoffer] meegetrokken in de richting van een auto en
- gezegd "Zet hem een pistool op de kop"
en
- die [slachtoffer] (aldus) gedwongen mee te lopen naar een auto en
plaats te nemen in een auto en
- die [slachtoffer] (met kracht) in die auto geduwd en geslagen en
- die [slachtoffer] een mes getoond en
- die [slachtoffer] vervoerd;
hij op 17 maart 2014 in de gemeente Deventer een wapen van categorie III, te weten een revolver
(Smith & Wesson, model 496-1, kaliber .38 spl.) en
munitie van categorie III, te weten
(voor dit wapen geschikte) kogelpatronen (Aguila, .38
Special) voorhanden heeft gehad.
De rechtbank heeft de eventueel in de tenlastelegging voorkomende schrijffouten verbeterd in de bewezenverklaring. Verdachte wordt hierdoor niet in zijn verdediging geschaad.
De rechtbank acht niet bewezen wat aan de verdachte onder 1 subsidiair en 2 meer of anders is tenlastegelegd, zodat zij hem daarvan zal vrijspreken.