Op 26 februari 2015 heeft de Rechtbank Overijssel uitspraak gedaan in de zaak tegen vier mannen uit Weesp, die op 17 maart 2014 in Deventer een man onder dwang van (vuur)wapens hadden meegenomen en gegijzeld. De rechtbank oordeelde dat de verdachten, in plaats van de juiste juridische weg te volgen, zelf het recht in eigen handen namen. De rechtbank heeft de mannen veroordeeld tot celstraffen variërend van 12 tot 24 maanden. Daarnaast zijn zij verplicht om een schadevergoeding van 1200 euro te betalen aan het slachtoffer. De rechtbank heeft vastgesteld dat de dagvaarding geldig was en dat de officier van justitie ontvankelijk was in de vervolging. De rechtbank heeft het primair tenlastegelegde niet bewezen verklaard, maar het subsidiair tenlastegelegde, namelijk het medeplegen van opzettelijke vrijheidsberoving, wel. De rechtbank heeft de verklaringen van het slachtoffer en getuigen als consistent en betrouwbaar beoordeeld, wat leidde tot de overtuiging dat de verdachten het tenlastegelegde feit hebben begaan. De rechtbank heeft bij de strafoplegging rekening gehouden met de ernst van het delict en de gevolgen voor het slachtoffer, en heeft een onvoorwaardelijke gevangenisstraf opgelegd, met een voorwaardelijk deel om recidive te voorkomen.