ECLI:NL:RBOVE:2014:91
Rechtbank Overijssel
- Eerste aanleg - enkelvoudig
- J.A.O.M. van Aerde
- Rechtspraak.nl
Schending van de verplichting tot elektronische verzending van de aanvaardingsverklaring bij energielevering
In deze zaak vorderde de besloten vennootschap De Nederlandse Energiemaatschappij B.V. (NLE) betaling van een eindafrekening voor geleverde energie door de gedaagde partij. De gedaagde betwistte de vordering en stelde dat zij nooit een contract met NLE had gesloten. De kantonrechter diende te beoordelen of de gedaagde daadwerkelijk de contractspartner van NLE was. NLE stelde dat er op 31 december 2011 een contract was gesloten, maar de gedaagde betwistte dit en gaf aan dat haar naam en rekeningnummer mogelijk door haar voormalige partner waren gebruikt om de overeenkomst aan te gaan. De kantonrechter oordeelde dat NLE niet voldoende bewijs had geleverd dat de gedaagde de contractspartner was. De rechter wees erop dat de wetgever in artikel 6:227c BW een procedurele waarborg heeft ingebouwd die vereist dat de ontvangst van de aanvaardingsverklaring elektronisch moet worden bevestigd. NLE had ervoor gekozen om deze bevestiging per post te verzenden, wat het risico met zich meebracht dat de gedaagde deze niet ontving. De kantonrechter concludeerde dat NLE de gevolgen van deze keuze droeg en dat de vordering van NLE niet kon slagen. De rechter wees de vordering af en veroordeelde NLE in de kosten van de procedure.