Uitspraak
Rechtbank Overijssel
1.Het onderzoek op de terechtzitting
2.De tenlastelegging
subsidiairsamen met anderen of een ander, dan wel alleen, zich schuldig heeft gemaakt aan het witwassen van geld.
3.De vordering van de officier van justitie
4.De voorvragen
5.De beoordeling van het bewijs
6.De strafbaarheid van het bewezenverklaarde
7.De strafbaarheid van de verdachte
8.De op te leggen straf of maatregel
9.De toegepaste wettelijke voorschriften
10.De beslissing
- verklaart niet bewezen dat verdachte het sub 1 eerste, vierde en vijfde gedachtestreepje, sub 2, sub 3 eerste, derde, vijfde, zesde en achtste gedachtestreepje en sub 4 primair en subsidiair tenlastegelegde heeft begaan en spreekt hem daarvan vrij;
- verklaart bewezen, dat verdachte het sub 1 tweede en derde gedachtestreepje, sub 3 tweede, vierde en zevende gedachtestreepje tenlastegelegde heeft begaan, zoals hierboven omschreven;
- verklaart niet bewezen wat aan verdachte sub 1 tweede en derde gedachtestreepje, sub 3 tweede, vierde en zevende gedachtestreepje meer of anders is tenlastegelegd en spreekt hem daarvan vrij;
- verklaart het bewezenverklaarde strafbaar;
- verklaart dat het bewezenverklaarde de volgende strafbare feiten oplevert:
- feit 3 tweede, vierde en zevende gedachtestreepjehet misdrijf: in de uitoefening van een beroep of bedrijf medeplegen van opzettelijk handelen in strijd met het in artikel 3 onder B van de Opiumwet gegeven verbod, meermalen gepleegd;
- verklaart verdachte strafbaar voor het onder sub 1 tweede en derde gedachtestreepje, sub 3 tweede, vierde en zevende gedachtestreepje bewezenverklaarde;
gevangenisstraf van 2 (twee) jaren.