ECLI:NL:RBOVE:2014:826

Rechtbank Overijssel

Datum uitspraak
12 februari 2014
Publicatiedatum
20 februari 2014
Zaaknummer
C/08/150941 / KG ZA 14-26
Instantie
Rechtbank Overijssel
Type
Uitspraak
Rechtsgebied
Civiel recht; Verbintenissenrecht
Procedures
  • Kort geding
Rechters
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Vonnis in kort geding tussen Aloysius Stichting Onderwijs Jeugdzorg en Switch IT Solutions B.V. over ICT-beheer en contractuele verplichtingen

In deze zaak, die voor de Rechtbank Overijssel is behandeld, vorderde de Aloysius Stichting Onderwijs Jeugdzorg (hierna: Aloysius) in kort geding een gebod aan Switch IT Solutions B.V. (hierna: Switch) om de bestaande dienstverlening met betrekking tot het beheer van de ICT-omgeving voort te zetten tot 1 augustus 2014. Aloysius had in 2008 een overeenkomst gesloten met Switch voor het beheer van haar ICT-omgeving, maar er was een geschil ontstaan over de voortzetting van deze dienstverlening en de opzegging van contracten door Aloysius. Aloysius had in 2013 aan Switch laten weten dat zij het beheer per 1 augustus 2014 wilde beëindigen, maar tegelijkertijd de dienstverlening tot die datum wilde voortzetten. Switch had echter een claim ingediend van ruim € 1,5 miljoen voor de kosten van beëindiging van het beheer.

De voorzieningenrechter heeft in zijn beoordeling vastgesteld dat Aloysius niet voldoende concrete feiten en omstandigheden heeft gesteld die haar vordering aannemelijk maken. De rechter oordeelde dat Aloysius zelf een probleemsituatie had gecreëerd door contracten op te zeggen en dat er geen spoedeisend belang was bij toewijzing van de vordering. De vordering van Aloysius werd afgewezen, en de rechter wees Aloysius aan als de in het ongelijk gestelde partij, waardoor zij in de proceskosten werd veroordeeld. De voorzieningenrechter heeft Switch wel opgedragen om mee te werken aan de migratie van de ICT-omgeving, maar zonder dat er een dwangsom werd opgelegd.

Dit vonnis is gewezen op 12 februari 2014 door mr. A.E. Zweers en is openbaar uitgesproken in aanwezigheid van de griffier. De uitspraak benadrukt de noodzaak voor partijen om contractuele verplichtingen na te komen en de rol van de rechter bij het beoordelen van onvoorziene omstandigheden in contracten.

Uitspraak

vonnis

RECHTBANK OVERIJSSEL

Team kanton en handelsrecht
Zittingsplaats Almelo
zaaknummer / rolnummer: C/08/150941 / KG ZA 14-26
Vonnis in kort geding van 12 februari 2013(lm)
in de zaak van
de stichting
ALOYSIUS STICHTING ONDERWIJS JEUGDZORG,
gevestigd te Voorhout,
eiseres,
advocaat mr. G. Gort te Leiden,
tegen
de besloten vennootschap met beperkte aansprakelijkheid
SWITCH IT SOLUTIONS B.V.,
gevestigd te Oldenzaal,
gedaagde,
advocaat mr. S. Vandermeulen te Doetinchem.
Partijen zullen hierna Aloysius en Switch genoemd worden.

1.De procedure

1.1.
Het verloop van de procedure blijkt uit:
  • de dagvaarding
  • de conclusie van antwoord
  • de mondelinge behandeling
  • de pleitnota van Aloysius
  • de pleitnota van Switch.
1.2.
Ten slotte is vonnis gevraagd. Het vonnis is bepaald op 13 februari 2014, maar wordt vandaag gewezen.

2.De feiten

2.1.
Aloysius verzorgt over diverse scholen en instellingen in Nederland onderwijs en begeleiding aan leerlingen met ernstige gedrags- en/of psychiatrische problemen in de leeftijd van 4 tot 27 jaar.
2.2.
Switch is ICT-leverancier.
2.3.
In 2008 zijn partijen overeengekomen dat Switch het beheer van de volledige
ICT-omgeving van Aloysius op zich zou nemen, een en ander zoals vastgelegd in de mantelovereenkomst van 29 januari 2009 en de 145 daaruit voortvloeiende contracten.
2.4.
In de mantelovereenkomst is onder meer bepaald:

Looptijd
1. Deze overeenkomst loopt minimaal tot de einddatum van het nog langst lopende serienummer.
2. Opzegging van een contract door cliënt dient schriftelijk en aangetekend te gebeuren
3 maanden voor de einddatum van het contract.
3. Zonder opzegging van een contract wordt deze stilzwijgend met een jaar verlengd.”.
2.4.
Het bestuur van Aloysius heeft in 2011/2012 koersproject ‘ICT en Onderwijs’ ingezet. Dit heeft geresulteerd in het ICT beleidsplan van 25 april 2012, ondertekend door Aloysius, Switch en QLICT. Het beleidsplan kent drie onderdelen:
1) het opleiden van alle medewerkers van Aloysius in het gebruik van ICT in de klas;
2) het faciliteren van alle scholen in het gebruik van ICT in de klas door middel van het draadloos internet en de nieuwe lokale server;
3) het bouwen van een nieuwe centrale omgeving en toegangsportaal.
In het beleidsplan is een (tijds)planning opgenomen voor alle drie onderdelen.
2.5.
Er is een geschil tussen partijen ontstaan over het verloop van de planning, de continuering van de dienstverlening en de medewerking van Switch aan de migratie.
2.6.
In een bespreking in september 2013 heeft Aloysius aan Switch kenbaar gemaakt dat:
1) zij het beheer van de bestaande ICT-omgeving per 1 augustus 2014 wenst te beëindigen;
2) dat het ICT Beleidsplan 2012 volledig door Aloysius zal worden nagekomen en
3) dat het opschalen en inrichten van de nieuwe ICT-omgeving, migratie van de oude naar de nieuwe omgeving en het beheer van de nieuwe omgeving zullen worden aanbesteed.
2.7.
Bij brief van 5 november 2013 claimde Switch een bedrag van ruim € 1,5 miljoen van Aloysius, zijnde - kort gezegd - de kosten die gemoeid zijn met de beëindiging van het beheer (de kapitalisatiewaarde van de resterende looptijd van de contracten).
2.8.
Er heeft overleg tussen partijen (en hun advocaten) plaatsgevonden over het tussen hen ontstane geschil, hetgeen niet tot een voor beide partijen acceptabel resultaat heeft geleid. Aloysius heeft inmiddels een aantal contracten opgezegd en is uiteindelijk onderhavig kort geding gestart.

3.Het geschil

3.1.
Aloysius vordert  samengevat - een gebod aan Switch de bestaande dienstverlening ter zake het beheer van de huidige ICT-omgeving van Aloysius, voor zover deze vóór 1 augustus 2014 eindigt of zal eindigen, voort te zetten tegen dezelfde financiële en overige voorwaarden en wel tot 1 augustus 2014. Daarnaast vordert zij een gebod aan Switch binnen redelijke termijnen mee te werken aan migratie. Alles op straffe van een dwangsom, met veroordeling van Aloysius in de kosten van deze procedure, inclusief de nakosten, beide te vermeerderen met wettelijke rente.
3.2.
Switch voert verweer.
3.3.
Op de stellingen van partijen wordt hierna, voor zover van belang, nader ingegaan.

4.De beoordeling

4.1.
Switch heeft zich allereerst op het standpunt gesteld dat de dagvaarding nietig is, nu Aloysius heeft nagelaten in het hoofd van de dagvaarding te vermelden dat er sprake is van een verkorte dagvaardingstermijn.
4.2.
Ter zitting heeft de voorzieningenrechter dit beroep van Switch verworpen.
Indien en voor zover al zou moeten worden geoordeeld dat sprake is van een aan de dagvaarding klevend gebrek, geldt dat Switch in het geding is verschenen en het beweerdelijke gebrek Switch niet onredelijk in haar belangen heeft geschaad. Uit de stellingen en de stukken blijkt dat aan de gestelde voorwaarde dat de dagvaarding uiterlijk op 27 januari 2014 te 16.00 uur aan Switch moest worden betekend, is voldaan. Bovendien maakt de dagvaarding melding van een door de voorzieningenrechter verleende last (“
krachtens bevel van de edelachtbare voorzieningenrechter te Almelo”).
4.3.
De voorzieningenrechter stelt voorop dat partijen niet (langer) twisten over het door Aloysius onder 2. gevorderde. Switch heeft toegezegd haar medewerking te zullen verlenen aan de migratie, een en ander zoals door Aloysius gevorderd. Hoewel Switch zich op het standpunt stelt dat partijen over dit punt voorafgaand aan het kort geding al overeenstemming hadden bereikt, zal de voorzieningenrechter, gelet op de betwisting van dat laatste door Aloysius, dit onderdeel van de vordering toewijzen.
4.4.
De vraag die partijen nog verdeeld houdt, is of - zoals Aloysius stelt en Switch betwist - Switch in het geval van opzegging van een deel van de contracten door Aloysius, gehouden is tot het voortzetten van de dienstverlening op basis van die contractvoorwaarden tot 1 augustus 2014.
4.5.
In dit kort geding kan ervan worden uitgegaan dat partijen in 2009 een mantelovereenkomst met elkaar hebben gesloten met daarop volgend ongeveer
145 contracten met verschillende startdata en verschillende looptijden. In die mantelovereenkomst en contracten hebben partijen afspraken gemaakt over het beheer van de ICT-omgeving bij Aloysius. Tussen partijen is een geschil ontstaan over de continuering van (een deel van) die contracten. Aloysius heeft het vertrouwen in Switch verloren en wil (een deel van) die contracten beëindigen, maar ziet zich geplaatst voor het probleem dat de onderling samenhangende contracten niet in één keer kunnen worden opgezegd. Bij deelopzeggingen zullen een aantal opgezegde of nog op te zeggen contracten eindigen per
1 mei 2014, terwijl Aloysius vanwege de start van het nieuwe schooljaar tot 1 augustus 2014 de dienstverlening onder de voorwaarden van die opgezegde contracten wil afnemen van Switch. Indien Aloysius die contracten niet opzegt, duren deze weer een jaar langer voort, echter zonder dat Aloysius voor de periode gelegen na 1 augustus 2014 gebruik wil maken van de dienstverlening van Switch. Aloysius wenst dan ook de contracten, die zij in haar visie vóór 1 augustus 2014 kan beëindigen, te beëindigen en aansluitend tot 1 augustus 2014 te continueren tegen de gebruikelijke betaling. Zij meent dat Switch daartoe in de gegeven omstandigheden gehouden is op grond van onvoorziene omstandigheden, dan wel op grond van de redelijkheid en billijkheid. Switch verzet zich tegen de vordering van Aloysius.
De verschillende looptijden van de contracten zijn ondergeschikt aan het hogere uitgangspunt van partijen om tot 2016 met elkaar als partners op te trekken. Aloysius heeft zelf het probleem gecreëerd door contracten op te (willen) zeggen en tegelijkertijd de dienstverlening te willen blijven afnemen. Instemmen met een verlenging tot 1 augustus 2014 voor de contracten die - in de visie van Aloysius - voor die datum eindigen, zou uiteindelijk haar rechtspositie ondermijnen. Switch heeft een (financieel) belang bij continuering van de contracten en heeft er geen rekening mee gehouden dat Aloysius de gehele contractuele relatie eenzijdig zou (willen) beëindigen, aldus Switch.
4.6.
Uitgangspunt in het contractenrecht is dat overeenkomsten moeten worden nagekomen. Artikel 6:258 BW maakt het mogelijk dat de rechter op grond van onvoorziene omstandigheden ingrijpt in de rechtsgevolgen van een overeenkomst, onder meer door die rechtsgevolgen te wijzigen. De artikelen 6:2 en 6:248 BW maken het mogelijk de rechtsgevolgen van een overeenkomst te verruimen dan wel te beperken, indien en voor zover de rechtsgevolgen van de overeenkomst naar maatstaven van redelijkheid en billijkheid onaanvaardbaar zijn. Alle drie de bepalingen worden terughoudend toegepast door de rechter. Voorop staat immers de partijautonomie en de contractvrijheid van partijen.
4.7.
Voor toepassing van artikel 6:258 BW is vereist dat de onvoorziene omstandigheden van dien aard zijn dat de wederpartij naar maatstaven van redelijkheid en billijkheid ongewijzigde instandhouding van de overeenkomst niet mag verwachten. Of van dergelijke omstandigheden sprake is, moet door uitleg van de overeenkomst worden vastgesteld. Daarbij komt het aan op de zin die partijen in de gegeven omstandigheden over en weer redelijkerwijs mochten toekennen aan hun gedragingen en verklaringen (waaronder de bewoordingen van de overeenkomst) en hetgeen zij te dien aanzien redelijkerwijs van elkaar mochten verwachten. Voor toepassing van de artikel 6:2 en 6:248 BW is eveneens de hiervoor geformuleerde uitleg van de overeenkomst(en) vereist.
4.8.
De voorzieningenrechter kan in deze procedure - gelet op de uiteenlopende stellingen van partijen - niet treden in een beoordeling van de vraag wat partijen exact zijn overeengekomen. Blijkens de stellingen van partijen en de inhoud van de producties waar partijen naar verwijzen, stellen zij zich ieder op een ander standpunt voor wat betreft de mogelijkheden van opzegging van de contracten en de verwachtingen bij het aangaan van de overeenkomst(en). Voor het antwoord op de vraag wat partijen exact zijn overeengekomen, is nadere instructie vereist en daarvoor is in dit kort geding geen plaats.
4.9.
Nu derhalve in deze procedure niet kan worden vastgesteld wat partijen onderling exact zijn overeengekomen, kan evenmin worden vastgesteld of er sprake is van onvoorziene omstandigheden in de zin van artikel 6:258 BW, dan wel of ingevolge artikel 6:2 en 6:248 BW de rechtsgevolgen van de overeenkomst(en) naar maatstaven van redelijkheid en billijkheid onaanvaardbaar zijn. De vraag of Switch bij opzegging van een deel van de contracten, gehouden is tot voortzetting van de door Aloysius opgezegde contracten kan derhalve - bij deze stand van zaken - in de onderhavige procedure niet worden beantwoord.
4.10.
Het is, tot slot, aan Aloysius, als eisende partij in dit kort geding, om voldoende concrete feiten en omstandigheden te stellen die haar vordering voldoende aannemelijk maken, waarmee zij de stellingen van Switch die een deugdelijke betwisting opleveren, weerlegt. Daarin is Aloysius met haar stellingen niet geslaagd. Aloysius heeft door de contracten op te zeggen, zelf een probleemsituatie gecreëerd. Van enig spoedeisend belang bij toewijzing van de vordering kan daarom evenmin sprake zijn. Dat het niet ineens kunnen opzeggen van contracten voor Aloysius een onwenselijke situatie op kan leveren, maakt het voorgaande niet anders.
4.11.
De vordering zoals door Aloysius geformuleerd onder 1. van haar dagvaarding dient gelet op het voorgaande te worden afgewezen.
4.12.
De voorzieningenrechter ziet gelet op het hij heeft overwogen in 4.3. geen aanleiding om een dwangsom op te leggen,
4.13.
Aloysius dient als de overwegend in het ongelijk gestelde partij in de proceskosten worden veroordeeld. De kosten aan de zijde van Switch worden begroot op:
- griffierecht €  608,00
- salaris
816,00
Totaal €  1.424,00.

5.De beslissing

De voorzieningenrechter
5.1.
gebiedt Switch op eerste verzoek van Aloysius of een door haar ingeschakelde derde, binnen redelijke termijnen deugdelijk mee te werken aan migratie, waaronder begrepen (maar niet beperkt tot) het vrijgeven van alle wachtwoorden, het aanleveren van verzochte informatie en het uitvoeren van verzochte handelingen, een en ander tegen betaling voor deze werkzaamheden tegen de gebruikelijke tarieven,
5.2.
veroordeelt Aloysius in de kosten van deze procedure, tot op heden aan de zijde van Switch begroot op € 1.424 ,=,
5.3.
verklaart dit vonnis tot zover uitvoerbaar bij voorraad,
5.4.
wijst af het meer of anders gevorderde.
Dit vonnis is gewezen door mr. A.E. Zweers en in het openbaar uitgesproken op
12 februari 2014 in tegenwoordigheid van de griffier. [1]

Voetnoten

1.type: