ECLI:NL:RBOVE:2014:804
Rechtbank Overijssel
- Wraking
- Rechtspraak.nl
Wraking van kantonrechter mr. F. Koster door verzoeker
In deze zaak heeft verzoeker op 4 februari 2014 een wrakingsverzoek ingediend tegen kantonrechter mr. F. Koster, die belast was met de behandeling van verschillende zaken. Het wrakingsverzoek werd op 4 februari 2014 in het openbaar behandeld, waarbij verzoeker aanwezig was, maar mr. Koster niet. Verzoeker heeft zijn verzoek gegrond op de stelling dat mr. Koster blijk geeft van vooringenomenheid, omdat hij de rechten die voortvloeien uit een document genaamd 'Kennis - Verklaring van Begrip en Intentie' niet erkent. Tijdens de zitting heeft de kantonrechter verzoeker voorgehouden dat hij een aantal dossiers had en dat de officier van justitie had gevorderd om verzoeker te gijzelen. Na de einduitspraak van de kantonrechter, die de vorderingen toewijsde, heeft verzoeker geuit: 'Dan wraak ik u'. De rechtbank heeft in haar beoordeling vastgesteld dat de wet niet voorziet in de mogelijkheid om wraking te verzoeken van een rechter die al een einduitspraak heeft gedaan. Aangezien mr. Koster reeds een einduitspraak had gedaan voordat het wrakingsverzoek werd ingediend, heeft de rechtbank verzoeker niet-ontvankelijk verklaard in zijn verzoek tot wraking. De beslissing is openbaar uitgesproken op 14 februari 2014 door de rechters C.H. de Haan, G.H. Meijer en H.R. Schimmel, in aanwezigheid van griffier mr. G.W.G. Wijnands.