Uitspraak
RECHTBANK OVERIJSSEL
VONNIS IN DE STRAFZAAK VAN:
[verdachte],
wonende te [adres 1], [woonplaats],
ONDERZOEK TER TERECHTZITTING
TENLASTELEGGING
VOORVRAGEN
BEWIJSOVERWEGINGEN
Inleiding
[slachtoffer 2] die verklaarde dat hij en zijn moeder in hun woning aan de [adres 2] te Deventer waren overvallen. Er was op de deur gebonkt en er werd geschreeuwd: “Politie doe de deur open”. [slachtoffer 2] had vervolgens de deur opengedaan en was hierna binnen door twee donker geklede mannen met capuchons op in elkaar geslagen. Zowel aangever [slachtoffer 2] als zijn moeder zijn hierbij gewond geraakt en in de woning werd op diverse plaatsen bloed aangetroffen.
[medeverdachte] te zijn.
Het standpunt van het openbaar ministerie
Het standpunt van de verdediging
Het oordeel van de rechtbank
BEWEZENVERKLARING
STRAFBAARHEID VAN HET FEIT
STRAFBAARHEID van de VERDACHTE
Het standpunt van het openbaar ministerie
Het standpunt van de verdediging
Het oordeel van de rechtbank
Vorderingen benadeelde partijen
[slachtoffer 2] als gevolg van het hiervoor bewezen verklaarde feit rechtstreeks schade heeft geleden. Deze vordering is met de door de benadeelde partij overgelegde stukken onderbouwd en niet weersproken. De hoogte van de schade is genoegzaam komen vast te staan tot een bedrag van € 2.315,-- vermeerderd met de wettelijke rente over dit bedrag vanaf de dag dat het bewezen verklaarde feit is gepleegd tot de dag van algehele voldoening. De vordering zal dan ook tot dat bedrag worden toegewezen.
Beslissing
5 jaren en zes maanden.
Schadevergoeding
13 oktober 2013 tot de dag van algehele voldoening
[slachtoffer 1], adres bekend bij het openbaar ministerie, van een bedrag van
€ 2.110,70,-- (zegge: tweeduizend honderd en tien euro en zeventig eurocent) vermeerderd met de wettelijke rente over dit bedrag vanaf 13 oktober 2013 tot de dag van algehele voldoening