Uitspraak
RECHTBANK OVERIJSSEL
VONNIS IN DE STRAFZAAK VAN:
[verdachte],
wonende te [woonplaats].
ONDERZOEK TER TERECHTZITTING
TENLASTELEGGING
VOORVRAGEN
Het standpunt van het openbaar ministerie
Het standpunt van de verdediging
Het oordeel van de rechtbank
A: Ja. Toen wel, ik had ook al een smsje van hem ontvangen dat hij de kinderbijslag die zijn moeder ontvangt, wilde hebben. Ik begreep dat hij dit moest zijn. [2] (..)
Wel 1,5 a 2 meter.
Ja, hij heeft gezegd ik kom met een auto naar Ommen. Ik maak je kapot. [7] (..)
A: ja, die heeft hij steeds vastgehouden. (..) Het was een donkere staaf. Hij stak toen hij hem overdwars vast had wel een centimeter of 30 uit aan beide zijden. Ik zag geen metaal en het was niet zo’n dikke staaf. [10]
In de buurt van de meubelwinkel, op een grote zandhoop vond ik een plastic ding en ik dacht die neem ik mee. [13] (..)
Ik weet het niet, ik geloof 1 keer, maar het is allemaal zo vaag. Ik raakte hem, hij stond op voor mij en hij zei iets van vuile crimineel of kankerjongen of iets dergelijks. Hij was aan het schelden en toen 10 seconden later kwam mijn moeder naar buiten met de hond. [14] (..)
A: Het was wel iets van hard plastic, je kon het niet buigen. (..) Het was ongeveer 75 cm. Het was lichtgrijs van kleur. (..)
Ik wist eigenlijk niet wat ik deed, ik schrok er zelf van. [slachtoffer] stond op en liep naar de bijkeuken.(..)
BEWEZENVERKLARING
DE STRAFBAARHEID van het feit
DE STRAFBAARHEID VAN DE VERDACHTE
Het standpunt van het openbaar ministerie
Het standpunt van de verdediging
Het oordeel van de rechtbank
- een Pro Justitia rapport d.d. 16 november 2013, opgemaakt door GZ-psycholoog J. Husmann;
- een Pro Justitia rapport d.d. 31 oktober 2013, opgemaakt door drs. F.M.J. Bruggeman, psychiater;
- een rapport van de Raad voor de Kinderbescherming d.d. 29 januari 2014, opgemaakt door mevrouw M. Kippers, raadsonderzoeker.
Vordering tenuitvoerlegging voorwaardelijke veroordeling
Beslissing
tot jeugddetentievoor de duur van
180 dagen.
122 dagen,
nietworden tenuitvoergelegd, tenzij de rechter later anders mocht gelasten omdat de verdachte zich vóór het einde van een proeftijd van 2 jaren:
- de verdachte zich in het kader van de maatregel hulp en steun gedurende de proeftijd zal gedragen naar de voorschriften en aanwijzingen, te geven door Bureau Jeugdzorg Overijssel, afdeling jeugdreclassering, zulks zolang deze instelling dat gedurende de proeftijd nodig oordeelt, ook als dit inhoudt het meewerken aan behandeling door een GGZ-instelling - of een soortgelijke instelling - en
- verdachte meewerkt aan voortzetting van het traject ITB Harde Kern.
dadelijk uitvoerbaar zijn.
Ten aanzien van de vordering tenuitvoerlegging
100 uren, te voltooien binnen 6 maanden na het onherroepelijk worden van dit vonnis.