Uitspraak
RECHTBANK OVERIJSSEL
1.[gedaagde 1],
2.[gedaagde 2], in zijn hoedanigheid van voogd over de minderjarigen:
1.Het procesverloop
- de dagvaarding(en) van 10 februari 2014 met producties;
- de conclusie van antwoord met producties;
- de conclusie van repliek;
- de conclusie van dupliek.
2.De feiten
Ingeval de comparant sub 2(met wie wordt bedoeld [gedaagde 1])
vóór één januari tweeduizend negen overgaat tot overdracht van de grond en/of melkquotum- echter met uitzondering van de onder II vermelde onroerende zaak -, is hij verplicht van de waarde van het hiervoorbedoelde melkquotum de helftof van de verkoopprijs van dat melkquotum de helft enhet verschil tussen de verkoopprijs van de onder “KWIJTSCHELDING SUCCESSIERECHT sub b bedoelde onroerende zaken en de overnamewaarde van die onroerende zaken geheeluit te keren aan de comparanten sub 1, 3 en 4 of hun rechtsopvolgers onder algemene titel.
overdracht: de levering in eigendom, alsmede de uitgifte in erfpacht, opstal en vruchtgebruik, alsmede elke obligatoire overeenkomst, welke de strekking heeft een ander de economische eigendom te verschaffen van gemelde onroerende zaken of een gedeelte daarvan, een en ander met inachtneming van het hierna onder 2 bepaalde;
3.De standpunten van partijen
4.Het oordeel van de rechtbank
van de waarde van het hiervoorbedoelde melkquotum de helftof van de verkoopprijs van dat melkquotum de helft”, waaruit volgt dat ook andere vormen van overdracht zijn beoogd, anders dan alleen verkoop.