Op 4 november 2014 heeft de wrakingskamer van de Rechtbank Overijssel het verzoek tot wraking van kantonrechter mr. G. van Eerden afgewezen. De verzoeker, betrokken in een civiele procedure met de stichting Almelose woningstichting 'Beter Wonen', had mr. Van Eerden gewraakt op basis van vermeende vooringenomenheid en partijdigheid. De verzoeker stelde dat de kantonrechter zijn besluit om de woning van de verzoeker te bezichtigen enkel had genomen op basis van de stellingen van de woningstichting, zonder dat daar bewijs voor was geleverd. De verzoeker voelde zich overdonderd door dit besluit en beschuldigde de kantonrechter van machtsmisbruik en chantage.
De wrakingskamer heeft vastgesteld dat de verzoeker niet ter zitting was verschenen, maar dat de kamer voldoende informatie had om een beslissing te nemen. De wrakingskamer oordeelde dat de kantonrechter niet vooringenomen was, omdat hij de situatie ter plaatse wilde bekijken om een beter oordeel te vormen. De wrakingskamer benadrukte dat de vrees van de verzoeker voor vooringenomenheid niet objectief gerechtvaardigd was, aangezien de kantonrechter niet blindelings de stellingen van de woningstichting had gevolgd, maar zelf onderzoek wilde doen.
De wrakingskamer concludeerde dat er geen bewijs was voor de beschuldigingen van de verzoeker en dat de kantonrechter zijn bevoegdheid correct had uitgeoefend. Het verzoek tot wraking werd dan ook afgewezen, en de wrakingskamer benadrukte dat de kantonrechter de vrijheid heeft om beslissingen te nemen die hij noodzakelijk acht in het kader van de waarheidsvinding. De beslissing werd openbaar uitgesproken op dezelfde dag.