Uitspraak
Rechtbank Overijssel
1.Het onderzoek op de terechtzitting
2.De tenlastelegging
3.De voorvragen
4.De beoordeling van het bewijs
[medeverdachte 1] en [medeverdachte 2] en [medeverdachte 3] ontmoet. [medeverdachte 1] heeft hem vervolgens gevraagd of hij geld wilde verdienen, waarmee hij (uiteindelijk) heeft ingestemd. Vervolgens heeft [medeverdachte 1] geroepen: “het is nu of nooit”, waarna [medeverdachte 1] en de broers [medeverdachten 2 en 3] hun capuchon over hun hoofd hebben gedaan. Verdachte had op dat moment een Nike pet op zijn hoofd. Vervolgens zijn ze met z’n vieren in de richting van een groepje jongeren gelopen die zich verderop bij een schutting bevonden. Van deze groep hebben onder andere aangevers [slachtoffer 2] en
[slachtoffer 1] deel uitgemaakt. Verdachte en de andere drie medeverdachten zijn vervolgens in een halve cirkel rondom het groepje jongeren gaan staan. Verdachte droeg zijn pet op dat moment op zodanige wijze dat zijn gezicht niet zichtbaar was. Vervolgens hebben [medeverdachte 1] en [medeverdachte 3] tegen [slachtoffer 2] en [slachtoffer 1] geroepen dat ze hun telefoon moesten afgeven. [medeverdachte 1] heeft op dat moment een boksbeugel in zijn hand gehad en heeft gedreigd deze te gebruiken. Nadat [medeverdachte 3] aangever [slachtoffer 1] bij de keel heeft gepakt en tegen het hek heeft geduwd, hebben [slachtoffer 2] en [slachtoffer 1] hun telefoons aan respectievelijk [medeverdachte 1] en [medeverdachte 3] afgegeven. Verdachte heeft ten tijde van het gebeurde tegen de schutting aan gestaan zodat het groepje jongeren niet langs die kant kon weglopen. Verdachte is vervolgens samen met [medeverdachten 2 en 3] en [medeverdachte 1] weggerend.
5.De strafbaarheid van het bewezenverklaarde
6.De strafbaarheid van de verdachte
7.De op te leggen straf of maatregel
- de vordering van de benadeelde partij [slachtoffer 2] tot een bedrag van € 750,- wordt toegewezen en de benadeelde partij in zijn vordering voor het overige niet- ontvankelijk wordt verklaard, alsmede dat de schadevergoedingsmaatregel wordt opgelegd;
- de vordering van de benadeelde partij [slachtoffer 1] tot een bedrag van € 100,- wordt toegewezen en de benadeelde partij in zijn vordering voor het overige niet- ontvankelijk wordt verklaard, alsmede dat de schadevergoedingsmaatregel wordt opgelegd.
5 december 2014. De deskundigen hebben geconstateerd dat verdachte lijdt aan een ziekelijke stoornis van de geestvermogens in de vorm van ADHD van het gemengde type en afhankelijkheid van alcohol en cannabis. Hiernaast is er ook sprake van een gebrekkige ontwikkeling van de geestvermogens in de vorm van verstandelijke vaardigheden die als zwakbegaafd geclassificeerd kunnen worden. Aangezien verdachte nog jong is, is sprake van een vertraagde ontwikkeling en wordt (nog) niet van een persoonlijkheidsstoornis gesproken.
9.De schade van benadeelden
[slachtoffer 1] als gevolg van het hiervoor bewezen verklaarde feit rechtstreeks schade heeft geleden. De vordering is met de door de benadeelde partij overgelegde stukken onderbouwd en niet, althans onvoldoende, weersproken. De raadsman heeft aangevoerd dat de benadeelde partij zijn telefoon terug heeft gekregen. De rechtbank is echter van oordeel dat het in het huidig tijdgewricht niet onredelijk is te achten dat het slachtoffer zo spoedig mogelijk na diefstal een andere telefoon heeft aangeschaft. De rechtbank acht een bedrag van € 100,00 redelijk als tegemoetkoming in de gemaakte kosten. De hoogte van de schade is genoegzaam komen vast te staan tot een bedrag van € 100,00, vermeerderd met de wettelijke rente over dit bedrag vanaf de dag dat het bewezen verklaarde feit is gepleegd tot de dag van algehele voldoening. De vordering zal dan ook tot dat bedrag worden toegewezen. De verdachte zal ook worden veroordeeld in de kosten die de benadeelde partij heeft gemaakt en ten behoeve van de tenuitvoerlegging van deze uitspraak nog zal maken, tot op heden begroot op nihil.
[slachtoffer 2] als gevolg van het hiervoor onder 2 bewezen verklaarde feit rechtstreeks schade heeft geleden. De vordering is met de door de benadeelde partij overgelegde stukken onderbouwd en niet, althans onvoldoende, weersproken. De rechtbank acht een bedrag van
€ 650,00 aan immateriële schade een redelijk bedrag. De rechtbank wijst een bedrag van
€ 100,00 aan materiële schade toe. De raadsman heeft aangevoerd dat de benadeelde partij zijn telefoon terug heeft gekregen. De rechtbank is echter van oordeel dat het in het huidig tijdgewricht niet onredelijk is te achten dat het slachtoffer zo spoedig mogelijk na diefstal een andere telefoon heeft aangeschaft. De rechtbank acht een bedrag van € 100,00 redelijk als tegemoetkoming in de gemaakte kosten. De hoogte van de schade is aldus genoegzaam komen vast te staan tot een bedrag van € 750,00, vermeerderd met de wettelijke rente over dit bedrag vanaf de dag dat het bewezen verklaarde feit is gepleegd tot de dag van algehele voldoening. De vordering zal dan ook tot dat bedrag worden toegewezen. De verdachte zal ook worden veroordeeld in de kosten die de benadeelde partij heeft gemaakt en ten behoeve van de tenuitvoerlegging van deze uitspraak nog zal maken, tot op heden begroot op nihil.
10.De toegepaste wettelijke voorschriften
11.De beslissing
- verklaart bewezen, dat verdachte het alternatief tenlastegelegde heeft begaan, zoals hierboven omschreven;
- verklaart niet bewezen wat aan verdachte meer of anders is tenlastegelegd en spreekt hem daarvan vrij;
- verklaart het bewezenverklaarde strafbaar;
- verklaart dat het bewezenverklaarde het genoemde strafbare feit oplevert:
- verklaart verdachte strafbaar voor het bewezenverklaarde;
- veroordeelt verdachte tot een jeugddetentie van
- bepaalt dat het voorwaardelijke deel van de straf niet ten uitvoer wordt gelegd, tenzij de rechter tenuitvoerlegging gelast:
- verdachte zich gedurende de proeftijd moet gedragen naar de voorschriften en aanwijzingen die worden gegeven door of namens de Reclassering Nederland;
- dat verdachte zich gedurende de proeftijd moet gedragen naar de voorschriften en aanwijzingen die worden gegeven door of namens Reclassering Nederland, ook als dat inhoudt begeleiding of behandeling Dimence of Trajectum of soortgelijke instelling voor geestelijke gezondheidszorg in verband met zijn ADHD, alsmede indien dit inhoudt dat verdachte de begeleiding binnen WZCO voortzet;
- draagt de reclassering op om aan verdachte hulp en steun te verlenen bij de naleving van deze voorwaarden;
- veroordeelt verdachte tot een
- beveelt, voor het geval dat de veroordeelde de taakstraf niet naar behoren verricht, dat
- beveelt dat de tijd die de verdachte vóór de tenuitvoerlegging van deze uitspraak in verzekering heeft doorgebracht, bij de uitvoering van de taakstraf in mindering wordt gebracht, waarbij als maatstaf geldt dat voor de eerste 60 in verzekering of voorlopige hechtenis doorgebrachte dagen, twee uren en voor de resterende dagen één uur per dag aftrek plaatsvindt.
- veroordeelt de verdachte tot betaling aan de benadeelde partij [slachtoffer 1], gemachtigde [naam 1], wonende te [adres 1] van een bedrag van
- veroordeelt de verdachte daarnaast in de kosten van het geding door de benadeelde partij gemaakt, tot op heden begroot op nihil alsook in de kosten van betekening van dit vonnis, de in verband met de tenuitvoerlegging van dit vonnis nog te maken kosten en de kosten vallende op de invordering;
- legt de
- bepaalt dat als veroordeelde heeft voldaan aan zijn verplichting tot betaling aan de Staat der Nederlanden van bedoeld bedrag daarmee de verplichting van verdachte om aan de benadeelde partij het bedrag te betalen, komt te vervallen, en andersom, als verdachte aan de benadeelde partij het verschuldigde bedrag heeft betaald, dat daarmee de verplichting tot betaling aan de Staat der Nederlanden van dat bedrag komt te vervallen;
- veroordeelt de verdachte tot betaling aan de benadeelde partij [slachtoffer 2], gemachtigde[naam 2], wonende te [adres 2], van een bedrag van
- veroordeelt de verdachte daarnaast in de kosten van het geding door de benadeelde partij gemaakt, tot op heden begroot op nihil alsook in de kosten van betekening van dit vonnis, de in verband met de tenuitvoerlegging van dit vonnis nog te maken kosten en de kosten vallende op de invordering;
- legt de
- bepaalt dat als verdachte heeft voldaan aan zijn verplichting tot betaling aan de Staat der Nederlanden van bedoeld bedrag daarmee de verplichting van verdachte om aan de benadeelde partij het bedrag te betalen, komt te vervallen, en andersom, als verdachte aan de benadeelde partij het verschuldigde bedrag heeft betaald, dat daarmee de verplichting tot betaling aan de Staat der Nederlanden van dat bedrag komt te vervallen;
mr. M. van Bruggen, rechters, in tegenwoordigheid van mr. B.E. Martini, griffier, en is in het openbaar uitgesproken op 30 december 2014.
(…) V: Zondagavond 27 oktober 2013 ben jij ook betrokken geweest bij een straatroof maar dan in het Azaleapark. Vertel eens. (….) [bijnaam verdachte], [medeverdachte 3], [medeverdachte 2] en ik hebben van een paar jongens in het Azaleapark de telefoon afgepakt. (…) [medeverdachte 3] zei toen dat we ze van die telefoons zouden beroven. (Toen we het daar over hadden stonden [medeverdachte 2], [medeverdachte 3], [verdachte] en ik bij elkaar.) (…) We liepen toen die kant op. (…) Ik zag toen dat [medeverdachte 3] een van die jongens bij zijn keel pakte en hem tegen het hek aan duwde en dat hij zijn telefoon in leverde. Een van die jongens gaf zijn telefoon aan mij. Ik heb niets gezegd maar die jongen gaf de telefoon aan mij en ik heb hem toen aangenomen. Ik heb die telefoon later ook weer aan [medeverdachte 3] gegeven en die zou hem verkopen. (…) We deden ook niets met die wapens want het was meer zo van; telefoons inleveren, daarna gaven ze de telefoon en zijn wij weggerend. (…) Ik had dus een buitgemaakte telefoon bij mij, een Samsung. Die heb ik uiteindelijk niet aan [medeverdachte 3] gegeven, zoals ik eerder zei, maar die heb ik uiteindelijk aan de ouders van [naam 6] verkocht.
[medeverdachte 3] aangever [slachtoffer 1] bij de keel heeft gepakt en tegen het hek heeft geduwd, hebben [slachtoffer 2] en [slachtoffer 1] hun telefoons aan respectievelijk [medeverdachte 1] en [medeverdachte 3] afgegeven. Ik heb ten tijde van het gebeurde tegen de schutting aan gestaan zodat geen van de jongeren er langs kon. Ik ben vervolgens samen en gelijktijdig met [medeverdachte 3], [medeverdachte 2] en [medeverdachte 1] weggerend.