ECLI:NL:RBOVE:2014:6945

Rechtbank Overijssel

Datum uitspraak
22 december 2014
Publicatiedatum
29 december 2014
Zaaknummer
08.963630-13
Instantie
Rechtbank Overijssel
Type
Uitspraak
Rechtsgebied
Strafrecht
Procedures
  • Eerste aanleg - meervoudig
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Veroordeling voor mensensmokkel via schijnhuwelijk

In deze zaak heeft de Rechtbank Overijssel op 22 december 2014 uitspraak gedaan in een strafzaak tegen een vrouw uit Rotterdam, die zich schuldig heeft gemaakt aan mensensmokkel. De verdachte werd beschuldigd van het faciliteren van het verblijf van een Nigeriaanse man in Frankrijk door middel van een schijnhuwelijk. De rechtbank heeft vastgesteld dat de verdachte in de periode van 1 januari 2012 tot en met 31 december 2012, te Rotterdam en in Frankrijk, samen met anderen, de man heeft geholpen bij het verkrijgen van een legaal verblijf in Frankrijk. De officier van justitie had gevorderd om de verdachte vrij te spreken van het helpen bij toegang tot Frankrijk, maar te veroordelen voor het helpen bij verblijf in Frankrijk, waarvoor een werkstraf van 200 uur werd geëist.

Tijdens de zitting op 8 december 2014 heeft de rechtbank de vordering van de officier van justitie en de verdediging gehoord. De rechtbank oordeelde dat de dagvaarding geldig was en dat er geen redenen waren om de vervolging te schorsen. De rechtbank heeft de bewijsmiddelen beoordeeld en kwam tot de conclusie dat de verdachte uit winstbejag behulpzaam is geweest bij het verschaffen van verblijf aan de Nigeriaanse man, door onder andere een schijnhuwelijk aan te gaan. De rechtbank heeft de verdachte veroordeeld tot een taakstraf van 200 uur, met een vervangende hechtenis van 100 dagen indien de taakstraf niet naar behoren wordt uitgevoerd. De rechtbank heeft ook rekening gehouden met eerdere veroordelingen van de verdachte voor drugssmokkel, maar heeft haar openheid van zaken in haar voordeel meegewogen. De uitspraak is openbaar uitgesproken en de rechtbank heeft de beslissing gebaseerd op de relevante wetsartikelen.

Uitspraak

Rechtbank Overijssel

Afdeling Strafrecht
Zittingsplaats Zwolle
Parketnummer: 08.963630-13
Datum vonnis: 22 december 2014
Vonnis (promis) op tegenspraak van de rechtbank Overijssel, meervoudige kamer voor strafzaken, rechtdoende in de zaak van de officier van justitie tegen:
[verdachte],
geboren op [geboortedatum 1] 1978 te [geboorteplaats] (Dominicaanse Republiek),
wonende te [woonplaats].

1.Het onderzoek op de terechtzitting

Dit vonnis is gewezen naar aanleiding van het onderzoek op de openbare terechtzitting van 8 december 2014. De rechtbank heeft kennis genomen van de vordering van de officier van justitie mr. D. Stikkelbroeck en van hetgeen door de verdachte en diens raadsman mr. J.W.G.M. Kral, advocaat te Berlicum, naar voren is gebracht.

2.De tenlastelegging

De verdenking komt er, kort en feitelijk weergegeven, op neer dat verdachte een man uit Nigeria behulpzaam is geweest bij het zich verschaffen van toegang tot dan wel verblijf in Frankrijk door onder meer een schijnhuwelijk met hem aan te gaan.
Voluit luidt de tenlastelegging aan de verdachte, dat:
zij op een of meer tijdstippen in of omstreeks de periode van 1 januari 2012
tot en met 31 december 2012, te Rotterdam en/althans (elders) in Nederland en/of in Frankrijk, tezamen en in vereniging met een ander of anderen, althans alleen,
een ander, te weten een man genaamd of zich noemende [naam 1] (geboren op
[geboortedatum 2] 1970 te Nigeria), (telkens)
-behulpzaam is geweest bij het zich verschaffen van toegang tot en/of
-uit winstbejag behulpzaam is geweest bij het zich verschaffen van verblijf in
Frankrijk, in elk geval in een lidstaat van de Europese Unie of een staat die
is toegetreden tot het op 15 november 2000 te New York totstandgekomen
Protocol tegen de smokkel van migranten over land, over de zee en in de lucht,
tot aanvulling van het op 15 november 2000 te New York totstandgekomen Verdrag
tegen transnationale georganiseerde misdaad,
en/of hem daartoe gelegenheid, middelen of inlichtingen heeft verschaft,
terwijl verdachte en/of haar mededader(s) wist(en) of ernstige redenen
had(den) te vermoeden dat dat verblijf wederrechtelijk was,
immers heeft/hebben/is/zijn verdachte en/of haar mededader(s) (telkens):
-contact gehad en/of onderhouden met en/of instructies ontvangen van en/of
afspraken gemaakt met verdachtes mededader(s) en/of een of meer organisatoren
en/althans personen in Frankrijk en/of met/over een - onrechtmatig in
Frankrijk wonende/verblijvende - man genaamd of zich noemende [naam 1],
over de organisatie en het sluiten van een zogenaamd schijnhuwelijk tussen
die [naam 1] en verdachte (zijnde [verdachte]) en/of over het vervoer en/of
verblijf van voornoemd(e) perso(o)n(en) naar/in Frankrijk en/of
-een of meer uittreksel(s) uit de gemeentelijke basisadministratie van de
gemeente Rotterdam (op naam van verdachte) opgevraagd en/of laten opvragen
en/of afgehaald en/of aan verdachtes mededader(s) afgegeven en/of laten
(af)geven en/of haar paspoort afgegeven en/of laten afgeven aan verdachtes
mededader(s) en/of
-een of meer uittreksel(s) uit de gemeentelijke basisadministratie van de
gemeente Rotterdam (op naam van verdachte) vervalst en/of laten vervalsen
en/of
-met verdachtes mededader(s) en/of met een man genaamd of zich noemende [naam 1]
en/althans met een of meer organisatoren en/althans personen in
Frankrijk besproken/afgesproken dat zij (verdachte) in Frankrijk een
(schijn)huwelijk zou aangaan met een man genaamd of zich noemende [naam 1]
en/of daarvoor een bepaald geldbedrag zou ontvangen en/of
-(meermalen) al dan niet met verdachtes mededader(s) naar Parijs afgereisd
en/of in Parijs verbleven en/of naar de Nederlandse Ambassade in Parijs
gegaan en/of (aldaar) een (vals en/of vervalst) uittreksel uit de
gemeentelijke basisadministratie van de gemeente Rotterdam (op naam van
verdachte) afgegeven en/of overlegd en/of (vervolgens) een zogenaamde
'Attestation Consulaire' aangevraagd en/of laten aanvragen en/of afgehaald
en/of afgegeven aan verdachtes mededader(s) en/of een of meer documenten
ondertekend en/of
-een (huwelijks)dossier bij de gemeente Savigny sur Orge ingediend en/of
laten indienen en/of daarmee kenbaar gemaakt dat een man genaamd of zich
noemende [naam 1] en/of die [verdachte] voornemens waren met elkaar te
trouwen en/of
-die [naam 1] een geldbedrag (van 100,- Euro) laten betalen aan verdachtes
mededader(s) en/of
-(op 12 mei 2012) in de gemeente Savigny sur Orge een (schijn)huwelijk
aangegaan en/of laten sluiten tussen verdachte en een man genaamd of zich
noemende [naam 1] en/of
-(aldus) een of meer handeling(en) verricht teneinde een man genaamd of zich
noemende Linuw [naam 1] een legaal verblijf in Frankrijk te verschaffen en/of
de toegang tot en/of het verblijf in Frankrijk van die [naam 1] georganiseerd
en/of gefaciliteerd.

3.De vordering van de officier van justitie

De officier van justitie heeft gevorderd verdachte vrij te spreken van het behulpzaam zijn bij het verschaffen van toegang tot Frankrijk en te veroordelen ter zake het uit winstbejag behulpzaam zijn bij het verschaffen van verblijf in Frankrijk tot een werkstraf voor de duur van 200 uur subsidiair 100 dagen hechtenis.

4.De voorvragen

De rechtbank heeft vastgesteld dat de dagvaarding geldig is, dat zij bevoegd is tot kennisneming van deze zaak, dat de officier van justitie ontvankelijk is in de vervolging en dat er geen redenen zijn voor schorsing van de vervolging.

5.De beoordeling van het bewijs

Deze paragraaf bevat het oordeel van de rechtbank over de vraag of het tenlastegelegde feit bewezenverklaard kan worden of dat daarvan moet worden vrijgesproken. In het geval de rechtbank tot een bewezenverklaring komt, steunt de beslissing dat verdachte het feit heeft begaan op de inhoud van bewijsmiddelen die als bijlage aan het vonnis zijn gehecht en daarvan op die wijze deel uitmaken. Deze bewijsmiddelen bevatten dan de redengevende feiten en omstandigheden op grond waarvan de rechtbank de overtuiging heeft gekregen dat verdachte het tenlastegelegde heeft begaan.
5.1
De standpunten van de officier van justitie en de verdediging
De officier van justitie heeft gevorderd verdachte vrij te spreken van het behulpzaam zijn bij het verschaffen van toegang tot Frankrijk en te veroordelen ter zake het uit winstbejag behulpzaam zijn bij het verschaffen van verblijf in Frankrijk.
De verdediging heeft zich ten aanzien van de bewezenverklaring gerefereerd aan het oordeel van de rechtbank.
5.2
De bewijsoverwegingen van de rechtbank
De rechtbank is van oordeel dat verdachte vrijgesproken dient te worden van het behulpzaam zijn bij het verschaffen van toegang tot Frankrijk, nu [naam 1] reeds in Frankrijk verbleef ten tijde van de verweten gedragingen.
De rechtbank overweegt dat voor wat betreft het overige sprake is van een bekennende verdachte in de zin van artikel 359, derde lid, laatste volzin van het Wetboek van Strafvordering. De rechtbank zal daarom in de bijlage van dit vonnis volstaan met een opsomming van de bewijsmiddelen die tot de bewezenverklaring hebben geleid.
De rechtbank acht gelet op de bewijsmiddelen, waaronder de bekennende verklaring van verdachte, wettig en overtuigend bewezen dat verdachte uit winstbejag behulpzaam is geweest bij het zich verschaffen van verblijf in Frankrijk aan [naam 1], door onder meer met hem een schijnhuwelijk aan te gaan in Frankrijk.
5.3
De conclusie
De rechtbank is door de inhoud van de wettige bewijsmiddelen tot de overtuiging gekomen, dat de verdachte het tenlastegelegde heeft begaan, met dien verstande dat:
zij in de periode van 1 januari 2012 tot en met 31 december 2012, te Rotterdam en in Frankrijk, tezamen en in vereniging met anderen, een ander, te weten een man genaamd of zich noemende [naam 1] (geboren op [geboortedatum 2] 1970 te Nigeria),
-uit winstbejag behulpzaam is geweest bij het zich verschaffen van verblijf in
Frankrijk en hem daartoe gelegenheid, middelen of inlichtingen heeft verschaft,
terwijl verdachte en haar mededader(s) wisten dat dat verblijf wederrechtelijk was,
immers hebben/zijn verdachte en haar mededader(s):
-contact gehad en onderhouden met en instructies ontvangen van en afspraken gemaakt met verdachtes mededader(s) en met een - onrechtmatig in Frankrijk wonende/verblijvende - man genaamd of zich noemende [naam 1], over de organisatie en het sluiten van een zogenaamd schijnhuwelijk tussen die [naam 1] en verdachte (zijnde [verdachte]) en
-een uittreksel uit de gemeentelijke basisadministratie van de gemeente Rotterdam (op naam van verdachte) opgevraagd en afgehaald en aan verdachtes mededader(s) afgegeven en haar paspoort afgegeven aan verdachtes mededader(s) en
-een uittreksel uit de gemeentelijke basisadministratie van de gemeente Rotterdam (op naam van verdachte) vervalst of laten vervalsen en
-met verdachtes mededader(s) en met een man genaamd of zich noemende [naam 1]
besproken/afgesproken dat zij (verdachte) in Frankrijk een schijnhuwelijk zou aangaan met een man genaamd of zich noemende [naam 1] en daarvoor een bepaald geldbedrag zou ontvangen en
-(meermalen) al dan niet met verdachtes mededader(s) naar Parijs afgereisd en in Parijs verbleven en naar de Nederlandse Ambassade in Parijs gegaan en (aldaar) een (vals en/of vervalst) uittreksel uit de gemeentelijke basisadministratie van de gemeente Rotterdam (op naam van verdachte) afgegeven en (vervolgens) een zogenaamde 'Attestation Consulaire' aangevraagd en/of laten aanvragen en/of afgehaald en/of afgegeven aan verdachtes mededader(s) en documenten ondertekend en
-een (huwelijks)dossier bij de gemeente Savigny sur Orge ingediend en laten indienen en daarmee kenbaar gemaakt dat een man genaamd of zich noemende [naam 1] en die [verdachte] voornemens waren met elkaar te trouwen en
-die [naam 1] een geldbedrag (van 100,- Euro) laten betalen aan verdachtes mededader(s) en
-(op 12 mei 2012) in de gemeente Savigny sur Orge een schijnhuwelijk aangegaan en laten sluiten tussen verdachte en een man genaamd of zich noemende [naam 1] en
-(aldus) handelingen verricht teneinde een man genaamd of zich noemende [naam 1] een legaal verblijf in Frankrijk te verschaffen en het verblijf in Frankrijk van die [naam 1] georganiseerd en gefaciliteerd.
De rechtbank heeft de eventueel in de tenlastelegging voorkomende schrijffouten verbeterd in de bewezenverklaring. Verdachte wordt hierdoor niet in haar verdediging geschaad.
De rechtbank acht niet bewezen wat aan de verdachte meer of anders is tenlastegelegd, zodat zij haar daarvan zal vrijspreken.

6.De strafbaarheid van het bewezenverklaarde

Het bewezenverklaarde is strafbaar gesteld bij artikel 197a Sr. Er zijn geen feiten of omstandigheden aannemelijk geworden die de strafbaarheid van het feit uitsluiten. Het bewezenverklaarde levert op:
het misdrijf: een ander uit winstbejag behulpzaam zijn bij het zich verschaffen van verblijf in Nederland, een andere lidstaat van de Europese Unie, IJsland, Noorwegen of een staat die is toegetreden tot het op 15 november 2000 te New York totstandgekomen Protocol tegen de smokkel van migranten over land, over de zee en in de lucht, tot aanvulling van het op 15 november 2000 te New York totstandgekomen Verdrag tegen transnationale georganiseerde misdaad, of hem daartoe gelegenheid, middelen of inlichtingen verschaffen, terwijl hij weet of ernstige reden heeft te vermoeden dat dat verblijf wederrechtelijk is, terwijl het feit in vereniging wordt begaan door meerdere personen.

7.De strafbaarheid van de verdachte

Er zijn geen feiten of omstandigheden aannemelijk geworden die de strafbaarheid van verdachte uitsluiten. De rechtbank oordeelt daarom dat verdachte strafbaar is voor het bewezenverklaarde feit.

8.De op te leggen straf of maatregel

8.1
De gronden voor een straf of maatregel
Bij de strafoplegging houdt de rechtbank rekening met de aard en de ernst van het gepleegde feit, de omstandigheden waaronder dit is begaan en de persoon van de verdachte zoals die uit het dossier en tijdens de behandeling ter terechtzitting naar voren zijn gekomen. Ook neemt de rechtbank de volgende factoren in aanmerking.
De verdachte heeft zich schuldig gemaakt aan mensensmokkel door het verblijf van [naam 1] in Frankrijk te vergemakkelijken. Verdachte heeft daarmee het overheidsbeleid dat wordt gevoerd in de landen die behoren tot de Europese Economische Ruimte, waaronder Nederland en Frankrijk, doorkruist. Het belang van strafbaarstelling van hulp bij illegaal verblijf is daarin gelegen, dat op het grondgebied van een staat alleen mensen verblijven die daartoe gerechtigd zijn.
De rechtbank heeft ten nadele van verdachte rekening gehouden met de omstandigheid dat verdachte op Curaçao veroordeeld is voor drugssmokkel, waarvoor zij een gevangenisstraf van 9 maanden heeft uitgezeten. Daar staat tegenover dat verdachte vanaf het begin openheid van zaken heeft gegeven, hetgeen in het voordeel van verdachte wordt meegewogen.
De rechtbank is - alles overwegende - van oordeel dat de taakstraf zoals is geëist door de officier van justitie een passende en geboden reactie vormt.

9.De toegepaste wettelijke voorschriften

De hierna te nemen beslissing berust op de hiervoor genoemde wetsartikelen. Daarnaast berust deze beslissing op de artikelen 22c, 22d en 27 Sr.

10.De beslissing

De rechtbank:
vrijspraak/bewezenverklaring
  • verklaart bewezen, dat verdachte het tenlastegelegde heeft begaan, zoals hierboven omschreven;
  • verklaart niet bewezen wat aan verdachte meer of anders is tenlastegelegd en spreekt haar daarvan vrij;
strafbaarheid
  • verklaart het bewezenverklaarde strafbaar;
  • verklaart dat het bewezenverklaarde het volgende strafbare feit oplevert:
  • verklaart verdachte strafbaar voor het bewezenverklaarde;
straf
  • veroordeelt verdachte tot een
  • beveelt, voor het geval dat de veroordeelde de taakstraf niet naar behoren verricht, dat
  • beveelt dat de tijd die de veroordeelde vóór de tenuitvoerlegging van deze uitspraak in verzekering heeft doorgebracht, bij de uitvoering van de taakstraf in mindering wordt gebracht, waarbij als maatstaf geldt dat voor de eerste 60 in verzekering of voorlopige hechtenis doorgebrachte dagen, twee uren en voor de resterende dagen één uur per dag aftrek plaatsvindt.
Dit vonnis is gewezen door mr. R.P. van Eerde, voorzitter, mr. S.M.M. Bordenga en mr. B.T.C. Jordaans, rechters, in tegenwoordigheid van mr. C.C. van Druten, griffier, en is in het openbaar uitgesproken op 22 december 2014.
Bijlage bewijsmiddelen
Leeswijzer
Deze bijlage maakt deel uit van het vonnis en bevat de bewijsmiddelen.
Wanneer hierna wordt verwezen naar dossierpagina’s, zijn dit bladzijden uit het dossier van de Koninklijke Marechaussee met onderzoeksnummer 27QRVALB06, onderzoek Valburg. Tenzij hieronder anders wordt vermeld, wordt steeds verwezen naar bladzijden van een in de wettelijke vorm, door daartoe bevoegde personen, opgemaakt proces-verbaal.
 Het proces-verbaal van verhoor van verdachte [verdachte] d.d. 10 december 2013 [1] ;
 Het proces-verbaal van verhoor van verdachte [verdachte] d.d. 11 december 2013 [2] ;
 Het proces-verbaal van verhoor getuige d.d. 16 oktober 2013 [3] ;
 Het proces-verbaal van bevindingen bezoek gemeente Rotterdam d.d. 11 november 2013 [4] ;
 Het proces-verbaal van bevindingen betreffende ontvangen documenten huwelijk [verdachte] d.d. 27 januari 2014 [5] ;
 Het proces-verbaal van bevindingen d.d. 25 juni 2013 [6] ;
 Het proces-verbaal van verhoor van [naam 2] d.d. 19 december 2013 te 10:30 uur [7] ;
 Het proces-verbaal ter terechtzitting d.d. 8 december 2014, inhoudende de bekennende verklaring van verdachte [8] .

Voetnoten

1.Pagina 3775-3780
2.Pagina 3781-3793 + bijlagen
3.Pagina 3643-3650
4.Pagina 3674-3678
5.Pagina 3699-3700
6.Pagina 3716-3721
7.Pagina 3816-3829
8.Het proces-verbaal ter terechtzitting d.d. 8 december 2014