Uitspraak
Rechtbank Overijssel
1.Het onderzoek op de terechtzitting
2.De tenlastelegging
3.De vordering van de officier van justitie
4.De voorvragen
5.De beoordeling van het bewijs
wistdat dit verkeer zich achter hem bevond), en welk verkeer, zeker als gevolg van voornoemde omstandigheden, over het algemeen, niet goed zichtbaar is. Dat verdachte aanmerkelijk onvoorzichtig, onoplettend en onachtzaam heeft gereden volgt uit het feit dat verdachte, wetende dat die fietser zich achter hem bevond, zijn snelheid niet heeft aangepast, maar, nadat hij de fietser uit het oog was verloren, met onverminderde snelheid achteruit is gereden en/of is blijven rijden. Het gevaar om tegen de fietser en de op die fiets bevindende passagier te rijden, heeft zich vervolgens verwezenlijkt.
6.De strafbaarheid van het bewezenverklaarde
7.De strafbaarheid van de verdachte
8.De op te leggen straf of maatregel
11.De toegepaste wettelijke voorschriften
12.De beslissing
- verklaart bewezen, dat verdachte het primair tenlastegelegde heeft begaan, zoals hierboven omschreven;
- verklaart niet bewezen wat aan verdachte primair meer of anders is tenlastegelegd en spreekt hem daarvan vrij;
- verklaart het bewezenverklaarde strafbaar;
- verklaart dat het bewezenverklaarde de volgende strafbare feiten oplevert:
- veroordeelt verdachte tot betaling van een geldboete van €
- veroordeelt verdachte tot een ontzegging van de bevoegdheid tot het besturen van motorrijtuigen voor de tijd van