3.Het proces-verbaal van bevindingen d.d. 5 januari 2013, inhoudende, zakelijk weergegeven:
Wij gaan naar het gemeentehuis van Vitry sur seine (94), 2 avenue youri Gagarine voor het plaatsen van surveillanceapparatuur (…) Om tien uur veertig constateren wij dat twee personen met een Afrikaans uiterlijk boulevard Gagarine oversteken in de richting van het gemeentehuis (…) De eerste is gekleed in een kastanjebruin pak met een vlinderdas, hij draagt een zwart jasje over zijn arm. Wij herkennen hem als de toekomstige bruidegom [naam 1]. De andere persoon draagt een zwarte broek, een zwart jasje met een capuchon en een wit overhemd. Hij lijkt in alle opzichten op de foto op het paspoort van [naam 3] alias [naam 3], getuige bij het huwelijk. Hij heeft een grijze plastic tas in zijn hand. Wij constateren dat zij het gemeentehuis binnengaan. Om tien uur vijfenveertig arriveert [naam 2] op het plein van het stadhuis in gezelschap van twee vrouwen met een Afrikaans uiterlijk. (…) Wij constateren inderdaad dat deze bruid XF niet overeenkomt met [verdachte], de persoon die zich gemeld heeft bij het indienen van het dossier. Het gaat om usurpatie.
De drie personen gaan het gemeentehuis binnen. Om elf uur komen [naam 2] en [naam 3] weer naar buiten op het plein van het gemeentehuis. [naam 2] schudt de hand van een persoon met een Indiaas uiterlijk, die de tolk zou kunnen zijn. Om elf uur twintig laat brigadier [verbalisant], die in het gemeentehuis geposteerd is, ons weten dat de groep door de werknemer van het gemeentehuis is uitgenodigd om de trouwzaal te betreden. Daar de deur open is gebleven, geeft brigadier [verbalisant] aan dat [naam 1] zich naast bruid XF bevindt in het midden. Zij zijn omringd door de twee getuigen [naam 2] en [naam 3] alias [naam 3]. De persoon met een Indiaas uiterlijk bevindt zich naast de geliefde en verzorgt het tolken. De begeleidster van XF zit in de zaal. Om elf uur dertig wisselen de bruid en de bruidegom huwelijksverbintenissen uit. Om elf uur veertig verlaat de groep het gemeentehuis. De vijf personen steken boulevard Gagarine over in de richting van de bushalte. Wij constateren dat [naam 3] de grijze plastic tas die hij vasthad aan bruidegom [naam 1] gegeven heeft. [naam 3] houdt inmiddels de rood met gele plastic tas vast die oorspronkelijk in het bezit wast van de begeleidster van XF. Om elf uur vijfenveertig gaan [naam 2], [naam 3], bruidegom [naam 1], bruid Xf en de begeleidster van XF op 39, avenue de l’Abbé Derry te Vitry sur Seine (94), een Aziatische traiteur binnen. Om elf uur vijftig verlaten [naam 2], bruidegom [naam 1] en [naam 3] het restaurant en gaan zij bij de bushalte zitten. Wij vermelden dat bruidegom [naam 1] zich omgekleed heeft. Wij constateren dat [naam 2] en [naam 3] tijdens het wachten op de bus afstand nemen van bruidegom [naam 1] en praten. Om twaalf uur stappen de drie personen in bus 180 richting Charenton. Om twaalf uur vijftien stappen de drie mannen uit op het snelmetro-station van Vitry sur seine. Om twaalf uur vijfentwintig stappen de drie mannen in snelmetro C richting Pontoise. Om twaalf uur vijfenvijftig stappen [naam 3], [naam 2] en [naam 1] uit op station Saint Michel Notre Dame, steken zij het station over en stappen ze in snelmetro B richting Charles de Gaulle. Om dertien uur vijf stappen de drie mannen uit op station gare du Nord. Op het perron scheidt de groep onmiddellijk. [naam 3] neemt de roltrap en gaat naar het station. (…)
4.Het proces-verbaal van verhoor van verdachte [verdachte] d.d. 30 januari 2014 te 11:30 uur, inhoudende, zakelijk weergegeven:
0: We hebben het nu gehad over jouw tweede keer in Parijs.
V: Hoe is de eerste keer, in november 2012 verlopen?
V: Hoe ben je gereisd?
A: Met de Thalys. (…)
V: Wie heeft het ticket betaald?
A: een onbekend persoon (…)
O: Wij tonen de verdachte twee consulaire verklaringen van de Nederlandse ambassade, welke verkregen zijn op 14 november 2012. Tevens tonen wij de verdachte een daarbij gevoegde kopie van haar identiteitskaart. Deze kopieën worden als bijlage bij dit proces-verbaal gevoegd.
V: Wat kun je hierover vertellen?
(…) A: Dat ik daar geweest ben.
V: Op de ambassade?
A: Ja (…)
A: [naam 3] zei dat ik moest trouwen. Het zou niet trouwen zijn als in echt trouwen. Het ging maar om een papiertje.
V: Wie is [naam 3]?
A: Ja, wie denk je?
O: De verdachte wijst op de map met bijlagen.
V: [naam 4]? De man op foto 2 die we gisteren getoond hebben?
O: We tonen de verdachte foto 2 opnieuw.
A: Ja.
V: Wat voor papiertje?
A: Hij heeft me niet echt duidelijk verteld dat het om echt trouwen zou gaan. Hij bracht het met de boodschap dat iemand hulp nodig had.
V: Wat voor hulp?
A: Iemand had een papiertje nodig.
V: Wat voor papiertje?
A: Om te trouwen met een Europese.
V: Wat zou dan het doel zijn van dat trouwen met een Europese?
A: Waarschijnlijk zou dan diegene in Nederland of in Europa kunnen blijven.
V: Wanneer was dit gebeurd?
A: Dat was de eerste keer, je zei me dat dit 14 november was. Dat kan kloppen, dit was op een dag geregeld. Ik ben diezelfde dag ook terug naar huis gaan. Ik moest een andere keer terugkomen om een ander papiertje te tekenen.
V: Wie waren er bij die dag?
A: Twee mannen. Je hebt mij zo straks een foto getoond met drie mannen, twee daarvan waren er bij op de ambassade. Eén van die twee zou mijn beoogde man zijn.
(…) O: Je moest een keer terugkomen voor een ander papiertje. Je bent de tweede keer, in december 2012, terug gegaan naar Parijs.
V: Hoe is dat tweede bezoek gegaan?
A: Zoals ik eerder verklaarde: weer een ticket gekregen, opgewacht bij het station door dezelfde mannen volgens mij. Deze keer reisde ik alleen, de eerste keer was volgens mij [naam 3] mee. Dit was al later in de middag, daarom moest ik overnachten in een hotel. De volgende dag ben ik met diezelfde twee mannen naar een gebouw geweest waarvan ik denk dat het een gemeentehuis was. Ik weet niet waar dat was. Ik heb geen plaatsnaam kunnen lezen. Ik ben er met de trein en de bus heen gereisd, 10 minuten met de trein en 10 minuten met de bus.
V: Waarom denk je dat het een gemeentehuis of een dergelijke instelling was?
A: Omdat we daar papieren moesten tekenen. Na het tekenen van die papieren werd door de vrouw van de gemeente gevraagd wanneer onze trouwdatum zou zijn. Deze vrouw liet ons ook een trouwzaal zien.
V: Als ik nou zeg dat je trouwdag 5 januari 2013 zou zijn, wat kun je daar over vertellen?
A: Dat kan wel kloppen, (…)
V: Wie zijn er op jouw trouwdag aanwezig geweest?
A: Ik ben helemaal niet meer die kant op gegaan. [naam 3] was hier boos over, die andere mannen denk ik ook wel. Mijn paspoort lag nog bij die mannen, die had ik daar achtergelaten, omdat er nog wat geregeld moest worden. Mijn paspoort zou ik dan op de trouwdag terug krijgen. Omdat ik besloot om niet terug te gaan, hebben ze mijn paspoort gehouden. Ik moest mijn paspoort aanschaffen voor deze gelegenheid. Ik heb daar ook niet zelf voor betaald. (…)
V: Hoeveel geld zou je krijgen voor het aangaan van dit schijnhuwelijk?
A: Hij heeft gezegd dat ik er voor betaald zou worden.
V: Hoeveel zou je krijgen?
A: Ik denk zo’n 1000 of 1500 euro.
?
A: Ze hebben mijn onkosten betaald, hotel en treintickets en zo.