ECLI:NL:RBOVE:2014:6933

Rechtbank Overijssel

Datum uitspraak
22 december 2014
Publicatiedatum
29 december 2014
Zaaknummer
08.963603-13
Instantie
Rechtbank Overijssel
Type
Uitspraak
Rechtsgebied
Strafrecht
Procedures
  • Eerste aanleg - meervoudig
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Veroordeling voor mensensmokkel door het faciliteren van verblijf in Frankrijk

In deze zaak heeft de Rechtbank Overijssel op 22 december 2014 uitspraak gedaan in een strafzaak tegen een vrouw uit Rotterdam, die werd beschuldigd van mensensmokkel. De verdachte had zich schuldig gemaakt aan het faciliteren van het verblijf van een Nigeriaan in Frankrijk door middel van een schijnhuwelijk. De rechtbank heeft vastgesteld dat de verdachte vanaf het begin openheid van zaken heeft gegeven en zich voor het sluiten van het huwelijk heeft teruggetrokken. Dit werd in haar voordeel meegewogen bij de strafoplegging.

De rechtbank heeft de zaak behandeld naar aanleiding van het onderzoek op de openbare terechtzitting van 9 december 2014. De officier van justitie, mr. D. Stikkelbroeck, had gevorderd om de verdachte vrij te spreken van het helpen bij het verkrijgen van toegang tot Frankrijk, maar haar te veroordelen voor het helpen bij het verkrijgen van verblijf in Frankrijk. De rechtbank heeft geoordeeld dat de verdachte niet schuldig was aan het helpen bij toegang, omdat de man al in Frankrijk verbleef. Echter, de rechtbank heeft wel bewezen geacht dat de verdachte uit winstbejag de man behulpzaam is geweest bij het verkrijgen van verblijf in Frankrijk.

De rechtbank heeft de verdachte veroordeeld tot een taakstraf van 150 uur, met een vervangende hechtenis van 75 dagen indien de taakstraf niet naar behoren wordt verricht. De rechtbank heeft de ernst van het feit en de omstandigheden waaronder het is begaan in overweging genomen, evenals de persoonlijke omstandigheden van de verdachte. De uitspraak is openbaar uitgesproken en de rechtbank heeft de nodige wettelijke voorschriften toegepast.

Uitspraak

Rechtbank Overijssel

Afdeling Strafrecht
Zittingsplaats Zwolle
Parketnummer: 08.963603-13
Datum vonnis: 22 december 2014
Vonnis (promis) op tegenspraak van de rechtbank Overijssel, meervoudige kamer voor strafzaken, rechtdoende in de zaak van de officier van justitie tegen:
[verdachte],
geboren op [geboortedatum 1] 1993 in [geboorteplaats],
wonende te [woonplaats].

1.Het onderzoek op de terechtzitting

Dit vonnis is gewezen naar aanleiding van het onderzoek op de openbare terechtzitting van
9 december 2014. De rechtbank heeft kennis genomen van de vordering van de officier van justitie mr. D. Stikkelbroeck en van hetgeen door de verdachte en diens raadsvrouw mr. J.M.C. van Gorkum, advocaat te ‘s-Hertogenbosch, naar voren is gebracht.

2.De tenlastelegging

De verdenking komt er, kort en feitelijk weergegeven, op neer dat verdachte een man uit Nigeria behulpzaam is geweest bij het zich verschaffen van toegang tot dan wel verblijf in Frankrijk door onder meer een schijnhuwelijk met hem aan te gaan.
Voluit luidt de tenlastelegging aan de verdachte, dat:
zij op een of meer tijdstippen in of omstreeks de periode van 1 oktober 2012
tot en met 31 december 2012,
te Rotterdam en/althans (elders) in Nederland en/of in Frankrijk,
tezamen en in vereniging met een ander of anderen, althans alleen,
een ander, te weten een man genaamd of zich noemende [naam 1]
(geboren op [geboortedatum 2] 1986 te Nigeria), (telkens)
-behulpzaam is geweest bij het zich verschaffen van toegang tot en/of
-uit winstbejag behulpzaam is geweest bij het zich verschaffen van verblijf in
Frankrijk, in elk geval in een lidstaat van de Europese Unie of een staat die
is toegetreden tot het op 15 november 2000 te New York totstandgekomen
Protocol tegen de smokkel van migranten over land, over de zee en in de lucht,
tot aanvulling van het op 15 november 2000 te New York totstandgekomen Verdrag
tegen transnationale georganiseerde misdaad,
en/of hem daartoe gelegenheid, middelen of inlichtingen heeft verschaft,
terwijl verdachte en/of haar mededader(s) wist(en) of ernstige redenen
had(den) te vermoeden dat dat verblijf wederrechtelijk was,
immers heeft/hebben/is/zijn verdachte en/of haar mededader(s) (telkens):
-contact gehad en/of onderhouden met en/of instructies ontvangen van en/of
afspraken gemaakt met verdachtes mededader(s) en/of een of meer organisatoren
en/althans personen in Frankrijk en/of met/over een - onrechtmatig in
Frankrijk wonende/verblijvende - man genaamd of zich noemende [naam 1]
, over de organisatie en het sluiten van een zogenaamd
schijnhuwelijk tussen die [naam 1] en verdachte (zijnde [verdachte]) en/of over het
vervoer en/of verblijf van voornoemd(e) perso(o)n(en) naar/in Frankrijk en/of
-een uittreksel uit de gemeentelijke basisadministratie van de gemeente
Rotterdam (op naam van verdachte) opgevraagd en/of laten opvragen en/of
afgehaald en/of aan verdachtes mededader(s) afgegeven en/of laten
(af)geven en/of
-met verdachtes mededader(s) en/of met een man genaamd of zich noemende
[naam 1] en/althans met een of meer organisatoren
en/althans personen in Frankrijk besproken/afgesproken dat zij (verdachte) in
Frankrijk een (schijn)huwelijk zou aangaan met die [naam 1] en/of daarvoor
een bepaald geldbedrag zou ontvangen en/of
-(meermalen) al dan niet met verdachtes mededader(s) naar Parijs afgereisd
en/of in Parijs verbleven en/of naar de Nederlandse Ambassade in Parijs
gegaan en/of (aldaar) een uittreksel uit de gemeentelijke basisadministratie
van de gemeente Rotterdam (op naam van verdachte) afgegeven en/of overlegd
en/of (vervolgens) een zogenaamd "Certificat de coutume pour le mariage" en/of
een "Attestation Consulaire" aangevraagd en/of laten aanvragen en/of
afgehaald en/of afgegeven aan verdachtes mededader(s) en/of een of meer
documenten ondertekend en/of
- een zogenaamde "Attestation sur l'honneur" en/of een "Renseignements
Relatifs a l'epouse" en/of een electriciteitsrekening, (alle) op naam van
[verdachte] en (alle) bedoeld als bewijs van inschrijving/huisvesting van die [verdachte]
in Frankrijk (valselijk) opgemaakt en/of (valselijk) laten opmaken en/of aan
verdachtes mededader(s) afgegeven en/of laten (af)geven en/of
-met verdachtes mededader(s) en/of met een man genaamd of zich noemende
[naam 1] en/althans met een of meer organisatoren
en/althans personen in Frankrijk naar de gemeente Torcy gegaan en/of (aldaar)
een (huwelijks)dossier, met onder meer voornoemde (valse/vervalste)
documenten ingediend en/of laten indienen en/of daarmee kenbaar gemaakt dat
een man genaamd of zich noemende [naam 1] en/of die
[verdachte] voornemens waren met elkaar te trouwen en/of (aldaar) een of meer
documenten ondertekend en/of
-(via een zogenaamde money transfer) een geldbedrag van 300 Euro ontvangen,
welk geldbedrag was verzonden door een persoon met de Nigeriaanse
nationaliteit, met de naam of zich noemende [naam 2] en gebruik
makend van een adres in Parijs en/of
-(op 1 december 2012) in de gemeente Torcy een (schijn)huwelijk aangegaan
en/of laten sluiten tussen verdachte en een man genaamd of zich
noemende [naam 1] en/of
-(aldus) een of meer handeling(en) verricht teneinde een man genaamd of zich
noemende [naam 1] een legaal verblijf in Frankrijk te
verschaffen en/of de toegang tot en/of het verblijf in Frankrijk van die
[naam 1] georganiseerd en/of gefaciliteerd.

3.De vordering van de officier van justitie

De officier van justitie heeft gevorderd verdachte vrij te spreken van het behulpzaam zijn bij het verschaffen van toegang tot Frankrijk en te veroordelen ter zake het uit winstbejag behulpzaam zijn bij het verschaffen van verblijf in Frankrijk tot een werkstraf voor de duur van 200 uur subsidiair 100 dagen hechtenis.

4.De voorvragen

De rechtbank heeft vastgesteld dat de dagvaarding geldig is, dat zij bevoegd is tot kennisneming van deze zaak, dat de officier van justitie ontvankelijk is in de vervolging en dat er geen redenen zijn voor schorsing van de vervolging.

5.De beoordeling van het bewijs

Deze paragraaf bevat het oordeel van de rechtbank over de vraag of het tenlastegelegde feit bewezenverklaard kan worden of dat daarvan moet worden vrijgesproken. In het geval de rechtbank tot een bewezenverklaring komt, steunt de beslissing dat verdachte het feit heeft begaan op de inhoud van bewijsmiddelen die als bijlage aan het vonnis zijn gehecht en daarvan op die wijze deel uitmaken. Deze bewijsmiddelen bevatten dan de redengevende feiten en omstandigheden op grond waarvan de rechtbank de overtuiging heeft gekregen dat verdachte het tenlastegelegde heeft begaan.
5.1
De standpunten van de officier van justitie en de verdediging
De officier van justitie heeft gevorderd verdachte vrij te spreken van het behulpzaam zijn bij het verschaffen van toegang tot Frankrijk en te veroordelen ter zake het uit winstbejag behulpzaam zijn bij het verschaffen van verblijf in Frankrijk.
De verdediging heeft vrijspraak bepleit van het gedachtestreepje dat verdachte een (schijn)huwelijk is aangegaan, omdat zij zich voor het huwelijk heeft teruggetrokken. Voor het overige heeft verdachte zich gerefereerd aan het oordeel van de rechtbank.
5.2
De bewijsoverwegingen van de rechtbank
De rechtbank is van oordeel dat verdachte allereerst vrijgesproken dient te worden van het behulpzaam zijn bij het verschaffen van toegang tot Frankrijk, nu [naam 1] reeds in Frankrijk verbleef ten tijde van de verweten gedragingen.
De officier van justitie heeft zich op het standpunt gesteld dat verdachte voorwaardelijk opzet heeft gehad op het sluiten van het schijnhuwelijk, doordat verdachte documenten heeft afgegeven. De rechtbank is van oordeel dat vaststaat dat verdachte niet is getrouwd, maar dat iemand anders op haar naam is getrouwd. Naar het oordeel van de rechtbank ontbreekt bij verdachte het opzet op die handeling. Gelet hierop zal verdachte van dit gedachtestreepje worden vrijgesproken.
De rechtbank overweegt dat voor het overige sprake is van een bekennende verdachte in de zin van artikel 359, derde lid, laatste volzin van het Wetboek van Strafvordering. De rechtbank zal daarom in de bijlage van dit vonnis volstaan met een opsomming van de bewijsmiddelen die tot de bewezenverklaring hebben geleid.
De rechtbank acht gelet op de bewijsmiddelen, waaronder de bekennende verklaring van verdachte, wettig en overtuigend bewezen dat verdachte uit winstbejag [naam 1] behulpzaam is geweest bij het zich verschaffen van verblijf in Frankrijk. De rechtbank is van oordeel dat sprake is van een voltooid delict, nu verdachte door een uittreksel uit de gemeentelijke basisadministratie op te vragen en af te geven aan haar mededaders en door een formulier op te halen bij de Nederlandse Ambassade in Parijs en af te geven aan haar mededaders, het verblijf in Frankrijk van [naam 1] in enigerlei opzicht heeft bevorderd of gemakkelijk gemaakt en dat zij aldus [naam 1] behulpzaam is geweest bij het zich verschaffen van verblijf in Frankrijk in de zin van artikel 197a Sr.
De rechtbank acht gelet op de bewijsmiddelen, waaronder de verklaring van verdachte, wettig en overtuigend bewezen dat verdachte uit winstbejag [naam 1] behulpzaam is geweest bij het zich verschaffen van verblijf in Frankrijk. De rechtbank is van oordeel dat sprake is van een voltooid delict, nu verdachte een uittreksel uit de gemeentelijke basisadministratie op te vragen en af te geven aan haar mededaders en door documenten op te halen bij de Nederlandse Ambassade in Parijs en af te geven aan haar mededaders, het verblijf in Frankrijk van [naam 1] heeft bevorderd of gemakkelijk gemaakt. Immers al deze handelingen waren erop gericht dat [naam 1] een schijnhuwelijk zou kunnen sluiten op grond waarvan hij vervolgens in Frankrijk een permanente verblijfvergunning zou kunnen aanvragen, waarop hij feitelijk geen recht zou hebben. Het vaststellen van het wederrechtelijk verblijf van die [naam 1] zou daardoor voor de Franse autoriteiten worden bemoeilijkt. Verdachte is op deze wijze [naam 1] behulpzaam geweest bij het zich verschaffen van verblijf in Frankrijk in de zin van artikel 197a Sr. Dat verdachte uiteindelijk niet zelf in het huwelijk is getreden met die [naam 1] noch bij de huwelijksvoltrekking aanwezig is geweest maakt vorenstaande niet anders. Voor de bewezenverklaring is evenmin is van belang dat die [naam 1] op grond van het schijnhuwelijk een verblijfsvergunning heeft aangevraagd en gekregen. Het behulpzaam zijn is voltooid zodra verdachte enige handeling verricht waardoor de mogelijkheden tot illegaal verblijf worden verruimd.
De rechtbank is van oordeel dat het wettig en overtuigend bewezen is dat verdachte heeft gehandeld uit winstbejag, nu verdachte heeft verklaard dat zij het heeft gedaan omdat zij 2500 euro zou krijgen.
5.3
De conclusie
De rechtbank is door de inhoud van de wettige bewijsmiddelen tot de overtuiging gekomen, dat de verdachte het tenlastegelegde heeft begaan, met dien verstande dat:
zij in de periode van 1 oktober 2012 tot en met 31 december 2012, te Rotterdam en in Frankrijk, tezamen en in vereniging met anderen, een ander, te weten een man genaamd of zich noemende [naam 1] (geboren op [geboortedatum 2] 1986 te Nigeria),
-uit winstbejag behulpzaam is geweest bij het zich verschaffen van verblijf in
Frankrijk, en hem daartoe gelegenheid, middelen of inlichtingen heeft verschaft, terwijl verdachte en haar mededaders wisten dat dat verblijf wederrechtelijk was, immers hebben/zijn verdachte en haar mededaders:
-contact gehad en onderhouden met en instructies ontvangen van en afspraken gemaakt met verdachtes mededaders en met een - onrechtmatig in Frankrijk wonende/verblijvende - man genaamd of zich noemende [naam 1], over de organisatie en het sluiten van een zogenaamd schijnhuwelijk tussen die [naam 1] en verdachte (zijnde [verdachte]) en
-een uittreksel uit de gemeentelijke basisadministratie van de gemeente Rotterdam (op naam van verdachte) opgevraagd en afgehaald en aan verdachtes mededader(s) afgegeven en
-met verdachtes mededaders en met een man genaamd of zich noemende [naam 1] besproken/afgesproken dat zij (verdachte) in Frankrijk een schijnhuwelijk zou aangaan met die [naam 1] en daarvoor een bepaald geldbedrag zou ontvangen en
-al dan niet met verdachtes mededader(s) naar Parijs afgereisd en in Parijs verbleven en naar de Nederlandse Ambassade in Parijs gegaan en (aldaar) een uittreksel uit de gemeentelijke basisadministratie van de gemeente Rotterdam (op naam van verdachte) afgegeven en (vervolgens) een zogenaamd "Certificat de coutume pour le mariage" en een "Attestation Consulaire" aangevraagd en/of afgehaald en/of afgegeven aan verdachtes mededaders en documenten ondertekend en
- een zogenaamde "Attestation sur l'honneur" en een "Renseignements Relatifs a l'epouse" en een elektriciteitsrekening, (alle) op naam van [verdachte] en (alle) bedoeld als bewijs van inschrijving/huisvesting van die [verdachte] in Frankrijk (valselijk) opgemaakt en/of (valselijk) laten opmaken en aan verdachtes mededader(s) afgegeven en/of laten (af)geven en
-met verdachtes mededaders en met een man genaamd of zich noemende [naam 1] naar de gemeente Torcy gegaan en (aldaar) een (huwelijks)dossier, met onder meer voornoemde (valse/vervalste) documenten ingediend en/of laten indienen en daarmee kenbaar gemaakt dat een man genaamd of zich noemende [naam 1] en die [verdachte] voornemens waren met elkaar te trouwen en (aldaar) een of meer documenten ondertekend en
-(via een zogenaamde money transfer) een geldbedrag van 300 Euro ontvangen, welk geldbedrag was verzonden door een persoon met de Nigeriaanse nationaliteit, met de naam of zich noemende [naam 2] en gebruikmakend van een adres in Parijs en
-(aldus) een of meer handeling(en) verricht teneinde een man genaamd of zich noemende [naam 1] een legaal verblijf in Frankrijk te verschaffen en het verblijf in Frankrijk van die [naam 1] georganiseerd en gefaciliteerd.
De rechtbank heeft de eventueel in de tenlastelegging voorkomende schrijffouten verbeterd in de bewezenverklaring. Verdachte wordt hierdoor niet in haar verdediging geschaad.
De rechtbank acht niet bewezen wat aan de verdachte meer of anders is tenlastegelegd, zodat zij haar daarvan zal vrijspreken.

6.De strafbaarheid van het bewezenverklaarde

Het bewezenverklaarde is strafbaar gesteld bij artikel 197a Sr. Er zijn geen feiten of omstandigheden aannemelijk geworden die de strafbaarheid van het feit uitsluiten. Het bewezenverklaarde levert op:
het misdrijf: een ander uit winstbejag behulpzaam zijn bij het zich verschaffen van verblijf in Nederland, een andere lidstaat van de Europese Unie, IJsland, Noorwegen of een staat die is toegetreden tot het op 15 november 2000 te New York totstandgekomen Protocol tegen de smokkel van migranten over land, over de zee en in de lucht, tot aanvulling van het op 15 november 2000 te New York totstandgekomen Verdrag tegen transnationale georganiseerde misdaad, of hem daartoe gelegenheid, middelen of inlichtingen verschaffen, terwijl hij weet of ernstige reden heeft te vermoeden dat dat verblijf wederrechtelijk is, terwijl het feit in vereniging wordt begaan door meerdere personen.

7.De strafbaarheid van de verdachte

Er zijn geen feiten of omstandigheden aannemelijk geworden die de strafbaarheid van verdachte uitsluiten. De rechtbank oordeelt daarom dat verdachte strafbaar is voor het bewezenverklaarde feit.

8.De op te leggen straf of maatregel

8.1
De gronden voor een straf of maatregel
Bij de strafoplegging houdt de rechtbank rekening met de aard en de ernst van het gepleegde feit, de omstandigheden waaronder dit is begaan en de persoon van de verdachte zoals die uit het dossier en tijdens de behandeling ter terechtzitting naar voren zijn gekomen. Ook neemt de rechtbank de volgende factoren in aanmerking.
De verdachte heeft zich schuldig gemaakt aan mensensmokkel door het verblijf van [naam 1] in Frankrijk te vergemakkelijken. Verdachte heeft daarmee het overheidsbeleid dat wordt gevoerd in de landen die behoren tot de Europese Economische Ruimte, waaronder Nederland en Frankrijk, doorkruist. Het belang van strafbaarstelling van hulp bij illegaal verblijf is daarin gelegen, dat op het grondgebied van een staat alleen mensen verblijven die daartoe gerechtigd zijn.
De rechtbank heeft ten voordele van verdachte rekening gehouden met de omstandigheden dat verdachte vanaf het begin openheid van zaken heeft gegeven en dat zij zich voor het sluiten van het huwelijk heeft teruggetrokken.
De rechtbank is - alles overwegende - van oordeel dat een taakstraf van na te noemen duur een passende en geboden reactie vormt.

9.De toegepaste wettelijke voorschriften

De hierna te nemen beslissing berust op de hiervoor genoemde wetsartikelen. Daarnaast berust deze beslissing op de artikelen 22c, 22d en 27 Sr.

10.De beslissing

De rechtbank:
vrijspraak/bewezenverklaring
  • verklaart bewezen, dat verdachte het tenlastegelegde heeft begaan, zoals hierboven omschreven;
  • verklaart niet bewezen wat aan verdachte meer of anders is tenlastegelegd en spreekt haar daarvan vrij;
strafbaarheid
  • verklaart het bewezenverklaarde strafbaar;
  • verklaart dat het bewezenverklaarde het volgende strafbare feit oplevert:
  • verklaart verdachte strafbaar voor het bewezenverklaarde;
straf
  • veroordeelt verdachte tot een
  • beveelt, voor het geval dat de veroordeelde de taakstraf niet naar behoren verricht, dat
  • beveelt dat de tijd die de veroordeelde vóór de tenuitvoerlegging van deze uitspraak in verzekering heeft doorgebracht, bij de uitvoering van de taakstraf in mindering wordt gebracht, waarbij als maatstaf geldt dat voor de eerste 60 in verzekering of voorlopige hechtenis doorgebrachte dagen, twee uren en voor de resterende dagen één uur per dag aftrek plaatsvindt.
Dit vonnis is gewezen door mr. B.T.C. Jordaans, voorzitter, mr. R.P. van Eerde en mr. S.M.M. Bordenga, rechters, in tegenwoordigheid van mr. C.C. van Druten, griffier, en is in het openbaar uitgesproken op 22 december 2014.
Bijlage bewijsmiddelen
Leeswijzer
Deze bijlage maakt deel uit van het vonnis en bevat de bewijsmiddelen.
Wanneer hierna wordt verwezen naar dossierpagina’s, zijn dit bladzijden uit het dossier van de Koninklijke Marechaussee met onderzoeksnummer 27QRVALB06, onderzoek Valburg. Tenzij hieronder anders wordt vermeld, wordt steeds verwezen naar bladzijden van een in de wettelijke vorm, door daartoe bevoegde personen, opgemaakt proces-verbaal.
1. Het proces-verbaal van bevindingen betreffende ontvangen aangifte Nederlandse Ambassade in Parijs d.d. 3 juli 2013 [1] ;
2. Het proces-verbaal van bevindingen gemeentelijke basisadministratie verdachte [verdachte] d.d. 7 november 2013 [2] ;
3. Het proces-verbaal van bevindingen betreffende ontvangen documenten huwelijk [verdachte] d.d. 21 oktober 2013 [3] ;
4. Het proces-verbaal van bevindingen betreffende bevraging [verdachte] bij Western Union d.d. 3 december 2013 [4] ;
5. Het proces-verbaal van verhoor van verdachte d.d. 23 oktober 2013 te 15:11 uur [5] ;
6. Het proces-verbaal van verhoor van verdachte d.d. 24 oktober 2013 te 10:30 uur [6] .

Voetnoten

1.Pagina 3077-3078 & Bijlagen
2.Pagina 3110-3112
3.Pagina 3119-3120 & Bijlagen
4.Pagina 3162-3164
5.Pagina 3172-3177
6.Pagina 3178-3186 & Bijlagen