ECLI:NL:RBOVE:2014:6930

Rechtbank Overijssel

Datum uitspraak
12 december 2014
Publicatiedatum
29 december 2014
Zaaknummer
08.963500-13
Instantie
Rechtbank Overijssel
Type
Uitspraak
Rechtsgebied
Strafrecht
Procedures
  • Eerste aanleg - meervoudig
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Veroordeling voor mensensmokkel, wapenbezit en ondergronds bankieren

In deze zaak heeft de Rechtbank Overijssel op 12 december 2014 uitspraak gedaan in een strafzaak tegen een man uit Rotterdam, die werd beschuldigd van mensensmokkel, wapenbezit en het uitvoeren van illegale geldtransacties naar Irak en Iran. De rechtbank heeft vastgesteld dat de verdachte, in de periode van 1 juli 2011 tot en met 9 januari 2012, samen met een medeverdachte, een ander, genaamd [naam 1], heeft geholpen bij het verkrijgen van toegang tot Nederland en Ierland. Dit gebeurde door het boeken van een vlucht naar Dublin en het verstrekken van een vals Bulgaars paspoort. De verdachte heeft ook een valse identiteitskaart van de Republiek Irak voorhanden gehad en een wapen dat lijkt op een vuurwapen. Daarnaast heeft hij geldbedragen gewitgewassen en zonder vergunning als geldtransactiekantoor gefunctioneerd door geldtransfers naar het buitenland uit te voeren. De rechtbank heeft de verdachte veroordeeld tot een gevangenisstraf van 47 dagen, een werkstraf van 240 uur en een voorwaardelijke gevangenisstraf van 3 maanden met een proeftijd van 3 jaar. Tevens is het inbeslaggenomen geld van € 88.050,- verbeurd verklaard.

Uitspraak

Rechtbank Overijssel

Afdeling Strafrecht
Zittingsplaats Zwolle
Parketnummer: 08.963500-13
Datum vonnis: 12 december 2014
Vonnis (promis) op tegenspraak van de rechtbank Overijssel, meervoudige kamer voor strafzaken, rechtdoende in de zaak van de officier van justitie tegen:
[verdachte],
geboren op [geboortedatum 1] 1966 in [geboorteplaats 1] (Irak),
wonende te [woonplaats].

1.Het onderzoek op de terechtzitting

Dit vonnis is gewezen naar aanleiding van het onderzoek op de openbare terechtzittingen van 9 september 2014 en 28 november 2014. De rechtbank heeft kennis genomen van de vordering van de officier van justitie mr. drs. M.R.A. van IJzendoorn en van hetgeen door de verdachte en diens raadsman mr. B.J. de Bruijn, advocaat te ‘s-Gravenhage, naar voren is gebracht.

2.De tenlastelegging

De verdenking komt er, kort en feitelijk weergegeven, op neer dat verdachte:
feit 1:zich heeft schuldig gemaakt aan (medeplegen van) mensensmokkel, danwel een poging daartoe;
feit 2:zich heeft schuldig gemaakt aan het al dan niet tezamen en in vereniging valselijk opmaken of vervalsen van een reisdocument, danwel medeplichtigheid aan het bezitten van een vals of vervalst reisdocument;
feit 3:opzettelijk een vals of vervalst identiteitsbewijs voorhanden heeft gehad;
feit 4:een op een vuurwapen gelijkend wapen voorhanden heeft gehad;
feit 5:geldbedragen heeft witgewassen;
feit 6:al dan niet samen met een ander of anderen als geldtransactiekantoor werkzaam is geweest;
feit 7:al dan niet samen met een ander of anderen zonder het bedrijf van betaaldienstverlener heeft uitgeoefend.
Voluit luidt de tenlastelegging aan de verdachte, dat:
1.
hij op een of meer tijdstippen in of omstreeks de periode van 01 juli 2011 tot
en met 09 januari 2012, althans op of omstreeks 09 januari 2012, te Rotterdam
en/of Schiedam en/of Eindhoven en/of (elders) in Nederland en/of Ierland
tezamen en in vereniging met een ander of anderen, althans alleen, een ander,
te weten [naam 1] (geboren op [geboortedatum 2] 1989 te Bagdad), (telkens)
behulpzaam is geweest bij het zich verschaffen van toegang tot en/of doorreis
door Nederland en/of Ierland, in elk geval een lidstaat van de Europese Unie
of een staat die is toegetreden tot het op 15 november 2000 te New York
totstandgekomen Protocol tegen de smokkel van migranten over land, over de zee
en in de lucht, tot aanvulling van het op 15 november 2000 te New York
totstandgekomen Verdrag tegen transnationale georganiseerde misdaad, of hem
daartoe gelegenheid, middelen of inlichtingen heeft verschaft, terwijl
verdachte en/of verdachtes mededader(s) wist(en) of ernstige redenen had(den)
te vermoeden dat die toegang en/of doorreis wederrechtelijk was/waren,
hebbende verdachte en/of verdachtes mededader(s) (telkens)
- in het kader van (de organisatie/coördinatie van) voornoemde toegang en/of
doorreis met elkaar en/of met voornoemde [naam 1] contact gelegd/gehad en/of
onderhouden en/of
- voor die [naam 1] een vals Bulgaars paspoort vervaardigd of laten vervaardigen
en/of ter beschikking gesteld of ter beschikking laten stellen en/of
- voor die [naam 1] en/of verdachte (zelf) een vlucht naar Dublin geboekt of
laten boeken en/of
- met die [naam 1] contact gelegd/gehad op de luchthaven Eindhoven Airport
en/of die [naam 1] (aldaar) (be)geleid naar/bij de pre-check en/of de
securitycheck, althans die [naam 1] op/door de luchthaven Eindhoven Airport
(be)geleid;
ALTHANS, voor zover voor het vorenstaande onder 1 geen veroordeling mocht of zou
kunnen volgen, SUBSIDIAIR, terzake dat
hij op een of meer tijdstippen in of omstreeks de periode van 01 juli 2011
tot en met 09 januari 2012, althans op of omstreeks 09 januari 2012, te
Rotterdam en/of Schiedam en/of Eindhoven en/of (elders) in Nederland en/of
Ierland ter uitvoering van het voorgenomen misdrijf om tezamen en in
vereniging met een ander of anderen, althans alleen, een ander, te weten
[naam 1] (geboren op [geboortedatum 2] 1989 te Bagdad), (telkens) behulpzaam te
zijn bij het zich verschaffen van toegang tot en/of doorreis door Nederland
en/of Ierland, in elk geval een lidstaat van de Europese Unie of een staat die
is toegetreden tot het op 15 november 2000 te New York totstandgekomen
Protocol tegen de smokkel van migranten over land, over de zee en in de lucht,
tot aanvulling van het op 15 november 2000 te New York totstandgekomen Verdrag
tegen transnationale georganiseerde misdaad, of hem daartoe gelegenheid,
middelen of inlichtingen te verschaffen, terwijl verdachte en/of verdachtes
mededader(s) wist(en) of ernstige redenen had(den) te vermoeden dat die
toegang en/of doorreis wederrechtelijk was/waren, tezamen en in vereniging met
zijn mededader(s), althans alleen,
- in het kader van (de organisatie/coördinatie van) voornoemde toegang en/of
doorreis met elkaar en/of met voornoemde [naam 1] contact heeft gelegd/gehad
en/of onderhouden en/of
- voor die [naam 1] een vals Bulgaars paspoort heeft vervaardigd of heeft laten
vervaardigen en/of ter beschikking heeft gesteld of ter beschikking heeft
laten stellen en/of
- voor die [naam 1] en/of zichzelf een vlucht naar Dublin heeft geboekt of heeft
laten boeken en/of
- met die [naam 1] contact heeft gelegd/gehad op de luchthaven Eindhoven Airport
en/of die [naam 1] (aldaar) heeft (be)geleid naar/bij de pre-check en/of de
securitycheck, althans die [naam 1] op/door de luchthaven Eindhoven Airport
heeft (be)geleid,
terwijl genoemd voorgenomen misdrijf niet is voltooid;
2.
hij in of omstreeks de periode van 01 juli 2011 tot 09 januari 2012 te
Rotterdam en/of Schiedam en/of (elders) in Nederland tezamen en in vereniging
met een ander of anderen, althans alleen, een reisdocument, te weten een
Bulgaars paspoort (nummer [nummer 1]) op naam van [valse naam]
(geboren op [geboortedatum 3] 1990 te Haskovo), valselijk heeft opgemaakt of
vervalst, immers heeft/hebben verdachte en/of zijn mededader(s) valselijk
voornoemd paspoort voorzien van een (door verdachte
(aan)geleverde/opgestuurde) pasfoto van [naam 1] (geboren op
[geboortedatum 2] 1989 te Bagdad) en/of van voormelde (persoons)gegevens;
ALTHANS, voor zover voor het vorenstaande onder 2 geen veroordeling mocht of zou
kunnen volgen, SUBSIDIAIR, terzake dat
[medeverdachte] in of omstreeks de periode van 01 juli 2011 tot 09 januari 2012 te
Schiedam en/of (elders) in Nederland een reisdocument, te weten een Bulgaars
paspoort (nummer [nummer 1]) op naam van [valse naam] (geboren
op [geboortedatum 3] 1990 te Haskovo), valselijk heeft opgemaakt of vervalst,
immers heeft die [medeverdachte] valselijk voornoemd paspoort voorzien van een
pasfoto van [naam 1] (geboren op [geboortedatum 2] 1989 te Bagdad)
en/of van voormelde (persoons)gegevens, tot en/of bij het plegen van welk
misdrijf verdachte in of omstreeks bovengenoemde periode te Rotterdam en/of
(elders) in Nederland opzettelijk gelegenheid, middelen en/of inlichtingen
heeft verschaft en/of opzettelijk behulpzaam is geweest door het
(aan)leveren/opsturen van voornoemde pasfoto van [naam 1] en/of (hiertoe) met
voormelde [medeverdachte] contact te leggen/onderhouden;
ALTHANS, voor zover voor het vorenstaande onder 2 geen veroordeling mocht of zou
kunnen volgen, MEER SUBSIDIAIR, terzake dat
[naam 1] (geboren op [geboortedatum 2] 1989 te Bagdad) op of omstreeks
09 januari 2012 te Eindhoven in het bezit was van een reisdocument, te weten
een Bulgaars paspoort (nummer [nummer 1]) op naam van [valse naam]
(geboren op [geboortedatum 3] 1990 te Haskovo), waarvan die [naam 1] wist
of redelijkerwijs moest vermoeden dat het reisdocument vals of vervalst was,
bestaande de valsheid of vervalsing hieruit dat voornoemd paspoort was
voorzien van een pasfoto van [naam 1] en/of van voormelde (persoons)gegevens,
tot het plegen van welk misdrijf verdachte in of omstreeks de periode van
01 juli 2011 tot 09 januari 2012 te Rotterdam en/of (elders) in Nederland
opzettelijk gelegenheid, middelen en/of inlichtingen heeft verschaft door het
(aan)leveren/opsturen van genoemde pasfoto van [naam 1] ter vervaardiging van
voornoemd paspoort;
3.
hij op of omstreeks 14 januari 2014 te Rotterdam, in elk geval in Nederland,
opzettelijk voorhanden heeft gehad een valse of vervalste identiteitskaart van
de Republiek van Irak (identiteitsnummer [nummer 2]) - zijnde een geschrift dat
bestemd was om tot bewijs van enig feit te dienen -, terwijl hij wist of
redelijkerwijs moest vermoeden dat dit geschrift bestemd was voor gebruik als
ware het echt en onvervalst, bestaande die valsheid hierin dat voornoemde
identiteitskaart op naam was gesteld van [verdachte], zijnde verdachte, met
als geboortedatum [geboortedatum 1] 1969 en/of geboorteplaats [geboorteplaats 2] en/of was
voorzien van een zeer slecht gedetailleerde afdruk van een inktstempel en/of
afwijkende serie-indicatie;
4.
hij op of omstreeks 14 januari 2014 te Rotterdam, in elk geval in Nederland,
een wapen van categorie I onder 7°, te weten een Airsoftapparaat
(veerdrukpistool), merk 'JIEKE', type P356, zijnde een voorwerp dat voor wat
betreft zijn vorm en afmetingen een sprekende gelijkenis vertoont met een
vuurwapen, voorhanden heeft gehad;
5.
hij op of omstreeks 14 januari 2014 te Rotterdam, in elk geval in Nederland,
het/de hierna te noemen voorwerp(en) heeft verworven en/of voorhanden heeft
gehad, terwijl hij wist dat dit/deze voorwerp(en) - onmiddellijk of middellijk
- afkomstig was/waren uit enig misdrijf, te weten:
- een geldbedrag van 78.100,- euro of daaromtrent, en/of
- een geldbedrag van 9.650,- euro of daaromtrent, en/of
- een geldbedrag van 250,- euro en/of 1000 Iraakse Dinars of daaromtrent, en/of
- een geldbedrag van 50,- euro of daaromtrent,
althans een of meer geldbedragen;
6.
hij in of omstreeks de periode van 09 september 2008 tot 01 november 2009 te
Rotterdam en/of (elders) in Nederland, tezamen en in vereniging met een ander
of anderen, althans alleen, opzettelijk als geldtransactiekantoor - als
bedoeld in artikel 1 van de Wet inzake de geldtransactiekantoren - werkzaam is
geweest, immers hebben/heeft verdachte en/of verdachtes mededader(s) in
bovengenoemde periode bedrijfsmatig ten behoeve en/of op verzoek van derden
geldtransacties/-transfers uitgevoerd naar Irak en/of Iran, in elk geval het
buitenland, en/of (omgekeerd) vanuit Irak en/of Iran, in elk geval het
buitenland, naar Nederland;
7.
hij in of omstreeks de periode van 01 november 2009 tot en met 14 januari 2014
te Rotterdam, althans in Nederland, tezamen en in vereniging met een ander of
anderen, althans alleen, zonder een daartoe door de Nederlandsche Bank
verleende vergunning opzettelijk het bedrijf van betaaldienstverlener heeft
uitgeoefend, immers hebben/heeft verdachte en/of zijn mededader(s) in
bovengenoemde periode bedrijfsmatig ten behoeve en/of op verzoek van derden
geldtransacties/-transfers uitgevoerd naar Irak en/of Iran, in elk geval het
buitenland, en/of (omgekeerd) vanuit Irak en/of Iran, in elk geval het
buitenland, naar Nederland.

3.De vordering van de officier van justitie

De officier van justitie heeft gevorderd verdachte vrij te spreken van het onder 1 primair ten laste gelegde en te veroordelen ter zake het onder 1 subsidiair, 2 primair, 3, 4, 5, 6 en 7 ten laste gelegde tot een gevangenisstraf voor de duur van 12 maanden waarvan 3 maanden voorwaardelijk met aftrek van voorarrest met een proeftijd van 2 jaren en verbeurdverklaring van de onder 5 ten laste gelegde geldbedragen.

4.De voorvragen

De rechtbank heeft vastgesteld dat de dagvaarding geldig is, dat zij bevoegd is tot kennisneming van deze zaak, dat de officier van justitie ontvankelijk is in de vervolging en dat er geen redenen zijn voor schorsing van de vervolging.

5.De beoordeling van het bewijs

Deze paragraaf bevat het oordeel van de rechtbank over de vraag of de tenlastegelegde feiten bewezenverklaard kunnen worden of dat daarvan moet worden vrijgesproken. In het geval de rechtbank tot een bewezenverklaring komt, steunt de beslissing dat verdachte de feiten heeft begaan op de inhoud van bewijsmiddelen die als bijlage aan het vonnis zijn gehecht en daarvan op die wijze deel uitmaken. Deze bewijsmiddelen bevatten dan de redengevende feiten en omstandigheden op grond waarvan de rechtbank de overtuiging heeft gekregen dat verdachte het tenlastegelegde heeft begaan.
5.1
De standpunten van de officier van justitie en de verdediging
De officier van justitie heeft gevorderd verdachte vrij te spreken van het onder 1 primair ten laste gelegde en te veroordelen ter zake het onder 1 subsidiair, 2 primair, 3, 4, 5, 6 en 7 ten laste gelegde.
De verdediging heeft vrijspraak bepleit van het onder 2 primair en het onder 5 ten laste gelegde. Met betrekking tot feit 2 is aangevoerd dat als er al sprake is van een vervalst paspoort, verdachte dit niet zelf heeft vervalst en omdat er geen sprake is van medeplegen, vrijspraak moet volgen. Van witwassen is geen sprake, omdat het spaargeld van verdachte, gekregen geld van een neef en een vriend en geld afkomstig van zijn hulp aan anderen, betreft. Ten aanzien van de overige feiten heeft de verdediging zich gerefereerd aan het oordeel van de rechtbank.
5.2
De bewijsoverwegingen van de rechtbank
Ten aanzien van feit 1
De rechtbank is van oordeel dat het onder 1 primair ten laste gelegde wettig en overtuigend bewezen is aangezien sprake is van een voltooid delict, nu verdachte -door [naam 1] naar het vliegveld in Eindhoven te brengen voor de vlucht naar Ierland- de doorreis in Nederland en de toegang tot Ierland in enigerlei opzicht heeft bevorderd of gemakkelijk heeft gemaakt en aldus behulpzaam is geweest bij het zich verschaffen van toegang tot Ierland en doorreis door Nederland van die [naam 1].
Ten aanzien van feit 2
De rechtbank spreekt verdachte vrij van het onder 2 ten laste gelegde, nu uit het dossier en het onderzoek ter terechtzitting niet is gebleken dat verdachte enige betrokkenheid heeft gehad bij de vervalsing of het valselijk opmaken van het paspoort.
Ten aanzien van feit 3
De rechtbank is van oordeel dat het onder 3 ten laste gelegde wettig en overtuigend is bewezen. De rechtbank overweegt hiertoe dat verdachte heeft verklaard dat hij wist dat de geboorteplaats en de geboortedatum niet juist op de identiteitskaart vermeld stonden en dat hij aldus het vermoeden had dat de identiteitskaart vals of vervalst was.
Ten aanzien van feit 4
De rechtbank is van oordeel dat het onder 4 ten laste gelegde wettig en overtuigend bewezen is. De rechtbank verwijst hiertoe naar de bekennende verklaring van verdachte, inhoudend, zakelijk weergegeven, dat hij dit wapen voorhanden heeft gehad.
Ten aanzien van feit 5
De rechtbank is van oordeel dat het onder 5 ten laste gelegde wettig en overtuigend bewezen is. De rechtbank overweegt hiertoe als volgt. In de woning van de ex-vrouw van verdachte, op welk adres verdachte zich drie maanden na de doorzoeking heeft laten inschrijven en waarvan verdachte heeft verklaard dat het zijn “thuis” was op het moment van de doorzoeking, zijn diverse geldbedragen gevonden. Het geldbedrag van € 78.100,- is aangetroffen achter een verwarming in een slaapkamer en de andere geldbedragen in een halkast. Ten aanzien van het bedrag van € 78.100,- overweegt de rechtbank dat verdachte heeft erkend dat dit geld is afkomstig van zijn (financiële) hulp aan mensen, zoals ten laste gelegd onder 6 en 7. Ten aanzien van de overige bedragen genoemd in de tenlastelegging, overweegt de rechtbank dat zij van oordeel is dat deze bedragen eveneens afkomstig zijn van deze verleende (financiële) hulp aan mensen zoals tenlastegelegd onder 6 en 7. De verklaring van verdachte dat deze bedragen een legale herkomst hebben, zijn niet onderbouwd en acht de rechtbank niet geloofwaardig.
Ten aanzien van de feiten 6 en 7
De rechtbank is van oordeel dat het onder 6 en 7 ten laste gelegde wettig en overtuigend bewezen is. De rechtbank verwijst hiertoe naar de bekennende verklaringen van verdachte, inhoudende, zakelijk weergegeven, dat hij meermalen geld heeft overgeboekt op verzoek van anderen, terwijl hij daartoe geen vergunning had.
5.3
De conclusie
De rechtbank acht niet bewezen wat aan de verdachte onder 2 is tenlastegelegd, zodat zij hem daarvan zal vrijspreken.
De rechtbank is door de inhoud van de wettige bewijsmiddelen tot de overtuiging gekomen, dat de verdachte het onder 1 primair, 3, 4, 5, 6 en 7 tenlastegelegde heeft begaan, met dien verstande dat:
1. primair
hij in de periode van 01 juli 2011 tot en met 09 januari 2012, te Rotterdam en Schiedam en Eindhoven en (elders) in Nederland, een ander, te weten [naam 1] (geboren op [geboortedatum 2] 1989 te Bagdad), behulpzaam is geweest bij het zich verschaffen van toegang tot Ierland en doorreis door Nederland, of hem daartoe gelegenheid, middelen of inlichtingen heeft verschaft, terwijl verdachte wist of ernstige redenen had te vermoeden dat die toegang en doorreis wederrechtelijk waren, hebbende verdachte
- in het kader van (de organisatie/coördinatie van) voornoemde toegang en
doorreis met voornoemde [naam 1] contact gelegd/gehad en/of
onderhouden en
- voor die [naam 1] en verdachte (zelf) een vlucht naar Dublin geboekt en
- met die [naam 1] contact gelegd/gehad op de luchthaven Eindhoven Airport
en/of die [naam 1] (aldaar) (be)geleid naar/bij de pre-check en de
securitycheck;
3.
hij op of omstreeks 14 januari 2014 te Rotterdam, in elk geval in Nederland, opzettelijk voorhanden heeft gehad een valse of vervalste identiteitskaart van de Republiek van Irak (identiteitsnummer [nummer 2]) - zijnde een geschrift dat bestemd was om tot bewijs van enig feit te dienen -, terwijl hij wist dat dit geschrift bestemd was voor gebruik als ware het echt en onvervalst, bestaande die valsheid hierin dat voornoemde identiteitskaart op naam was gesteld van [verdachte], zijnde verdachte, met als geboortedatum [geboortedatum 1] 1969 en geboorteplaats [geboorteplaats 2] en/of was voorzien van een zeer slecht gedetailleerde afdruk van een inktstempel en/of afwijkende serie-indicatie;
4.
hij op 14 januari 2014 te Rotterdam, in elk geval in Nederland, een wapen van categorie I onder 7°, te weten een Airsoftapparaat (veerdrukpistool), merk 'JIEKE', type P356, zijnde een voorwerp dat voor wat betreft zijn vorm en afmetingen een sprekende gelijkenis vertoont met een vuurwapen, voorhanden heeft gehad;
5.
hij op 14 januari 2014 te Rotterdam, de hierna te noemen voorwerpen voorhanden heeft gehad, terwijl hij wist dat deze voorwerpen - onmiddellijk of middellijk- afkomstig waren uit enig misdrijf, te weten:
- een geldbedrag van 78.100,- euro of daaromtrent, en
- een geldbedrag van 9.650,- euro of daaromtrent, en
- een geldbedrag van 250,- euro of daaromtrent, en
- een geldbedrag van 50,- euro of daaromtrent;
6.
hij in de periode van 9 september 2008 tot 1 november 2009 te Rotterdam en/of (elders) in Nederland, tezamen en in vereniging met een ander, opzettelijk als geldtransactiekantoor – als bedoeld in artikel 1 van de Wet inzake de geldtransactiekantoren - werkzaam is geweest, immers hebben verdachte en verdachtes mededader in bovengenoemde periode bedrijfsmatig ten behoeve en/of op verzoek van derden geldtransacties/-transfers uitgevoerd naar Irak en Iran, en (omgekeerd) vanuit Irak en Iran, naar Nederland;
7.
hij in de periode van 1 november 2009 tot en met 14 januari 2014 te Rotterdam, althans in Nederland, tezamen en in vereniging met een ander, zonder een daartoe door de Nederlandsche Bank verleende vergunning opzettelijk het bedrijf van betaaldienstverlener heeft uitgeoefend, immers hebben verdachte en zijn mededader in bovengenoemde periode bedrijfsmatig ten behoeve en/of op verzoek van derden geldtransacties/-transfers uitgevoerd naar Irak en Iran, en (omgekeerd) vanuit Irak en Iran naar Nederland.
De rechtbank heeft de eventueel in de tenlastelegging voorkomende schrijffouten verbeterd in de bewezenverklaring. Verdachte wordt hierdoor niet in zijn verdediging geschaad.
De rechtbank acht niet bewezen wat aan de verdachte onder 1 primair, 3, 4, 5, 6 en 7 meer of anders is tenlastegelegd, zodat zij hem daarvan zal vrijspreken.

6.De strafbaarheid van het bewezenverklaarde

Ten aanzien van het onder 5 ten laste gelegde overweegt de rechtbank dat het enkele voorhanden hebben door de verdachte van geld dat afkomstig is uit door hemzelf begane misdrijven niet kan bijdragen aan het verbergen of verhullen van de criminele herkomst van dat voorwerp. Voor het kwalificeren van een gedraging als witwassen, moet sprake zijn van een gedraging die meer omvat dan het enkele voorhanden hebben en die een op het daadwerkelijk verbergen of verhullen van de criminele herkomst van dat door eigen misdrijf verkregen geld gericht karakter heeft. Nu hier geen sprake is van een gedraging die meer omvat dan het enkele voorhanden hebben, dient verdachte ontslagen te worden van alle rechtsvervolging, omdat het feit niet te kwalificeren is als witwassen.
Er zijn geen feiten of omstandigheden aannemelijk geworden die de strafbaarheid van de overige feiten uitsluiten.
Het bewezenverklaarde levert op:
feit 1 primair
het misdrijf: mensensmokkel, strafbaar gesteld bij artikel 197a Sr;
feit 3
het misdrijf: opzettelijk een vals of vervalst geschrift voorhanden hebben als ware het echt en onvervalst, terwijl hij weet dat dit geschrift bestemd is voor zodanig gebruik, strafbaar gesteld bij artikel 225 Sr;
feit 4
het misdrijf: handelen in strijd met artikel 13, eerste lid, van de Wet wapens en munitie, strafbaar gesteld bij artikel 55 van de Wet wapens en munitie;
feit 6
het misdrijf: medeplegen van overtreding van een voorschrift, gesteld bij artikel 3, eerste lid, van de Wet inzake de geldtransactiekantoren, opzettelijk begaan, meermalen gepleegd, strafbaar gesteld bij artikel 1, sub 2, van de Wet op de economische delicten, zoals dit gold ten tijde van de onder 6 bewezenverklaarde periode, juncto artikel 47 Sr;
feit 7
het misdrijf: medeplegen van overtreding van een voorschrift, gesteld bij artikel 2:3a van de Wet op het financieel toezicht, opzettelijk begaan, meermalen gepleegd, strafbaar gesteld bij artikel 1, sub 2, van de Wet op de economische delicten juncto artikel 47 Sr.

7.De strafbaarheid van de verdachte

Er zijn geen feiten of omstandigheden aannemelijk geworden die de strafbaarheid van verdachte uitsluiten. De rechtbank oordeelt daarom dat verdachte strafbaar is voor de bewezenverklaarde feiten.

8.De op te leggen straf of maatregel

8.1
De gronden voor een straf of maatregel
Bij de strafoplegging houdt de rechtbank rekening met de aard en de ernst van de gepleegde feiten, de omstandigheden waaronder deze zijn begaan en de persoon van de verdachte zoals die uit het dossier en tijdens de behandeling ter terechtzitting naar voren zijn gekomen. Ook neemt de rechtbank de volgende factoren in aanmerking.
Verdachte heeft zich schuldig gemaakt aan mensensmokkel. Bij mensensmokkel worden mensen die, om wat voor reden dan ook, hun land willen verlaten op illegale wijze naar een ander, vaak Westers land gebracht. Door aldus te handelen heeft de verdachte bijgedragen aan het in stand houden van een illegaal circuit en daarmee het beleid van de betrokken overheden om een gereguleerd asielbeleid te voeren, waarbij de echte asielzoekers – politieke vluchtelingen in de zin van de conventie van Genève – kunnen worden opgevangen, ondermijnd.
Voorts heeft verdachte zich schuldig gemaakt aan het opzettelijk voorhanden hebben van een valse of vervalste identiteitskaart en het voorhanden hebben van een veerdrukpistool, dat een sprekende gelijkenis vertoont met een vuurwapen.
De verdachte heeft voorts veelvuldig geldtransacties/-transfers uitgevoerd naar Irak en Iran. De wijze waarop dit geschiedde, is een vorm van ondergronds bankieren. De geldstromen zijn hierdoor aan het zicht van toezichthouders onttrokken, waardoor waarborgen worden omzeild en het uitvoeren van controle onmogelijk wordt gemaakt. Dit klemt temeer nu zulke grote contante geldbedragen veelal dienen ter financiering van misdadig handelen. Het ongecontroleerd in omloop brengen en houden van dit geld heeft zodoende een sterk corrumperende werking.
De ernst van deze feiten rechtvaardigt naar het oordeel van de rechtbank in beginsel een onvoorwaardelijke gevangenisstraf van niet geringe duur. De rechtbank heeft ten voordele van verdachte rekening gehouden met de omstandigheid dat verdachte blijkens een hem betreffend uittreksel justitiële documentatie d.d. 23 oktober 2014, nagenoeg een blanco strafblad heeft. De rechtbank ziet in de persoonlijke omstandigheden van de verdachte aanleiding de duur van de onvoorwaardelijke gevangenisstraf te beperken tot de tijd die de verdachte in voorarrest heeft doorgebracht, en de overigens passend geachte duur van de gevangenisstraf in voorwaardelijke vorm op te leggen. Door naast deze gevangenisstraf een onvoorwaardelijke taakstraf van de maximale duur op te leggen, wordt naar het oordeel van de rechtbank een passende reactie geboden op de bewezen verklaarde strafbare feiten. In de op te leggen voorwaardelijke gevangenisstaf ziet de rechtbank een middel om de verdachte ervan te weerhouden in de toekomst strafbare feiten te begaan.
De rechtbank acht, alles afwegende, een (deels voorwaardelijke) gevangenisstraf en een taakstraf van na te melden duur passend en geboden.
8.2
De inbeslaggenomen voorwerpen
De rechtbank is van oordeel dat het inbeslaggenomen geld (€ 88.050,-) moet worden verbeurdverklaard, omdat dit geld aan de verdachte toebehoort en geheel of grotendeels door middel van of uit de baten van de feiten 6 en 7 is verkregen.

9.De toegepaste wettelijke voorschriften

De hierna te nemen beslissing berust op de hiervoor genoemde wetsartikelen. Daarnaast berust deze beslissing op de artikelen 10, 14a, 14b, 14c, 22c, 22d, 27, 33, 33a, 57, 91 Sr en de artikelen 2 en 6 van de Wet op de economische delicten.

10.De beslissing

De rechtbank:
vrijspraak/bewezenverklaring
  • verklaart niet bewezen dat verdachte het onder 2 tenlastegelegde heeft begaan en spreekt hem daarvan vrij;
  • verklaart bewezen, dat verdachte het onder 1 primair, 3, 4, 5, 6 en 7 tenlastegelegde heeft begaan, zoals hierboven omschreven;
  • verklaart niet bewezen wat aan verdachte onder 1 primair, 3, 4, 5, 6 en 7 meer of anders is tenlastegelegd en spreekt hem daarvan vrij;
strafbaarheid
  • verklaart het onder 1 primair, 3, 4, 6 en 7 bewezenverklaarde strafbaar;
  • verklaart dat het onder 1 primair, 3, 4, 6 en 7 bewezenverklaarde de volgende strafbare feiten oplevert:
feit 3: opzettelijk een vals of vervalst geschrift voorhanden hebben als ware het echt en onvervalst, terwijl hij weet dat dit geschrift bestemd is voor zodanig gebruik;
feit 4: handelen in strijd met artikel 13, eerste lid, van de Wet wapens en munitie;
feit 6: medeplegen van overtreding van een voorschrift, gesteld bij artikel 3, eerste lid, van de Wet inzake de geldtransactiekantoren, opzettelijk begaan, meermalen gepleegd;
feit 7: medeplegen van overtreding van een voorschrift, gesteld bij artikel 2:3a van de Wet op het financieel toezicht, opzettelijk begaan, meermalen gepleegd.
  • verklaart dat het onder 5 bewezenverklaarde geen strafbaar feit oplevert en ontslaat verdachte op dat onderdeel van alle rechtsvervolging;
  • verklaart verdachte strafbaar voor het onder 1 subsidiair, 3, 4, 6 en 7 bewezenverklaarde;
straf
  • veroordeelt verdachte tot een
  • beveelt dat de tijd die de veroordeelde vóór de tenuitvoerlegging van deze uitspraak in verzekering en in voorlopige hechtenis heeft doorgebracht, bij de uitvoering van de gevangenisstraf in mindering wordt gebracht;
  • veroordeelt verdachte tot een
  • bepaalt dat het voorwaardelijke deel van de straf niet ten uitvoer wordt gelegd, tenzij de rechter tenuitvoerlegging gelast omdat de veroordeelde zich voor het einde van de proeftijd schuldig maakt aan een strafbaar feit;
  • veroordeelt verdachte tot een
  • beveelt, voor het geval dat de veroordeelde de taakstraf niet naar behoren verricht, dat
de inbeslaggenomen voorwerpen
- verklaart verbeurd het inbeslaggenomen geld (€ 88.050,-).
Dit vonnis is gewezen door mr. S.M.M. Bordenga, voorzitter, mr. R.P. van Eerde en mr. B.T.C. Jordaans, rechters, in tegenwoordigheid van mr. C.C. van Druten, griffier, en is in het openbaar uitgesproken op 12 december 2014.
Bijlage bewijsmiddelen
Leeswijzer
Deze bijlage maakt deel uit van het vonnis en bevat de bewijsmiddelen.
Wanneer hierna wordt verwezen naar dossierpagina’s, zijn dit bladzijden uit het dossier van de Koninklijke Marechaussee, District Landelijke en Buitenlandse Eenheden, Brigade Recherche, dossier Leersum. Tenzij hieronder anders wordt vermeld, wordt steeds verwezen naar bladzijden van een in de wettelijke vorm, door daartoe bevoegde personen, opgemaakt proces-verbaal.
Feit 1:
1. Het proces-verbaal van aanhouding d.d. 9 januari 2012, inhoudende, zakelijk weergegeven [1] :
Ik had een verdachte aangehouden ter zake overtreding van artikelen 225 en/of 231 Wetboek van Strafrecht welke een vals/vervalst paspoort had aangeboden bij de paspoortcontrole van balie uitreis. (…) Ik hoorde een medewerker van de Security werkzaam op Eindhoven Airport mij zeggen dat er een persoon, welke later bleek te zijn [verdachte], weg liep uit de vertrekhal langs de security. Ik hoorde hem zeggen dat deze persoon samen reisde met de verdachte welke ik had aangehouden. Ik zag [verdachte] haastig naar de deuropening lopen welke toegang geeft tot de terminal. Ik zag dat [verdachte] nabij de deuropening was. Ik heb toen [verdachte] bij mij geroepen. (…) Ik hoorde hem zeggen dat hij terug wilde omdat hij de laptop had van de man welke door ons was meegenomen. (…) Ik had het vermoeden dat [verdachte] niet weg wilde om de laptop terug te brengen naar de verdachte maar wilde vluchten omdat de verdachte bij ons in het kantoor zat waar hij zojuist langs was gelopen. Ik vond zijn verklaring zodanig ongeloofwaardig en de omstandigheden zodanig verdacht dat bij mij de verdenking rees dat [verdachte] samen reisde met de verdachte ter zake overtreding 225 en/of 231 Wetboek van Strafrecht welke tevens vermoedelijk illegaal in Nederland verbleef.
2. Een geschrift, te weten een uittreksel van een reservering, inhoudende, zakelijk weergegeven [2] :
Flight information: FR-1965 Mon, 09Jan12 Ein-Dub 21:00-21:40
(…) Passenger: [verdachte] (…)
Contact information: [naam 3], [adres 1].
3. Een geschrift, te weten een uittreksel van een reservering, inhoudende, zakelijk weergegeven [3] :
Flight information: FR-1965 Mon, 09Jan12 Ein-Dub 21:00-21:40
(…) Passenger: [valse naam] (…)
Contact information: [naam 3], [adres 1].
4. Een geschrift, te weten een reservering, inhoudende, zakelijk weergegeven [4] :
(…) Edit Passenger:
Last Name: [valse naam]
First Name: [valse naam]
Date of birth: [geboortedatum 3] 1990
Nationality: Bulgaria (…)
Travel Docs: Type: P Number: [nummer 1] Name: [valse naam], [valse naam]…
Contact information: [naam 3]
5. Een geschrift, te weten de uitwerking van een tapgesprek d.d. 23 april 2013 te 10:29:10 uur, inhoudende, zakelijk weergegeven [5] :
[verdachte] (SH, NG) BUN NNV-7470
[verdachte]: Hallo moeder
(…)
[verdachte] vertelt NNV dat hij van de advocaat te horen heeft gekregen dat hij 42 uur taakstraf heeft gekregen. Deze straf krijg ik voor de hulp die ik aan hem heb verleend, zegt [verdachte]. (…) [verdachte]: hij zei tegen mij: je hebt dom gehandeld toen je hem heen en weer hebt gebracht op het vliegveld. (…)
AK: Ik heb het gedaan en ik moet hiervoor boeten. (…)
NNV: Het is een humane daad wat je hebt verricht en hij is homilie (de rechtbank leest: familie).
AK: Waarom zou ik het anders gedaan hebben! Alleen omdat hij de zoon van mijn zus is. (…)
[verdachte] zegt dat [naam 1] onbeleefd en onbeschoft is.
6. Het proces-verbaal van verhoor verdachte [verdachte] d.d. 15 januari 2014 te 12:36 uur, inhoudende, zakelijk weergegeven [6] :
V: (…) Toen is er een email adres gebruikt [e-mail]@hotmail.com. Van wie is dat email adres?
A: Dat is van mij. (…)
V: Je zegt dat je met [naam 1] had gesproken en dat hij zei dat hij naar een ander land wilde. Wat is er toen besproken?
A: Hij heeft gezegd hij wilde in een ander land asiel vragen. (…)
V: Maar goed, je wist dus dat hij een vals paspoort had, jullie zouden samen naar Dublin reizen. En hij heeft jou gevraagd om met hem mee te gaan naar Dublin. Waarom vroeg hij dat?
A: Gewoon hij was aardig en ik ben dom ik geen nee zeggen (…)
V: (…)Maar je bent zelf naar Eindhoven gekomen met iemand met een vals paspoort.
A: Ja
V: Nog even over die reis van Rotterdam naar Eindhoven. Wie waren er allemaal in de auto?
A: Die jongen in de auto en [naam 1] met de trein. Wij met z’n drieën.
V: Vanaf het moment dat jij hierop Eindhoven arriveerde en uitstapte
A: Auto uitstappen, na binnen, gebeld, [naam 1] staat bij station Eindhoven komt met bus hier. Ik wachten op bus op [naam 1] en dan naar binnen gaan. (…) ik alleen maken voor hem gewoon samen… vliegen… klaar.
7. Het proces-verbaal van verhoor verdachte [verdachte] d.d. 21 januari 2014 te 10:06 uur, inhoudende, zakelijk weergegeven [7] :
A: Hiermee bedoel ik dat ik met hem naar Ierland wilde reizen en toen ben ik aangehouden in Eindhoven.
V: Wie bedoel je met “hem”?
A: [naam 1].
(…)
8. Het proces-verbaal van verhoor d.d. 10 januari 2012 te 14:02 uur, inhoudende, zakelijk weergegeven [8] :
[naam 1]
Geboren op [geboortedatum 2] 1989 te Bagdad
(…)
Op 09-01-12 ben ik met de taxi naar Eindhoven Airport gereden.
Feit 3:
9. Het verslag van binnentreden in woning ex art. 10 Awbi, inhoudende, zakelijk weergegeven [9] :
Op dinsdag 14 januari 2014, omstreeks 09:10 uur, ben ik (…) binnengetreden in de woning [woonplaats].
In de woning werd inbeslaggenomen: zie bijgevoegde inbeslagnamelijst.
Nr
Codering
Vindplaats
Omschrijving goed
5
B.01.02.04
Slaapkamer 1, onder bed in krat
ID kaart Iraaks/Arabisch
10. Het proces-verbaal ontvangst en bevindingen, betreffende onderzoek aangetroffen Irakese ID-kaart [verdachte], B.01.02.04, inhoudende, zakelijk weergegeven [10] :
Op dinsdag 14 januari 2014 heeft er een doorzoeking plaats gevonden in de woning waar [verdachte] verblijft, gelegen aan de [adres 2] te Rotterdam. (…) Tijdens deze doorzoeking is een Irakese identiteitskaart aangetroffen. Deze ID-kaart lag in een krat onder het bed in slaapkamer 1, gelegen op bovengenoemd adres. Deze inbeslaggenomen ID-kaart is binnen het onderzoeksteam bekend onder nummer: B.01.02.04.
Doordat het document in de Arabische taal is weergegeven, is op woensdag 02 april 2014 door beëidigd tolk 78 Arabisch, waarvan de persoonsgegevens binnen het onderzoeksteam bekend zijn, het betreffende document naar het Nederlands vertaald. Kort weergegeven staat het volgende vermeld: Identiteitskaart van de Republiek van Irak voorzien van identiteitsnummer: [nummer 2] op naam van [verdachte] geboren op [geboortedatum 1]/1969 te [geboorteplaats 2], Irak, uitgegeven op 02/05/1992 te Bagdad/Al-Kazimia.
Op vrijdag 28-02-2014 is een registratie aangemaakt in de Strafketendatabank van het Ministerie van Veiligheid en Justitie, aangaande [verdachte] geboren op [geboortedatum 1]-1966 te [geboorteplaats 1], Irak. Voor deze registratie is een Nederlands rijbewijs ter identificatie uitgegeven op 09-09-2010 aangeboden en ingescand. Ik, verbalisant, zag dat de geboortedatum en –plaats van [verdachte] niet overeenkwamen.
11. Het proces-verbaal van verhoor van verdachte d.d. 23 april 2014 te 10:00 uur, inhoudende, zakelijk weergegeven [11] :
O: Op de [adres 2] te Rotterdam is onder andere in beslaggenomen een Irakese identiteitskaart voorzien van beslagnummer B.01.02.04. (…)
A Dit is mijn foto die erop staat. (…) Mijn voornaam en familienaam staan er op. Ook de naam van mijn vader en moeder staan er op. De geboorteplaats en geboortedatum zijn niet juist. Op de identiteitskaart staat [geboortedatum 1] 1969 als geboortedatum maar dat komt omdat het systeem slechts is. Mijn juiste geboortedatum is [geboortedatum 1] 1966. De geboorteplaats op de kaart is ook niet goed. Er staat Arbil maar dat moet zijn [geboorteplaats 1]. (…) Een vriend van mij in Irak heeft deze voor mij aangevraagd. Ik was zelf op dat moment al in Nederland. Ik heb een pasfoto aan hem opgestuurd. Toen hij hem had opgestuurd heb ik hem gebeld dat het document niet goed was opgemaakt. (…) Zoals ik verklaarde is de Irakese identiteitskaart foutief afgegeven en heb ik deze nooit ergens voor gebruikt.
Feit 4:
12. Het verslag van binnentreden in woning ex art. 10 Awbi, inhoudende, zakelijk weergegeven [12] :
Op dinsdag 14 januari 2014, omstreeks 09:10 uur, ben ik (…) binnengetreden in de woning [woonplaats].
In de woning werd inbeslaggenomen: zie bijgevoegde inbeslagnamelijst.
Nr
Codering
Vindplaats
Omschrijving goed
51
B.02.02.07
Tussenhal, kast links, 2e plank in doos
Veerdrukpistool, zwart, Jieke P356
13. Het proces-verbaal van verhoor van verdachte d.d. 24 januari 2014 te 14:50 uur, inhoudende, zakelijk weergegeven [13] :
O: Op de [adres 2] te Rotterdam is onder andere in beslaggenomen een veerdrukpistool, zwart, voorzien van de tekst Jieke P356, voorzien van beslagnummer B.02.02.07.
A: Ik heb die gekocht voor mijn zoon. Hij ziet er zo mooi uit, net echt. (…)
V: Heeft u een wapenvergunning:
A: Nee
V: Bent u lid van een Airsoft vereniging?
A: Nee.
Feit 5:
14. Het verslag van binnentreden in woning ex art. 10 Awbi, inhoudende, zakelijk weergegeven [14] :
Op dinsdag 14 januari 2014, omstreeks 09:10 uur, ben ik (…) binnengetreden in de woning [woonplaats].
In de woning werd inbeslaggenomen: zie bijgevoegde inbeslagnamelijst.
Nr
Codering
Vindplaats
Omschrijving goed
1
B.01.01.01
Slaapkamer 1, achter radiator
Geldbedrag van € 78.100,-
(…)
17
B.02.02.01
Tussenhal, kast links, bo plank portem.
Geldbedrag van € 250,- (…)
(…)
22
B.02.02.06
Tussenhal, kast links, in binnenzak jas
Geldbedrag van € 9650,-
23
B.02.02.06
Tussenhal, kast links, 2e plank enveloppe
Gelbedrag van € 50,-
(…)
Feiten 6 en 7:
15. Het verslag van binnentreden in woning ex art. 10 Awbi, inhoudende, zakelijk weergegeven [15] :
Op dinsdag 14 januari 2014, omstreeks 09:10 uur, ben ik (…) binnengetreden in de woning [woonplaats].
In de woning werd inbeslaggenomen: zie bijgevoegde inbeslagnamelijst.
Nr
Codering
Vindplaats
Omschrijving goed
44
B.08.03.01
Woonkamer, tas in wandmeubel
Groen aantekenboekje
16. Geschriften, te weten de uitwerking van tapgesprekken [16] .
17. Het proces-verbaal van verhoor van verdachte d.d. 24 januari 2014 te 11:00 uur, inhoudende de bekennende verklaring van verdachte. [17]
18. Het proces-verbaal van verhoor van verdachte d.d. 28 januari 2014 te 11:25 uur, inhoudende de bekennende verklaring van verdachte. [18]
19. Het proces-verbaal van verhoor van verdachte d.d. 30 januari 2014 te 08:17 uur, inhoudende de bekennende verklaring van verdachte. [19]
20. Het proces-verbaal van verhoor van verdachte d.d. 31 januari 2014 te 08:52 uur, inhoudende de bekennende verklaring van verdachte. [20]
21. Het proces-verbaal van verhoor van verdachte d.d. 27 februari 2014 te 10:15 uur, inhoudende de bekennende verklaring van verdachte. [21]

Voetnoten

1.Pagina 2593-2595
2.Pagina 2585
3.Pagina 2588
4.Pagina 2589
5.Pagina 2643-2644
6.Pagina 2693-2716
7.Pagina 2739-2746
8.Pagina 2729-2730
9.Pagina 0208-0211
10.Pagina 3832-3833
11.Pagina 2900-2905
12.Pagina 0208-0211
13.Pagina 2886-2889
14.Pagina 0208-0211
15.Pagina 0208-0211
16.Pagina 2938-3048
17.Pagina 3077-3083
18.Pagina 3123-3128
19.Pagina 3137-3145
20.Pagina 3091-3098
21.Pagina 3148-3153