ECLI:NL:RBOVE:2014:6925

Rechtbank Overijssel

Datum uitspraak
29 december 2014
Publicatiedatum
29 december 2014
Zaaknummer
08/760165-14
Instantie
Rechtbank Overijssel
Type
Uitspraak
Rechtsgebied
Strafrecht
Procedures
  • Eerste aanleg - meervoudig
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Veroordeling voor inbraken en poging tot doodslag op agenten

Op 29 december 2014 heeft de Rechtbank Overijssel uitspraak gedaan in de zaak tegen een man uit Krommenie, die werd beschuldigd van meerdere strafbare feiten, waaronder inbraken en poging tot doodslag op politieagenten. De rechtbank heeft vastgesteld dat de verdachte op 22 januari 2014 betrokken was bij twee inbraken in Raalte en Holten. Na de inbraak in Raalte zijn de verdachte en zijn medeverdachten met hoge snelheid gevlucht voor de politie, wat resulteerde in een frontale aanrijding met een andere auto in Nijverdal. De rechtbank sprak de verdachte vrij van de beschuldigingen van het inrijden op agenten en het veroorzaken van het ongeluk, omdat vaststond dat een andere medeverdachte de auto bestuurde. De rechtbank oordeelde echter dat de verdachte wel degelijk betrokken was bij de inbraken en dat hij samen met anderen een kassalade en laptops had gestolen. De rechtbank achtte de verdachte schuldig aan diefstal door twee of meer verenigde personen en legde een gevangenisstraf van 32 weken op, met aftrek van de tijd die hij in voorarrest had doorgebracht. De vorderingen van de benadeelde partijen werden afgewezen, omdat deze betrekking hadden op feiten waarvan de verdachte was vrijgesproken.

Uitspraak

Rechtbank Overijssel

Afdeling Strafrecht
Zittingsplaats Zwolle
Parketnummer: 08/760165-14
Datum vonnis: 29 december 2014
Vonnis (promis) op tegenspraak van de rechtbank Overijssel, meervoudige kamer voor strafzaken, rechtdoende in de zaak van de officier van justitie tegen:
[verdachte],
geboren op [geboortedatum] 1984 te [geboorteplaats],
wonende te [woonplaats],
verblijvende in PI Zwolle.

1.Het onderzoek op de terechtzitting

Dit vonnis is gewezen naar aanleiding van het onderzoek op de openbare terechtzitting van 15 december 2014. De rechtbank heeft kennis genomen van de vordering van de officier van justitie mr. A.C.J. Nettenbreijers en van hetgeen door de verdachte en diens raadsvrouw mr. E.M.J. van Nieuwenhuizen, advocaat te Amsterdam, naar voren is gebracht.

2.De tenlastelegging

De tenlastelegging aan de verdachte:
1.
hij op of omstreeks 22 januari 2014, in de gemeente Raalte en/of de gemeente Hellendoorn en/of/althans (elders) in Nederland, tezamen en in vereniging met een ander of anderen, althans alleen, met het oogmerk van wederrechtelijke toe-eigening heeft weggenomen een
(zogenaamde) kassalade en/of een geldbedrag, in elk geval enig goed, geheel of ten dele toebehorende aan [slachtoffer 1] en/of [bedrijf slachtoffer] B.V., in elk geval aan een ander of anderen dan aan verdachte en/of zijn mededader(s), welke diefstal werd voorafgegaan en/of vergezeld en/of gevolgd van geweld en/of bedreiging met geweld, gepleegd met het oogmerk om die diefstal voor te bereiden en/of gemakkelijk te maken en/of om bij betrapping op heterdaad aan zichzelf en/of aan zijn mededader(s) hetzij de vlucht mogelijk te maken, hetzij het bezit van het gestolene te verzekeren, welk geweld en/of welke bedreiging met geweld hierin bestond(en) dat verdachte en/of zijn mededader(s):
- met hoge snelheid is/zijn weggereden, op het moment dat een als zodanig
zichtbaar dienstvoertuig van de politie in het zichtveld kwam
(dit ogenschijnlijk om aanhouding door de politie te voorkomen) en/of
- gedurende een achtervolging, meerdere malen door rood licht is/zijn
gereden en/of niet aan de verplichting heeft/hebben voldaan om zoveel mogelijk
rechts te houden en/of op zodanige wijze heeft/hebben gekeerd en/of ingehaald
dat er gevaar ontstond voor andere weggebruikers en/of
- met hoge snelheid op korte afstand langs een dienstvoertuig van de politie
- dat dwars op de weg was geparkeerd - is/zijn gereden, in welke
(onmiddellijke) nabijheid waarvan [verbalisant] en/of [verbalisant] zich op dat
moment bevond(en) en/of
- met hoge snelheid (opnieuw) het centrum van Nijverdal is/zijn ingereden,

daarbij op de weghelft, die is bestemd voor tegemoetkomend verkeer, is/zijn gaan rijden en daarbij een botsing heeft/hebben veroorzaakt, waarbij de heer [slachtoffer 2] (zwaar) letsel heeft opgelopen;

ALTHANS, voor zover voor het vorenstaande onder 1 geen veroordeling mocht of zou
kunnen volgen, SUBSIDIAIR, ter zake dat
hij op of omstreeks 22 januari 2014, in de gemeente Raalte, tezamen en in vereniging met een ander of anderen, althans alleen, met het oogmerk van wederrechtelijke toe-eigening (uit een bedrijfspand, gelegen aan de [adres 1]) heeft weggenomen een (zogenaamde) kassalade (met daarin een geldbedrag), in elk geval enig goed, geheel of ten dele toebehorende aan [slachtoffer 1] en/of [bedrijf slachtoffer] B.V., in elk geval aan een ander of anderen dan aan verdachte en/of zijn mededader(s), waarbij verdachte en/of zijn mededader(s) zich de toegang tot de plaats des misdrijfs heeft/hebben verschaft en/of de/het weg te nemen goed(eren) onder zijn/hun bereik heeft/hebben gebracht door middel van braak, verbreking en/of inklimming;
2.
hij op of omstreeks 22 januari 2014, te Holten, gemeente Rijssen-Holten, tezamen en in vereniging met een ander of anderen, althans alleen, met het oogmerk van wederrechtelijke toe-eigening in/uit een (bedrijfs)pand (welke in gebruik is/was bij [bedrijf 1]), gelegen aan de [adres 2], heeft weggenomen een of meer laptop(s)/notebook(s) (in totaal (ongeveer) 38), in elk geval enig goed, geheel of ten dele toebehorende aan
(de voormalige) [bedrijf 1] en/of (curator) [naam 1], in elk geval aan een ander of anderen dan aan verdachte en/of zijn mededader(s), waarbij verdachte en/of zijn mededader(s) zich de toegang tot de plaats des misdrijfs heeft/hebben verschaft en/of de/het weg te nemen goed(eren) onder zijn/hun bereik heeft/hebben gebracht door middel van braak, verbreking en/of inklimming;
3.
hij op of omstreeks 22 januari 2014, te Nijverdal, gemeente Hellendoorn, althans (elders) in Nederland, ter uitvoering van het door verdachte voorgenomen misdrijf om tezamen en in vereniging met een ander of anderen, althans alleen, opzettelijk een of meer agent(en) van/werkzaam bij politie Oost Nederland, genaamd [verbalisant] en/of [verbalisant] van het leven te beroven, met dat opzet, met een door hem, verdachte en/of zijn mededader(s) bestuurde (personen)auto, met (zeer) hoge snelheid is/zijn toegereden en/of ingereden op
genoemde [verbalisant] en/of [verbalisant] en/of op een aldaar - door voornoemde agent(en) (dwars over de weg)- geparkeerd (staand) dienstvoertuig, in welke (onmiddellijke) nabijheid waarvan die [verbalisant] en/of die [verbalisant] zich op dat moment bevond(en), waardoor voornoemde verbalisant(en) - om niet geraakt/overreden te worden door die (personen)auto - zich genoodzaakt voelde(n) om aan de kant te springen, terwijl de uitvoering van dat voorgenomen misdrijf niet is voltooid;
ALTHANS, voor zover voor het vorenstaande onder 3 geen veroordeling mocht of zou
kunnen volgen, SUBSIDIAIR, ter zake dat
hij op of omstreeks 22 januari 2014, te Nijverdal, gemeente Hellendoorn, althans (elders) in Nederland, ter uitvoering van het door verdachte voorgenomen misdrijf om tezamen en in
vereniging met een ander of anderen, althans alleen, aan een of meer agent(en) van/werkzaam bij politie Oost Nederland, genaamd [verbalisant] en/of [verbalisant] , opzettelijk zwaar lichamelijk letsel toe te brengen, met dat opzet, met een door hem, verdachte en/of zijn mededader(s) bestuurde (personen)auto met (zeer) hoge snelheid is/zijn toegereden en/of ingereden op genoemde [verbalisant] en/of [verbalisant] en/of op een aldaar - door
voornoemde agent(en) (dwars over de weg)- geparkeerd (staand) dienstvoertuig, in welke (onmiddellijke) nabijheid waarvan die [verbalisant] en/of die [verbalisant] zich op dat moment bevond(en), waardoor voornoemde verbalisant(en) - om niet geraakt/overreden te worden door die (personen)auto - zich genoodzaakt voelde(n) om aan de kant te springen,
terwijl de uitvoering van dat voorgenomen misdrijf niet is voltooid;
ALTHANS, voor zover voor het vorenstaande onder 3 geen veroordeling mocht of zou
kunnen volgen, MEER SUBSIDIAIR, ter zake dat
hij op of omstreeks 22 januari 2014, te Nijverdal, gemeente Hellendoorn, althans (elders) in Nederland, tezamen en in vereniging met een ander of anderen, althans alleen, een of meer agent(en) van/werkzaam bij politie Oost Nederland, genaamd [verbalisant] en/of [verbalisant] heeft/hebben bedreigd met enig misdrijf tegen het leven gericht, althans met zware mishandeling, immers is/zijn verdachte en/of zijn mededader(s), met een door hem, verdachte en/of zijn mededader(s) bestuurde (personen)auto opzettelijk dreigend met
(zeer) hoge snelheid toegereden en/of ingereden op\genoemde [verbalisant] en/of [verbalisant] en/of op een aldaar - door voornoemde agent(en) (dwars over de weg) - geparkeerd (staand) dienstvoertuig, in welke (onmiddellijke) nabijheid waarvan die [verbalisant] en/of die [verbalisant] zich op dat moment bevond(en), waardoor voornoemde verbalisant(en) - om niet geraakt/overreden te worden door die (personen)auto - zich genoodzaakt voelde(n) om aan de kant te springen;
4.
hij op of omstreeks 22 januari 2014, te Nijverdal, gemeente Hellendoorn, althans (elders) in Nederland, ter uitvoering van het door verdachte voorgenomen misdrijf om tezamen en in vereniging met een ander of anderen, althans alleen, opzettelijk [slachtoffer 2] van het leven te beroven, met dat opzet met een door hem, verdachte en/of zijn mededader(s) bestuurde (personen)auto (Audi A4), met (zeer) hoge snelheid - terwijl hij, verdachte en/of zijn
mededader(s), zich (op dat moment) met de door hem/hen bestuurde (personen)auto op de weghelft voor het tegemoetkomende verkeer bevond(en) - op/tegen een door die [slachtoffer 2] bestuurde (bestel)auto (Chrysler Voyager) is/zijn in-/aangereden, terwijl de uitvoering van dat voorgenomen misdrijf niet is voltooid;
ALTHANS, voor zover voor het vorenstaande onder 4 geen veroordeling mocht of zou
kunnen volgen, SUBSIDIAIR, ter zake dat
hij op of omstreeks 22 januari 2014, te Nijverdal, gemeente Hellendoorn, althans (elders) in Nederland, tezamen en in vereniging met een ander of anderen, althans alleen,
aan een persoon genaamd [slachtoffer 2], opzettelijk zwaar lichamelijk letsel (te weten (14) gebroken ribben en/of een gebroken borstbeen en/of een gebroken (linker)hand en/of een
gebroken/verbrijzelde pols en/of een of meer gebroken/verbrijzelde enkel(s)), heeft/hebben toegebracht, door toen en (al)daar opzettelijk met een door hem en/of zijn mededader(s)
bestuurde (personen)auto (Audi A4), met (zeer) hoge snelheid - terwijl hij, verdachte en/of zijn mededader(s), zich (op dat moment) met de door hem/hen bestuurde (personen)auto op de weghelft voor het tegemoetkomende verkeer bevond(en) - op/tegen een door die [slachtoffer 2] bestuurde (bestel)auto (Chrysler Voyager) aan te rijden;
ALTHANS, voor zover voor het vorenstaande onder 4 geen veroordeling mocht of zou
kunnen volgen, MEER SUBSIDIAIR, ter zake dat
hij op of omstreeks 22 januari 2014, te Nijverdal, gemeente Hellendoorn, als verkeersdeelnemer, namelijk als bestuurder van een motorrijtuig (personenauto, Audi A4), daarmede rijdende over de weg, de Grotestraat (N35), roekeloos, in elk geval zeer, althans aanmerkelijk, onvoorzichtig, onoplettend en/of onachtzaam heeft gereden, hierin bestaande dat verdachte,
toen aldaar op die weg heeft gereden met zeer hoge snelheid, in elk geval met een veel hogere snelheid dan de ter plaatse toegestane maximum snelheid van 50 km/h, en/of
(daarbij) niet, althans in onvoldoende mate, op het voor hem gelegen weggedeelte van die Grotestraat en/of het overig verkeer heeft gelet en/of is blijven letten, en/of
(daarbij) naar links heeft gestuurd, en/of
(daarbij) geheel of gedeeltelijk is terecht gekomen op het voor het tegemoetkomend verkeer bestemd weggedeelte, zonder dat er enige te rechtvaardigen aanleiding of reden was om op dat weggedeelte te (gaan) rijden, en/of
(daarbij) niet, althans onvoldoende, heeft voldaan aan zijn verplichting zoveel mogelijk rechts te houden , als bedoeld in artikel 3 van het Reglement verkeersregels en verkeerstekens 1990, en/of
(vervolgens) op dat weggedeelte, bestemd voor het tegemoetkomend verkeer, (frontaal) is gebotst tegen, althans in aanrijding is gekomen met een hem tegemoetkomend (toen dicht genaderd zijnde) ander motorrijtuig (personenauto, Chrysler Voyager),
en aldus zich zodanig heeft gedragen dat een aan zijn schuld te wijten verkeersongeval heeft plaatsgevonden, waardoor een ander ([slachtoffer 2]) zwaar lichamelijk letsel, althans zodanig lichamelijk letsel dat daaruit tijdelijke ziekte of verhindering in de uitoefening van de normale bezigheden is ontstaan, werd toegebracht,
zulks terwijl het feit is veroorzaakt of mede is veroorzaakt doordat hij, verdachte, een krachtens deze wet vastgestelde maximumsnelheid in ernstige mate heeft overschreden;
5.
hij in of omstreeks de periode van 10 januari 2014 tot en met 13 januari 2014, in de gemeente Amsterdam, tezamen en in vereniging met een ander of anderen, althans alleen, met het oogmerk van wederrechtelijke toe-eigening een (personen)auto (Audi A4) (met kenteken [kenteken 1]) heeft weggenomen, in elk geval enig goed, geheel of ten dele toebehorende aan [slachtoffer 3], in elk geval aan een ander of anderen dan aan verdachte en/of zijn mededader(s), waarbij verdachte en/of zijn mededader(s) zich de toegang tot de plaats des misdrijfs heeft/hebben verschaft en/of de/het weg te nemen goed(eren) onder zijn/hun bereik heeft/hebben gebracht door middel van braak, verbreking en/of een valse
sleutel;
ALTHANS, voor zover voor het vorenstaande onder 5 geen veroordeling mocht of zou
kunnen volgen, SUBSIDIAIR, ter zake dat
hij in of omstreeks de periode van 10 januari 2014 tot en met 22 januari 2014, in de gemeente Amsterdam, althans (in elk geval) (elders) in Nederland, tezamen en in vereniging met een ander of anderen, althans alleen, een (personen)auto (Audi A4) (kenteken [kenteken 1]) heeft verworven, voorhanden heeft gehad en/of heeft overgedragen, terwijl hij en/of zijn mededader(s) ten tijde van het verwerven of het voorhanden krijgen van voornoemde
(personen)auto wist(en) of redelijkerwijs had(den) moeten vermoeden dat het een door misdrijf verkregen goed betrof;
6.
hij in of omstreeks de periode van 12 januari 2014 tot en met 13 januari 2014, in de gemeente Amsterdam, althans (elders) in Nederland, tezamen en in vereniging met een ander of anderen, althans alleen, met het oogmerk van wederrechtelijke toe-eigening heeft weggenomen een of meer kentekenpla(a)t(en) (met kenteken [kenteken 2]), in elk geval enig goed, geheel of ten dele toebehorende aan [slachtoffer 4], in elk geval aan een ander of
anderen dan aan verdachte en/of zijn mededader(s);
ALTHANS, voor zover voor het vorenstaande onder 6 geen veroordeling mocht of zou
kunnen volgen, SUBSIDIAIR, ter zake dat
hij in of omstreeks de periode van 12 januari 2014 tot en met 22 januari 2014, in de gemeente Amsterdam, althans (in elk geval) (elders) in Nederland, tezamen en in vereniging met een ander of anderen, althans alleen, een of meer kentekenpla(a)t(en) (met kenteken [kenteken 2]) heeft verworven, voorhanden heeft gehad en/of heeft overgedragen, terwijl hij en/of zijn mededader(s) ten tijde van het verwerven of het voorhanden krijgen van voornoemde kentekenpla(a)t(en) wist(en) of redelijkerwijs had(den) moeten vermoeden dat het (een) door
misdrijf verkregen goed(eren) betrof(fen).

3.De voorvragen

De rechtbank heeft vastgesteld dat de dagvaarding geldig is, dat zij bevoegd is tot kennisneming van deze zaak, dat de officier van justitie ontvankelijk is in de vervolging en dat er geen redenen zijn voor schorsing van de vervolging.

4.De beoordeling van het bewijs

Deze paragraaf bevat het oordeel van de rechtbank over de vraag of de tenlastegelegde feiten bewezenverklaard kunnen worden of dat daarvan moet worden vrijgesproken. In het geval de rechtbank tot een bewezenverklaring komt, steunt de beslissing dat verdachte de feiten heeft begaan op de inhoud van bewijsmiddelen die als bijlage aan het vonnis zijn gehecht en daarvan op die wijze deel uitmaken. Deze bewijsmiddelen bevatten dan de redengevende feiten en omstandigheden op grond waarvan de rechtbank de overtuiging heeft gekregen dat verdachte het tenlastegelegde heeft begaan.
4.1
Het standpunt van de officier van justitie.
De officier van justitie heeft ter terechtzitting de veroordeling van verdachte gevorderd ten aanzien van hetgeen onder 1 primair, 2, 3 primair (poging doodslag verbalisant [verbalisant]) en meer subsidiair (bedreiging verbalisant [verbalisant]), 4 primair, 5 subsidiair en 6 subsidiair ten laste is gelegd.
4.2
Het standpunt van de verdediging
De raadsvrouw heeft primair bepleit dat verdachte integraal dient te worden vrijgesproken van alle ten laste gelegde feiten aangezien betrokkenheid van verdachte hierbij niet kan worden bewezen. Subsidiair heeft de raadsvrouw aangevoerd dat, indien de rechtbank bewezen acht dat verdachte in de betreffende Audi heeft gezeten, onvoldoende vaststaat dat verdachte bij de bedrijfsinbraken onder de feiten 1 en 2 betrokken is geweest. Met betrekking tot het geweldsaspect onder feit 1, alsmede met betrekking tot de feiten 3 en 4 heeft de raadsvrouw verwezen naar de uitspraken van rechtbank Overijssel, locatie Zwolle, in de zaken van de medeverdachten waarbij de rechtbank heeft geoordeeld dat medeverdachte [medeverdachte 1] de bestuurder is en als enige verantwoordelijk is gehouden voor het rijgedrag. Ook dient verdachte van het onder 5 en 6 ten laste gelegde te worden vrijgesproken wegens onvoldoende wettig en overtuigend bewijs.
4.3
De bewijsoverwegingen van de rechtbank
Als vast staand gegeven neemt de rechtbank aan dat op 22 januari 2014 om 21.49 uur te Nijverdal een frontale aanrijding heeft plaatsgevonden tussen een grijze Audi A4 stationwagon, met kentekenplaten [kenteken 2], en een Chrysler Voyager, keteken [kenteken 1], bestuurd door de heer [slachtoffer 2]. Voorts staat vast dat kort daarvoor, om circa 21.30 uur, bij [bedrijf 2] Security een inbraakmelding van het bedrijf [bedrijf slachtoffer] B.V. te Raalte binnenkwam.
De rechtbank ziet zich allereerst voor de vraag gesteld of verdachte op de avond van 22 januari 2014 in de Audi A4 met het kenteken [kenteken 2] heeft gezeten en zich daarbij in de omgeving van Raalte en Nijverdal heeft begeven. De rechtbank beantwoordt deze vraag bevestigend en overweegt hiertoe het volgende.
De rechtbank stelt vast dat uit de aangifte en het proces-verbaal van bevindingen met betrekking tot de camerabeelden bij het bedrijf [bedrijf slachtoffer] te Raalte kan worden afgeleid dat op de avond van 22 januari 2014 is ingebroken in het betreffende pand, waarbij op de camerabeelden is te zien dat in een tijdsbestek van dertig seconden in totaal vijf personen uit dit pand naar buiten lopen en in een auto (model station) stappen. De getuige [getuige 1], beveiliger bij [bedrijf 2] Security, heeft verklaard dat hij zich op het moment van de alarmmelding bij [bedrijf slachtoffer] vlakbij de betreffende locatie bevond, en dat hem 20 seconden na de alarmmelding een grijze Audi station heel hard tegemoet kwam rijden over de Overkampsweg richting de Nieuwe Deventerweg.
Voorts stelt de rechtbank vast dat getuige [getuige 2] vlak na de frontale botsing tussen de Audi A4 en de Chrysler heeft waargenomen dat twee personen uit de auto zijn gestapt en weggerend. Zo heeft ze bij de politie verklaard dat vanuit het linker achterportier een man met een donkere huidskleur is gestapt die hard is weggerend. Uit de verklaring van [getuige 2] komt ook naar voren dat er een persoon aan de rechterkant van de Audi A4 het portier heeft geopend en uit de auto viel, waarna de getuige deze man heeft vastgepakt. Getuige verklaart dat ze even later ziet dat deze man die ze had vastgepakt en wist te ontkomen alsnog door de twee politieagenten is opgepakt. Dit bleek de verdachte [medeverdachte 2] te zijn. Verbalisanten hebben na de aanrijding, in de Audi A4 de verdachten [medeverdachte 1], [medeverdachte 3] en [medeverdachte 4] aangetroffen en aangehouden.
Daarnaast blijkt uit het aanvullend proces-verbaal sporenonderzoek - kortgezegd - dat meerdere bloedsporen die in de Audi A4 zijn aangetroffen afkomstig zijn van verdachte. Bovendien blijkt uit de historische gegevens van het telefoonnummer [nummer 1] dat het meermalen is gepijld in Nijverdal en Haarle in de periode van 22 januari 2014 tussen 22:03:22 uur en 23 januari 2014 01:17:31 uur. Volgens getuige [getuige 3] zal verdachte dit telefoonnummer wel in gebruik hebben gehad die nacht. Getuige [getuige 3] verklaart dat zij verdachte, op zijn telefonische verzoek daartoe, ergens bij een begraafplaats bij Nijverdal heeft opgehaald. Ze heeft voorts verklaard dat verdachte gewond was aan zijn linker achterzijde van rug, dat hij strompelde en dat hij zei dat hij veel pijn had en niet kon praten. Volgens getuige [getuige 3] zei verdachte dat zij hem naar het ziekenhuis in Amsterdam moest rijden en dat zij daar maar moest zeggen dat hij gevallen was.
Gelet op voornoemde bewijsmiddelen in hun ondderlinge samenhang bezien is de rechtbank van oordeel dat genoegzaam vaststaat dat verdachte als vijfde passagier in de Audi A4 heeft gezeten op de avond van 22 januari 2014 in de omgeving van Raalte en Nijverdal.
De rechtbank overweegt met betrekking tot het onder 3 (het ‘inrijden’ op verbalisanten) en 4 (de aanrijding) ten laste gelegde en het onder 1 primair (diefstal bij [bedrijf slachtoffer]) ten laste gelegde geweld als volgt.
Door de officier van justitie is betoogd dat verdachte de Audi A4 weliswaar niet heeft bestuurd, maar dat hij niettemin als medepleger van het onder 3 en 4 ten laste gelegde en het onder 1 ten laste gelegde geweld kan worden aangemerkt. Het geweld zou hebben bestaan uit gevaarlijk rijgedrag, het ‘inrijden’ op verbalisanten die het voertuig tot stoppen probeerden te dwingen, hetgeen onder feit 3 ook afzonderlijk ten laste is gelegd en de aanrijding die heeft plaatsgevonden met (de auto van) [slachtoffer 2], wat ook als afzonderlijk feit onder 4 ten laste is gelegd.
Met de officier van justitie stelt de rechtbank vast dat verdachte ten tijde van vorenbedoelde feiten niet achter het stuur van de betreffende Audi heeft gezeten. Voorts is uit het dossier weliswaar gebleken van een gezamenlijke uitvoering van bedrijfsinbraken, maar niet van enig plan omtrent een eventuele, al dan niet gezamenlijke, vluchtpoging of het uitoefenen van geweld in algemene zin. De omstandigheid dat verdachte met zijn medeverdachten in een 'snelle' auto naar de plaats van de bedrijfsinbraken is gereden, maakt dat oordeel niet anders.
Toen de vluchtpoging daadwerkelijk ontstond, is het voertuig door een ander dan verdachte bestuurd en verdachte heeft derhalve niet zelf de ten laste gelegde (gewelds)handelingen verricht. De enkele omstandigheid dat verdachte zich ten tijde van de ten laste gelegde feiten in het voertuig heeft bevonden, is naar het oordeel van de rechtbank onvoldoende om te kunnen spreken van een bewuste en nauwe samenwerking, die gericht was op het plegen van deze feiten. Hiermee heeft verdachte immers ook op geen enkele wijze een significante bijdrage geleverd. De verdachte zal daarom van het onder 3 en 4 ten laste gelegde en van het onder 1 primair ten laste gelegde geweld worden vrijgesproken.
De rechtbank overweegt met betrekking tot het onder 5 (diefstal/heling Audi A4) en 6 (diefstal/heling kentekenplaten) ten laste gelegde als volgt.
Met de officier van justitie en de raadsman is de rechtbank van oordeel dat het dossier geen aanwijzingen bevat voor de betrokkenheid van verdachte bij het wegnemen van de in de tenlastelegging onder 5 en 6 genoemde Audi A4, respectievelijk kentekenplaat. De omstandigheid dat verdachte zich op 22 januari 2014 in het bewuste voertuig heeft bevonden en daarmee bij bedrijfsinbraken betrokken is geweest, is voorts weliswaar verdacht, maar biedt naar het oordeel van de rechtbank onvoldoende grond om aan te nemen dat verdachte wist of redelijkerwijs moest vermoeden dat het van misdrijf afkomstige goederen betroffen. De rechtbank merkt daarbij in het bijzonder op dat - nu verdachte niet als bestuurder van het voertuig heeft gefungeerd - het allerminst zeker is of hij de beschadiging aan het linker voorportier van de Audi heeft waargenomen, terwijl voor het overige geen bijzonderheden aan de auto, dan wel de kentekenplaat zichtbaar waren. Er zijn weliswaar sterke aanwijzingen dat de plaats in de auto waar verdachte gezeten heeft, links achterin was maar anders dan de officier van justitie acht de rechtbank dit geen omstandigheid op grond waarvan zonder meer bewezen is te achten dat verdachte de beschadiging aan het portierslot van het bestuurdersportier moet hebben gezien, alleen al in verband met het gegeven dat dat slot voor een instappende passagier links achterin niet is te zien als het bestuurdersportier (ook) geopend is. Gelet op het voorgaande acht de rechtbank het onder 5 en 6 ten laste gelegde niet wettig en overtuigend bewezen.
Ten aanzien van het onder 1 (diefstal bij [bedrijf slachtoffer]) en 2 (inbraak bij [bedrijf 1]) (overigens) ten laste gelegde overweegt de rechtbank als volgt.
Hiervoor is reeds overwogen dat verdachte van het onder 1 primair ten laste gelegde geweld zal worden vrijgesproken.
Ten aanzien van het onder 1 primair voor het overige ten laste gelegde en voor wat betreft het ten laste gelegde onder 2 stelt de rechtbank op basis van de bewijsmiddelen vast dat verdachte op 22 januari 2014 samen met anderen binnen is geweest in een bedrijfspand van [slachtoffer 1], nadat verdachte eerder op de avond samen met anderen had ingebroken in een bedrijfspand van [bedrijf 1].
Van belang hierbij is dat, zoals volgt uit hetgeen hiervoor is overwogen, verdachte is aan te merken als een van de vijf inzittenden van de Audi die bij de frontale aanrijding in Nijverdal was betrokken. Deze aanrijding heeft omstreeks 21.49 uur plaatsgevonden. De inbraakmelding bij [bedrijf slachtoffer] was kort daarvoor - omstreeks 21.28 uur – bij de meldkamer van de politie binnen gekomen. Voorts volgt uit de bewijsmiddelen dat de grijze Audi kort na deze inbraakmelding bij de politie in beeld kwam en tot aan de aanrijding in Nijverdal op enigerlei wijze nagenoeg onafgebroken is gevolgd. Tegen die achtergrond is verder nog van belang dat uit de camerabeelden van [bedrijf slachtoffer] volgt dat 5 personen het pand verlaten en in de auto stappen. Uit de bewijsmiddelen blijkt bovendien dat er bij deze inbraak op 22 januari 2014 een muntenbakje/kassalade is weggenomen. De rechtbank stelt vast dat dezelfde kassalade uit het voertuig waarin verdachte zich op dat moment bevond, is gegooid. Naar het oordeel van de rechtbank kan het daarom niet anders zijn dan dat het verdachte en/of (één van) zijn kompanen is of zijn geweest, die het betreffende goed heeft, dan wel hebben weggenomen. Het korte tijdsbestek tussen de inbraakmelding en de aanrijding in Nijverdal overziende, gevoegd bij de camerabeelden van [bedrijf slachtoffer], in combinatie met de op de vluchtroute uit de auto geworpen en aangetroffen kassalade, staat naar het oordeel van de rechtbank verdachtes betrokkenheid bij de diefstal bij [bedrijf slachtoffer] genoegzaam vast.
Voor wat betreft verdachtes betrokkenheid bij de inbraak bij [bedrijf 1] acht de rechtbank relevant dat bij onderzoek van de Audi een sporttas met 38 laptops is aangetroffen die aan [bedrijf 1] te Holten toebehoren en dat de inbraak bij dat bedrijf in elk geval vóór 22 januari 2014 om 21.43 uur, het tijdstip van inschakelen van het alarm, heeft plaatsgevonden. Mede gelet op hetgeen zojuist is overwogen, moet deze inbraak hebben plaatsgevonden in elk geval vóór de inbraak bij [bedrijf slachtoffer]. Vast staat verder dat geen der verdachten noch de door hen gebruikte Audi woonachtig/afkomstig zijn/is in/uit de omgeving van Holten/Raalte/Nijverdal. Allen zijn woonachtig in het westen des lands, de Audi en de daarop aangebrachte kentekenplaten zijn uit Amsterdam afkomstig. Met het aantreffen van de tas met laptops in de bij de aanrijding in Nijverdal gestrande Audi, staat naar het oordeel van de rechtbank dan ook genoegzaam vast dat het dezelfde 5 verdachten zijn geweest die voorafgaand aan de diefstal bij [bedrijf slachtoffer] tevens de inbraak bij [bedrijf 1] hebben gepleegd. Verdachte heeft geen dit scenario ontzenuwende verklaring gegeven. De zich in het dossier voor het overige bevindende bewijsmiddelen bieden evenmin aanknopingspunten voor een andere en realistisch te achten lezing.
Ten aanzien van de onder 2 ten laste gelegde braak acht de rechtbank relevant dat op de plaats van het delict werktuigsporen zijn aangetroffen, vermoedelijk afkomstig van een schroevendraaier en een koevoet. In het voertuig waarin verdachte zich na de diefstal met zijn mededaders bevond, zijn diverse schroevendraaiers en breekijzers aangetroffen. Nu voorts niet is gebleken dat de schade op enige andere wijze is ontstaan, concludeert de rechtbank dat de werktuigsporen bij deze inbraak door verdachte en/of zijn mededaders zijn veroorzaakt. De rechtbank acht daarom de onder 2 ten laste gelegde braak wettig en overtuigend bewezen.
Tenslotte overweegt de rechtbank dat uit de gezamenlijke aanwezigheid van de 5 verdachten in/bij het bedrijf van [bedrijf slachtoffer] en hun gezamenlijke vertrek aldaar, met medenemen van het/de muntenbakje/kassalade, op geen enkele wijze enige distantie valt af te leiden ten aanzien van de daaraan voorafgaande - en qua object (een bedrijf) vergelijkbare – inbraak bij [bedrijf 1], hetgeen te meer klemt daar het dossier geen andere conclusie toelaat dan dat verdachten gezamenlijk vanuit de regio Amsterdam naar de regio Holten zijn gereisd, daar de inbraak bij [bedrijf 1] hebben gepleegd en vervolgens zijn doorgereden naar Raalte en de diefstal bij [bedrijf slachtoffer] hebben gepleegd. Het aldus naar voren komende gezamenlijke optreden bepaalt naar het oordeel van de rechtbank dat ten aanzien van het onder 1 en 2 ten laste gelegde gesproken kan worden van een zodanige samenwerking dat dit moet worden gezien als medeplegen.
4.4
De conclusie
De rechtbank acht niet bewezen wat aan de verdachte onder 3, 4, 5 en 6 is tenlastegelegd, zodat zij hem daarvan zal vrijspreken.
De rechtbank is door de inhoud van de wettige bewijsmiddelen tot de overtuiging gekomen, dat de verdachte het onder 1 primair en 2 tenlastegelegde heeft begaan, met dien verstande dat:
1 primair
hij op 22 januari 2014, in de gemeente Raalte, tezamen en in vereniging met anderen met het oogmerk van wederrechtelijke toe-eigening heeft weggenomen een kassalade en een geldbedrag, toebehorende aan [bedrijf slachtoffer] B.V.;
2
hij op 22 januari 2014, te Holten, gemeente Rijssen-Holten, tezamen en in vereniging met anderen, met het oogmerk van wederrechtelijke toe-eigening uit een bedrijfspand (dat in gebruik was bij [bedrijf 1]), gelegen aan de [adres 2], heeft weggenomen laptops (in totaal 38), toebehorende aan de voormalige [bedrijf 1] en/of curator [naam 1], in elk geval aan een ander of anderen dan aan verdachte en zijn mededaders, waarbij verdachte en/of zijn mededader(s) zich de toegang tot de plaats des misdrijfs hebben verschaft en de weg te nemen goederen onder hun bereik hebben gebracht door middel van braak.
De rechtbank acht niet bewezen wat aan de verdachte onder 1 primair en 2 meer of anders is tenlastegelegd, zodat zij hem daarvan zal vrijspreken.

5.De strafbaarheid van het bewezenverklaarde

Het bewezenverklaarde is strafbaar gesteld bij de artikelen 310 juncto 311 Sr. Er zijn geen feiten of omstandigheden aannemelijk geworden die de strafbaarheid van de feiten uitsluiten.
Het bewezenverklaarde levert op:
feit 1 primair
het misdrijf: diefstal door twee of meer verenigde personen;
feit 2
het misdrijf: diefstal door twee of meer verenigde personen, waarbij de schuldige zich de toegang tot de plaats van het misdrijf heeft verschaft door middel van braak.

6.De strafbaarheid van de verdachte

Er zijn geen feiten of omstandigheden aannemelijk geworden die de strafbaarheid van verdachte uitsluiten. De rechtbank oordeelt daarom dat verdachte strafbaar is voor de bewezenverklaarde feiten.

7.De op te leggen straf of maatregel

7.1
Het standpunt van de officier van justitie
De officier van justitie heeft op grond van hetgeen hij bewezen heeft geacht een gevangenisstraf gevorderd voor de duur van twee jaren en ontzegging van de rijbevoegdheid voor de duur van vier jaren. Voorts heeft de officier van justitie gevorderd de vorderingen van de benadeelde partijen toe te wijzen.
7.2
Het standpunt van de verdediging
De raadsvrouw heeft primair vrijspraak van het tenlastegelegde bepleit. Ze heeft de rechtbank verzocht bij strafoplegging niet de officier van justitie in zijn eis te volgen maar te matigen naar de door de LOVS gestelde 10 weken gevangenisstraf, omdat er geen strafverzwarende omstandigheden aanwezig zijn.
7.3
De gronden voor een straf of maatregel
Bij de strafoplegging houdt de rechtbank rekening met de aard en de ernst van de gepleegde feiten, de omstandigheden waaronder deze zijn begaan en de persoon van de verdachte zoals die uit het dossier en tijdens de behandeling ter terechtzitting naar voren zijn gekomen. Ook neemt de rechtbank de volgende factoren in aanmerking.
Verdachte heeft zich op 22 januari 2014 schuldig gemaakt aan een bedrijfsinbraak en een diefstal uit een bedrijf. Dergelijke misdrijven veroorzaken niet alleen materiële schade, maar vaak leiden dit soort feiten ook tot veel ergernis en ongemak. Bovendien draagt een inbraak in het algemeen bij aan een onveilig gevoel bij de eigenaar en de werknemers van het getroffen bedrijf. Verdachte heeft op één avond tot tweemaal toe puur uit eigen gewin gehandeld en kennelijk de schade die hij heeft veroorzaakt bij de bedrijven voor lief genomen. De rechtbank rekent hem dit zwaar aan.
Bij haar beslissing heeft de rechtbank rekening gehouden met:
een uittreksel justitiële documentatie van verdachte d.d. 6 november 2014;
een reclasseringsrapport over de persoon van verdachte d.d. 18 november 2014;
de overige stukken in het persoonsdossier van verdachte.
De rechtbank heeft bij de bepaling van de straf de geldende oriëntatiepunten van het Landelijk overleg vakinhoud strafrecht (LOVS) als uitgangspunt genomen. Voor een bedrijfsinbraak wordt in beginsel 10 weken gevangenisstraf passend geacht. De rechtbank weegt in strafverzwarende zin mee dat de bewezenverklaarde feiten een min of meer professioneel karakter droegen en dat zij in vereniging zijn gepleegd. Daarnaast blijkt uit het uittreksel justitiële documentatie dat verdachte meermalen is veroordeeld ter zake van bedrijfsinbraken. De rechtbank acht daarom in het onderhavige geval een gevangenisstraf van 16 weken per inbraak passend en geboden. De rechtbank zal derhalve een gevangenisstraf voor de duur van 32 weken opleggen met aftrek van de dagen doorgebracht in voorarrest.

9.De schade van benadeelden

9.1
De vordering van de benadeelde partij
De benadeelde partijen [verbalisant], [verbalisant], [slachtoffer 4] en [slachtoffer 3] hebben, ieder voor zich, een vordering ingediend. Nu deze vorderingen telkens zien op (onderdelen van) ten laste gelegde feiten waarvan verdachte wordt vrijgesproken, zal de rechtbank de benadeelde partijen niet-ontvankelijk verklaren in hun vorderingen.

11.De toegepaste wettelijke voorschriften

De hierna te nemen beslissing berust op de hiervoor genoemde wetsartikelen. Daarnaast berust deze beslissing op de artikelen 10, 27 en 57 Sr.

12.De beslissing

De rechtbank:
vrijspraak/bewezenverklaring
  • verklaart niet bewezen dat verdachte het onder 3, 4, 5 en 6 tenlastegelegde heeft begaan en spreekt hem daarvan vrij;
  • verklaart bewezen, dat verdachte het onder 1 primair en 2 tenlastegelegde heeft begaan, zoals hierboven omschreven;
  • verklaart niet bewezen wat aan verdachte onder 1 primair en 2 tenlastegelegde meer of anders is tenlastegelegd en spreekt hem daarvan vrij;
strafbaarheid
  • verklaart het bewezenverklaarde strafbaar;
  • verklaart verdachte strafbaar voor het onder 1 primair en 2 bewezenverklaarde;
straf
  • veroordeelt verdachte tot een
  • bepaalt dat de tijd die de veroordeelde voor de tenuitvoerlegging van deze uitspraak in verzekering en voorlopige hechtenis heeft doorgebracht, bij de uitvoering van de gevangenisstraf geheel in mindering zal worden gebracht;

schadevergoeding

  • bepaalt dat de benadeelde partij: [verbalisant], in het geheel niet-ontvankelijk is in zijn vordering, en dat de benadeelde partij de vordering bij de burgerlijke rechter kan aanbrengen;
  • bepaalt dat de benadeelde partij: [verbalisant], in het geheel niet-ontvankelijk is in zijn vordering, en dat de benadeelde partij de vordering bij de burgerlijke rechter kan aanbrengen
  • bepaalt dat de benadeelde partij: [slachtoffer 4], in het geheel niet-ontvankelijk is in zijn vordering, en dat de benadeelde partij de vordering bij de burgerlijke rechter kan aanbrengen
  • bepaalt dat de benadeelde partij: [slachtoffer 3], in het geheel niet-ontvankelijk is in haar vordering, en dat de benadeelde partij de vordering bij de burgerlijke rechter kan aanbrengen
Dit vonnis is gewezen door mr. G.A. Versteeg, voorzitter, mr. L.J.C. Hangx en
mr. L.J. Bosch, rechters, in tegenwoordigheid van W. van Goor, griffier, en is in het openbaar uitgesproken op 29 december 2014.
Mrs. Hangx en Bosch zijn buiten staat dit vonnis mede te ondertekenen.
Bijlage bewijsmiddelen
Leeswijzer
Deze bijlage maakt deel uit van het vonnis en bevat de bewijsmiddelen.
Wanneer hierna wordt verwezen naar dossierpagina’s, zijn dit bladzijden uit het dossier van de regiopolitie Oost-Nederland met nummer PL04SA 2014017755 gesloten op 24 maart 2014. Tenzij hieronder anders wordt vermeld, wordt steeds verwezen naar bladzijden van een in de wettelijke vorm, door daartoe bevoegde personen, opgemaakt proces-verbaal.
Een proces-verbaal van aangifte [slachtoffer 1], namens [bedrijf slachtoffer] B.V. [1] , voor zover inhoudende - zakelijk weergegeven - als verklaring van aangever:
Ik ben eigenaar van het bedrijf [bedrijf slachtoffer] B.V., gevestigd aan de [adres 1] te Raalte. Op 22 januari omstreeks 21.30 uur werd ik gebeld door een medewerker van Venenberg Security. Zij worden gewaarschuwd als er een inbraakmelding is. De medewerker vertelde mij dat er was ingebroken in mijn bedrijf. Hierop ben ik naar mijn bedrijf gereden. Ik zag dat de deur aan de zijde van de [adres 1] openstond. Ik zag dat er braakschade aan de deur zat. Ik ben naar binnen gegaan. Ik zag dat bij het bureau dat zich het dichtst bij de balie bevindt, een lade was geopend. Ik zag dat op dit bureau een geldkist stond, die in deze lade hoorde te liggen. Ik zag dat het gedeelte, bestemd voor het muntgeld, uit deze geldkist was weggenomen. Ik schat dat hier tussen de 150 en 200 euro aan muntgeld in zat.
U toont mij een foto van een onderdeel van een geldkistje dat door uw collega's is aangetroffen, nadat deze uit een vluchtende auto is gegooid. Ik kan u zeggen dat dit onderdeel hetzelfde is als hetgeen uit mijn geldkist is weggenomen.
Een proces-verbaal van verhoor getuige [2] , opgemaakt op 23 januari 2014, voor zover inhoudende - zakelijk weergegeven - als verklaring van de getuige [getuige 1]:
Ik ben werkzaam als beveiliger van [bedrijf 2] Security. Op 22 januari 2014 omstreeks 21.30 uur was ik aan het werk. Omstreeks genoemd tijdstip kreeg ik van onze meldkamer een inbraakalarm binnen afkomstig van [bedrijf slachtoffer] BV, gevestigd aan de [adres 1] te Raalte. Ik ben (…) richting de [adres 1] gereden. Ik beviond mij vlakbij de locatie waar het alarm vandaan kwam. Kort na de alarmmelding, ik schat zo’n 20 seconden, zag ik een grijze audi station mij heel hard tegemoet rijden over de Overkampsweg richting de Nieuwe Deventerweg. Ik hoorde dat de banden van de audi piepten in de bocht.
(…) Toen ik bij het bedrijf aan de [adres 1] te Raalte kwam, zag ik dat er een deur was opengebroken. Kort na mij kwam de politie ter plaatse en heb ik bovenstaande aan hen doorgegeven.
Een proces-verbaal van verhoor getuige [3] , opgemaakt op 23 januari 2014, voor zover inhoudende - zakelijk weergegeven - als verklaring van de getuige [getuige 1]:
(…) Slecht een minuutje later volgens mij arriveerde de politie bij het pand en heb ik daar gesproken met de betreffende politieman.
Een proces-verbaal van bevindingen [4] , opgemaakt op 23 januari 2014, voor zover inhoudende - zakelijk weergegeven - als verklaring van verbalisanten:
Op 22 januari 2014, omstreeks 21.28 uur reden wij, verbalisanten, in een onopvallend dienstvoertuig. Wij hoorden van de Meldkamer dat er een inbraakmelding was bij [slachtoffer 1] [adres 1] te Raalte. Hierop zijn wij vanuit Wijhe richting Raalte gegaan. Wij hoorden dat een grijze Audi bij de inbraak betrokken zou zijn. Deze auto was door de melder, een medewerker van Venenberg Security, gezien. Hierop zijn wij uit gaan kijken naar voornoemd voertuig. Wij zagen ter hoogte van het kruispunt N35-N348 dat een rij voertuigen voor het rode verkeerslicht stond opgesteld. Wij zagen dat de voorste auto in deze rij een grijze Audi betrof. Dit voertuig reed bij groen licht de kruising recht over richting Raalte-Noord. Ter hoogte van de t-splitsing Weidelaan-Ganzeboomlaan konden wij uiteindelijk het volgende kenteken lezen: [kenteken 2].
Wij hebben dit voertuig gevolgd. Op enig moment zagen wij dat er een voor ons onbekend voorwerp aan de linkerzijde van het voertuig naar buiten werd gegooid.
Nadat wij de opdracht hadden gekregen de achtervolging te staken, hebben wij ons voertuig gekeerd en troffen wij op de plaats waar eerder het zwarte voorwerp werd weggegooid, een zwart voorwerp aan. Wij herkenden dit voorwerp als een geld-/kassalade voor muntgeld.
Een proces-verbaal van bevindingen [5] , opgemaakt op 23 januari 2014, voor zover inhoudende - zakelijk weergegeven - als verklaring van verbalisanten:
Op woensdag 22 januari 2014 omstreeks 21.36 uur gaf de Meldkamer van Politie kennis dat de politie Raalte achter een auto had aangezeten die betrokken is geweest bij een inbraak/overval. Het zou in deze gaan om een grijze Audi. Model station. Deze auto was weggereden richting Mariënheem. Aldaar zouden de collega’s van Raalte de auto zijn kwijt geraakt dan wel hebben los gelaten.
Ik, verbalisant [verbalisant], bevond mij samen met mijn collega [verbalisant] in het bureau van Nijverdal aan de Grotestraat 112. De Meldkamer gaf door dat genoemde auto richting Holten dan wel Nijverdal kon rijden.
Ik, verbalisant [verbalisant], ben direct hierop samen met mijn collega [verbalisant] in het als zodanig herkenbaar dienstvoertuig gestapt (…) wij stonden vervolgens met de voorzijde in de richting van het centrum van Nijverdal. Op dat moment hoor ik en zie ik dat de collega [verbalisant] begint te roepen; Dat is hem achter ons. Hij draait. (…) Hij keek volgens mij in de spiegel van de auto en had dit dus gezien. (…) Ik keek vervolgens over mijn linkerschouder en zag één auto die met verhoogde snelheid de andere kant op reed in de richting van de Holterberg dan wel Haarle/Raalte. De collega [verbalisant] had het dienstvoertuig in de tussentijd al gekerd en vervolgens reden wij met hoge snelheid in de richting van Haarle. De auto liep al zeer snel op ons uit. (…)
Plotseling zag ik dat genoemde auto rechts de berm in stuurde en keerde en vervolgens weer in onze richting kwam rijden. (…)
De collega [verbalisant] heeft vervolgens het door hem bestuurde dienstvoertuig midden op de twee rijbanen gezet. (…) zag ik dat de auto met hoge snelheid weg reed in de richting van Nijverdal. (…)
Hierop zijn wij met verhoogde snelheid in de richting van Nijverdal gereden. Er reden op dat moment meerdere auto’s voor ons en ik zag dat de auto kennelijk niet meer in zicht was. (…)
Toen wij de “zogeheten bult” over kwamen riep mijn collega [verbalisant]; Zij hebben een aanrijding gehad. Ik keek voor mij uit in de verte en zal aldaar enkele auto met de alarmverlichting aan. (…) Toen wij dichter bij kwamen zag ik dat de Audi grijs van kleur (station) een frontale aanrijding had gekregen met een tegenligger.
Een proces-verbaal verhoor getuige [6] , opgemaakt op 23 januari 2014, voor zover inhoudende - zakelijk weergegeven - als verklaring van getuige [getuige 4]:
Gisteren op 22 januari 2014 reed ik over de weg tussen Zwolle en Nijverdal. (…) Ik weet niet meer hoe laat het was maar ik werd plotseling gevaarlijk ingehaald door een voertuig. Dit voertuig betrof een Audi stationauto die donkergrijs/beige van kleur was. (…) Ik heb gezien dat de Audi achtervolgt werd door een grijze Volkswagen Golf en een opvallende politieauto (…) volgens mijn was de Volkswagen een onopvallend voertuig van jullie, de politie. (…)
Na enige tijd niets bijzonders te hebben gezien zag ik enkele kilometers voor Nijverdal een politieauto tegemoet komen met zijn blauwe zwaailichten en sirene aan. (…) Korte tijd later werd ik met een verschrikkelijk hoge snelheid ingehaald door een zelfde Audi stationauto. Diot voertuig had dezelfde kleur als de eerste Audi en ik weet vrijwel zeker dat het dezelfde auto was. (…) Eenmaal bovenop de “heuvel” zag ik dat er voor mij een aanrijding gebeurd was en dat hierbij de Audi waarover ik sprak, betrokken was.
Een proces-verbaal van sporenonderzoek [7] , opgemaakt op 23 januari 2014, voor zover inhoudende, zakelijk weergegeven:
Op woensdag 22 januari 2014 vond aan de [adres 1] te Raalte een bedrijfsinbraak plaats. Door de politie werd een door de dader(s) geopende geldkist van het getroffen bedrijf in beslag genomen. Tevens werd er een muntenbakje in beslag genomen welke tijdens een achtervolging van een personenauto uit de auto werd gegooid.
Beide goederen werden aan mij overgedragen voor nader onderzoek. Ik, verbalisant, zag (onder meer) dat de typenummers overeenkwamen en dat de muntenbak van hetzelfde merk was als de geldkist. Hierop werd de muntenbak door mij in de geldkist op de biljettenbak gelegd. Ik zag dat dit paste. Tevens kon de deksel hierna zonder problemen worden gesloten. Het soort en type muntenbak behoort bij het soort en type geldkist dat mij aangeboden werd voor onderzoek.
Een proces-verbaal van aangifte [naam 1] [8] , voor zover inhoudende - zakelijk weergegeven - als verklaring van aangever:
Op 23 januari werd mij door een medewerker van [bedrijf 1] verteld dat er op de ICT-afdeling een deur was ingetrapt en dat er mogelijk een diefstal had plaatsgevonden. Ik ben naar het pand van [bedrijf 1] gegaan. Ik ben naar de afdeling ICT gegaan en zag dat de toegangsdeur van het voorraadhok was opengetrapt. Deze deur zou met een magneetslot afgesloten zijn, maar dit is geheel vernield. Ik keek de ruimte in en zag allemaal laptoptassen liggen. Enkele hiervan waren leeg. (…) U vraagt mij hoe laat het alarm van het pand is gehaald. Dit wordt elke dag gedaan door [bedrijf 2] Security, rond 07.00 uur. Zij hebben het alarm gisteren 22-01-2014 te 21.43 uur ingeschakeld en vanmorgen 23-01-2014 te 06.54 uur uitgeschakeld.
Een proces-verbaal van bevindingen [9] , opgemaakt d.d. 27 januari 2014, voor zover inhoudende, zakelijk weergegeven, als verklaring van verbalisant:
Op 23 januari werd aangifte gedaan ter zake diefstal uit een bedrijf, door [naam 1]. Aangever [naam 1] is werkzaam als curator en belast met de afhandeling van het faillissement van [bedrijf 1] te Holten.
Het plegen van de bedrijfsinbraak moet zijn tussen 22 januari 2014, omstreeks 6.55 uur (tijdstip openen pand door Security) en 22 januari 2014, 21.42 uur (tijdstip inschakelen alarm).
Een proces-verbaal Sporenonderzoek [10] , opgemaakt op 7 februari 2014, onder meer inhoudende:
(…)
Vervolgonderzoek 04 februari 2014
Op 04 februari 2014 heb ik een vervolgonderzoek verricht bij de [bedrijf 1], op verzoek van MJJ Mulder, werkzaam bij Poltitie Oost-Nederland | Afdeling IJsselland-Zuid.
Dit omdat er nog een ruimte was ontdekt waar men had ingebroken en er onduidelijkheid was hoe de deur naar de ICT ruimte was geopend.
(…)Het betrof de deur van het Direktie Secretariaat (kamer [naam 2]).
Op het kozijn zag ik krassporen, van vermoedelijk een schroevendraaier.
(…)
Bij mijn eerste onderzoek heb ik niet op braaksporen aan de deur van de ICT ruimte gelet, omdat ik had begrepen dat deze deur dicht had gezeten, doch niet afgesloten. Ik zag dat deze deur vanaf de binnenzijde was geforceerd, met vermoedelijk een koevoet.
Een kennisgeving van inbeslagneming (artikel 94 Sv) [11] , onder meer inhoudende:
(…)
Volgnummer 23
(…)
Object : Schroevendraaier
(…)
Bijzonderheden : 11.41 uur in net achter bestuurdersstoel 7 mm
(…)
(…)
Volgnummer 24
(…)
Object : Schroevendraaier
(…)
Bijzonderheden : 11.03 uur achter passagiersstoel
(…)
(…)
Volgnummer 25
(…)
Object : Handgereedschap (Breekijzer)
(…)
Bijzonderheden : 11.09 uur breekijzer zwart-geel
(…)
(…)
Volgnummer 26
(…)
Object : Schroevendraaier
(…)
Bijzonderheden : 11.39 achter achterbank 12 mm
(…)
(…)
Volgnummer 27
(…)
Object : Schroevendraaier
(…)
Bijzonderheden : 11.40 achterbak links 12 mm
(…)
(…)
Volgnummer 28
(…)
Object : Schroevendraaier
(…)
Bijzonderheden : 10 mm
(…)
(…)
Volgnummer 29
(…)
Object : Handgereedschap (Breekijzer)
(…)
Bijzonderheden : Groot breekijzer amerikaans
(…)
(…)
Volgnummer 30
(…)
Object : Handgereedschap (Breekijzer)
(…)
Bijzonderheden : Groot breekijzer amerikaans
(…)
Een proces-verbaal van bevindingen [12] , opgemaakt d.d. 27 januari 2014, voor zover inhoudende, zakelijk weergegeven als verklaring van verbalisanten [verbalisant] en [verbalisant]:
Omstreeks 21.49 uur reden wij verbalisanten Nijverdal binnen. Wij zagen toen dat er op de Grotestraat een aanrijding had plaats gevonden op de linkerrijbaan. Deze aanrijding had kort voor onze komst plaats gevonden en wij verbalisanten waren binnen een minuut nadat deze aanrijding had plaats gevonden ter plaatse.
Een proces-verbaal van bevindingen [13] , opgemaakt d.d. 23 januari 2014, voor zover inhoudende, zakelijk weergegeven:
Op 23 januari 2014 werd een onderzoek ingesteld naar een personenauto, merk Audi, voorzien van het kenteken [kenteken 2]. Genoemde Audi was betrokken geweest bij een achtervolging door de politie en een ernstige aanrijding. In het dashboardkastje van genoemde Audi werd een kentekenbewijs aangetroffen van een Audi type A4, voorzien van kenteken [kenteken 1]. In het laadgedeelte van deze Audi werden 38 gebruikte notebooks aangetroffen. Deze werden in beslag genomen voor onderzoek.
Een proces-verbaal van aangifte [14] , opgemaakt op 13 januari 2014, voor zover inhoudende - zakelijk weergegeven - als verklaring van aangever [slachtoffer 3]:
Op maandag 13 januari 2014 te 09:27 uur, verscheen voor mij (…) een persoon die mij opgaf te zijn: [slachtoffer 3] (…) Zij deed aangifte en verklaarde het volgende over het in de aanhef vermelde incident, wat plaats vond op de locatie genoemd bij plaats delict, tussen vrijdag 10 januari 2014 te 17.30 uur en maandag 13 januari 2014 te 07.30 uur: “Ik ben eigenaar van genoemde auto. Hierbij doe ik aangifte van diefstal van mijn auto. Op eerst genoemde dag, datum en tijdstip parkeerde ik mijn auto op de [adres 4] te Amsterdam (…) Op laatst genoemde dag, datum en tijdstip kwam ik weer terug bij de plaats waar ik mijn auto had achtergelaten. Toen ik mijn auto wilde gebruiken, zag ik dat mijn auto door onbekende(n) was weggenomen.
(…)
Bijlage weggenomen goederen
Gestolen kentekenvoertuig
(…)
Merk/type : Audi Audi A4; Avant
Kleur : Grijs
Kenteken : [kenteken 1]
(…)
Een proces-verbaal van aangifte [15] , opgemaakt op 13 januari 2014, voor zover inhoudende – zakelijk weergegeven – als verklaring van aangever [slachtoffer 4]:
(…)
Pleegplaats & tijdstip
Pleegplaats [adres 3]
AMSTERDAM
NEDERLAND
(…)
Ter hoogte van [adres 3]
Tijdstip achterlaten 12-2014 18:00
Tijdstip geconstateerd 13-01-2014 09:00
Voorval
(…)bleken beide nummerplaten (met kenteken [kenteken 2]) van mijn auto te ontbreken.
Een proces-verbaal van bevindigen [16] , opgemaakt d.d. 28 januari 2014, voor zover inhoudende, zakelijk weergegeven:
Op 28 januari heb ik, verbalisant, een onderzoek gedaan op de laptops die waren aangetroffen in de personenauto, merk Audi A4, voorzien van het kenteken [kenteken 2]. Ik zag dat het om 38 laptops ging. Op alle laptops is een sticker aangetroffen, waarop staat: Eigendom van [bedrijf 1]-groep.
Een proces-verbaal van bevindingen [17] , opgemaakt d.d. 27 januari 2014, voor zover inhoudende, zakelijk weergegeven als relaas van verbalisant:
Na aanleiding van een inbraak bij [bedrijf slachtoffer] aan de [adres 1] te Raalte zijn door mij beelden uitgekeken van beveiligingscamera’s.
Camera 3:
Ik zie dat er een personenauto, model station wordt geparkeerd bij het bedrijf. Ik zie dat er in ieder geval vier (4) personen uitstappen.
Ik zie dat er op het tijdstip 22.24.20 een aantal personen uit het bedrijf komen lopen waarop op dat moment ook de verlichting aan is. Ik zie dat er tussen 22.24.20 en 22.24.50 in totaal vijf (5) personen uit het pand naar buiten lopen en in de auto stappen.
Een proces-verbaal van verhoor getuige [getuige 2] [18] , voor zover inhoudende - zakelijk weergegeven - als verklaring van getuige:
(..) Ik reed in mijn personenauto komende vanuit de richting Zwolle gaande in de richting Nijverdal. (..) Ik zag dat deze Audi frontaal tegen deze Chrysler knalde. (..) Ik ben vervolgens onmiddellijk uitgestapt. Ook mede gezien het feit dat ik verpleegkundige ben van beroep. (..) Ik zag dat de hele voorkant van de Audi in elkaar zat. Ik zag dat er één portier van de Audi openging. Dit was het portier aan de linkerzijkant van de Audi. Hiermee bedoel ik het portier dat zich achter het portier van de bestuurder bevindt. Ik zag dat er uit dit geopende portier één persoon stapte. Ik bevond mij op dat moment op ongeveer 10 meter van deze Audi. Ik had een goed en onbelemmerd zicht op die Audi. Deze persoon kan ik als volgt omschrijven:
  • man
  • donkere huidskleur
  • (..) tussen de 25 en 35 jaar.

(..) Ik zag dat deze persoon hard wegrende een straatje in. (..) Ik zag vervolgens dat het portier aan de rechterachterzijde van deze Audi openging en dat er een persoon uitviel. (..) Ik zag dat deze persoon vervolgens op stond en hierop pakte ik deze persoon vast bij zijn kraag. (..) Ik voelde dat deze persoon zich los rukte en ik zag dat hij wegrende in de richting van de verkeerslichten centrum Nijverdal. (..) Ik zag dat er twee politieagenten achter deze persoon aanrenden. (..) Ik zag vervolgens dat de persoon die ik vast had gehouden, die dus rechts achterin de Audi had gezeten aan de linkerkant van de Smidsweg op straat op de grond lag. (..).

Een proces-verbaal van bevindingen [19] , opgemaakt d.d. 23 januari 2014, voor zover inhoudende, zakelijk weergegeven als relaas van verbalisanten:
Op woensdag 22 januari 2014 (…) omstreeks 21.37 uur reden wij in Holten. (…) Wij zijn hierop de Rijssensestraat doorgereden met toestemming optisch en geluid, de Smidsweg op. Op de kruising zagen wij links van ons een zwaar beschadigd voertuig staan op de Grotestraat, van waaruit rook kwam. (…) Wij werden door burgers aangesproken dat er een neger weggerend was de Smidsweg in en dat een kameraad van de burger achter de neger aangerend was. (…) Ik, [verbalisant], beval de verdachte op de grond te gaan liggen zodat wij hem onder controle konden houden en de verdachte zijn hand kon laten rusten op het wegdek. Wij zagen dat de verdachte aan dit bevel voldeed en op het wegdek ging liggen. (…) Ik, [verbalisant], kreeg van de ambulanceverpleegkundige het rijbewijs van de verdachte overhandigd. Wij zagen dat het ging om: [medeverdachte 2]. (…)
Een proces-verbaal van bevindingen [20] , opgemaakt d.d. 23 januari 2014, voor zover inhoudende, zakelijk weergegeven, als relaas verbalisant:
(…) Toen wij dichter bij kwamen zag ik dat de Audi grijs van kleur (station) een frontale aanrijding had gekregen met een tegenligger. (…) Ik ben direct teruggelopen en zag dat in de auto drie personen zaten met een donkere huidskleur. (…) Ik heb de Meldkamer doorgegeven dat er een frontale aanrijding had plaatsgevonden en dat wij drie verdachte hadden aangehouden. Eén verdachte was gevlucht en later bleek er nog een vijfde verdachte te moeten zijn.
Een proces-verbaal van bevindingen [21] , opgemaakt d.d. 23 januari 2014, voor zover inhoudende, zakelijk weergegeven, als relaas van verbalisanten:
Zitposities aangetroffen verdachten
Verdachte 1. Bestuurder
Naam: [medeverdachte 3]
Verdachte 2. Links achterin
Naam: [medeverdachte 4]
Verdachte 3: Rechts achterin
Naam: [medeverdachte 3]
Verdachte 4: zitplaats onbekend
Naam: [medeverdachte 2]
Verdachte 5: zitplaats onbekend
Naam: onbekend
Wanneer hierna wordt verwezen naar dossierpagina’s, zijn dit bladzijden uit het dossier van de regiopolitie Oost-Nederland met nummer PL04SA 2014017755 gesloten op 23 september 2014. Tenzij hieronder anders wordt vermeld, wordt steeds verwezen naar bladzijden van een in de wettelijke vorm, door daartoe bevoegde personen, opgemaakt proces-verbaal.
Een proces-verbaal van verhoor getuige [22] , opgemaakt d.d. 18 september 2014, voor zover inhoudende, zakelijk weergegeven als verklaring van getuige [getuige 3]:
Het nummer van mijn mobiel is 06 3631 1790. [23] [verdachte] belde en sms’te mij laat op de avond, ik schat na 22.00 uur. Hij zei: Baby kom me halen, ik ben gewond. Hij zei dat hij ver was, hij zei in Nijverdal geloof ik. Ik reed op mijn navigatie. Ik weet de straatnaam niet meer, maar wel dat het in Nijverdal was. Ik pikte [verdachte] daar bij Nijverdal ergens bij een begraafplaats op. Ik schat dat het op 23 januari 2014, na middernacht was, dat ik hem daar aantrof. Ik zag dat [verdachte] gewond was aan zijn linker achterzijde van rug en hij strompelde. [verdachte] zei dat hij veel pijn had en niet kon praten. Hij zei dat ik naar het ziekenhuis in Amsterdam moest rijden en zei dat als we daar zijn zeg dan maar dat ik gevallen ben. Toen hij belde zag ik dat hij mij met een onbekend nummer belde. Het telefoonnummer 06-[nummer 1] zal [verdachte] wel in gebruik hebben gehad die avond/nacht, want dat zie ik op uw overzicht.
Een proces-verbaal relaas onderzoek [24] , opgemaakt d.d. 23 september 2014, voor zover inhoudende, zakelijk weergegeven als relaas van verbalisant:
Uitslag histobevraging [nummer 1]:
Bij onderzoek van de ontvangen bestanden zag ik verbalisant dat het telefoonnummer [nummer 1] zich tussen woensdagavond 22 januari 2014 te 22.01 uur en 23 januari 2014 te 01.17 uur, bevond onder bereik van zendmasten te Haarle en Nijverdal. Ook dat ik dat dit bevraagde telefoonnummer op 22 januari 2014 tussen 13.58 uur en 17.05 uur, in- en uitgaande telefoongesprekken had met het telefoonnummer 06-[nummer 2], hetgeen destijds in gebruik was bij medeverdachte [medeverdachte 2].
In het overzicht historische gegevens [25] is vermeld dat het telefoonnummer [nummer 1] meermalen is gepijld in Nijverdal en Haarle in de periode van 22 januari 2014 tussen 22:03:22 uur en 23 januari 2014 01:17:31 uur. Hieronder volgt een aantal van de gegevens:
Richting dienst start-datum starttijd telefoonnummer plaats telefoonnummer
Uitgaand gesprek 22-01-2014 22.03.22 [nummer 1] 7743PV Nijverdal [nummer 3]
Uitgaand sms 22-01-2014 22.28.27 [nummer 1] 7743PV Nijverdal [nummer 3]
Uitgaand gesprek 22-01-2014 22.28.53 [nummer 1] 7743PV Nijverdal [nummer 3]
(…)
Uitgaand sms 22-01-2014 22.45.30 [nummer 1] 7448RJ Haarle [nummer 3]
(…)
Uitgaand gesprek 22-01-2014 22.58.26 [nummer 1] 7448RJ Haarle [nummer 3]
Uitgaand gesprek 23-01-2014 0.13.37 [nummer 1] 7448RJ Haarle [nummer 3]
Uitgaand gesprek 23-01-2014 0.29.29 [nummer 1] 7743PV Nijverdal [nummer 3]
Uitgaand gesprek 23-01-2014 1.08.56 [nummer 1] 7448RJ Haarle [nummer 3]
Een aanvullend proces-verbaal sporenonderzoek [26] , opgemaakt d.d. 21 april 2014, voor zover inhoudende, zakelijk weergegeven als relaas van verbalisant:
Op donderdag 23 januari 2014 te 10.15 uur werd door mij verbalisant en verbalisant [verbalisant] als forensische onderzoekers op verzoek van de officier van dienst [verbalisant] een forensisch onderzoek naar sporen verricht aan een gestolen personenauto in verband een inbraak te Raalte. In de auto hebben wij meerdere bloedsporen aangetroffen. Naast enkele goederen met bloed zijn er 10 bloedmonsters met wattenstaafjes veilig gesteld. Uit de gestolen auto Audi A4 voorzien de valse kentekenplaten werden de navolgende bloedsporen met wattenstaafjes bemonsterd, onder meer:
(…)
SIN: [nummer 4]
(…)
Plaatsveiligestellen: Vanaf kapje plafond in gestolen auto
(…)
Spoornummer: PL04TR-2014006617-42541
SIN: [nummer 5]
Spooromschrijving: Bloed
Plaats veiligstellen: Stoelslede rechtsachter bodem gestolen auto
(…)
SIN: [nummer 6]
(…)
Plaats veiligstellen: Console rechtsachter gestolen auto
(…)
(…)
SIN: [nummer 7]
(…)
Plaatsveiligstellen: Midden console achterzijde gestolen auto
(…)
(…)
SIN: [nummer 8]
(…)
Plaatsveiligstellen: Vanaf flesje handzeep middenconsole
(…)
Spoornummer: PL04TR-2014006617-42545
SIN: [nummer 9]
Spooromschrijving: Bloed
Plaats veiligstellen: Bijrijdersstoel achterzijde links gestolen auto
(…)
(…)
SIN: [nummer 10]
(…)
Plaatsveiligstellen: Handgreep binnenzijde portier linksachter gestolen auto
(…)
(…)
SIN: [nummer 11]
(…)
Plaatsveiligstellen: Plaatwerk binnenzijde linkerachterportier gestolen auto
(…)
(…)
SIN: [nummer 12]
(…)
Plaatsveiligstellen: Bestuurdersstoel achterzijde rechts in gestolen auto
(…)
(…)
SIN: [nummer 13]
(…)
Plaatsveiligstellen: Console achter links in gestolen auto
(…)
Uitslag DNA-onderzoeken:
HVC Batchnummer HVC 14-159
SIN [nummer 9]bloed: DNA-profiel vastgesteld. Dit DNA profiel is opgenomen in de Nederlandse DNA-databank voor strafzaken.
SIN [nummer 4] bloed: DNA profiel vastgesteld*
SIN [nummer 6] bloed: DNA profiel vastgesteld*
SIN [nummer 7] bloed: DNA profiel vastgesteld*
SIN [nummer 8] bloed: DNA profiel vastgesteld*
SIN [nummer 10] bloed: DNA profiel vastgesteld*
SIN [nummer 11] bloed: DNA profiel vastgesteld*
SIN [nummer 12] bloed: DNA profiel vastgesteld*
Batch HVC-14-181
SIN [nummer 5] bloed: DNA profiel vastgesteld. Dit DNA profiel is opgenomen in de Nederlandse DNA-databank voor strafzaken.
SIN [nummer 13] bloed: DNA profiel vastgesteld*
*In deze zaak zijn sporen met matchende DNA-profielen gevonden, die afkomstig kunnen zijn van dezelfde (onbekende) persoon. Hiervan is maar één DNA-profiel in de Nederlandse DNA-databank voor strafzaken opgenomen.
Verdachte:
De bloedsporen SIN [nummer 9] en [nummer 5] zijn opgenomen in DNA-profielcluster27894.
Uit het profielcluster blijkt dat bovengenoemde 10 bloedsporen matchen met het referentiemonster wangslijm [nummer 14] van [verdachte] (man), geboren op [geboortedatum] 1984 te [geboorteplaats], nationaliteit Nederlandse.
(…)
Bijlagen
Als bijlagen zijn bij dit proces-verbaal gevoegd:
  • kopie rapport Resultaten DNA onderzoek HVC batch
  • kopie rapport Resultaten DNA onderzoek HVC batch

Voetnoten

1.Pagina 313-314.
2.Pagina 387.
3.Pagina 390.
4.Pagina 324.
5.Pagina 343-344.
6.Pagina 397-398.
7.Pagina 337-338.
8.Pagina 599-600.
9.Pagina 601.
10.Pagina 70 - 71
11.Pagina 115 - 119
12.Pagina 521.
13.Pagina 603.
14.Pagina 442 - 444.
15.Pagina 457 - 458
16.Pagina 611.
17.Pagina 363-364
18.Pagina 422-424
19.Pagina 357-359
20.Pagina 344-345
21.Pagina 354-356
22.Pagina 75-77
23.Pagina 71.
24.Pagina 10.
25.Pagina 85-88.
26.Pagina 38-40