Op 24 december 2014 heeft de Rechtbank Overijssel uitspraak gedaan in de zaak tegen een vrouw die haar ex-man in Holten heeft gestalkt. De vrouw is veroordeeld tot 92 dagen gevangenisstraf, gelijk aan de tijd die zij al in voorarrest heeft doorgebracht. Uit rapportages blijkt dat de vrouw lijdt aan een ziekelijke stoornis, wat heeft bijgedragen aan haar gedrag. De rechtbank oordeelt dat het voortzetten van haar behandeling in het kader van de Wet BOPZ van groot belang is en dat deze niet verstoord mag worden door een verder strafrechtelijk traject.
De zaak kwam aan het licht na meerdere meldingen van stalking door de ex-man, die aangaf dat de vrouw hem herhaaldelijk bedreigende e-mails had gestuurd en contact had opgenomen met zijn vrienden en werkgever. De rechtbank heeft vastgesteld dat de dagvaarding geldig was en dat zij bevoegd was om de zaak te behandelen. De officier van justitie had een onvoorwaardelijke gevangenisstraf van 81 dagen geëist, maar de rechtbank besloot de straf te beperken tot de tijd die de vrouw al in voorlopige hechtenis had doorgebracht.
De rechtbank heeft in haar overwegingen rekening gehouden met de ernst van de feiten en de psychische toestand van de verdachte. De deskundigen concludeerden dat de vrouw lijdt aan een ernstige geestelijke stoornis, wat haar gedrag verklaart. De rechtbank heeft besloten dat de behandeling van de vrouw moet doorgaan en dat een verdere strafrechtelijke afhandeling niet noodzakelijk is. De uitspraak benadrukt het belang van psychische zorg en de noodzaak om slachtoffers van stalking te beschermen.