2.4.De deskundige Grimm heeft de door de rechtbank gestelde vragen als volgt beantwoord:
Vraag 1
Op dit moment volgt betrokkene een studie op hbo-niveau waarbij zij in het derde studiejaar zit. Nadat zij de 4-jarige hbo-studie heeft afgerond kan zij solliciteren op functies op hbo-niveau (= ervaringsniveau). Betrokkene heeft momenteel het volgende inkomen/verdiencapaciteit. Volgens opgave van betrokkene ontvangt zij een studiebeurs voor uitwonenden van € 524,-- per maand, € 89,-- zorgtoeslag, € 45,-- voor deelname aan de medezeggenschapsraad en gemiddeld € 300,-- uit bijbaantjes € 200,-- Thuiszorg en € 100,-- voor samplen). Al deze bedragen zijn netto. Dit is een totaalbedrag van circa € 958,-- netto per maand. Betrokkene ervaart beperkingen en deze worden ook weergegeven in de functionele mogelijkhedenlijst. Op basis hiervan schat ik in dat zij met de huidige combinatie hbo-studie en de uren die zij momenteel werkt maximaal belast wordt,
Voor het doorlopen opleidingstraject en ervaringsniveau verwijs ik naar de paragrafen 2.1 en 2.2. van deze rapportage. Voor de bestaande beperkingen en de psychische belastbaarheid verwijs ik naar hoofdstuk 3 van deze rapportage.
Op basis van de huidige opleiding en het ervaringsniveau, gerelateerd aan de bestaande beperkingen en psychische belastbaarheid, zouden de volgende beroepsmatige werkzaamheden na afronding van de studie een mogelijkheid kunnen zijn: communicatieadviseur bij de Belastingdienst of adviseur bij een gemeentelijke instelling waar betrokkene bijvoorbeeld werkprocessen zou kunnen beschrijven van een afdeling en verbeterpunten aangeven. De medisch adviseur geeft aan dat betrokkene maximaal 36 uur per week kan werken. Een fulltime functie bij de gemeente is gebaseerd op een 36-urige werkweek. Mits de functie qua inhoud en de belastbaarheid niet overschrijdt, zou betrokkene dit moeten aankunnen. In een commerciële omgeving verwacht ik dat er al snel langere dagen moeten worden gemaakt en dat is niet geschikt voor betrokkene.
Het salaris dat betrokkenen bij bijvoorbeeld een gemeente of andere overheidsinstelling zou kunnen verdienen ligt met de hbo-opleiding Commerciële Economie doorgaans binnen de salarisschalen 8 tot en met 10, afhankelijk van de functie die zij gaat vervullen. Het aanvangssalaris in schaal 8 is € 2.131,-- bruto per maand en de eindschaal is € 3.103,-- per maand. Schaal 9 begint bij € 2.370,-- en de eindperiodiek is € 3.505,--. Voor schaal 10 geldt een aanvangssalaris van € 2.560,-- met een uitloop naar € 3.896,-- (bron: www.car-uwo.nl). Zie voor de volledige salaristabel hoofdstuk 6, paragraaf 6.7.2.
Betrokkenen is beperkt wat betreft de duur van de beroepsmatige werkzaamheden. Uit de functionele mogelijkhedenlijst komt naar voren dat betrokken is aangewezen op werkzaamheden voor ongeveer 8 uur per dag, gedurende 36 uur per week, waarbij er in het midden van de week een recuperatiemoment van circa 4 uur is.
Voorts zijn er ten aanzien van het persoonlijk functioneren beperkingen gesteld door de medisch adviseur. Er moet dan van tevoren getoetst worden of de omgeving geschikt is. Voorts wordt het afgeraden om in de avonduren en in de nacht te werken. Bij het daadwerkelijk verkrijgen van een functie zal met deze aspecten rekening moeten worden gehouden.
Dit betekent in de praktijk dat kansen voor betrokkene op de arbeidsmarkt aanzienlijk minder zijn dan bij iemand zonder beperkingen. Er is sprake van een economische kwetsbaarheid. Betrokken kan immers niet al het werk aannemen waarvoor zij is opgeleid, maar zal per functie waarop zij wil solliciteren moeten kijken of dit haar belastbaarheid niet overschrijdt. Hier zal van tevoren een inschatting van gemaakt moeten worden (zie ook hoofdstuk 6., paragraaf 6.7.2).
Vraag 2
De vraag over de prognose is niet door de rechtbank aan de medisch adviseur gesteld. Daarom valt daarover door mij niet in een antwoord te voorzien.
Vraag 3
Ervan uitgaande dat betrokkene in een situatie met misbruik een baan kan krijgen die binnen haar belastbaarheid valt, bijvoorbeeld bij een gemeente of een andere instelling/organisatie die goed passend is, zou zij 36 uur per week kunnen werken. Als de salarisschaal van de gemeente wordt aangehouden, kom ik tot de volgende uitkomst: er zijn 3 salarisschalen waarvan het aannemelijk is dat betrokkene daarin terecht kan komen (schaal 8, 9, 10). Dit is van tevoren echter niet bekend, daarom kies ik ervoor om het gemiddelde aan te houden, zijnde schaal 9. Ik verwijs hiervoor naar hoofdstuk 6, paragraaf 6.7.2 van deze rapportage.
Vraag 4
Betrokkene zou waarschijnlijk in een situatie zonder misbruik eveneens een hbo-opleiding hebben gevolgd. Welke dit in een situatie zonder misbruik geweest zou zijn is niet duidelijk. Betrokkene begon aanvankelijk, mogelijk door het misbruik ingegeven aan de hbo-opleiding recht. Zij moest dit stoppen vanwege het psychisch trauma en maakte toen de overstap naar hbo commerciële economie. Dit heb ik als verdere basis genomen voor het hypothetische carrièreverloop.
Betrokkene zou dan waarschijnlijk in 2014 op 21-jarige leeftijd op de arbeidsmarkt zijn terechtgekomen in een hbo-functie. Waarschijnlijk had zij dan fulltime gewerkt en omdat betrokkene ambitieus lijkt te zijn is het niet onwaarschijnlijk dat zij dan bij een commerciële organisatie, waarbij er wel aandacht is voor duurzaam ondernemen, was terechtgekomen. Betrokkene zou dan waarschijnlijk sneller carrière hebben kunnen maken dan dit nu in een situatie met misbruik te verwachten is. In een commerciële omgeving is doorgaans een hoger salaris te bereiken dan bij een overheid vanwege de extra emolumenten als een bonus, winstuitkering, bedrijfsauto. Deze zijn per bedrijf verschillend en afhankelijk van de bedrijfsafspraken.
De bandbreedte tussen de hbo-salarissen in een commerciële omgeving kan groot zijn. Ik ben daarom uit gegaan van het gemiddelde van de door mij geraadpleegde bronnen. Zie hiervoor hoofdstuk 6.8.2.
Vraag 5
Of de verdiencapaciteit van betrokkene verhoogd kan worden dooraanvullende opleidingen is op dit moment niet duidelijk. Betrokkene volgt momenteel een hbo-opleiding en dat gaat goed. Zij is bezig met het 3e jaar en wil aansluitend aan dit jaar nog 1 jaar verder studeren om haar minor te halen. Er is op dit moment geen indicatie dat dit niet gaat lukken. Betrokkene volgt het ‘normale’ studieprogramma en hier zijn geen extra kosten mee gemoeid. Aanvullende opleidingen zijn op dit moment niet aan de orde.
Vraag 6
Op dit moment is betrokkene nog studerend en dit gaat goed. Daarom is arbeidsbegeleiding op dit moment niet aan de orde. Op het moment dat betrokkene ‘klaar is voor de arbeidsmarkt’ en daadwerkelijk gaat solliciteren adviseer ik arbeidsbegeleiding in te zetten en samen met een arbeidsdeskundige te zoeken naar functies die binnen de belastbaarheid van betrokkene vallen.
Een indicatie voor een dergelijke begeleiding is een periode van bijvoorbeeld een half jaar met een aantal contactmomenten. Ook zou er in dit kader nog een affiniteiten- en capaciteitentest kunnen worden verricht. Dan kan specifiek gekeken worden naar datgene waar betrokkene goed in is en hierop kan dan ook gefocust worden bij het zoeken naar werk. Er vindt dan een gerichte keuze plaats naar passend werk, niet alleen de aansluiting bij het niveau van de opleiding en belastbaarheid, maar ook datgene wat het best past bij de karaktereigenschappen en talenten van iemand. De kosten van een dergelijke test bedragen circa € 900,--.
Een indicatie voor de arbeidsbegeleiding voor de periode voor een half jaar is:
4 gesprekken van 1 uur, uurtarief € 177,--
reistijd, 8 uur
telefonisch en e-mailcontacten, 2 uur
rapportages, 6 uur
Totaal circa 24 uur x € 177,-- = € 4.248, exclusief 21% btw.
Het doel en streven van de arbeidsbegeleiding is erop gericht om de arbeidscapaciteit van betrokkene zo optimaal mogelijk te benutten, hetgeen dan ook inhoudt dat er gestreefd wordt naar een maximale verdiencapaciteit binnen de mogelijkheden.
Vraag 7
Voor de conclusie van het intelligentieonderzoek verwijs ik naar hoofdstuk 4. Voorts heb ik van betrokkene de uitkomst van de Cito-score ontvangen welke zij in groep 8 van het basisonderwijs verricht heeft. De intelligentietest geeft aan dat betrokken op ‘gemiddeld’ niveau functioneert, vanuit de Cito-score werd een havo-advies gegeven.
Omdat er onder andere sprake is van concentratieproblemen en vermoeidheid als ook spanning en stressklachten (zie hiervoor ook de functionele mogelijkhedenlijst) welke gerelateerd worden aan het seksuele misbruik is het aannemelijk dat betrokkene zonder seksueel misbruik beter gepresteerd zou hebben op zowel de Cito-score als de intelligentietest. Ik verwijs voorts naar hoofdstuk 6 de paragrafen 6.3 en 6.4 van deze rapportage voor de beantwoording van deze vraag.
Vraag 8
Ik verwijs hiervoor naar de paragrafen 2.1 en hoofdstuk 6, paragraaf 6.2 t/m 6.6 van deze rapportage. Betrokkene heeft hinder ondervonden van het seksueel misbruik en het is aannemelijk dat dit effect had op haar schoolprestaties.
Vraag 9
Een vwo-studie middels deelcertificaten ligt op basis van de uitkomst van de intelligentietest en ook op basis van de Cito-score, Entreetoets en het schooladvies van havo niet in de lijn der verwachting. Betrokkene laat nu, in een situatie met misbruik, zien dat zij een havo en hbo-opleiding aankan.
Alleen intelligentie is niet leidend, ook eigenschappen als doelgerichtheid, wilskracht en doorzettingsvermogen kunnen iemand ver brengen, maar op grond van objectieve testgegevens is de kans benedengemiddeld. Zie hiervoor ook hoofdstuk 6, paragrafen 6.4 t/m 6.6.
Vraag 10
Zie hiervoor ook het antwoord op vraag 9. Op grond van de uitkomst van de intelligentietest is het niet aannemelijk dat een universitaire opleiding tot de mogelijkheden behoort. Echter, helemaal uitsluiten kan ik dit niet omdat betrokkene nu in de praktijk laat zien dat zij een ook hbo-opleiding kan volgen ondanks beperkingen en een intelligentiescore van gemiddeld 100. De kans is vanwege de testuitkomsten wel benedengemiddeld. Zie ook hoofdstuk 6, paragrafen 6.4 t/m 6.6.
Vraag 11
Nee, er zijn geen andere punten die ik naar voren wil brengen.