Op 15 december 2014 heeft de Rechtbank Overijssel een 43-jarige man uit Zwolle veroordeeld tot 18 maanden gevangenisstraf, waarvan 6 maanden voorwaardelijk, met een proeftijd van 3 jaar en bijzondere voorwaarden. De man was beschuldigd van het bezit en de verspreiding van een zeer groot aantal kinderpornografische afbeeldingen en films, in totaal 13.798 stuks, in de periode van 1 januari 2011 tot en met 14 februari 2014. De rechtbank oordeelde dat dit een zeer ernstig feit was, maar legde een hogere straf op dan de officier van justitie had geëist, omdat de rechtbank vond dat de ernst van de feiten een zwaardere straf rechtvaardigde.
Tijdens de zitting op 1 december 2014 heeft de rechtbank de vordering van de officier van justitie, mr. S. Leusink, gehoord, evenals de verdediging van de verdachte, vertegenwoordigd door mr. R.W. van Faassen. De rechtbank heeft vastgesteld dat de dagvaarding geldig was en dat zij bevoegd was om de zaak te behandelen. De verdachte heeft bekend dat hij in de genoemde periode gegevensdragers in zijn bezit had met daarop kinderpornografische afbeeldingen en films. De rechtbank heeft de bewijsmiddelen beoordeeld en kwam tot de conclusie dat de verdachte het tenlastegelegde feit wettig en overtuigend bewezen kon worden.
De rechtbank heeft bij de strafoplegging rekening gehouden met de ernst van de feiten, de impact op de slachtoffers en de persoonlijke omstandigheden van de verdachte. De verdachte had geen eerdere veroordelingen en had zich aangemeld voor behandeling bij een reclasseringsinstelling. De rechtbank achtte het noodzakelijk dat de verdachte onder toezicht van de reclassering zou staan en dat hij zich zou houden aan de voorwaarden die aan zijn voorwaardelijke straf waren verbonden. De rechtbank heeft de beslissing op basis van de relevante wetsartikelen genomen en heeft de verdachte veroordeeld tot de opgelegde straf, met bijzondere voorwaarden voor de proeftijd.