Uitspraak
RECHTBANK OVERIJSSEL
1.De procedure
- de dagvaarding met producties,
- de door [gedaagde] ingediende producties,
- de mondelinge behandeling,
- de pleitnota van [eiseres].
Rechtbank Overijssel
In deze zaak, die voor de Rechtbank Overijssel is behandeld, heeft eiseres een kort geding aangespannen tegen gedaagde, haar ex-echtgenoot, met betrekking tot de verkoop van hun gezamenlijke woning. De partijen zijn op 19 december 1980 in gemeenschap van goederen gehuwd, maar zijn inmiddels gescheiden. Eiseres heeft gedaagde verzocht om medewerking te verlenen aan de verkoop van de woning, die al geruime tijd te koop staat, maar gedaagde heeft hieraan niet of onvoldoende medewerking verleend. Eiseres vorderde onder andere dat gedaagde de woning zou verlaten en dat hij zijn medewerking zou verlenen aan bezichtigingen door potentiële kopers en de makelaar. De voorzieningenrechter heeft geoordeeld dat eiseres voldoende spoedeisend belang heeft bij haar vorderingen, maar heeft de primaire vordering om gedaagde te verplichten de woning te verlaten afgewezen. De rechter oordeelde dat eiseres haar doel, de verkoop van de woning, ook kan bereiken via de subsidiaire vordering. De rechter heeft gedaagde wel verplicht om medewerking te verlenen aan de bezichtigingen en hem verboden om bij deze bezoeken aanwezig te zijn, met dwangsommen voor het geval hij hier niet aan voldoet. De vordering tot onderhoud van de tuin is afgewezen, omdat gedaagde heeft aangegeven dat dit zal worden gedaan door een vrijwilligersorganisatie. De proceskosten zijn gecompenseerd, gezien de ex-echtelijke relatie tussen partijen.