ECLI:NL:RBOVE:2014:6133

Rechtbank Overijssel

Datum uitspraak
30 oktober 2014
Publicatiedatum
20 november 2014
Zaaknummer
C/08/157189 / FA RK 14-1293
Instantie
Rechtbank Overijssel
Type
Uitspraak
Rechtsgebied
Civiel recht; Personen- en familierecht
Procedures
  • Eerste aanleg - enkelvoudig
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Afwijzing verzoek tot adoptie naar Nederlands recht van eerder in Zuid-Afrika geadopteerd kind

In deze zaak heeft de Rechtbank Overijssel op 30 oktober 2014 uitspraak gedaan in een verzoek tot adoptie van een kind dat eerder door Nederlandse adoptiefouders in Zuid-Afrika is geadopteerd. De rechtbank heeft het verzoek afgewezen, ondanks dat de Zuid-Afrikaanse adoptie in Nederland van rechtswege erkend is. Dit blijkt uit het overgelegde Certificate of Conformity of Intercountry Adoption. De rechtbank heeft vastgesteld dat het ontbreken van een voor inschrijving in de Nederlandse registers van de burgerlijke stand vatbare geboorteakte en de nog niet afgeronde herregistratie van het kind in Zuid-Afrika niet afdoet aan de erkenning van de adoptie.

De rechtbank heeft de geboortegegevens van het kind vastgesteld en gelast dat de ambtenaar van de burgerlijke stand de inschrijving van de uitspraak betreffende de vaststelling van de geboortegegevens zal uitvoeren. Tevens is gelast dat, voor zover nog noodzakelijk, een latere vermelding betreffende adoptie in het register van buitenlandse akten zal worden opgenomen. De rechtbank heeft overwogen dat de adoptie naar het recht van Zuid-Afrika van rechtswege in Nederland erkend wordt, omdat de schriftelijke verklaring van de bevoegde autoriteit van Zuid-Afrika is overgelegd, waaruit blijkt dat de adoptie in overeenstemming met het Haags Adoptieverdrag tot stand is gekomen.

De rechtbank heeft geconcludeerd dat verzoekers niet hebben aangetoond dat de adoptie naar het recht van Zuid-Afrika ten onrechte van rechtswege is erkend. Het ontbreken van een inschrijfbare geboorteakte maakt niet dat een adoptie naar Nederlands recht noodzakelijk is. De rechtbank heeft de geboortegegevens van de minderjarige vastgesteld en gelast dat deze worden ingeschreven in de registers van de burgerlijke stand van de gemeente Den Haag. De rechtbank heeft het verzoek tot adoptie afgewezen en de volledige namen van de minderjarige vastgesteld.

Uitspraak

RECHTBANK OVERIJSSEL

Team Familierecht en Jeugdrecht
Zittingsplaats Almelo
zaaknummer: C/08/157189 / FA RK 14-1293
beschikking van de enkelvoudige familiekamer voor burgerlijke zaken d.d. 30 oktober 2014
inzake

[verzoeker],

en

[verzoekster],

echtelieden,
verzoekers,
beiden wonende te[plaats 2], [adres],
advocaat: mr. M. Koomen te Alkmaar.
Als belanghebbende / informant is aangemerkt:
De ambtenaar van de burgerlijke stand van de gemeente Den Haag,
zetelend te Den Haag,
hierna te noemen: de ambtenaar van de burgerlijke stand,
belanghebbende.

Het procesverloop

Op 2 juni 2014 is een verzoekschrift tot adoptie ter griffie ingekomen met daarbij onder meer een verzoek tot vaststelling geboortegegevens.
De rechtbank heeft kennis genomen van:
  • het verzoekschrift met bijlagen;
  • een brief van verzoekers van 12 juni 2014 met bijlagen;
  • een brief van de ambtenaar van de burgerlijke stand van 18 augustus 2014;
  • een brief van verzoekers van 25 augustus 2014 met bijlagen;
  • een brief van verzoekers van 5 september 2014 met bijlagen;
  • een brief van de ambtenaar van de burgerlijke stand van 26 september 2014.
- een brief van verzoekers van 20 oktober 2014 met bijlagen.
De Raad voor de Kinderbescherming, hierna als de Raad aangeduid, is in de gelegenheid gesteld om zijn mening aan de rechtbank kenbaar te maken, maar heeft daarvan geen gebruik gemaakt.
Gezien de overgelegde stukken heeft de rechtbank afgezien van een behandeling ter zitting.

Vaststaande feiten

Verzoeker is geboren [1972] in [geboorteplaats] en verzoekster is geboren [1975] in [geboorteplaats].
Zij zijn [1988] in [plaats 1] met elkaar gehuwd.
De Minister van Justitie heeft bij besluit van 4 mei 2007 aan verzoekers toestemming verleend voor het ter adoptie opnemen van een eerste buitenlands kind, welke toestemming geldig was tot 4 mei 2010.
Uit de overgelegde originele akte “birth/geboorte” met nummer [xxxx], blijkt dat op
[2009] te [land], is geboren
[minderjarige], hierna als de minderjarige aangeduid, van het mannelijk geslacht. In de akte zijn geen oudergegevens opgenomen.
Verzoekers hebben de minderjarige – na bemiddeling door de Vereniging Wereldkinderen te Den Haag, op 11 juni 2009 naar het recht van [land] in [land] geadopteerd.
Uit de door verzoekers overgelegde stukken blijkt het volgende:
 een order of adoption, voorzien van een apostille, overeenkomstig het Verdrag tot afschaffing van het vereiste van legalisatie voor buitenlandse openbare akten (Trb. 1963, 28), gegeven door mrs. H.M.M. Raath, Commissioner of Child Welfare, Family Courts, te [plaats 1], [land], waarin op 11 juni 2009 de adoptie van de minderjarige, geboren [2009], door verzoekers is uitgesproken en waarbij is bepaald dat de minderjarige de geslachtsnaam “
[X 1]” zal hebben;
 een verklaring van mrs. H.M.M. Raath, Commissioner of Child Welfare, Family Courts, te [plaats 1], [land], voorzien van een apostille, waaruit onder meer blijkt dat de minderjarige, geboren [2009], legaal is afgestaan ter adoptie en dat aan het vereiste van toestemming tot adoptie van de biologische ouders voorbij is gegaan, aangezien zij de minderjarige hebben verlaten en hun verblijfplaats onbekend is; tevens wordt hierin verklaard dat het kind is toegestaan [land] te verlaten en op te groeien in het land waarin de adoptiefouders wonen;
 een certificate of conformity of intercountry adoption, als bedoeld in artikel 23 van het Haags Adoptieverdrag van 29 mei 1993 (Trb. 1996, 94), gegeven door L. Mazibuko, Department of Social Development, [plaats 1], [land] op 17 juni 2009. Uit dit certificaat blijkt dat de minderjarige is geboren [2009] te [plaats 1], [land] en dat de adoptie van de minderjarige door verzoekers het effect had van beëindiging van de eerdere bestaande wettelijke ouder-kind relatie.
De identiteit van de biologische ouders van de minderjarige is niet bekend geworden.
Deze adoptie heeft plaatsgevonden met inachtneming van de bepalingen van de Wet opneming buitenlandse kinderen ter adoptie.
De minderjarige heeft met het doel van adoptie zijn geboorteland mogen verlaten.
Verzoekers hebben beiden de Nederlandse nationaliteit.
De minderjarige heeft thans zowel de [A] als de Nederlandse nationaliteit.
De minderjarige is thans genaamd
[X 1].
De minderjarige woont - blijkens het overgelegde uittreksel uit de basisadministratie persoons-gegevens van de gemeente [Y] - sedert [2009] aan het woonadres van verzoekers, alwaar hij door verzoekers tezamen wordt verzorgd en opgevoed.

De beoordeling van het verzoek en de motivering van de beslissing

Adoptie

Verzoekers hebben de adoptie van de minderjarige verzocht.
Verzoekers hebben kennen gegeven dat de autoriteiten van [land] in gebreke blijven de adoptie van de minderjarige naar [A] recht administratief naar behoren af te wikkelen. Verzoekers doelen hiermee op de vastlegging van de wijziging van de voornaam van de minderjarige en het opmaken en aan verzoekers ter hand stellen van een voor inschrijving vatbare (uitgebreide) akte van geboorte. De wachttijd ten aanzien van de afgifte van een dergelijke akte in [land] is volgens verzoekers inmiddels opgelopen tot zeven jaar. Een oplossing voor deze problematiek is kennelijk niet voorhanden, aldus verzoekers. Verzoekers stellen zich op het standpunt dat er in casu geen sprake is van een volledig voltooide buitenlandse adoptie die van rechtswege in Nederland wordt erkend. Ter ondersteuning van hun standpunt wijzen verzoekers naar hetgeen de rechtbanken Den Haag op 12 maart 2014 (C/09/457627 / FA RK 14-13) en Noord-Nederland op 16 april 2014 (C/17/ 132112 / FA RK 14-104) in nagenoeg identieke kwesties oordeelden.
De rechtbank overweegt het volgende.
Op grond van artikel 23 van het Verdrag inzake de bescherming van kinderen en de samenwerking op het gebied van de interlandelijke adoptie (Haags Adoptieverdrag) wordt een adoptie, ten aanzien waarvan de bevoegde autoriteit van de Staat waar de adoptie heeft plaatsgevonden schriftelijk heeft verklaard dat zij in overeenstemming met het Verdrag tot stand is gekomen, in de andere Verdragsluitende Staten van rechtswege erkend. Nederland heeft dit adoptieverdrag in 1998 geratificeerd en [land] in 2003.
Nu de schriftelijke verklaring als bedoeld in artikel 23 van het Verdrag, waaruit blijkt dat de adoptie in overeenstemming met het verdrag tot stand is gekomen en dat de familierechtelijke betrekkingen met de oorspronkelijke ouders door de adoptie zijn verbroken, uiteindelijk door verzoekers is overgelegd, wordt de adoptie naar het recht van [land] van rechtswege in Nederland erkend. Dit blijkt ook uit het feit dat de minderjarige, die naast de [A] nationaliteit, tevens de Nederlandse nationaliteit heeft, hetgeen ook blijkt uit de tevens door de rechtbank ambtshalve ingewonnen informatie uit de gemeentelijke basisadministratie. Hieruit blijkt tevens dat de minderjarige als kind van verzoekers staat geregistreerd. De rechtbank overweegt nog dat de hiervoor bedoelde verklaring zonder enige vorm van legalisatie kan worden geaccepteerd (Handleiding Rijkswet op het Nederlanderschap, Toelichting ad artikel 5a, eerste lid).
Verzoekers hebben naar het oordeel van de rechtbank niet aangetoond, dat de adoptie naar het recht van [land] ten onrechte van rechtswege is erkend. Het ontbreken van een voor inschrijving in de Nederlandse registers van de burgerlijke stand inschrijfbare geboorteakte van de minderjarige maakt niet dat de [A] adoptie ten onrechte van rechtswege is erkend, waardoor aldus verzoekers een adoptie naar Nederlands recht alsnog noodzakelijk is. De rechtbank zal hierna ingaan op het punt van de geboortegegevens van de minderjarige.
Gelet op het vorenoverwogene, ziet de rechtbank aanleiding het verzoek van verzoekers tot adoptie van de minderjarige naar Nederlands recht af te wijzen.

Geboortegegevens

Probleem bij [A] adopties die in Nederland van rechtswege worden erkend, is dat deze eerst als latere vermelding betreffende adoptie op grond van het Haags adoptieverdrag 1993 in het register van buitenlandse akten van de gemeente Den Haag kan worden opgenomen nadat een akte van inschrijving van een buitenlandse geboorteakte dan wel een akte van inschrijving van een rechterlijke uitspraak betreffende vaststelling geboortegegevens door de ambtenaar van de burgerlijke stand van de gemeente Den Haag is opgemaakt.
Uit de stukken blijkt dat verzoekers in het kader van de adoptie van de bevoegde autoriteiten in [land] slechts een zogenaamde verkorte geboorteakte (een abridged birth certificate) betreffende de minderjarige hebben ontvangen. Deze verkorte geboorteakte is niet voorzien van een handtekening, zodat deze niet kan worden gelegaliseerd en dus niet van een apostille kan worden voorzien.
De zogenaamde verkorte geboorteakte kan niet worden ingeschreven in de registers van de burgerlijke stand van de gemeente Den Haag.
Het is de rechtbank uit jurisprudentie van de voormalige rechtbank ’s-Gravenhage (zie de beschikking van 7 januari 2008, zaaknummer 295653 – FA RK 07-5717, ECLI:NL:RBSGR:2008:1346 en de beschikking van 2 juli 2007, zaaknummer 278979 – FA RK 06-7531, ECLI:NL:RBSGR:2007:5410) en de huidige rechtbank Den Haag betreffende vaststelling van geboortegegevens bekend dat de
welin de registers van de burgerlijke stand van de gemeente Den Haag inschrijfbare onverkorte geboorteakte ofwel unabridged / full birth certificate sinds ongeveer eind 2005 niet meer door de [A] bevoegde autoriteiten wordt afgegeven, omdat volgens de [A] wetgeving de identiteit van de moeder geheim moet blijven. Sinds ongeveer eind 2005 wordt door de [A] bevoegde autoriteiten wel een verkorte geboorteakte worden afgegeven, maar omdat deze niet wordt ondertekend, kan deze niet worden gelegaliseerd.
Daarnaast, en daar wijzen ook verzoekers op, vindt in [land] een zogenaamde herregistratie plaats van geadopteerde kinderen, waarbij op verzoek van de adoptiefouders een geboorteakte van de minderjarige wordt opgemaakt, waarin de eventuele nieuwe voornaam / voornamen en de nieuwe geslachtsnaam van het kind (na adoptie) en zijn / haar overige geboortegegevens staan vermeld en waarbij tevens de adoptief ouders van een kind als ouders van het kind staan vermeld. Deze geboorteakte kan wel worden gelegaliseerd en van een apostille worden voorzien. De door verzoekers overgelegde brief van de Vereniging Wereldkinderen van 22 oktober 2013 duidt ook op deze zogenaamde herregistratie. Volgens deze brief kan de wachtlijst in verband met de afgifte van de nieuwe geboorteakte van adoptiekinderen oplopen tot 7 jaar.
Desondanks kan, naar het de rechtbank voorkomt, ook de ten gevolge van de herregistratie af te geven nieuwe onverkorte geboorteakte niet worden ingeschreven in de registers van de burgerlijke stand van de gemeente Den Haag, omdat deze akte niet de situatie weergeeft, zoals deze gold op het moment van de geboorte van de minderjarige (zie ook de beschikking van de rechtbank ‘s-Gravenhage van 12 maart 2008, zaaknummer 299999 – FA RK 07-7245 gg1, ECLI:NL:RBSGR:2008:1549.
De aangewezen weg voor verzoekers om de van rechtswege erkende adoptie naar het recht van [land] in de registers van de burgerlijke stand van de gemeente Den Haag geregistreerd te krijgen is, nu in [land] thans geen onverkorte geboorteakte met de oorspronkelijke geboortegegevens van personen wordt afgegeven, om de oorspronkelijke geboortegegevens van de minderjarige op de voet van artikel 1:25 c, eerste en derde lid, van het Burgerlijk Wetboek, door de rechtbank te laten vaststellen.
Hoewel eigenlijk de rechtbank Den Haag hiertoe bevoegd is, zal deze rechtbank uit proceseconomische overwegingen de geboortegegevens van de minderjarige vaststellen.
Immers de rechtbank is, anders dan de ambtenaar van de burgerlijke stand, gelet op al hetgeen hiervoor is overwogen, van oordeel dat voldoende aannemelijk is geworden dat verzoekers niet kunnen beschikken over een overeenkomstig de plaatselijke voorschriften door een bevoegde instantie opgemaakte akte van geboorte met de geboortegegevens van de minderjarige.
De rechtbank is tevens van oordeel dat uit de inhoud van de in de procedure gebrachte stukken voldoende bewijzen en aanwijzingen zijn verkregen omtrent de omstandigheden waaronder, de datum waarop en de plaats waar de geboorte van de minderjarige moet hebben plaatsgehad.
De rechtbank gaat daarbij uit van de volgende stukken:
  • de overgelegde originele (verkorte) akte “birth/geboorte” met nummer [xxxx],
  • het overgelegde stuk “certificate of conformity of intercountry adoption” d.d. 17 juni 2009;
  • een kopie van het Nederlandse paspoort van de minderjarige, genummerd [yyyy],
waarin geboortegegevens van de minderjarige zijn opgenomen.
De rechtbank zal de ambtenaar van de burgerlijke stand de inschrijving van deze rechterlijke uitspraak betreffende de vaststelling van de geboortegegevens gelasten.
Tevens zal de rechtbank, voor zover nog noodzakelijk, de ambtenaar van de burgerlijke stand van de gemeente Den Haag gelasten een latere vermelding betreffende adoptie op grond van het Haags adoptieverdrag 1993 in het register van buitenlandse akten van de gemeente Den Haag op te nemen.

Geslachtsnaam minderjarige

Ten tijde van de adoptie in de [land] is de naam van de minderjarige reeds gewijzigd. Op grond van het bepaalde in artikel 10:24 BW wordt deze wijziging erkend, zodat de volledige namen van de minderjarige thans luiden
[X 1].

Beslissing

De rechtbank:
Wijst het verzoek van verzoekers tot adoptie van de minderjarige naar Nederlands recht af.
Stelt als geboortegegevens van de minderjarige vast:
- plaats van geboorte : [plaats 1], [land]
- datum van geboorte : [2009]
- geslacht : mannelijk
- geslachtsnaam : [Z]
- voornaam : [B]
en gelast de inschrijving daarvan in het register van geboorten van de gemeente Den Haag.
Gelast, voor zover nog noodzakelijk, de ambtenaar van de burgerlijke stand van de gemeente Den Haag een latere vermelding betreffende adoptie op grond van het Haags adoptieverdrag 1993 in het register van buitenlandse akten van de gemeente Den Haag op te nemen.
Verstaat dat de volledige namen van de minderjarige thans luiden: “
[X 1]”.
Wijst het meer of anders gevraagde af.
Aldus gegeven door mr. H.M. Jongebreur, rechter, tevens kinderrechter, in tegenwoordigheid van C. van Leeuwen als griffier en uitgesproken ter openbare terechtzitting van 30 oktober 2014.