ECLI:NL:RBOVE:2014:576

Rechtbank Overijssel

Datum uitspraak
7 februari 2014
Publicatiedatum
7 februari 2014
Zaaknummer
08/770079-13
Instantie
Rechtbank Overijssel
Type
Uitspraak
Rechtsgebied
Strafrecht
Procedures
  • Eerste aanleg - meervoudig
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Veroordeling voor bezit van kinderporno en stiekem filmen in omkleedhokje

Op 7 februari 2014 heeft de Rechtbank Overijssel uitspraak gedaan in de zaak tegen een verdachte die beschuldigd werd van het bezit van kinderporno en het stiekem filmen van minderjarige meisjes in een omkleedhokje. De verdachte heeft bekend en de rechtbank heeft de impact van zijn daden op de slachtoffers zwaar meegewogen. De rechtbank oordeelde dat de verdachte in de periode van 1 januari 2010 tot en met 14 juni 2011 in Rijssen, meermalen afbeeldingen van kinderporno in zijn bezit heeft gehad en zonder toestemming oneerbare opnames heeft gemaakt van naakte personen in een omkleedhokje van een zwembad. De verdachte is nooit eerder veroordeeld, en de rechtbank heeft rekening gehouden met het feit dat het onwenselijk lang heeft geduurd voordat het Openbaar Ministerie de zaak bij de rechtbank aanbracht.

De rechtbank heeft de verdachte veroordeeld tot een taakstraf van 200 uur en een voorwaardelijke gevangenisstraf van 6 maanden, met als bijzondere voorwaarden een ambulante behandeling bij een forensisch behandelcentrum en andere voorwaarden zoals een meldplicht bij de reclassering. De rechtbank heeft ook de in beslag genomen gegevensdragers onttrokken aan het verkeer, omdat deze gebruikt zijn voor het begaan van de feiten. De uitspraak is gedaan door een meervoudige kamer voor strafzaken, waarbij de rechtbank de ernst van de feiten en de gevolgen voor de slachtoffers benadrukte. De verdachte heeft tijdens de zitting openheid van zaken gegeven en heeft aangegeven bereid te zijn om zich aan de opgelegde voorwaarden te houden.

Uitspraak

Rechtbank Overijssel

Team strafrecht
Zittingsplaats Almelo
Parketnummer: 08/770079-13
Datum vonnis: 7 februari 2014
Vonnis (promis) op tegenspraak van de rechtbank Overijssel, meervoudige kamer voor strafzaken, rechtdoende in de zaak van de officier van justitie tegen:
[verdachte],
geboren op [geboortedag] 1986 in [geboorteplaats],
wonende in [woonplaats], [adres].

1.Het onderzoek op de terechtzitting

Dit vonnis is gewezen naar aanleiding van het onderzoek op de openbare terechtzitting van 24 januari 2014. De rechtbank heeft kennis genomen van de vordering van de officier van justitie mr. K. Verheul en van hetgeen door de verdachte en diens raadsman
mr. R.M. Hendriksen, advocaat te Almelo, naar voren is gebracht.

2.De tenlastelegging

De verdenking komt er – na wijziging van de tenlastelegging -, kort en feitelijk weergegeven, op neer dat verdachte:
feit 1:van 1 januari 2010 tot en met 14 juni 2011 afbeeldingen van kinderporno in zijn bezit heeft gehad,
feit 2 primair:van 1 januari 2010 tot en met 14 juni 2011 met een camera zonder toestemming oneerbare opnames heeft gemaakt van naakte personen in een omkleedhokje van een zwembad,
feit 2 subsidiair:van 1 januari 2010 tot en met 14 juni 2011 met een camera zonder toestemming opnames van personen in een omkleedhokje heeft gemaakt.
Voluit luidt de tenlastelegging – na wijziging – aan de verdachte, dat:
1.
hij in of omstreeks de periode van 01 januari 2010 tot en met 14 juni 2011 te
Rijssen, in elk geval in Nederland, één of meermalen (telkens) een (groot
aantal) afbeelding(en), te weten (93) filmfragmenten en/of (een)
gegevensdrager(s) bevattende (een) afbeelding(en) en/of film(s), te weten een
computer (laptop, merk Dell) en/of (een) cd-rom(s) en/of (een) DVD('s) en/of
(een) usb-stick(s) en/of SD-card(s) heeft
vervaardigd en/of
verworven en/of
in bezit gehad en/of
zich daartoe door middel van een geautomatiseerd werk en/of met gebruikmaking
van een communicatiedienst de toegang heeft verschaft,
terwijl op die afbeelding(en) (een) seksuele gedraging(en) zichtbaar is/zijn,
waarbij (telkens) een persoon die kennelijk de leeftijd van achttien jaar nog
niet had bereikt, was betrokken of schijnbaar was betrokken
welke voornoemde seksuele gedragingen bestonden uit:
het oraal en/of vaginaal en/of anaal penetreren met de penis van het lichaam
van een persoon die kennelijk de leeftijd van 18 jaar nog niet heeft bereikt
en/of
het oraal en/of vaginaal penetreren van het lichaam van een (ander) persoon
door een persoon die kennelijk de leeftijd van 18 jaar nog niet heeft bereikt
met de penis en/of (een) vinger(s)/hand en/of (een) voorwerp(en) en/of de
mond/tong
en/of
het betasten en/of aanraken van de geslachtsdelen en/of de billen en/of de
borsten van een (ander) persoon door een persoon die kennelijk de leeftijd van
18 jaren nog niet heeft bereikt met (een) vinger(s)/hand
en/of
het geheel en/of gedeeltelijk naakt (laten) poseren van (een) perso(o)n(en)
die kennelijk de leeftijd van 18 jaren nog niet heeft/hebben bereikt en/of
(waarna) door het camerastandpunt en/of de (onnatuurlijke) pose en/of de
uitsnede van de afbeelding(en)/film(s) nadrukkelijk de (ontblote)
geslachtsdelen in beeld gebracht worden (waarbij) de afbeelding(en) (aldus)
een onmiskenbaar seksuele strekking heeft/hebben en/of strekt/strekken tot
seksuele prikkeling
2.
hij op één of meer tijdstippen in of omstreeks de periode van 01 januari 2010
tot en met 14 juni 2011 te Rijssen, gemeente Rijssen-Holten, althans in
Nederland, (telkens) opzettelijk oneerbaar op of aan een plaats, voor het
openbare verkeer bestemd, te weten op/aan de openbare weg, De Stroekeld, en/of
op een niet openbare plaats, indien (een) ander(en) daarbij zijns ondanks
aanwezig was/waren, te weten (een) omkleedhok(jes)(-ruimte) behorende bij
zwembad 'De Koerbelt' (telkens) (respectievelijk) een camara vanuit een woning
en/of een camera onder het (afgesloten) omkleedhokje van (een) andere(n) heeft
gehouden en/of hiermee die (gedeeltelijk) naakte ander(en) heeft
gefilmd/gefotografeerd;
subsidiair,
hij in de periode van 1 januari 2010 tot en met 14 juni 2011 in Rijssen (telkens) gebruik makend van een technisch hulpmiddel, te weten een film- en/of fotocamera, waarvan de aanwezigheid niet op duidelijke wijze kenbaar was gemaakt, opzettelijk en wederrechtelijk van een of meer personen, aanwezig op een niet voor het publiek toegankelijke plaats, namelijk in een tuin en/of in omkleedhokjes, (een) afbeelding(en) heeft vervaardigd.

3.De vordering van de officier van justitie

De officier van justitie heeft gevorderd dat verdachte voor het onder 1 en 2 subsidiair tenlastegelegde wordt veroordeeld tot een werkstraf van 240 uren en een voorwaardelijke gevangenisstraf van 10 maanden, met een proeftijd van 3 jaren, en met als bijzondere voorwaarden een meldplicht bij de reclassering, het verlenen van toestemming dat zijn computer regelmatig wordt onderzocht en een behandeling bij een forensisch behandelcentrum als De Tender. Tenslotte vorderde de officier van justitie onttrekking aan het verkeer van de inbeslaggenomen gegevensdragers.

4.De voorvragen

De rechtbank heeft vastgesteld dat de dagvaarding geldig is, dat zij bevoegd is tot kennisneming van deze zaak, dat de officier van justitie ontvankelijk is in de vervolging en dat er geen redenen zijn voor schorsing van de vervolging.

5.De beoordeling van het bewijs

5.1
De bewijsoverwegingen van de rechtbank
Evenals de officier van justitie en de raadsman is de rechtbank van oordeel dat verdachte de onder 1 en 2 subsidiair tenlastegelegde feiten heeft gepleegd. Als bewijsmiddelen daarvoor gelden:
1. het proces-verbaal van de terechtzitting van 24 januari 2014, voor zover inhoudende de bekennende verklaring van de verdachte als bedoeld in art. 359, derde lid, laatste volzin, Sv.
Uit de bundel met het dossiernummer 2012038900:
2. het proces-verbaal van bevindingen, d.d. 12 april 2012 opgemaakt door [verbalisant 1] en [verbalisant 2], respectievelijk brigadier en inspecteur van politie pagina 16;
3. het proces-verbaal onderzoek afbeeldingen, d.d. 18 oktober 2011 opgemaakt door [verbalisant 1] en [verbalisant 2] voornoemd, pagina’s 17 tem. 24, met bijlagen ( zgn. “Collectiescan”, blz. 27 en 28);
5.4
De conclusie
De rechtbank acht niet bewezen wat aan de verdachte onder 2 primair is tenlastegelegd, zodat zij hem daarvan zal vrijspreken.
De rechtbank is door de inhoud van de wettige bewijsmiddelen tot de overtuiging gekomen, dat de verdachte het onder 1 en 2 subsidiair tenlastegelegde heeft begaan, met dien verstande dat:
1.
hij in de periode van 01 januari 2010 tot en met 14 juni 2011 te Rijssen, telkens een aantal afbeeldingen, te weten 93 filmfragmenten en gegevensdragers bevattende afbeeldingen en films, te weten een computer (laptop, merk Dell) heeft
verworven en in bezit gehad en zich daartoe door middel van een geautomatiseerd werk en met gebruikmaking van een communicatiedienst de toegang heeft verschaft,
terwijl op die afbeelding seksuele gedragingen zichtbaar zijn,
waarbij telkens een persoon die kennelijk de leeftijd van achttien jaar nog
niet had bereikt, was betrokken welke voornoemde seksuele gedragingen bestonden uit:
het oraal en vaginaal en anaal penetreren met de penis van het lichaam
van een persoon die kennelijk de leeftijd van 18 jaar nog niet heeft bereikt
en
het oraal en/of vaginaal penetreren van het lichaam van een ander persoon
door een persoon die kennelijk de leeftijd van 18 jaar nog niet heeft bereikt
met de penis en/of een vinger/hand en/of een voorwerp en/of de mond/tong
en
het betasten en/of aanraken van de geslachtsdelen en/of de billen en/of de
borsten van een ander persoon door een persoon die kennelijk de leeftijd van
18 jaren nog niet heeft bereikt met een vinger/hand
en
het geheel en/of gedeeltelijk naakt laten poseren van personen
die kennelijk de leeftijd van 18 jaren nog niet hebben bereikt en
door het camerastandpunt nadrukkelijk de ontblote
geslachtsdelen in beeld gebracht worden waarbij de afbeeldingen een onmiskenbaar seksuele strekking hebben en/of strekken tot seksuele prikkeling;
2.
subsidiair,
hij in de periode van 1 januari 2010 tot en met 14 juni 2011 in Rijssen gebruik makend van een technisch hulpmiddel, te weten een filmcamera, waarvan de aanwezigheid niet op duidelijke wijze kenbaar was gemaakt, opzettelijk en wederrechtelijk van personen, aanwezig op een niet voor het publiek toegankelijke plaats, namelijk in een omkleedhokje, afbeeldingen heeft vervaardigd.
De rechtbank heeft de eventueel in de tenlastelegging voorkomende schrijffouten verbeterd in de bewezenverklaring. Verdachte wordt hierdoor niet in zijn verdediging geschaad.
De rechtbank acht niet bewezen wat aan de verdachte onder 1 en 2 subsidiair meer of anders is tenlastegelegd, zodat zij hem daarvan zal vrijspreken.

6.De strafbaarheid van het bewezenverklaarde

Het bewezenverklaarde is strafbaar gesteld bij de artikelen 139f en 240b Sr. Er zijn geen feiten of omstandigheden aannemelijk geworden die de strafbaarheid van de feiten uitsluiten. Het bewezenverklaarde levert op:
feit 1
het misdrijf: een afbeelding of een gegevensdrager bevattende een afbeelding van een seksuele gedraging, waarbij iemand die kennelijk de leeftijd van achttien jaar nog niet heeft bereikt, is betrokken, verwerven of in bezit hebben of zich door middel van een geautomatiseerd werk de toegang daartoe verschaffen, meermalen gepleegd;
feit 2 subsidiair
het misdrijf: gebruik makende van een technisch hulpmiddel waarvan de aanwezigheid niet op duidelijke wijze kenbaar is gemaakt, opzettelijk en wederrechtelijk van een persoon, aanwezig in een niet voor het publiek toegankelijk plaats, een afbeelding vervaardigen, meermalen gepleegd.

7.De strafbaarheid van de verdachte

Er zijn geen feiten of omstandigheden aannemelijk geworden die de strafbaarheid van verdachte uitsluiten. De rechtbank oordeelt daarom dat verdachte strafbaar is voor de bewezenverklaarde feiten.

8.De op te leggen straf of maatregel

8.1
De gronden voor een straf of maatregel
De standpunten van de officier van justitie en de verdediging
Volgens de officier van justitie heeft verdachte door het downloaden van kinderpornografisch materiaal, waarbij zich enkele “zwaardere” afbeeldingen bevinden, een markt in stand gehouden waarin kinderen – vaak met geweld - worden misbruikt, terwijl deze kinderen geen invloed hebben op de verspreiding van die afbeeldingen. Voorts heeft verdachte op grove wijze inbreuk gemaakt op de persoonlijke levenssfeer van twee minderjarige meisjes. Anderzijds houdt de officier rekening met het feit dat de zaken relatief oud zijn en dat verdachte niet eerder is veroordeeld. Naast een maximale werkstraf acht de officier van justitie een voorwaardelijke vrijheidsstraf, met de bijzondere voorwaarden zoals geadviseerd door de reclassering, geïndiceerd. Voorts is de officier van justitie van mening dat verdachte zijn medewerking dient te verlenen aan onaangekondigde controles van zijn gegevensdragers.
De raadsman heeft gesteld dat verdachte behoefte had om naar porno van pubermeisjes (16 tot 19 jaar) te kijken, maar dat hij bij het downloaden van pornobestanden ongewild materiaal met jongere kinderen binnenkreeg, waarvan hij niet alles gezien heeft. De eigen opnames heeft verdachte, overigens evenals als het gedownloade materiaal, niet verspreid of willen verspreiden; zij waren voor eigen gebruik. Nu verdachte werkloos is, hij met zijn moeder moet rondkomen van een uitkering, hij niet eerder met politie en justitie in aanraking is gekomen acht de raadsman een voorwaardelijke straf, met een proeftijd van drie jaar en met bijzondere voorwaarden inhoudende een meldplicht en een behandelverplichting, geïndiceerd.
De overwegingen van de rechtbank
Bij de strafoplegging houdt de rechtbank rekening met de aard en de ernst van de gepleegde feiten, de omstandigheden waaronder deze zijn begaan en de persoon van de verdachte zoals die uit het dossier en tijdens de behandeling ter terechtzitting naar voren zijn gekomen. Ook neemt de rechtbank de volgende factoren in aanmerking.
Verdachte heeft zich schuldig gemaakt aan het in bezit hebben van kinderporno, dat hij downloadde van internet en heeft opgeslagen op gegevensdragers. Bij de vervaardiging van afbeeldingen van deze aard zijn jeugdigen en ook jonge kinderen seksueel misbruikt en geëxploiteerd. Door te handelen als de verdachte heeft gedaan, heeft hij bijgedragen aan het in stand houden van deze grove schending van de belangen van deze minderjarigen. Het is algemeen bekend dat zij daarvan grote psychische (en lichamelijke) schade ondervinden die hun verdere ontwikkeling ernstig benadeelt.
Voorts heeft verdachte door stiekem een tweetal jonge meisjes tijdens het omkleden in een badhokje te filmen een grote inbreuk gemaakt op hun privacy. De meisjes hadden er op moeten kunnen vertrouwen dat zij in een afgesloten badhokje niet bespied en/of gefilmd zouden worden.
Het Landelijk overleg van voorzitters van de strafsectoren van de gerechtshoven en de rechtbanken (LOVS) heeft als oriëntatiepunt voor het bezit/verwerven van kinderporno 6 maanden voorwaardelijke gevangenisstraf en 240 uur taakstraf gesteld.
De rechtbank merkt echter op dat het onwenselijk lang heeft geduurd voordat deze zaak bij de rechtbank is aangebracht. Verdachte heeft hierdoor gedurende lange tijd in onzekerheid verkeerd over de afloop van de zaak. De rechtbank is van oordeel dat met dit tijdsverloop, waarvoor door de officier van justitie geen reden is aangevoerd, bij de strafoplegging rekening moet worden gehouden. Voorts is verdachte niet eerder veroordeeld voor een strafbaar feit. Tenslotte heeft hij vanaf het moment dat hij is aangehouden openheid van zaken gegeven.
Mevrouw Hutten van Reclassering Nederland, adviesunit Almelo, heeft over verdachte gerapporteerd. Zij stelt vast dat verdachte zegt een seksuele voorkeur voor minderjarige meisjes te hebben. Zij komt voorts tot de conclusie dat er bij verdachte sprake is van een kwetsbaar zelfbeeld, dat hij erg onzeker is en weinig initiatieven durft te nemen. Volgens haar is er sprake van een hoog gemiddelde recidivekans en zij adviseert om een voorwaardelijke straf op te leggen. Als bijzondere voorwaarden adviseert de reclasseringswerker een meldplicht bij de reclassering en een behandeling van verdachtes (seksuele) problematiek bij een ambulant forensisch behandelcentrum zoals De Tender. Verdachte heeft ter zitting verklaard dat hij bereid is om zich aan die voorwaarden te houden.
De rechtbank acht de conclusie goed onderbouwd en zorgvuldig tot stand gekomen en zal het daarin genoemde advies bij de strafoplegging laten meewegen.
Alles overwegende acht de rechtbank passend en geboden dat verdachte wordt veroordeeld tot een onvoorwaardelijke werkstraf van 200 uur, met aftrek van het voorarrest (omgezet in uren werkstraf), alsmede een voorwaardelijke gevangenisstraf van 6 maanden met een proeftijd van 3 jaar en met de bijzondere voorwaarden zoals geadviseerd door de reclassering. Aangezien de reclassering zich niet heeft uitgelaten over onaangekondigde controles van verdachtes gegevensdragers – welke eventuele controles door die reclassering worden uitgevoerd – zal de rechtbank deze, door de officier van justitie gevorderde, voorwaarde niet opleggen.
8.2
De inbeslaggenomen voorwerpen
Hoewel een formulier inbeslaggenomen voorwerp in het strafdossier ontbreekt, blijkt uit het proces-verbaal van politie dat onder verdachte onder meer een laptop, een personal computer, een digitale fotocamera en een dvd/cd in beslag genomen zijn. Op dit materiaal zijn kinderpornografische afbeeldingen en de in feit 2 bedoelde films aangetroffen. Andere voorwerpen die onder verdachte inbeslaggenomen zijn, zijn – zo blijkt uit dat proces-verbaal – aan verdachte teruggegeven.
De officier van justitie heeft gevorderd dat een pc, een dvd en een laptop worden onttrokken aan het verkeer. De raadsman heeft namens verdachte verzocht om de laptop, pc, dvd/cd en een camera-adapter aan verdachte terug te geven. De officier van justitie verzet zich niet tegen teruggave van de adapter.
De rechtbank is van oordeel dat de niet aan verdachte teruggeven voorwerpen vatbaar zijn voor onttrekking aan het verkeer, omdat met deze gegevensdragers - met daarop kinderpornografische afbeeldingen en filmopnames, waaronder die zijn bedoeld in het onder 2 tenlastegelegde - de feiten zijn begaan en het ongecontroleerde bezit ervan in strijd is met de wet.
De adapter dient aan verdachte te worden teruggegeven.

9.De toegepaste wettelijke voorschriften

De hierna te nemen beslissing berust op de hiervoor genoemde wetsartikelen. Daarnaast berust deze beslissing op de artikelen 14a, 14b, 14c, 14d, 22c, 22d, 27, 36b, 36c en 57 Sr.

10.De beslissing

De rechtbank:
vrijspraak/bewezenverklaring
  • verklaart niet bewezen dat verdachte het onder 2 primair tenlastegelegde heeft begaan en spreekt hem daarvan vrij;
  • verklaart bewezen, dat verdachte het onder 1 en 2 subsidiair tenlastegelegde heeft begaan, zoals hierboven omschreven;
  • verklaart niet bewezen wat aan verdachte onder 1 en 2 subsidiair meer of anders is tenlastegelegd en spreekt hem daarvan vrij;
strafbaarheid
  • verklaart het bewezenverklaarde strafbaar;
  • verklaart dat het bewezenverklaarde de volgende strafbare feiten oplevert:
feit 2 subsidiairhet misdrijf: gebruik makende van een technisch hulpmiddel waarvan de aanwezigheid niet op duidelijke wijze kenbaar is gemaakt, opzettelijk en wederrechtelijk van een persoon, aanwezig in een niet voor het publiek toegankelijk plaats, een afbeelding vervaardigen, meermalen gepleegd;
- verklaart verdachte strafbaar voor het onder 1 en 2 subsidiair bewezenverklaarde;
straf
  • veroordeelt verdachte tot een
  • bepaalt dat de straf niet ten uitvoer wordt gelegd, tenzij de rechter tenuitvoerlegging gelast:
- omdat de veroordeelde geen medewerking aan het reclasseringstoezicht als bedoeld in artikel 14d, tweede lid, Sr heeft verleend, medewerking aan huisbezoeken daaronder begrepen;
- omdat de veroordeelde tijdens de proeftijd de bijzondere voorwaarde niet heeft nageleefd;
  • stelt als
  • stelt als
  • stelt als
  • draagt de reclassering op om toezicht te houden op de naleving van de voorwaarden en de veroordeelde ten behoeve daarvan te begeleiden;
  • draagt deze reclasseringsinstelling op om aan verdachte hulp en steun te verlenen bij de naleving van deze voorwaarden;
  • veroordeelt verdachte tot een
  • beveelt, voor het geval dat de veroordeelde de taakstraf niet naar behoren verricht, dat
  • beveelt dat de tijd die de veroordeelde vóór de tenuitvoerlegging van deze uitspraak in verzekering heeft doorgebracht, bij de uitvoering van de taakstraf in mindering wordt gebracht, waarbij als maatstaf geldt dat voor de eerste 60 in verzekering of voorlopige hechtenis doorgebrachte dagen, twee uren en voor de resterende dagen één uur per dag aftrek plaatsvindt;
de inbeslaggenomen voorwerpen
- verklaart onttrokken aan het verkeer de inbeslaggenomen voorwerpen, te weten: een laptop, een personal computer, een digitale videocamera, een dvd/cd en een GSM met simcard;
- gelast de teruggave aan verdachte van de camera-adapter.
Dit vonnis is gewezen door mr. A.J. Louter, voorzitter, mr. F.H.W. Teekman en
mr. A.A.J. Lemain, rechters, in tegenwoordigheid van E.P. Endlich, griffier, en is in het openbaar uitgesproken op 7 februari 2014.
Buiten staat
Mr. Teekman is niet in de gelegenheid dit vonnis mede te ondertekenen.