Uitspraak
RECHTBANK OVERIJSSEL
Beschikking van de kantonrechter d.d. 9 oktober 2014 in de zaak van:
Countus Accountants en Adviseurs B.V.,
Rechtbank Overijssel
In deze zaak heeft de kantonrechter van de Rechtbank Overijssel op 9 oktober 2014 uitspraak gedaan in een verzoek tot ontbinding van de arbeidsovereenkomst tussen Countus Accountants en Adviseurs B.V. en [verweerder]. Countus, de werkgever, verzocht om ontbinding van de arbeidsovereenkomst op basis van artikel 7:685 van het Burgerlijk Wetboek, omdat zij van mening was dat er sprake was van een verstoorde arbeidsrelatie en onvoldoende functioneren van [verweerder]. De kantonrechter heeft vastgesteld dat [verweerder] sinds 1 mei 2000 in dienst was bij Countus en dat er in de periode voorafgaand aan het verzoek klachten waren over zijn functioneren. Countus had [verweerder] een individueel verbeterplan (IVP) aangeboden, maar de kantonrechter oordeelde dat de verbeteringen niet voldoende waren en dat er geen ernstige verwijtbaarheid aan de zijde van [verweerder] was.
De kantonrechter overwoog dat de arbeidsrelatie tussen partijen verstoord was en dat herstel binnen redelijke tijd niet te verwachten viel. Dit werd als een gewijzigde omstandigheid beschouwd die ontbinding rechtvaardigde. De rechter oordeelde echter ook dat de op non-actief stelling van [verweerder] te vergaand was en dat er onvoldoende begeleiding was geboden. Uiteindelijk werd aan [verweerder] een vergoeding van € 70.000,00 bruto toegekend, met de mogelijkheid voor Countus om het verzoek tot ontbinding in te trekken voor een bepaalde datum. De proceskosten werden gecompenseerd, zodat iedere partij de eigen kosten droeg.
De uitspraak benadrukt het belang van goede begeleiding en communicatie tussen werkgever en werknemer, vooral in situaties van functioneren en verbetertrajecten. De kantonrechter heeft de belangen van beide partijen afgewogen en een billijke oplossing gezocht, rekening houdend met de lange dienstverband van [verweerder] en de gevolgen van de ontbinding voor zijn toekomst.