ECLI:NL:RBOVE:2014:5591
Rechtbank Overijssel
- Eerste aanleg - meervoudig
- M. Stam
- A. Lemain
- J. Wentink
- Rechtspraak.nl
Vrijspraak van verdachte in zaak van valse leveringsovereenkomsten
In deze strafzaak, behandeld door de Rechtbank Overijssel op 20 oktober 2014, stond de verdachte terecht op verdenking van het opmaken van valse leveringsovereenkomsten in de periode van 1 juni 2007 tot en met 23 juni 2007. De officier van justitie, mr. M.P. Pomper, had gevorderd dat de verdachte zou worden veroordeeld tot een werkstraf van 30 uren, met als alternatief 15 dagen hechtenis bij niet-naleving. De rechtbank heeft het onderzoek op de openbare terechtzitting van 22 september 2014 gevoerd, waarbij de verdachte en zijn raadsman, mr. K. Kok, hun standpunten naar voren hebben gebracht.
De tenlastelegging hield in dat de verdachte samen met een ander valse overeenkomsten had opgesteld tussen [bedrijf 1] C.V. en [bedrijf 2] B.V., waarbij de ondertekeningsdata na de ontbinding van [bedrijf 1] C.V. lagen. De rechtbank heeft vastgesteld dat de dagvaarding geldig was en dat er geen redenen waren voor schorsing van de vervolging. In de beoordeling van het bewijs kwam de rechtbank tot de conclusie dat er onvoldoende bewijs was dat de verdachte met het ondertekenen van de overeenkomsten het oogmerk tot misleiding had.
Uiteindelijk heeft de rechtbank geoordeeld dat niet bewezen kon worden wat aan de verdachte was tenlastegelegd, en heeft zij hem daarvan vrijgesproken. Dit vonnis is uitgesproken door de rechters M. Stam, A. Lemain en J. Wentink, in aanwezigheid van griffier Veldhuis, en is openbaar gemaakt op 20 oktober 2014.