ECLI:NL:RBOVE:2014:5400

Rechtbank Overijssel

Datum uitspraak
10 oktober 2014
Publicatiedatum
10 oktober 2014
Zaaknummer
08/760059-14
Instantie
Rechtbank Overijssel
Type
Uitspraak
Rechtsgebied
Strafrecht
Procedures
  • Eerste aanleg - meervoudig
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Veroordeling van een man voor gewapende overvallen en vrijspraak van medeplichtigheid

Op 10 oktober 2014 heeft de Rechtbank Overijssel uitspraak gedaan in een strafzaak tegen een 30-jarige man uit Duitsland, die beschuldigd werd van het plegen van gewapende overvallen. De man had op 17 februari 2014 een tankstation in Glanerbrug overvallen en twee dagen later twee mannen beroofd van hun auto onder bedreiging van een vuurwapen. De rechtbank heeft de verdachte veroordeeld tot een gevangenisstraf van vijf jaar. Tijdens de rechtszitting op 26 september 2014 heeft de officier van justitie, mr. K. de Valk, de vordering ingediend, terwijl de verdachte werd bijgestaan door zijn raadsman, mr. R. Oude Breuil. De rechtbank heeft vastgesteld dat de dagvaarding geldig was en dat zij bevoegd was om de zaak te behandelen. De verdachte werd vrijgesproken van de medeplichtigheid aan de overval, omdat niet bewezen kon worden dat hij op de hoogte was van de plannen van zijn medeverdachte. De rechtbank oordeelde dat er onvoldoende bewijs was voor de medeplichtigheid, aangezien de verdachte niet wist dat er een overval zou plaatsvinden. De rechtbank heeft ook geoordeeld dat de benadeelde partijen, de slachtoffers van de overval, niet-ontvankelijk zijn in hun vorderingen, omdat de verdachte van het schadeveroorzakende feit werd vrijgesproken. De uitspraak benadrukt de noodzaak van overtuigend bewijs voor medeplichtigheid en de rechten van benadeelde partijen in strafzaken.

Uitspraak

Rechtbank Overijssel

Afdeling Strafrecht
Zittingsplaats Almelo
Parketnummer: 08/760059-14
Datum vonnis: 10 oktober 2014
Vonnis (promis) op tegenspraak van de rechtbank Overijssel, meervoudige kamer voor strafzaken, rechtdoende in de zaak van de officier van justitie tegen:
[verdachte],
geboren op [geboortedag] 1983 in [geboorteplaats] (Polen),
wonende in [woonplaats], [adres].

1.Het onderzoek op de terechtzitting

Dit vonnis is gewezen naar aanleiding van het onderzoek op de openbare terechtzitting van 26 september 2014. De rechtbank heeft kennis genomen van de vordering van de officier van justitie mr. K. de Valk en van hetgeen door de verdachte en haar raadsman
mr. R. Oude Breuil, advocaat te Enschede, naar voren is gebracht.

2.De tenlastelegging

De verdenking komt er, kort en feitelijk weergegeven, op neer dat verdachte:
feit 1:samen met een ander een gewapende overval heeft gepleegd, dan wel dat zij daaraan medeplichtig is geweest;
feit 2:een personenauto heeft geheeld.
Voluit luidt de tenlastelegging aan de verdachte, dat:
1.
zij op of omstreeks 17 februari 2014 te Glanerbrug, gemeente Enschede, tezamen
en in vereniging met een ander of anderen, althans alleen, met het oogmerk om
zich en/of (een) ander(en) wederrechtelijk te bevoordelen door geweld en/of
bedreiging met geweld [slachtoffer 1] en/of [slachtoffer 2] heeft gedwongen tot
de afgifte van een hoeveelheid geld en/of sigaretten, in elk geval van enig
goed, geheel of ten dele toebehorende aan [naam] tankstation en/of die [slachtoffer 2]
en/of die [slachtoffer 1], in elk geval aan een ander of anderen dan aan
verdachte en/of haar mededader(s), welk geweld en/of welke bedreiging met
geweld hierin bestond(en) dat zij, verdachte, en/of haar mededader
- ( in het bezit van een vuurwapen, althans een op een vuurwapen gelijkend
voorwerp) dat tankstation is binnen gegaan en/of (vervolgens)
- die [slachtoffer 1] en/of die [slachtoffer 2] een vuurwapen, althans een op een
vuurwapen gelijkend voorwerp heeft getoond en/of voorgehouden en/of
(vervolgens)
- dat vuurwapen, althans dat op een vuurwapen gelijkend voorwerp (voortdurend
afwisselend) op die [slachtoffer 1] en/of die [slachtoffer 2] heeft gericht en/of
(vervolgens)
- tegen die [slachtoffer 1] heeft geroepen en/of geschreeuwd: "op de knieen, op
de knieen", althans woorden van gelijke aard of strekking en/of (vervolgens)
- tegen die [slachtoffer 2] heeft geroepen en/of geschreeuwd: "geld, geld, alles"
en/of "dit is een overval", aldus woorden van gelijke aard of strekking en/of
(vervolgens)
- dat tankstation in het bezit van die hoeveelheid geld en/of die sigaretten
heeft verlaten en/of (vervolgens)
- ( nadat die [slachtoffer 1] een achtervolging had ingezet) met dat vuurwapen,
althans dat op een vuurwapen gelijkend voorwerp op en/of in de richting van
die [slachtoffer 1] heeft geschoten en/of (vervolgens)
- in een reeds (met chauffeur) gereedstaand voertuig is/zijn vertrokken en/of
gevlucht;
ALTHANS, voor zover voor het vorenstaande onder 1 geen veroordeling mocht of zou
kunnen volgen, SUBSIDIAIR, terzake dat
[medeverdachte] op of omstreeks 17 februari 2014 te Glanerbrug, gemeente
Enschede, met het oogmerk om zich en/of (een) ander(en) wederrechtelijk te
bevoordelen door geweld en/of bedreiging met geweld [slachtoffer 1] en/of
[slachtoffer 2] heeft gedwongen tot de afgifte van een hoeveelheid geld en/of
sigaretten, in elk geval van enig goed, geheel of ten dele toebehorende aan [slachtoffer 2]
tankstation en/of die [slachtoffer 2] en/of die [slachtoffer 1], in elk geval aan
een ander of anderen dan aan die [medeverdachte] en/of aan verdachte, welk geweld en/of
welke bedreiging met geweld hierin bestond(en) dat die [medeverdachte]
- ( in het bezit van een vuurwapen, althans een op een vuurwapen gelijkend
voorwerp) dat tankstation is binnen gegaan en/of (vervolgens)
- die [slachtoffer 1] en/of die [slachtoffer 2] een vuurwapen, althans een op een
vuurwapen gelijkend voorwerp heeft getoond en/of voorgehouden en/of
(vervolgens)
- dat vuurwapen, althans dat op een vuurwapen gelijkend voorwerp (voortdurend
afwisselend) op die [slachtoffer 1] en/of die [slachtoffer 2] heeft gericht en/of
(vervolgens)
- tegen die [slachtoffer 1] heeft geroepen en/of geschreeuwd: "op de knieen, op
de knieen", althans woorden van gelijke aard of strekking en/of (vervolgens)
- tegen die [slachtoffer 2] heeft geroepen en/of geschreeuwd: "geld, geld, alles"
en/of "dit is een overval", aldus woorden van gelijke aard of strekking en/of
(vervolgens)
- dat tankstation in het bezit van die hoeveelheid geld en/of die sigaretten
heeft verlaten en/of (vervolgens)
- ( nadat die [slachtoffer 1] een achtervolging had ingezet) met dat vuurwapen,
althans dat op een vuurwapen gelijkend voorwerp op en/of in de richting van
die [slachtoffer 1] heeft geschoten,
tot en/of bij het plegen van welk misdrijf verdachte op of omstreeks 17
februari 2014 te Glanerbrug, gemeente Enschede, en/of elders in Nederland
opzettelijk gelegenheid, middelen en/of inlichtingen heeft verschaft en/of
opzettelijk behulpzaam is geweest door door die [medeverdachte] in de richting van dat
tankstation te vervoeren en/of (vervolgens) door, in de door haar bestuurde
vluchtauto, die [medeverdachte] op te wachten en/of (vervolgens) door die [medeverdachte] vanaf
dat tankstation te vervoeren en/of (vervolgens) door met die [medeverdachte] van plaats
te ruilen en/of te wisselen zodat hij, [medeverdachte], het voertuig en/of de vluchtauto
verder kon besturen;
2.
zij op of omstreeks 17 februari 2014 te Glanerbrug, gemeente Enschede,, in elk
geval in Nederland, een personenauto (Fiat Punto, [kenteken]) heeft verworven,
voorhanden heeft gehad en/of heeft overgedragen, terwijl zij ten tijde van het
verwerven of het voorhanden krijgen van die personenauto wist, althans had
moeten vermoeden dat het (een) door misdrijf verkregen goed(eren) betrof;

3.De vordering van de officier van justitie

De officier van justitie heeft gevorderd dat verdachte van het onder 1 primair tenlastegelegde wordt vrijgesproken en dat zij voor het onder 1 subsidiair en 2 tenlastegelegde wordt veroordeeld tot een gevangenisstraf voor de duur van twee jaren, waarvan één jaar voorwaardelijk met een proeftijd van twee jaren, met als bijzondere voorwaarden een meldplicht en een ambulante behandeling bij JusTact. Daarnaast heeft de officier van justitie toewijzing van de civiele vorderingen van [slachtoffer 1] en [slachtoffer 2] gevorderd vermeerderd met de wettelijke rente en oplegging daarbij van de schadevergoedingsmaatregel.

4.De voorvragen

De rechtbank heeft vastgesteld dat de dagvaarding geldig is, dat zij bevoegd is tot kennisneming van deze zaak, dat de officier van justitie ontvankelijk is in de vervolging en dat er geen redenen zijn voor schorsing van de vervolging.

5.De beoordeling van het bewijs

Deze paragraaf bevat het oordeel van de rechtbank over de vraag of de tenlastegelegde feiten bewezenverklaard kunnen worden of dat daarvan moet worden vrijgesproken.
5.1
Feit 1
5.1.1
Het primair tenlastegelegde
Evenals de officier van justitie en de verdediging is de rechtbank van oordeel dat verdachte van het primair tenlastegelegde moet worden vrijgesproken.
5.1.2
Het subsidiair tenlastegelegde
De standpunten van de officier van justitie en de verdediging
De officier van justitie heeft gesteld dat het subsidiair tenlastegelegde wettig en overtuigend bewezen is.
De verdediging heeft bepleit dat van medeplichtigheid alleen sprake kan zijn als iemand behulpzaam is geweest voorafgaand of tijdens het plegen van het misdrijf.
Verdachte is de medeverdachte [medeverdachte] na de overval behulpzaam geweest door te fungeren als bestuurder van de auto. Dat is onvoldoende om te komen tot medeplichtigheid nu er geen sprake is van gedragingen van verdachte voorafgaand of tijdens de overval.
De bewijsoverwegingen van de rechtbank
De rechtbank stelt voorop dat voor een bewezenverklaring van medeplichtigheid is vereist dat niet alleen wordt bewezen dat verdachtes opzet gericht was op het opzettelijk behulpzaam zijn bij - in dit geval - het plegen van de overval, maar ook dat verdachtes opzet al dan niet in voorwaardelijke vorm was gericht op het door de dader gepleegde misdrijf (het gronddelict), dan wel op een misdrijf dat voldoende verband houdt met het gronddelict.
Vaststaat dat verdachte met de medeverdachte naar het tankstation [tankstation] in Glanerbrug is gereden, dat zij daar op verdachte heeft gewacht terwijl hij daar, naar eigen zeggen, sigaretten wilde halen en dat zij samen met verdachte, nadat hij weer richting de auto kwam rennen en haar vertelde dat ze moest rijden omdat hij een overval had gepleegd, is weggereden. Op grond van het onderhavige dossier en het verhandelde ter terechtzitting is evenwel niet komen vast te staan dat verdachte wist dat de medeverdachte een overval zou gaan plegen, zodat niet wettig en overtuigend bewezen kan worden dat verdachte minst genomen voorwaardelijk opzet heeft gehad op het plegen van een overval door de medeverdachte.
De rechtbank spreekt verdachte vrij van het subsidiair tenlastegelegde.
5.2
Feit 2
De standpunten van de officier van justitie en de verdediging
De officier van justitie heeft gesteld dat de onder 2 (impliciet primair) tenlastegelegde opzetheling wettig en overtuigend bewezen is.
De verdediging heeft bepleit dat niet wettig en overtuigend bewezen is dat verdachte zich schuldig heeft gemaakt aan opzet- dan wel schuldheling, nu het dossier enkel de verklaring van de medeverdachte hierover bevat en geen sprake is van enig ondersteunend bewijs.
De bewijsoverwegingen van de rechtbank
Verdachte heeft ontkend dat zij wist of moest vermoeden dat de auto van diefstal afkomstig was. De medeverdachte heeft weliswaar verklaard dat verdachte wel op de hoogte was van het feit dat de Fiat Punto gestolen was, maar zelfs als hij het haar verteld heeft, hoeft dat naar het oordeel van de rechtbank niet te betekenen dat verdachte die mededeling ook heeft begrepen nu aannemelijk is dat de communicatie tussen verdachte en haar medeverdachte niet altijd even duidelijk was. De verklaring van de medeverdachte wordt op geen enkele wijze ondersteund door andere bewijsmiddelen in het dossier, zodat verdachte van het feit moet worden vrijgesproken.
5.3
De conclusie
De rechtbank acht niet bewezen wat aan de verdachte onder 1 primair en subsidiair en
onder 2 is tenlastegelegd, zodat zij haar daarvan zal vrijspreken.

6.De schade van benadeelden

De rechtbank zal de benadeelde partijen [slachtoffer 1] en [slachtoffer 2] niet-ontvankelijk verklaren in hun vorderingen, nu verdachte van het schadeveroorzakende feit 1 wordt vrijgesproken. De benadeelde partijen kunnen hun vordering in zoverre slechts aanbrengen bij de burgerlijke rechter.

7.De beslissing

De rechtbank:
vrijspraak/bewezenverklaring
- verklaart niet bewezen dat verdachte het onder 1 primair en subsidiair en het onder 2 tenlastegelegde heeft begaan en spreekt haar daarvan vrij;
schadevergoeding
  • bepaalt dat de benadeelde partij: [slachtoffer 1], wonende te [woonplaats], aan de [adres] in het geheel niet-ontvankelijk is in haar vordering, en dat de benadeelde partij de vordering slechts bij de burgerlijke rechter kan aanbrengen;
  • bepaalt dat de benadeelde partij: [slachtoffer 2], wonende te [woonplaats], aan de [adres] in het geheel niet-ontvankelijk is in haar vordering, en dat de benadeelde partij de vordering slechts bij de burgerlijke rechter kan aanbrengen.
Dit vonnis is gewezen door mr. G.J. Stoové, voorzitter, mr. C. Verdoold en mr. F.C. Berg, rechters, in tegenwoordigheid van mr. B.M. Hoek, griffier, en is in het openbaar uitgesproken op 10 oktober 2014.