Uitspraak
Rechtbank Overijssel
1.Het onderzoek op de terechtzitting
2.De tenlastelegging
3.De vordering van de officier van justitie
- hij voorzover het onder 2 ten laste gelegde betrekking heeft op [slachtoffer 3] niet-ontvankelijk zal worden verklaard in de vervolging;
- verdachte ter zake het onder 1, 2, 3, 4, 5 ten laste gelegde wordt veroordeeld tot een gevangenisstraf gelijk aan de duur van het voorarrest en dat daarnaast de maatregel van terbeschikkingstelling (TBS) met dwangverpleging zal worden opgelegd.
4.De voorvragen
5.De beoordeling van het bewijs
6.De strafbaarheid van het bewezenverklaarde
7.De strafbaarheid van de verdachte
8.De op te leggen straf of maatregel
9.De toegepaste wettelijke voorschriften
10.De beslissing
- verklaart bewezen, dat verdachte het onder 1, 2, 3 en 5 tenlastegelegde heeft begaan, zoals hierboven onder 5.4. omschreven;
- verklaart niet bewezen wat aan verdachte onder 1, 2, 3 en 5 meer of anders is tenlastegelegd en spreekt hem daarvan vrij;
- verklaart het bewezenverklaarde strafbaar;
- verklaart dat het bewezenverklaarde de volgende strafbare feiten oplevert:
- veroordeelt verdachte tot een
- bepaalt dat het voorwaardelijke deel van de straf niet ten uitvoer wordt gelegd, tenzij de rechter tenuitvoerlegging gelast:
- veroordeelde zich moet houden aan de aanwijzingen die de reclassering hem geeft en zich na de klinische opname gedurende door reclassering Nederland bepaalde perioden zal blijven melden zo frequent als Reclassering Nederland dit nodig acht;
- legt op de maatregel dat de veroordeelde gedurende twee jaren op geen enkele wijze, direct of indirect, contact zal opnemen of zoeken met zijn broer [slachtoffer 2], zijn schoonzus [slachtoffer 3] of de ouders en zus van [slachtoffer 3];
- beveelt dat vervangende hechtenis zal worden toegepast voor de duur van drie dagen voor iedere keer dat niet aan de maatregel wordt voldaan met een maximum van zes maanden. Toepassing van de vervangende hechtenis heft de verplichting ingevolgde de opgelegde maatregel niet op;
- beveelt dat de op grond van artikel 38v Sr opgelegde maatregel dadelijk uitvoerbaar is.