Bij de strafoplegging houdt de rechtbank rekening met de aard en de ernst van de gepleegde feiten, de omstandigheden waaronder die zijn begaan en de persoon van de verdachte zoals die uit het dossier en tijdens de behandeling ter terechtzitting naar voren zijn gekomen. Ook neemt de rechtbank de volgende factoren in aanmerking.
De rechtbank heeft er rekening mee gehouden dat verdachte, naast de hiervoor bewezen verklaarde feiten, zich ook schuldig heeft gemaakt aan vijf soortgelijke diefstallen in verzorgingstehuis “[zorgcentrum]”, door middel van insluiping, in de periode van 1 januari 2013 tot en met 15 februari 2013, zoals valt af te leiden uit de overige ter kennisneming van de rechtbank gebrachte processen-verbaal van politie, welke zich in het onderhavige dossier bevinden en als ad informandum strafbare feiten zijn vermeld in de dagvaarding van verdachte. De verdachte heeft ter terechtzitting bevestigd dat zij zich schuldig heeft gemaakt aan het plegen van die feiten.
Bij haar beslissing heeft de rechtbank gelet op:
- een Reclasseringsadvies van Tactus Verslavingszorg d.d. 7 mei 2014;
een uittreksel justitiële documentatie van verdachte d.d. 19 augustus 2014.
De rechtbank heeft bij het bepalen van strafsoort en strafmaat in het bijzonder het navolgende in aanmerking genomen. Verdachte heeft zich gedurende een tijdbestek van ongeveer een half jaar schuldig gemaakt aan een reeks van diefstallen van geld en goederen uit kamers/appartementen van bewoners in het verzorgingstehuis “[zorgcentrum]” alwaar zij werkzaam was als verzorgende tijdens de nachtdienst. Verdachte heeft daartoe tijdens haar werkzaamheden steeds met behulp van een loper de appartementen/kamers van bewoners geopend en heeft in totaal 18 maal geld en sieraden weggenomen van oude, zeer kwetsbare mensen die aan haar zorg waren toevertrouwd en in hoge mate van haar en andere zorgverleners afhankelijk waren.
Verdachte heeft zelfs geld en/of goederen weggenomen van een kort daarvoor overleden bewoonster en gedurende een ziekenhuisopname van een bewoner.
De rechtbank rekent verdachte deze handelwijze, die uitsluitend gericht was op eigen geldelijk gewin om op die wijze te kunnen voorzien in de cocaïneverslaving van haar en haar partner, zwaar aan. Verdachte heeft door haar handelwijze zowel de direct bestolenen, als hun familieleden niet alleen financiële, maar vooral ook emotionele schade berokkend, zoals blijkt uit de aangiftes en in het bijzonder uit de door mevrouw [naam], dochter van een (inmiddels) overleden benadeelde bewoonster, ter terechtzitting voorgelezen slachtofferverklaring.
Verdachte heeft het vertrouwen dat in haar was gesteld door zowel de bewoners, familie van bewoners als collega’s op grove wijze beschaamd. De diefstallen hebben tot veel onrust en onderling wantrouwen onder de bewoners, familieleden en medewerkers van het verzorgingstehuis geleid, waarvoor uitsluitend verdachte verantwoordelijk is. Zulks klemt temeer nu verdachte willens en wetens telkens de bewuste keuze heeft gemaakt om weer diefstallen te plegen zonder zich daarbij te bekommeren om de gevolgen van haar handelen. Als verzorgster van hoogbejaarde en kwetsbare mensen had juist verdachte behoren in te zien welke vaak emotionele gevolgen de diefstallen voor in de eerste plaats deze groep mensen zouden hebben. Het bij de bewoners ontstane wantrouwen en de angstgevoelens die de diefstallen bij deze groep mensen teweegbrachten hebben verdachte er niet van weerhouden om uit vrije wil te stoppen met de diefstallen. Zij is doorgegaan met de diefstallen totdat door middel van een door het verzorgingstehuis verdekt opgestelde camera kon worden vastgesteld dat verdachte goederen wegnam en zij daarmee kon worden geconfronteerd.
Naar het oordeel van de rechtbank kan op dergelijke feiten niet anders worden gereageerd dan met het opleggen van een gevangenisstraf van geruime duur. De rechtbank overweegt daarbij dat de oriëntatiepunten voor straftoemeting van het Landelijk Overleg Vakinhoud Strafrecht (LOVS) uitgaan van een onvoorwaardelijke gevangenisstraf voor de duur van twee maanden voor een diefstal door middel van insluiping. Verdachte heeft weliswaar 18 diefstallen bekend, doch in de zaak tegen verdachte zijn vijf diefstallen bewezen verklaard en dient tevens rekening te worden gehouden met vijf ad informandum gevoegde bewezenverklaarde strafbare feiten, zodat de rechtbank deze tien diefstallen (al dan niet door middel van insluiping) in aanmerking neemt voor het bepalen van de strafmaat.
De rechtbank heeft als strafmatigende omstandigheden in aanmerking genomen dat verdachte een blanco strafblad heeft, zij kort na haar aanhouding volledige opening van zaken heeft gegeven en door haar handelwijze (en achterliggende verslaving) veel is kwijtgeraakt: haar baan, haar woning en voor langere tijd ook het contact met haar kinderen, die uit huis zijn geplaatst.
Alle hiervoor genoemde omstandigheden afwegende en mede in aanmerking genomen de inhoud van het Reclasseringsadvies acht de rechtbank in dit geval oplegging van de door de officier van justitie gevorderde straf passend en geboden.