ECLI:NL:RBOVE:2014:4938

Rechtbank Overijssel

Datum uitspraak
18 september 2014
Publicatiedatum
22 september 2014
Zaaknummer
08.951528-13
Instantie
Rechtbank Overijssel
Type
Uitspraak
Rechtsgebied
Strafrecht
Procedures
  • Eerste aanleg - meervoudig
Rechters
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Veroordeling van een man voor ontuchtige handelingen met minderjarige meisjes en bedreiging

In deze zaak heeft de Rechtbank Overijssel op 18 september 2014 uitspraak gedaan in een strafzaak tegen een 37-jarige man uit Zwolle. De man is veroordeeld tot een gevangenisstraf van vier jaar, waarvan één jaar voorwaardelijk, met een proeftijd van tien jaar. Daarnaast moet hij een schadevergoeding van 1000 euro betalen aan een van de slachtoffers. De man heeft ontuchtige handelingen gepleegd met vier meisjes die nog geen zestien jaar oud waren. Deze meisjes waren kwetsbaar door hun jonge leeftijd en hadden elk problemen thuis. De rechtbank oordeelde dat de verdachte op ernstige wijze misbruik heeft gemaakt van de kwetsbaarheid van deze meisjes. De man heeft zich telkens jonger voorgedaan dan hij was en heeft de meisjes seksueel binnengedrongen. Naast de zedendelicten is de man ook beschuldigd van bedreiging van verschillende meisjes, waarbij hij hen met de dood bedreigde en hen seksueel intimideerde via sociale media. De rechtbank heeft vastgesteld dat de dagvaarding geldig was en dat de officier van justitie ontvankelijk was in de vervolging. De rechtbank heeft de bewezenverklaring van de zedenfeiten en bedreigingen gebaseerd op de verklaringen van de slachtoffers en ander bewijsmateriaal. De rechtbank heeft de verdachte als strafbaar verklaard en heeft rekening gehouden met de ernst van de feiten, de omstandigheden waaronder deze zijn gepleegd en de persoon van de verdachte. De rechtbank heeft ook de psychologische toestand van de verdachte in overweging genomen, waarbij werd vastgesteld dat hij licht verminderd toerekeningsvatbaar was. De rechtbank heeft de vordering van de benadeelde partij toegewezen en de verdachte veroordeeld tot betaling van de schadevergoeding.

Uitspraak

Rechtbank Overijssel

Afdeling Strafrecht
Zittingsplaats Zwolle
Parketnummer: 08.951528-13
Datum vonnis: 18 september 2014
Vonnis (promis) op tegenspraak van de rechtbank Overijssel, meervoudige kamer voor strafzaken, rechtdoende in de zaak van de officier van justitie tegen:
[verdachte],
geboren op [geboortedatum 1] 1977 in [geboorteplaats 1],
wonende te [woonplaats 1],
nu verblijvende in het Huis van Bewaring te Zwolle.

1.Het onderzoek op de terechtzitting

Dit vonnis is gewezen naar aanleiding van het onderzoek op de openbare terechtzittingen van 8 mei 2014, 31 juli 2014 en 4 september 2014. De rechtbank heeft kennis genomen van de vordering van de officier van justitie mr. H.J. Timmer en van hetgeen door de verdachte en diens raadsman mr. S.V. Ramdihal, advocaat te Amsterdam, naar voren is gebracht.

2.De tenlastelegging

De verdenking komt er, kort en feitelijk weergegeven, op neer dat verdachte:
feiten 1 tot en met 4:met meisjes tussen de twaalf en zestien jaren oud ontuchtige handelingen heeft gepleegd die (mede) bestonden uit het seksueel binnendringen van het lichaam van die meisjes en;
feit 5 tot en met 7:verschillende meisjes/vrouwen heeft bedreigd.
Voluit luidt de tenlastelegging aan de verdachte, dat:
1.
hij op of omstreeks 11 november 2012 in de gemeente Zwolle, althans elders in Nederland, met [slachtoffer 1] (geboren [geboortedatum 2] 1997), die de leeftijd van twaalf jaren
maar nog niet die van zestien jaren had bereikt, buiten echt, (telkens) een of meer ontuchtige
handeling(en) heeft gepleegd, die bestond(en) uit of mede bestond(en) uit het seksueel
binnendringen van het lichaam van die [slachtoffer 1], hebbende verdachte meermalen, althans
éénmaal, zijn penis in de vagina van die [slachtoffer 1] geduwd/gedrukt/gebracht/gestoken;
2.
hij in of omstreeks de periode van 01 maart 2012 tot 1 april 2012 in de gemeente Zwolle,
althans elders in Nederland, met [slachtoffer 2] (geboren [geboortedatum 3] 1997), die de leeftijd van twaalf jaren maar nog niet die van zestien jaren had
bereikt, buiten echt, een of meer ontuchtige handeling(en) heeft gepleegd, die bestond(en) uit
of mede bestond(en uit het seksueel binnendringen van het lichaam van die [slachtoffer 2], hebbende verdachte zijn penis en/of zijn tong in de vagina van die [slachtoffer 2] geduwd/gedrukt/gebracht/gestoken;
3.
hij op een of meer tijdstippen in of omstreeks de periode van 9 november 1996 tot 9 november 2000 in de gemeente Zwolle, althans elders in Nederland, met [slachtoffer 3](geboren [geboortedatum 4] 1984), die de leeftijd van twaalf jaren maar nog niet die
van zestien jaren had bereikt, (telkens) buiten echt, (telkens) een of meer ontuchtige handeling(en) heeft gepleegd, die bestond(en) uit of mede bestond(en) uit het seksueel
binnendringen van het lichaam van die [slachtoffer 3], hebbende verdachte meermalen, althans éénmaal, zijn penis in de vagina en/of anus van die [slachtoffer 3]
geduwd/gedrukt/gebracht/gestoken;
4.
hij in of omstreeks de periode van 1januari 2008 tot en met 1 november 2008 in de gemeente
Zwolle, althans elders in Nederland, met [slachtoffer 4] (geboren [geboortedatum 5] 1993), die
de leeftijd van twaalf jaren maar nog niet die van zestien jaren had bereikt, buiten echt,
(telkens) een of meer ontuchtige handeling(en) heeft gepleegd, die bestond(en) uit of mede
bestond(en) uit het seksueel binnendringen van het lichaam van die [slachtoffer 4], hebbende
verdachte één of meerdere vingers en/of zijn penis en/of tong in de vagina en/of mond van die [slachtoffer 4] geduwd/gedrukt/gebracht/gestoken;
5.
hij op een of meer tijdstippen in of omstreeks de periode van 20 maart 2011 tot en met 21 maart 2011 in de gemeente(n) Zwolle en/of Rotterdam, althans elders in Nederland, tezamen en in vereniging met een ander of anderen, althans alleen, (telkens) [slachtoffer 5] (en/of haar pasgeboren zoontje) (al dan niet telefonisch) heeft bedreigd met enig misdrijf tegen het leven gericht, althans met zware mishandeling, immers heeft/hebben verdachte en/of (een of meer van) zijn mededader(s) opzettelijk voornoemde [slachtoffer 5] (en/of haar pasgeboren zoontje) dreigend de woorden toegevoegd dat hij, verdachte, hen beiden, haar en hun zoontje dood zou maken en/of “Ik ga jullie doodmaken”, althans woorden van gelijke dreigende aard of strekking;
6.
hij op een of meer tijdstippen in of omstreeks de periode van 7 augustus 2013 tot en met
14 augustus 2013 in de gemeente Zwolle, (telkens) [slachtoffer 6] (al dan niet via internet/facebook) heeft bedreigd met enig misdrijf tegen het leven gericht, althans met
zware mishandeling en/of met verkrachting en/of met feitelijke aanranding van de
eerbaarheid, immers heeft verdachte opzettelijk voornoemde [slachtoffer 6] dreigend de
woorden toegevoegd :Het enige wat ik met je wil is een baby maken” en/of “Ik schaak jou
binnenkort, ook al moet er bloed vloeien, ik leg iedereen om. Me AK wacht op jou” en/of “Ik
doorboor jou focking hart, ooohooo ben je niet muzikaal en eenzaam ik heb jou aangeraakt,
vieze witte gekke kaaskop, mensen die heel stil zijn heel gevaarlijk heks ik ja ik praat tot jou
de koning 1 wanna make love to you” en/of “We zullen zien wie hier gaat verliezen of winnen in je ogen zal ik wel liefde om van te houden omdat jij dat zo graag wou” en/of Weet je wel hoe intelligent ik ben, bent niet bewust van het kwade, je maakt me heet kwaad nu. Komt door de liefde, je gaat verliezen, ik skip je nu, kom maar verder spelen over een halfjaar, niemand kan mij aan, je bent geen partij voor mij, niemand niet. Je weet dat ik almity ben he, wij maakten jou vrouwen. Ik hoop het beste voor jou, kom mij nooit meertarten, ben king of de king of de king, dus houd je smoet over mij bij anderen, als ik nog iets hoor, 1 woep your ass. Als ik nog een ding hoor dan wordt het oorlog” en/of “Ik wil je ontmaagden, een kind met je maken anders kom ik met een pistool langs je huis”, althans woorden van gelijke dreigende aard of strekking.
7.
hij op een of meer tijdstippen in of omstreeks de periode van 4 januari 2014 tot en met
5 januari 2014 in de gemeente Zwolle, althans elders in Nederland, (telkens) [slachtoffer 7] (al dan niet via whatsapp/internet) heeft bedreigd met enig misdrijf tegen het leven gericht, althans met zware mishandeling en/of met verkrachting en/of met feitelijke aanranding van de eerbaarheid, immers heeft verdachte opzettelijk voornoemde [slachtoffer 7] dreigend de woorden toegevoegd dat zij aangeefster een Jood was en/of een koeienvleeseter en/of een slet en/of een hoerenkind en/of een kutkop had en/of hoeveel lullen zij, aangeefster al had gehad en/of zij, aangeefster, ze allemaal nog kon tellen en/of dat hij haar zou komen halen en haar kop lek zou schieten en/of dat zij, aangeefster naar hem toe moest komen om hem te neuken en/of neuk je al, althans woorden van gelijke dreigende aard of strekking.

3.De vordering van de officier van justitie

De officier van justitie heeft gevorderd dat:
  • verdachte van het onder 5 ten laste gelegde feit zal worden vrijgesproken;
  • ter zake het onder 1, 2, 3, 4, 6 en 7 ten laste gelegde zal worden veroordeeld tot een gevangenisstraf voor de duur van vier jaren met aftrek van voorarrest, waarvan één jaar voorwaardelijk met een proeftijd van tien jaren en als bijzondere voorwaarden reclasseringstoezicht en opname en behandeling op een FPA gedurende de periode van maximaal een jaar;
  • de vordering van de benadeelde partij [slachtoffer 4] zal worden toegewezen met oplegging van de schadevergoedingsmaatregel.

4.De voorvragen

De rechtbank heeft vastgesteld dat de dagvaarding geldig is, dat zij bevoegd is tot kennisneming van deze zaak, dat de officier van justitie ontvankelijk is in de vervolging en dat er geen redenen zijn voor schorsing van de vervolging.

5.De beoordeling van het bewijs

Deze paragraaf bevat het oordeel van de rechtbank over de vraag of de tenlastegelegde feiten bewezenverklaard kunnen worden of dat daarvan moet worden vrijgesproken. In het geval de rechtbank tot een bewezenverklaring komt, steunt de beslissing dat verdachte de feiten heeft begaan op de inhoud van bewijsmiddelen die als bijlage aan het vonnis zijn gehecht en daarvan op die wijze deel uitmaken. Deze bewijsmiddelen bevatten dan de redengevende feiten en omstandigheden op grond waarvan de rechtbank de overtuiging heeft gekregen dat verdachte het tenlastegelegde heeft begaan.
5.1
Inleiding
Bij de politie kwamen in de periode tussen 1 januari 2007 tot 1 januari 2014 regelmatig meldingen binnen over het lastig vallen van meisjes tussen de 14 en 16 jaar oud door verdachte. Hierbij werden blijkens de meldingen door hem soms aan seks gerelateerde voorstellen gedaan en/of bedreigingen geuit. Vier meisjes deden aangifte van seksueel misbruik en drie meisjes deden aangifte van bedreiging. Door de politie is nader onderzoek verricht en verdachte is op 28 januari 2014 aangehouden op verdenking van overtreding van artikel 245 van het Wetboek van Strafrecht.
5.2
De standpunten van de officier van justitie en de verdediging
De officier van justitie heeft geconcludeerd dat de onder 1 tot en met 4 ten laste gelegde feiten wettig en overtuigend kunnen worden bewezen. Hij is, kort samengevat, van mening dat de verschillende aangiftes voldoende steun vinden in ander bewijsmateriaal.
De verdachte dient volgens van de officier van justitie van het onder 5 ten laste gelegde te worden vrijgesproken, nu verdachte dit feit heeft ontkend en zich naast de aangifte geen ander bewijsmateriaal in het dossier bevindt.
De onder 6 en 7 ten laste gelegde bedreigingen kunnen naar de mening van de officier van justitie wel wettig en overtuigend worden bewezen nu zich naast de aangiftes de bedreigende berichten afkomstig van verdachte in het dossier bevinden.
De raadsman van verdachte heeft vrijspraak bepleit van alle ten laste gelegde feiten. Met betrekking tot de onder 1, 2 en 4 ten laste gelegde zedenfeiten heeft hij betoogd dat de aangiftes voor wat betreft het essentiële punt, namelijk de vraag of sprake is geweest van seksueel binnendringen, onvoldoende steun vindt in ander bewijsmateriaal.
Ten aanzien van het onder 3 ten laste gelegde geldt volgens de raadsman dat er naast de aangifte geen objectief steunbewijs aanwezig is voor het feit dat aangeefster voordat ze zestien jaar oud werd seks heeft gehad met verdachte.
Met betrekking tot het onder 6 ten laste gelegde heeft de raadsman primair vrijspraak betoogd en subsidiair heeft hij betoogd dat de teksten niet zodanig zijn dat hierdoor objectief gezien redelijke vrees kon ontstaan.
Ten aanzien van feit 7 heeft de raadsman naar voren gebracht dat niet duidelijk is dat de zich in het dossier bevindende berichten afkomstig zijn van de telefoon van verdachte. Nu verdachte heeft ontkend dient ook voor dit feit vrijspraak te volgen, aldus de raadsman.
5.3
De bewijsoverwegingen van de rechtbank
Feiten 1 tot en met 4
De rechtbank stelt het volgende voorop. Volgens het tweede lid van artikel 342 van het Wetboek van Strafvordering (Sv) - dat de tenlastelegging in haar geheel betreft en niet een onderdeel daarvan - kan het bewijs dat de verdachte het ten laste gelegde feit heeft begaan, door de rechter niet uitsluitend worden aangenomen op de verklaring van één getuige. Deze bepaling strekt ter waarborging van de deugdelijkheid van de bewijsbeslissing, in die zin dat zij de rechter verbiedt tot een bewezenverklaring te komen ingeval de verklaring van één getuige met betrekking tot de feiten en omstandigheden op zichzelf staat en onvoldoende steun vindt in ander bewijsmateriaal. De vraag of aan het bewijsminimum van artikel 342, tweede lid, Sv is voldaan, laat zich niet in algemene zin beantwoorden, maar vergt een beoordeling van het concrete geval.
Voorts geldt dat in geval van artikel 245 van het Wetboek van Strafrecht (Sr) de leeftijd van het slachtoffer is geobjectiveerd, zodat opzet van verdachte daaromtrent niet is vereist.
De rechtbank is van oordeel dat de onder 1 tot en met 4 ten laste gelegde zedenfeiten en de onder 6 en 7 ten laste gelegde bedreigingen op grond van de in de bijlage genoemde bewijsmiddelen wettig en overtuigend kunnen worden bewezen en overweegt daartoe als volgt.
Feit 1
De rechtbank is van oordeel dat de verklaringen van [slachtoffer 1] betrouwbaar zijn en voldoende steun vindt in ander bewijsmateriaal. [slachtoffer 1] is nadat zij in de nacht van 10 november op 11 november 2012 niet was thuisgekomen door de politie in de woning van verdachte aangetroffen. Verdachte was ten tijde van de komst van de politie slechts gekleed in een witte handdoek die hij om zijn middel had geslagen. Verdachte heeft verklaard dat hij aangeefster uit Rhenen heeft gehaald en haar vervolgens heeft meegenomen naar zijn woning. Tevens heeft hij verklaard dat zij naast hem in bed heeft geslapen. De verklaring van verdachte komt in zoverre overeen met de verklaring van aangeefster. Tegenover de politie heeft verdachte ontkend dat hij seks heeft gehad met [slachtoffer 1]. Ook ter terechtzitting heeft hij dit ontkend. Verdachte heeft tegenover de rechter-commissaris (aanvankelijk) wel bekend dat hij seks met haar heeft gehad, maar die verklaring bij voorlezing ervan weer ingetrokken. De raadsman heeft naar voren gebracht dat deze bekennende verklaring van verdachte op een vergissing berust, omdat verdachte dacht dat het over een ander meisje, te weten [slachtoffer 3], ging. De rechtbank houdt verdachte echter aan zijn (aanvankelijk) bekennende verklaring bij de rechter-commissaris. Verdachte had het bij de rechter-commissaris naar het oordeel van de rechtbank – zo blijkt ook uit het verloop van de verklaring - over [slachtoffer 1]. Zo verklaart hij onder meer dat hij haar via een internetsite heeft leren kennen. Dat is in het geval van [slachtoffer 3] niet aan de orde. Daarnaast wordt de verklaring van [slachtoffer 1] ondersteunt door de aangifte van vader en de verklaring van moeder. De vader van [slachtoffer 1] heeft verklaard dat ze [slachtoffer 1] bij de politie konden ophalen, dat [slachtoffer 1] toen heel stil was en dat ze uiteindelijk die zondagavond aan zijn vrouw heeft verteld dat ze het met hem gedaan had zonder voorbehoedsmiddel. De moeder van [slachtoffer 1] heeft onder meer verklaard dat zij er bij [slachtoffer 1] op heeft aangedrongen om te vertellen wat er was gebeurd, dat [slachtoffer 1] haar vertelde - hetgeen overeenkomt met de verklaring van [slachtoffer 1] bij de politie - dat de man haar een sigaret met drugs had gegeven, dat ze seks hebben gehad en dat het zonder condoom was gebeurd. Moeder heeft daarbij verder verklaard dat haar dochter heel verdrietig was.
Feit 2
Verdachte heeft tegenover de politie bekend dat hij seks heeft gehad met aangeefster [slachtoffer 2]. Ter terechtzitting heeft hij dit ontkend en aangegeven dat hij bij de politie in de war was en over een ander, meerderjarig, persoon heeft verklaard waarmee hij seks heeft gehad. De rechtbank kan verdachte daarin niet volgen. Uit de gehele context van het verhoor bij de politie wordt duidelijk dat verdachte begreep dat het toen over aangeefster [slachtoffer 2] ging. Verdachte heeft immers verklaard dat zij bij hem thuis is geweest en dat hij haar nadien naar de Boni heeft teruggebracht. [slachtoffer 2] heeft dit in haar aangifte ook verklaard. Voorts heeft zij verklaard dat zij tegen verdachte heeft gezegd dat hij het met condoom moest doen. Ook over dit concrete aspect heeft verdachte bij de politie verklaard. Bovendien vindt de aangifte van [slachtoffer 2] steun in de verklaringen van getuigen [getuige 1] en [getuige 2]. Zij verklaren dat aangeefster direct nadat zij door verdachte naar de Boni was teruggebracht vertelde dat zij seks met hem had gehad. [getuige 1] heeft verklaard dat zij later nog een zwangerschapstest met aangeefster heeft gedaan. Ook de moeder van aangeefster heeft verklaard dat ze in het dagboek van aangeefster heeft gelezen dat zij seks had gehad en dat het veel pijn had gedaan.
Feit 3
Aangeefster [slachtoffer 3] heeft verklaard dat zij meermalen seksueel contact heeft gehad met verdachte toen zij jonger was dan zestien jaar. De eerste keer vond plaats bij de tweede ontmoeting met verdachte bij haar thuis in de schuur. Haar moeder heeft hen toen uit de schuur zien komen. Verdachte heeft bekend dat hij seks met aangeefster [slachtoffer 3] heeft gehad. Hij heeft echter verklaard dat dit was nadat zij zestien jaar oud was geworden, omdat hij toen pas een relatie met haar heeft gekregen. De rechtbank is van oordeel dat wettig en overtuigend bewezen kan worden dat verdachte voordat [slachtoffer 3] 16 jaar oud werd seks met haar heeft gehad. De verklaring van aangeefster vindt op dat punt steun in de verklaring van haar moeder, [naam 1]. [naam 1] heeft verklaard dat zij haar dochter toen zij 14 of 15 uit de schuur heeft zien komen met verdachte. De volgende dag vond ze een condoomverpakking in de schuur. Ook getuige [getuige 3] heeft verklaard dat verdachte en aangeefster een relatie hadden toen aangeefster 14 of 15 jaar oud was.
Feit 4
Aangeefster [slachtoffer 4] heeft verklaard dat toen zij vijftien jaar oud was zij bij verdachte in zijn woning seks met hem heeft gehad. Later heeft ze samen met een vriendin, [naam 2], een zwangerschapstest gedaan. De rechtbank is van oordeel dat de verklaring van aangeefster betrouwbaar is en wordt gesteund door ander bewijsmateriaal. Verdachte heeft ontkend dat hij seks met aangeefster [slachtoffer 4] heeft gehad. Hij heeft wel bekend dat zij bij hem in zijn woning is geweest. Bij de rechter-commissaris heeft hij bovendien verklaard dat hij misschien met zijn vingers langs haar vagina heeft gestreeld. De moeder van aangeefster heeft verklaard dat zij de avond dat aangeefster bij verdachte was geweest bloed in haar onderbroek aantrof, dat ze een dag later van [naam 2] een foto kreeg waarop te zien was dat haar dochter naakt tegen een naakte donkere man aanlag, dat ze vervolgens daarover is gaan praten met haar dochter en dat zij toen huilde, overstuur was en beaamde dat ze seks had gehad met [verdachte]. [naam 2] heeft bovendien verklaard dat zij inderdaad met aangeefster een zwangerschapstest heeft gedaan.
Feit 5
Verdachte heeft ontkend dat hij aangeefster [slachtoffer 5] met de dood heeft bedreigd. Nu de aangifte van [slachtoffer 5] geen steun vindt in enig ander bewijsmateriaal zal de rechtbank verdachte van het onder 5 ten laste gelegde feit vrijspreken.
Feit 6
Aangeefster [slachtoffer 6] heeft verklaard dat verdachte haar door middel van Facebookberichten heeft bedreigd. De betreffende berichten bevinden zich als bijlage bij de aangifte in het dossier. Bij de rechter-commissaris heeft verdachte bekend dat hij Facebook-berichten aan [slachtoffer 6] heeft verzonden. Naar het oordeel van de rechtbank waren de teksten van verdachte van zodanige aard dat bij aangeefster de redelijke vrees kon ontstaan. De rechtbank overweegt dat aangeefster ook heeft verklaard dat ze zich bedreigd voelde en zich alleen niet meer veilig voelde.
Feit 7
Aangeefster [slachtoffer 7] heeft verklaard dat ze bedreigende whatsapp-berichten van verdachte heeft ontvangen. Er bevindt zich in het dossier een uitdraai van whatsapp-berichten. De raadsman heeft aangevoerd dat onduidelijk is van welk telefoonnummer deze berichten afkomstig zijn. Aangeefster heeft echter verklaard dat zij de berichten ontving van telefoonnummer 06-[nummer 1]. Verdachte heeft verklaard dat zijn telefoonnummer 06-[nummer 1] is en dat hij de enige is die gebruik maakt van dat telefoonnummer. Aangeefster heeft verklaard dat zij een uitdraai van de berichten bij haar aangifte zou voegen. Nu zich in het dossier verder geen uitdraai van whatssapp-berichten bevindt is naar het oordeel van de rechtbank duidelijk dat de berichten die zich op pagina’s 215 tot en met 217 van het dossier bevinden de berichten zijn waarover aangeefster heeft verklaard. Het onder 7 ten laste gelegde feit kan naar het oordeel van de rechtbank dan ook wettig en overtuigend worden bewezen.
5.4
De conclusie
De rechtbank acht niet bewezen wat aan de verdachte onder 5 is tenlastegelegd, zodat zij hem daarvan zal vrijspreken.
De rechtbank is door de inhoud van de wettige bewijsmiddelen tot de overtuiging gekomen, dat de verdachte het onder 1, 2, 3, 4, 6 en 7 tenlastegelegde heeft begaan, met dien verstande dat:
1.
hij omstreeks 11 november 2012 in de gemeente Zwolle met [slachtoffer 1] (geboren [geboortedatum 2] 1997), die de leeftijd van twaalf jaren maar nog niet die van zestien jaren had bereikt, buiten echt, telkens ontuchtige handelingen heeft gepleegd, die bestonden uit het seksueel binnendringen van het lichaam van die [slachtoffer 1], hebbende verdachte meermalen zijn penis in de vagina van die [slachtoffer 1] gebracht.
2.
hij in de periode van 01 maart 2012 tot 1 april 2012 in de gemeente Zwolle,
met [slachtoffer 2] (geboren [geboortedatum 3] 1997), die de leeftijd van twaalf jaren maar nog niet die van zestien jaren had bereikt, buiten echt, ontuchtige handelingen heeft gepleegd, die bestonden uit het seksueel binnendringen van het lichaam van die [slachtoffer 2], hebbende verdachte zijn penis in de vagina van die [slachtoffer 2] gebracht.
3.
hij op meer tijdstippen in de periode van 9 november 1996 tot 9 november 2000 in de gemeente Zwolle met [slachtoffer 3] (geboren [geboortedatum 4] 1984), die de leeftijd van twaalf jaren maar nog niet die van zestien jaren had bereikt, telkens buiten echt, telkens ontuchtige handelingen heeft gepleegd, die bestonden uit het seksueel binnendringen van het lichaam van die [slachtoffer 3], hebbende verdachte meermalen zijn penis in de vagina van die [slachtoffer 3] gebracht.
4.
hij in de periode van 1 januari 2008 tot en met 1 november 2008 in de gemeente
Zwolle, met [slachtoffer 4] (geboren [geboortedatum 5] 1993), die de leeftijd van twaalf jaren maar nog niet die van zestien jaren had bereikt, buiten echt, ontuchtige handelingen heeft gepleegd, die bestonden uit het seksueel binnendringen van het lichaam van die [slachtoffer 4], hebbende verdachte vingers en zijn penis in de vagina van die [slachtoffer 4] gebracht.
6.
hij in de periode van 7 augustus 2013 tot en met 14 augustus 2013 in de gemeente Zwolle, (telkens) [slachtoffer 6] (via internet/facebook) heeft bedreigd met enig misdrijf tegen het leven gericht, immers heeft verdachte opzettelijk voornoemde [slachtoffer 6] dreigend de
woorden toegevoegd: “Ik schaak jou binnenkort, ook al moet er bloed vloeien, ik leg iedereen om. Me AK wacht op jou” en “Ik doorboor jou focking hart, ooohooo ben je niet muzikaal en eenzaam ik heb jou aangeraakt, vieze witte gekke kaaskop, mensen die heel stil zijn heel gevaarlijk heks ik ja ik praat tot jou de koning 1 wanna make love to you” en “We zullen zien wie hier gaat verliezen of winnen in je ogen zal ik wel liefde om van te houden omdat jij dat zo graag wou” en Weet je wel hoe intelligent ik ben, bent niet bewust van het kwade, je maakt me heel kwaad nu. Komt door de liefde, je gaat verliezen, ik skip je nu, kom maar verder spelen over een halfjaar, niemand kan mij aan, je bent geen partij voor mij, niemand niet. Je weet dat ik almity ben he, wij maakten jou vrouwen. Ik hoop het beste voor jou, kom mij nooit meer tarten, ben king of de king of de king, dus houd je smoel over mij bij anderen, als ik nog iets hoor, I woep your ass. Als ik nog een ding hoor dan wordt het oorlog” en “Ik wil je ontmaagden, een kind met je maken anders kom ik met een pistool langs je huis”.
7.
hij in de periode van 4 januari 2014 tot en met 5 januari 2014 in de gemeente Zwolle, [slachtoffer 7] (via whatsapp/internet) heeft bedreigd met enig misdrijf tegen het leven gericht, immers heeft verdachte opzettelijk voornoemde [slachtoffer 7] dreigend de woorden toegevoegd dat zij aangeefster een Jood was en een koeienvleeseter en een slet en een hoerenkind en een kutkop had en hoeveel lullen zij, aangeefster al had gehad en of zij, aangeefster, ze allemaal nog kon tellen en dat hij haar zou komen halen en haar kop lek zou schieten en dat zij, aangeefster naar hem toe moest komen om hem te neuken en neuk je al.
De rechtbank heeft de eventueel in de tenlastelegging voorkomende schrijffouten verbeterd in de bewezenverklaring. Verdachte wordt hierdoor niet in zijn verdediging geschaad.
De rechtbank acht niet bewezen wat aan de verdachte onder 1, 2, 3, 4, 6 en 7 meer of anders is tenlastegelegd, zodat zij hem daarvan zal vrijspreken.

6.De strafbaarheid van het bewezenverklaarde

Het bewezenverklaarde onder 1 tot en met 4 is strafbaar gesteld bij artikel 245 Sr en het onder 6 en 7 bewezenverklaarde is strafbaar gesteld bij artikel 285 Sr. Er zijn geen feiten of omstandigheden aannemelijk geworden die de strafbaarheid van de feiten uitsluiten. Het bewezenverklaarde levert op:
feiten 1 en 3, telkens
het misdrijf: Met iemand die de leeftijd van twaalf jaren, maar nog niet die van zestien jaren heeft bereikt, buiten echt, ontuchtige handelingen plegen, die bestaan uit het seksueel binnendringen van het lichaam, meermalen gepleegd.
feiten 2 en 4, telkens
het misdrijf: Met iemand die de leeftijd van twaalf jaren, maar nog niet die van zestien jaren heeft bereikt, buiten echt, ontuchtige handelingen plegen, die bestaan uit het seksueel binnendringen van het lichaam.
Feiten 6 en 7, telkens:
het misdrijf: Bedreiging met enig misdrijf tegen het leven gericht.

7.De strafbaarheid van de verdachte

Er zijn geen feiten of omstandigheden aannemelijk geworden die de strafbaarheid van verdachte uitsluiten. De rechtbank oordeelt daarom dat verdachte strafbaar is voor de bewezenverklaarde feiten.

8.De op te leggen straf of maatregel

8.1
De gronden voor een straf of maatregel
Bij de strafoplegging houdt de rechtbank rekening met de aard en de ernst van de gepleegde feiten, de omstandigheden waaronder deze zijn begaan en de persoon van de verdachte zoals die uit het dossier en tijdens de behandeling ter terechtzitting naar voren zijn gekomen. Ook neemt de rechtbank de volgende factoren in aanmerking.
Verdachte heeft met vier verschillende meisjes, die ten tijde van de bewezenverklaarde feiten nog geen 16 jaar oud waren, ontuchtige handelingen, bestaande uit het seksueel binnendringen van het lichaam, gepleegd. Deze meisjes, die enkel al vanwege hun jonge leeftijd kwetsbaar waren, hadden elk de nodige problemen thuis. Verdachte was veel ouder dan deze meisjes en heeft zich telkens jonger voorgedaan dan hij was. De rechtbank is van oordeel dat verdachte op ernstige wijze van de kwetsbaarheid van de meisjes misbruik heeft gemaakt. Aldus handelend heeft verdachte hen fysieke en psychische welzijn ondergeschikt gemaakt aan de bevrediging van zijn eigen seksuele behoeften. Verdachte heeft bovendien een ernstige inbreuk gemaakt op de lichamelijke integriteit van deze meisjes en hun ongestoorde (seksuele) ontwikkeling. De rechtbank rekent dit de verdachte zwaar aan. Algemeen bekend is dat jeugdige slachtoffers van dergelijke zedendelicten in de regel nog geruime tijd de psychische gevolgen ondervinden van hetgeen hen is aangedaan.
Daarnaast heeft verdacht zich, via sociale media, schuldig gemaakt aan bedreiging van een tweetal meisjes die niet op zijn avances ingingen. Hij heeft deze meisjes hierdoor angst aangejaagd.
De rechtbank is in dit geval van oordeel dat een deels onvoorwaardelijke vrijheidsstraf noodzakelijk is, omdat aard en ernst van het bewezen en strafbaar verklaarde, door een lichtere strafrechtelijke afdoening van de zaak miskend zouden worden.
Bijzondere omstandigheden die tot een ander oordeel zouden moeten voeren, acht de rechtbank niet aanwezig.
Bij de hoogte van het bepalen van de op te leggen gevangenisstraf heeft de rechtbank rekening gehouden met het feit dat uit het psychologisch rapport naar voren komt dat bij verdachte sprake is van een ontwikkelingsstagnatie in de vorm van een identiteitsprobleem. Voorts is hij afhankelijk van verschillende middelen en is sprake van een psychotische stoornis niet anderszins omschreven (NAO). Verdachte is weinig uitgerijpt en voelt en gedraagt zich jonger dan zijn kalenderleeftijd, zijn identiteit is maar matig ontwikkelt, vanwaar hij zich beter thuis voelt bij jongere meisjes dan in een intiemer relatie met een leeftijdgenoot, aldus de psycholoog. Verdachte is vanuit de identiteitsproblematiek gecombineerd met middelengebruik slecht in staat de seksuele impulsen te beheersen. De psycholoog adviseert om verdachte licht verminderd toerekeningsvatbaar te achten vanwege de twee op elkaar ingrijpende stoornissen. De rechtbank neemt dit advies van de psycholoog over.
Bij het bepalen van de hoogte van de op te leggen gevangenisstraf houdt de rechtbank tevens rekening met het feit dat verdachte niet eerder is veroordeeld voor soortgelijke feiten. Daar staat echter tegenover dat verdachte blijkens de bewezenverklaarde feiten reeds langere tijd telkens opnieuw ontuchtige handelingen pleegt met meisjes onder de zestien.
De psycholoog acht de kans op recidive hoog en adviseert verdachte in een 24-uurs setting klinisch te laten behandelen in een zogenaamde dubbeldiagnose afdeling van een FPA.
De reclassering kan zich vinden in het advies van de psycholoog dat verdachte zou moeten worden opgenomen op een FPA om daar voor zijn psychotische en identiteitsproblematiek evenals zijn middelengebruik behandeling te ontvangen.
Alles afwegend acht de rechtbank een gevangenisstraf zoals door de officier van justitie is geëist, te weten een gevangenisstraf voor de duur van vier jaren, waarvan één jaar voorwaardelijk, passend en geboden. Aan het voorwaardelijk deel zal de rechtbank de bijzondere voorwaarden koppelen zoals door de psycholoog en de reclassering zijn geadviseerd, te weten een reclasseringstoezicht en een klinische opname. De rechtbank acht een langdurige proeftijd voor de duur van tien jaar op zijn plaats, nu verdachte gedurende geruime periode zich meermalen schuldig heeft gemaakt aan het plegen van ontucht en uit de voorliggende adviezen volgt dat er ernstig rekening mee moet worden gehouden dat verdachte wederom een misdrijf zal begaan dat gericht is tegen of gevaar veroorzaakt voor de onaantastbaarheid van het lichaam van een of meer personen, waarmee aan het criterium van artikel 14b lid Sr voldaan.

9.De schade van benadeelden

9.1
De vordering van de benadeelde partij
[slachtoffer 4], wonende te [woonplaats 2], heeft zich voorafgaand aan het onderzoek op de zitting, op de wettelijk voorgeschreven wijze als benadeelde partij gevoegd in dit strafproces. De benadeelde partij vordert veroordeling van de verdachte tot betaling van in totaal € 1.000,- aan immateriële schade, te vermeerderen met de wettelijke rente vanaf het moment waarop het strafbare feit is gepleegd. Ook heeft de benadeelde partij gevraagd een schadevergoedingsmaatregel op te leggen.
Naar het oordeel van de rechtbank is de benadeelde partij in haar vordering ontvankelijk en is de vordering gegrond. Door de gebezigde bewijsmiddelen en de behandeling op de terechtzitting is komen vast te staan dat de verdachte door het onder 4 bewezenverklaarde feit rechtstreeks schade heeft toegebracht aan het slachtoffer. Naar het oordeel van de rechtbank is voldoende onderbouwd dat de benadeelde partij als gevolg van het door verdachte gepleegde feit psychische problemen heeft gekregen. Het gevorderde bedrag acht de rechtbank niet onredelijk. De rechtbank zal het gevorderde daarom toewijzen inclusief de van rechtswege verschuldigde wettelijke rente vanaf de datum waarop het strafbare feit is gepleegd. Daarnaast zal de rechtbank verdachte veroordelen tot betaling van de kosten die de benadeelde partij heeft gemaakt of zal maken voor rechtsbijstand en de executie van dit vonnis.
9.2
De schadevergoedingsmaatregel
De rechtbank zal hierbij de maatregel als bedoeld in art. 36f Sr opleggen, aangezien de verdachte jegens het slachtoffer naar burgerlijk recht aansprakelijk is voor de schade die door feit 4 is toegebracht.

10.De toegepaste wettelijke voorschriften

De hierna te nemen beslissing berust op de hiervoor genoemde wetsartikelen. Daarnaast berust deze beslissing op de artikelen 10, 14a, 14b, 14c, 14d, 27 en 57 van het Wetboek van Strafrecht.

11.De beslissing

De rechtbank:
vrijspraak
- verklaart niet bewezen dat verdachte het onder 5 tenlastegelegde heeft begaan en spreekt hem daarvan vrij;
bewezenverklaring
  • verklaart bewezen, dat verdachte het onder 1, 2, 3, 4, 6 en 7 tenlastegelegde heeft begaan, zoals hierboven onder 5.4. omschreven;
  • verklaart niet bewezen wat aan verdachte onder 1, 2, 3, 4, 6 en 7 meer of anders is tenlastegelegd en spreekt hem daarvan vrij;
strafbaarheid
  • verklaart het bewezenverklaarde strafbaar;
  • verklaart dat het bewezenverklaarde de volgende strafbare feiten oplevert:
feiten 1 en 3, telkens
het misdrijf: Met iemand die de leeftijd van twaalf jaren, maar nog niet die van zestien jaren heeft bereikt, buiten echt, ontuchtige handelingen plegen, die bestaan uit het seksueel binnendringen van het lichaam, meermalen gepleegd.
feit 2 en feit 4, telkens
het misdrijf: Met iemand die de leeftijd van twaalf jaren, maar nog niet die van zestien jaren heeft bereikt, buiten echt, ontuchtige handelingen plegen, die bestaan uit het seksueel binnendringen van het lichaam.
feit 6 en feit 7, telkens:
het misdrijf: Bedreiging met enig misdrijf tegen het leven gericht.
- verklaart verdachte strafbaar voor het bewezenverklaarde;
straf
  • veroordeelt verdachte tot een
  • bepaalt dat het voorwaardelijke deel van de straf niet ten uitvoer wordt gelegd, tenzij de rechter tenuitvoerlegging gelast:
- omdat de veroordeelde geen medewerking aan het reclasseringstoezicht als bedoeld in artikel 14d, tweede lid, Sr heeft verleend, medewerking aan huisbezoeken daaronder begrepen;
- omdat de veroordeelde de hierna te melden bijzondere voorwaarden niet heeft nageleefd.
- stelt als bijzondere voorwaarden dat:
- de veroordeelde wordt verplicht om zich gedurende de periode van maximaal één jaar te laten opnemen bij de FPA Zuidlaren, of een soortgelijke intramurale instelling voor forensische psychiatrie, zulks ter beoordeling van het NIFP-IFZ, waarbij veroordeelde zich zal houden aan de aanwijzingen die hem in het kader van die behandeling door of namens de directeur van die instelling zullen worden gegeven;
- veroordeelde zich moet houden aan de aanwijzingen die de reclassering hem geeft en zich na de klinische opname gedurende door reclassering Nederland bepaalde perioden zal blijven melden zo frequent als Reclassering Nederland dit nodig acht;
- draagt Reclassering Nederland op om aan veroordeelde hulp en steun te verlenen bij de naleving van deze voorwaarden;
- bepaalt dat de tijd die de veroordeelde voor de tenuitvoerlegging van deze uitspraak in verzekering en voorlopige hechtenis heeft doorgebracht, bij de uitvoering van de gevangenisstraf geheel in mindering zal worden gebracht;

schadevergoeding

  • veroordeelt de verdachte tot betaling aan de benadeelde partij [slachtoffer 4] van een bedrag van
  • veroordeelt de verdachte voorts in de kosten, door de benadeelde partij gemaakt, tot op heden begroot op nihil, en ten behoeve van de tenuitvoerlegging nog te maken;
  • legt de
  • bepaalt dat als veroordeelde heeft voldaan aan zijn verplichting tot betaling aan de Staat der Nederlanden van bedoeld bedrag daarmee de verplichting van verdachte om aan de benadeelde partij het bedrag te betalen, komt te vervallen, en andersom, als veroordeelde aan de benadeelde partij het verschuldigde bedrag heeft betaald, dat daarmee de verplichting tot betaling aan de Staat der Nederlanden van dat bedrag komt te vervallen.
Dit vonnis is gewezen door mr. B.T.C. Jordaans, voorzitter, mr. F.E.J. Goffin en mr. H.J. Buijsman, rechters, in tegenwoordigheid van mr. A. Seuters, griffier, en is in het openbaar uitgesproken op 18 september 2014.
Buiten staat
Mr. H.J. Buijsman is niet in de gelegenheid dit vonnis mede te ondertekenen.
Bijlage bewijsmiddelen
Leeswijzer
Deze bijlage maakt deel uit van het vonnis en bevat de bewijsmiddelen.
Wanneer hierna wordt verwezen naar dossierpagina’s, zijn dit bladzijden uit het dossier van de regiopolitie IJsselland met dosiernummer 04JZZ13005. Tenzij hieronder anders wordt vermeld, wordt steeds verwezen naar bladzijden van een in de wettelijke vorm, door daartoe bevoegde personen, opgemaakt proces-verbaal.
Feit 1
1.
Het proces-verbaal van aangifte van [naam 3] van 22 november 2012, pagina 81-84, inhoudende:
Ik ben [naam 3], getrouwd bijna 5 jaar met [naam 4], die de
biologische moeder is van [slachtoffer 1] en [naam 5]
Ik ben dus haar stiefvader. De geboortedatum van [slachtoffer 1] is [geboortedatum 2] 1997 (...)
Ik ben hier om aangifte te doen namens mijn minderjarige stiefdochter [slachtoffer 1], van
seksueel misbruik.
V: Wat is er gebeurd?
A: Op zaterdag 10 november moest [slachtoffer 1] voetballen in Maarsbergen en ze belde op
om 10.30 uur dat de wedstrijd niet door ging. Toen mijn vrouw thuiskwam bleek [slachtoffer 1] niet thuis te zijn, hetgeen vaker gebeurde, dan was ze bij een vriendin. Ook
s ’avonds kwam zij niet thuis. We konden haar ook niet bereiken. De zondag morgen 11
november 2012 omstreeks 08.00 uur kwamen we erachter dat [slachtoffer 1] helemaal niet
thuis was geweest. Op zich was het vreemd dat ze niet gebeld had waar ze was
blijven slapen. We zijn toen alle vriendinnen maar langs gegaan en zijn een rondje
gaan lopen door Rhenen. Op het 4e adres hadden we succes. Dat vriendinnetje [naam 6]
, (…)wist te vertellen dat ze met een jongen mee was gegaan. Na veel praten gaf ze aan dat ze wel een mobiel nummer van die jongen had. Dat nummer weet ik zo niet meer. We hebben dat nummer een paar keer gedraaid zonder succes. Toen hebben we 0900-8844 of het spoednummer van de politie gedraaid. (…)
Uiteindelijk kregen we via (..) de politie ook een naam te horen :[verdachte].(…) Rond 18.00 uur kregen we het bericht van de politie dat [slachtoffer 1] was aangetroffen in Zwolle en dat we haar rond 21.00 uur konden ophalen(…). [slachtoffer 1] was toen heel erg stil (..) Op zondagavond heeft ze uiteindelijk tegen mijn vrouw verteld. Kort door de bocht gezegd heeft ze mijn vrouw verteld dat ze “het” (..) met hem had gedaan zonder voorbehoedsmiddel.
2.
Het proces-verbaal van bevindingen van verbalisanten [verbalisant] en [verbalisant] van 24 november 2012, p. 98-100, inhoudende:
Op zondag 11 november 2012 kregen wij omstreeks 14:40 uur via de wachtcommandant
[verbalisant], inspecteur bij Regiopolitie IJsselland, de opdracht om ons te begeven naar de [adres 1] te Zwolle. Aldaar zou mogelijk verblijven:
[slachtoffer 1],
Geboren [geboortedatum 2] 1997 te [geboorteplaats 2],
[woonplaats 3].
Genoemd persoon zou minderjarig zijn en door haar ouders als vermist zijn opgegeven.
Het verzoek was door de afdeling Recherche van de Regiopolitie Utrecht via e-mail
aan de wachtcommandant [verbalisant] gedaan. Bij deze email zat een bijlage met een
aantal foto’s. De persoon, afgebeeld op de foto’s, [slachtoffer 1], was een meisje,

14 tot 16 jaar oud, zwart haar tot net over de schouders, getinte huidskleur en van

Aziatische afkomst.
Aan de [adres 1] te Zwolle staat volgens de Gemeentelijke
Basisadministratie ingeschreven:
[verdachte],
Geboren [geboortedatum 1] 1977 te Zwolle,
[adres 1] te Zwolle.
(…).
Toen wij, kort nadat wij het verzoek hadden ontvangen, ter plaatse kwamen op de
genoemde locatie, heb ik, verbalisant [verbalisant], aangebeld en geklopt aan de voordeur
van huisnummer [nummer 2]. Na vier keer bellen en kloppen, waarop niet gereageerd werd, heb ik
door de brievenbus in de voordeur naar binnen gekeken.
Ik zag dat er in het halletje van de woning een meisje van Aziatische afkomst
stond. Ik zei tegen het meisje: “doe de deur eens open.” Ik hoorde vervolgens van
achter uit het huis een mannenstem zeggen: “doe maar open.”
Wij, verbalisanten, zagen dat de deur vervolgens geopend werd door het Aziatische
meisje, wiens gelaat overeenkwam met de toegezonden foto’s.
(…)
Het meisje liet ons desgevraagd de woning binnen. Ik, verbalisant [verbalisant], vroeg
aan het meisje hoe ze heette en wanneer ze geboren was. Het meisje zei dat zij
[slachtoffer 1] heette en op [geboortedatum 2] 1997 geboren was.
Ik, verbalisant [verbalisant], ben doorgelopen naar een kamer die in het verlengde van de
voordeur en hal ligt. Ik zag daar een mij onbekende man staan. Deze man was
ongeveer 30 tot 35 jaar oud, had zwart haar en een getinte huidskleur. De man was
slechts gekleed in een witte handdoek die hij om zijn middel had geslagen. Ik vroeg
hem vervolgens naar zijn naam. Hij gaf mij op te zijn: [verdachte]. Ik
kreeg de indruk dat de heer [verdachte] geschrokken was van onze komst, doordat hij
zenuwachtig reageerde.
3.
Het proces-verbaal van verhoor van [slachtoffer 1] van 22 november 2012, p. 85-97, inhoudende:
A: Hij vertelde mij dat hij 18 jaar was en dat zijn naam [verdachte] was. Hij vertelde ook dat hij in Rotterdam woonde
V: Je hebt [verdachte] nu bij de skate baan voor het eerst ontmoet, hoe vaak heb je hem
nu in totaal ontmoet.
A: In totaal twee keer.
(…)
V: Wie heeft dan wie voor het eerst een whats’app gestuurd?
A: Hij mij
En hij vroeg me of alles goed was en ik zei ja, en hij wilde met mij afspreken.
V: Wat wilde hij afspreken?
A: Hij wilde chillen. En ik zei hierop ja en toen bracht [naam 7] mij in de auto naar
de bibliotheek.
V: Waarom bracht [naam 7] jou naar de bibliotheek.
A: Ik was met [naam 6] bij [naam 7] thuis. haar man en kinderen waren ook thuis. Ik
kreeg van [verdachte] toen een Whats’app over het chillen.
[naam 6] en [naam 7] weten ook dat ik een whats’app van [verdachte] kreeg.
Ik vroeg aan [verdachte] waar hij wilde chillen en [verdachte] gaf geen reactie. [naam 6] wilde
toen naar huis en toen wilde [naam 7], [naam 6] wel naar huis brengen en ik ging mee.
Toen kreeg ik van [verdachte] een Whats’app bericht dat ik naar de bibliotheek moest
komen.
(…)
V:Dus s ‘avonds krijg je van [verdachte] de vraag om naar de Bibliotheek te komen, welke
bibliotheek is dat?
A: Die zit in Rhenen.
[naam 7] bracht mij daar naar toe met haar auto en [naam 6] was toen al naar huis.
[verdachte] was er al, hij was er alleen en hij was met de auto.
Hij heeft een sport auto die is rood.
V: En dan?
A: [naam 7] vroeg aan hem aan [verdachte] of hij haar wilde volgen met de auto naar haar
huis, daar zou [naam 6] dan later ook naar toe komen.
V: Hoe gaat het dan verder?
A: Toen vroeg [verdachte] of ik bij hem wilde instappen en dat deed ik en toen vroeg
[naam 7] of we haar wilden volgen ik zei ja en [verdachte] zei ook ja. Maar toen ging [verdachte] de kant van Wageningen op, de andere kant op dus.
(…)
V: En toen verder ?
A: We gingen naar zijn huis.
V: Hoe voelde je je op dat moment dat je met [verdachte] in Zwolle was?
A: Ik vond het aan de ene kant wel spannend allemaal wat er gebeurde maar aan de
andere kant ook niet.
V: Wat zouden jullie dan gaan doen?
A: Dat weet ik niet.
V: Wat vond je van [verdachte] op dat moment toen je met hem mee ging in zijn auto?
A: Ik vond hem aardig, ik was niet verliefd op hem. Ik kende hem namelijk niet.
Ik vind hem ook niet echt mooi om te zien.
V: Eenmaal hij hem thuis hoe gaat het dan verder?
A: [verdachte] gaf een rondleiding door zijn huis.
Hij zei, ik laat je mijn huis zien, hij zei “dit is mijn slaapkamer, dit is mijn
keuken”en toen gingen we naar de woonkamer tv kijken.
V: Weet je nog waar je naar hebt gekeken op tv
Ik: Eerst zag ik een bloot meisje op tv. Ik weet niet hoe dat programma heet.
Dat meisje op tv zat aan haar tieten en toen zette hij een andere zender op.
Ik weet niet waarom hij dat deed. En toen gingen we het nieuws kijken.
En toen ging hij mij knuffelen.
V: Wat bedoel je daarmee met dat knuffelen?
A: Hij sloeg zijn armen om mij heen en ik sloeg mijn armen om hem heen. En toen
ging hij mij in mijn nek kussen. Dat vond ik niet leuk. Daarna ging hij een joint
draaien.
V: Hoe weet je dat?
A: Ik zag dat hij een lange vloei pakte en groen spul in een sigaret deed. het
groene spul kwam uit een klein plastic zakje dit haalde hij uit zijn jaszak.
Toen ging hij die joint roken en vroeg aan mij of ik dat ook wilde. Dat wilde ik
wel, ik had een hijsje genomen.
Ik werd toen duizelig.
V: Dit wist je al dat dit zou gaan gebeuren, hoe komt het dat je dit dan toch doet?
A: Dat weet ik niet.
V: En toen?
A: Ik ging op de bank zitten. [verdachte] liep wat rond in de woonkamer ik weet niet
waarom hij dat deed. Toen zei hij ik ga slapen en ik zei ok.
Ik ging toen ook slapen.
Ik mocht niet op de bank slapen.
V: Hoe weet je dat dit niet mocht?
A: [verdachte] zei dat ik niet op de bank mocht slapen.
V: Hoe gaat het dan verder?
A: Ik ging op het bed in zijn slaapkamer liggen en hij ook.
We hadden allebei een deken.
V: Wat is voor een bed?
A: een tweepersoons bed dacht ik.
V: En toen?
A: Hij ging mij op het bed knuffelen en ik deed net of ik aan het slapen was. Toen
begon hij mij te kussen maar dat wilde ik ook niet. Toen begon hij mijn kleren uit
te trekken. Ik had mijn kleren nog aan op bed.
En toen ging hij mij neuken.
V: Wat vond je daarvan ?
A: Vies
V: Had je wel eens eerder geneukt?
A: Nee.
V: Wist je dat dit neuken was?
A: Ja, ik had van de juf al een keer seksuele voorlichting gehad.
V: Wat bedoel jij met neuken?
A: Dan gaat hij met zijn piemel in mijn vagina.
V: Hoe deed hij dat ?
A: Dat weet ik niet.
V; heb jij nog iets moeten doen?
A: Nee. Ik lag op mijn rug en hij deed mijn benen wijd en hij was op mij.
V: Hoe kreeg hij zijn piemel in jouw vagina?
A: Dat weet ik niet hij ging met zijn piemel heen en weer in mijn vagina en dat
deed pijn in mijn vagina.
V: Heb je hem dat ook gezegd, dat het pijn deed?
A: Nee, ik kneep hem steeds, ik kneep hem in zijn rug.
V: Heb je ook iets gezegd ?
A: Nee
V: Heb je hem nog gezegd dat je liet niet fijn vond
A: Nee, ik was bang
V: Waarvoor was je bang dan?
A: Voor hem, omdat ik hem nog niet zo goed kende.
V: heb je hem gezegd dat je bang voor hem was, of dat je naar huis toe wilde?
A: ik wilde hem dit vertellen maar toen kwam de politie aan de deur.
(…)
Ik ben daarna in slaap gevallen en werd wakker doordat ik de deur hoorde.
Toen kwam [verdachte] en begon weer aan mij te zitten en deed de tv aan, hij zette het
programma Southpark op
Hij deed weer mijn onderbroek uit en mijn hemdje en ging toen weer met mij neuken.
V: Was dit op dezelfde manier of anders?
A: Anders, ik moest bukken.
V: Hoe wist je dat je moest bukken?
A: Hij zei tegen mij dat ik moest bukken, ik was toen op het bed en bukte door mijn
knieën met mijn billen in zijn richting en [verdachte] zat op zijn knieën achter mij en
neukte mij.
V: wanneer stopte het dat neuken?
A; Toen hij klaar kwam
Hij haalde zijn piemel uit mijn vagina.
V: Wat is klaarkomen dan ?
A: Dat er sperma uit zijn piemel kwam.
V: Heb jij dan nog sperma gezien, of gevoeld?
A: Nee, toen hij klaar kwam toen veegde hij zijn piemel af met een wc papiertje en
liet deze achter op de grond. Dit deed hij de eerste keer ook.
Daarna gingen we slapen.
V: Heb jij jezelf nog schoon gemaakt dan?
A: ja, want ik ging douchen.
(…)
V: Wat wist [verdachte] over jouw leeftijd?
A: Ik had hem verteld dat ik 15 jaar was. Dat heb ik hem die keer bij de skate
baan al gezegd.
De eerste keer toen ik [verdachte] zag vertelde ik hem dat ik 18 jaar was en later was ik
eerlijk en vertelde ik dat ik 15 jaar was. Dat was die keer bij de skate-baan. Hij
reageerde hierop door “ok” te zeggen en verder niet.
V: Na het slapen hoe gaat het dan verder?
A: Ik keek in mijn telefoon en zag dat het 13.15 uur was.
Ik deed de tv aan en ging kijken. [verdachte] vroeg mij of ik al wakker was en iets wilde eten. Ik wilde dit niet. En toen ging hij naar de chinees.
Ik ging met hem mee in de auto. (…)
V: En dan?
A: We gingen naar zijn huis en hij vond dat ik moest eten en hij gaf me eten maar
ik wilde niet eten. Toen ging [verdachte] naar de douche en toen kwam de politie. Ik deed
de deur voor de politie open.
Het proces-verbaal van verhoor getuige [naam 4] d.d. 22 november 2012, p. 113-114, inhoudende:
V: We hebben van uw man gehoord hoe uw dochter [slachtoffer 1] weer thuis is gekomen. Van hem begrepen we dat zij bij u als eerste heeft verteld wat er gebeurd was. (..) A: Ik heb haar gevraagd wat er gebeurd was. Eerst wilde ze het niet vertellen (..) Maar omdat ik de moeder van haar ben heb ik er op aangedrongen dat ze mij het zou vertellen. (..) Toen heeft ze dus verteld dat hij het bij haar gedaan had. Mijn dochter was op dat moment heel verdrietig. (..) Ik heb haar gevraagd of er condooms gebruikt waren. Ze heeft toen gezegd dat het zonder condoom was gebeurd.
4.
Het proces-verbaal van verhoor van [naam 7] van 6 januari 2014, p. 122-130, inhoudende:
V: Wat kun jij vertellen over [slachtoffer 1]?
(…)
A: Dat ze aan het chatten was elke keer. Ze was toen een keer bij mij met [naam 6].
Ze zouden die avond hij mij blijven, maar [naam 6] moest naar huis. [naam 8] vroeg aan
mij of ik mee ging naar de heb in Rhenen. Daar zou een jongen staan. Hij zou 18
jaar oud zijn (…)
Ik wilde haar wel bij mij houden, dus ik zei tegen haar dat ze achter mij aan
moesten rijden, Vervolgens sloeg hij ineens af de andere kant op. (…)
V: Hoe heette hij dan?
A: Dat weet ik niet. Ik zei tegen hem alleen “Ga je achter mij aan, hij zei “Ja”,
toen ging hij de andere kant op. Verder heb ik niet met hem gepraat of zo”.
5.
Het proces-verbaal van verhoor van verdachte van 29 januari 2014, p. 361-407, inhoudende:
Mijn eerste vraag aan jou is, wie ken
je uit Rhenen?
A:. Wie? Ik ken daar wel een meisje daar zo ja.
(…)
A:. Ik was daar en ze kwam aanrijden met iemand van het kamp. Een mollige meid.
Toen is ze bij mij ingestapt.
V:. Zij komt aanrijden met iemand van het kamp een mollige meid, hoe heet ze?
A:. Weet ik niet
V: . Waar zien jullie elkaar?
A:. Bij de bieb.
V:. En dan stapt ze in, en dan?
A:. Ze ging bij mij in de auto stappen en toen zijn we weggereden. En toen? Eh?
Zijn weggereden.
(…)
V:. Hoe komt het dat [naam 7] verklaart dat jullie achter haar zouden aanrijden?
A:. Klopt wel ja.
(…)
A: . ik vroeg aan [naam 8]: zullen we wegrijden van hier? Toen hen ik de andere kant op
gaan rijden. Dat zei ze: ja doe maar!
(…)
V:. Waar heb jij geslapen?
A: In bed.
V: En waar heeft [slachtoffer 1] geslapen?
A: Naast mij.
6.
Het proces-verbaal van verhoor van verdachte bij de rechter-commissaris op 31 januari 2014, inhoudende, zakelijk weergegeven:
U houdt mij de vordering voor. U neemt met mij feit 1 op de vordering voor. [slachtoffer 1] heb ik via een site leren kennen.(…) Ik heb wel seks gehad met haar.
Feit 2
1.
Het proces-verbaal van aangifte van [slachtoffer 2] van 30 mei 2013, pagina 17-29, inhoudende:
Op donderdag 30 mei 2013 te 13:00 uur, verscheen voor ons, in het politiebureau,
(…) een persoon die ons opgaf te zijn:
Achternaam : [slachtoffer 2]
Voornamen : [slachtoffer 2]
Geboren : [geboortedatum 3] 1997
(…)
V: Kun je ons vertellen tegen wie je aangifte wil doen?
A: [verdachte], eigenlijk weet ik zijn achternaam niet.
V: Hoe heb je deze persoon leren kennen?
A: Via Facebook.
V: Wanneer heb je hem leren kennen
A: Vorig jaar maart volgens mij, ergens in die buurt.
(…)
V: Wanneer hebben jullie dan afgesproken om elkaar te zien?
A: Hij had gezegd dat zijn fiets stuk was, ik dacht dat hij lopend zou komen, maar
hij kwam met de auto. Wij hebben afgesproken bij de Boni in Zwolle. Dit betreft de
Boni naast de Bristol. Wij hadden daar met elkaar afgesproken. Ik ben toen bij hem
ingestapt en wij zijn een rondje gaan rijden.
V: Hoelang hadden jullie contact voordat jullie met elkaar afspraken?
A: Ik denk twee weken ongeveer.
V: Wat voor auto heeft hij?
(…)
V: Waar zijn jullie dan naar toe gereden?
A: Gewoon een rondje. Ik weet nog dat toen we bijna bij de Boni waren, dat hij aan
mij vroeg of ik nog maagd was, dat vond ik een rare vraag.
V: Wat heb jij daar op geantwoord?
A: Gewoon eerlijk, is was nog maagd.
(…)
V: Met wat voor doel hebben jullie afgesproken bij de Boni?
A: Gewoon elkaar een keer ontmoeten. Ik weet niet wat zijn doel was.
V: Wie waren er op de hoogte dat jullie die afspraak hadden?
A: Mijn beste vriendin: [getuige 1]. Zij heeft mij naar de Boni gebracht, en zij
heeft mij na die tijd ook weer opgehaald. Zij is met mij meegefietst uit school. Ze
heeft de hele tijd gewacht, totdat ik weer terug kwam.
(…)
V: Wist hij hoe oud jij was?
A: Ja.
V: Hoe wist hij dat zo?
A: Dat heeft hij een keer aan mij gevraagd, volgens mij via Facebook.
Ik heb hem verteld dat ik 14 of 15 jaar oud was.
V: Wist je ook hoe oud hij was?
A: Hij zei tegen mij dat hij 19 jaar oud was.
V: Maakte die jongen van meer sociale media gebruik dan alleen Facebook
A: Nee, alleen Facebook.
V: Toen jullie de eerste keer hebben afgesproken, wat vond je toen van hem?
A: Toen die tijd dacht ik dat hij om mij gaf. Net zoals mijn vriend nu van mij houdt,
dat dacht ik. Ik zag het als een aardige en lieve jongen.
V: Na die eerste afspraak, hoe is liet contact toen verder tussen jullie verlopen?
A: Hij gebruikte woorden zoals schatje enzo.
A: Heb je daarna nog vaker met hem afgesproken?
A: Een (1) keer.
V: Hoeveel tijd zat er tussen de eerste en tweede afspraak?
A: Een week, anderhalve week ofzo.
V: Heb je tussentijds nog steeds contact met hem gehad?
A: Ja, via Facebook en sms.
V: Hebben jullie ook duidelijk naar elkaar gemaakt, wat jullie van elkaar vonden?
A: Hij zei dat bij mij miste en dat soort dingen. Hij gaf aan dat hij mij graag weer
wilde zien.
V: Waar heb je toen met hem afgesproken?
A: Op dezelfde plek, bij de Boni.
V: Wie was er toen bij?
A: Mijn vriendin [getuige 1] weer, ze is me daarna ook komen ophalen. Ze kwam mij ophalen met een andere vriendin. Maar zij heeft mij alleen gebracht naar de Boni. Het was na schooltijd en op de fiets.
V: Hoe was [verdachte] toen?
A: Weer met de auto, dezelfde als de vorige keer.
V: Hadden jullie met de afspraak ook een bepaalde bedoeling?
A: Nee.
V: Hoe verliep die tweede afspraak?
A: Wij gingen met zijn auto naar zijn huis. Ik was alleen met hem.
(…)
V: Dan komen jullie bij de woning, hij doet de deur los met zijn sleutel en hoe gaat
het dan verder?
A: Eerst vroeg hij of ik iets wilde drinken of eten. Ik heb toen nee gezegd en hij
heeft muziek opgezet. Hij liet zien wat voor soort muziek hij leuk vond. Hij had een
(1) grote tv in zijn huis staan. Hij draaide muziek zonder zang. Hij liet deze muziek
mij horen in de woonkamer.
(…)
V: Wat gebeurd er dan verder in de woonkamer?
A: Hij sloeg zijn arm om mij heen, dat vond ik een beetje beangstigend.
V: Toen hij jou die muziek liet horen, waar was je toen?
A: Op de bank.
V: Toen hij die arm om je heen sloeg, waar was je toen?
A: Ik was op de bank.
V: Je zegt het beangstigde je toen hij zijn armen om je heen sloeg, waarom?
A: Hij had grote gespierde armen, dit vond ik niet echt fijn.
V: En toen?
A: We hebben nog even gezeten en volgens mij wilde hij dat ik ging staan. Toen begon hij mij te zoenen.
V: Hoe ging dat precies dan, dat hij vroeg of je wilde gaan staan?
A: Hij ging staan, pakte mij bij de hand. We gingen soort van dansen op de muziek.
V: Wat was dat voor zoenen?
A: Met de tong.
V: Wat bedoel je daarmee met de tong?
A: Tongzoenen.
V: Wat doet hij dan met zijn tong?
A: Rondjes draaien. Hij draaide rondjes in mijn mond.
V: Wat vond je daarvan?
A: Ehm, het was de eerste keer dat ik tongzoende. Ik weet nog dat ik het heel apart
vond voelen. Toen klapte hij de slaapbank uit en vanaf dat moment wist ik wel dat hij
verder wilde dan dat ik wilde.
V: Wat vond je ervan omdat het je eerste keer was?
A: Ik had een onderbuikgevoel, zo van; is dit wel goed? Dit vroeg ik mij af toen ik
met hem zoende. Ik vroeg mij dus af, of ik dit wel wilde met hem.
V: Toen hij de bank uitklapte, had je het gevoel dat hij verder wilde dan zoenen. Wat
gebeurde er dan?
A: Hij pakte mij vast, bij mijn arm volgens mij. Toen duwde hij mij naar achteren op
de bank, zodat ik moest zitten. Ik kwam toen zittend op de bank terecht. Toen ging
hij boven op mij liggen volgens mij en toen ging hij verder met zoenen.
V: Als jij zittend op de bank terecht komt, hoe gaat dat dan?
A: Hij leunde op mij, waardoor ik wel naar achteren moest. Hij boog naar voren en
begon te zoenen. Ik kwam toen op mijn rug te liggen. Hij kwam toen boven op mij
liggen. Hij zoende mij toen weer zoals even daarvoor.
V: En toen?
A: Volgens mij heb ik toen iets gepiept van; dit wil ik niet ofzo. Ik had heel erg
het gevoel dat ik niet weg kon. Want toen ik lag, zag ik dat de sleutel in de deur
zat. Toen wij binnen waren gekomen, toen hij de deur op slot gedraaid. Dit was de
deur waardoor je bij de trap uitkwam die naar beneden ging. Als je dan beneden bent,
dan komt je bij de voordeur. Toen ik lag, kwam bij mij het besef dat het niet goed
was. Er was iets verkeerd en hij had mij met bedoelingen toegevoegd op Facebook. Toen
ik daar lag, toen vielen bij mij de puzzelstukjes in elkaar.
Hij deed toen mijn schoenen uit en mijn rokje omhoog. Dit wilde ik niet.
V: Hoe kon hij weten dat jij dat niet wilde?
A: Volgens mij kon je het wel aan mijn lichaamstaal zien, maar ik weet echt niet wat
ik heb gedaan. Wat ik mij kan herinneren was dat ik stress had, wat ik gezegd heb,
weet ik niet meer.
V: Heb je nog iets gedaan om iets te voorkomen?
A: Volgens mij heb ik mijn rokje nog naar beneden geduwd ofzo. Ik kan mij alleen nog
maar angst herinneren van dat moment.
V: Die angst, waar was je op dat moment het meest bang voor?
A: Pijn, het was voor de eerste keer dat ik mij niet veilig voelde.
V: Hij trekt je kleding naar beneden, hoe gaat dat precies?
A: Mijn hempje en mijn vest droeg ik nog gewoon. Mijn rokje deed hij naar boven. Mijn
legging deed hij naar beneden en mijn slip deed hij tot mijn knieën of enkels. Deze
ging in ieder geval niet helemaal uit.
V: Wat gebeurd er daarna?
A: Hij begon eerst met zijn mond en met zijn tong ofzo.
V: Doet hij ook nog wat met zijn eigen kleding?
A: Nee, op dat moment niet.
V: Wat deed hij met zijn tong dan?
A: Likken ofzo.
V: Waar likt hij dan aan?
A: Vagina.
V: Zegt hij ook nog iets?
A: Nee.
V: Hoe is het dan met jou op dat moment?
A: Ik was verstijft.
V: Wat vond je ervan dat hij dat deed?
A: Heel erg.
V: Hoe gaat het dan verder?
A: Hij deed zijn broek uit en zijn onderbroek, toen wou hij bij mij naar binnen. Ik
heb toen gezegd; moet je geen condoom gebruiken? Toen liep hij naar een kamertje
ernaast en later kwam hij terug.
V: Je zei hij deed zijn eigen broek en onderbroek naar beneden. Deed hij die helemaal
uit?
A: Nee, volgens mij tot op zijn knieën.
V: Zegt hij dan nog iets?
A: Nee, hij heeft helemaal niets gezegd.
V: Wat zie je dan, als hij zijn broek heeft uitgetrokken?
A: Ik zag niets, ik keek alleen naar het plafond.
V: ok, je zei net dat je vroeg of hij geen condoom om moest.
A: Ja, maar ik voelde dat hij beneden iets hards erin probeerde te duwen, vandaar dat
ik dat vroeg.
V: Dat hard, wat is dat geweest?
A: Ik denk dat het zijn piemel was, maar ik heb het niet gezien.
Pas toen hij stond en alles weer aantrok, toen heb ik het gezien.
V: Is hij ook bij je binnen geweest?
A: Ja.
V: Weet je of dat met condoom is geweest?
A: Nee.
V: Je zegt dat toen jij zei; moet je geen condoom om? Dat hij naar een andere kamer
gaat. Is hij daarvoor ook bij je binnen geweest?
A: Misschien net met het puntje, maar niet helemaal.
V: En toen hij terug uit dat kamertje kwam, is hij wel bij je binnen geweest?
A: Ja.
V: Hoelang duurde dit?
A: Voor mijn gevoel een eeuwigheid.
V: Zei hij nog iets?
A: Nee.
V: Wat deed hij precies?
A: Hij bewoog heen en weer.
V: Waarom stopte het?
A: Hij zei; ‘het lukt niet’.
V: Wat niet lukte, dat weet je niet?
A: Nee.
V: Als hij stopt dan zie je iets?
A: Ja, toen hij ging staan heb ik alles weer aangetrokken.
V: Toen hij bij je binnendrong lag je toen?
A: Ja.
V: Toen hij ging staan, wat zag je toen bij hem?
A: Zijn piemel die rechtop stond.
V: Heb je gezien of hij een condoom om had?
A: Nee.
V: Hoe gaat het dan verder?
A: Hij liep weg, volgens mij naar de slaapkamer. Toen heb ik zelf alles weer
aangetrokken. Bij mij deed het heel veel pijn en dat zag hij. Hij vroeg toen of hij
mij moest masseren, ik heb hierop nee geantwoord. Hij heeft toen nog wat drinken
ingeschonken, daarna zijn wij gegaan.
V: Wat deed pijn?
A: Daar beneden.
V: Wanneer deed het pijn bij jou?
A: Op het moment dat hij bezig was en daarna.
V: Heb je dat ook tegen hem gezegd?
A: Nee, hij zag het aan me.
V: Hoe kon hij dat zien?
A: Ik denk dat hij het aan mijn gezicht kon zien, dat die een beetje verstrakt stond ofzo.
V: Had je al eens eerder seks gehad?
A: Nee.
V: Hoe is het toen verder gegaan?
A: Hij heeft mij met de auto terug naar de Boni gebracht.
V: Je komt bij de Boni, en dan?
A: Toen ben ik met mijn vriendin en een vriendin van haar teruggefietst. Mijn vriendin stond op mij te wachten toen ik terugkwam. Dat andere meisje heet [getuige 2].
Ik heb dat meisje weleens gezien op feestjes, maar verder niet echt.
V: Die meiden staan dan op je te wachten, je fiets staat er ook nog begrijp ik, waar
rijden jullie dan heen?
A: Richting huis. Wij zijn toen bij een speeltuintje gaan zitten. Ik heb geen idee
waar dat speeltuintje was, het was in ieder geval in een wijk in Zuid.
Ik heb het toen aan die meiden verteld, alleen heb ik anders verteld dan wat er
gebeurd was.
V: Kun je ons vertellen wat je hebt gezegd?
A: Ik schaamde me heel erg en toen heb ik gezegd dat het vrijwillig was enzo. Volgens
mij heb ik een paar maanden later gezegd dat het anders in elkaar zat.
(…)
V: Wat had je in dit dagboek gezet?
A: De eerste keer had ik zijn naam in het dagboek geschreven, nadat wij contact
hadden gehad. De tweede keer had ik geschreven dat hij op dat moment een lichtpuntje
was ofzo. Op dat moment ging het heel slecht met me en ik had het idee dat hij mij
hielp. Ik had ook geschreven dat het heel veel pijn deed, zoiets had ik geschreven
volgens mij.
V: Je moeder heeft dat dagboek op een gegeven moment gezien?
A: Ja, er stond ook in het dagboek, dat ik de angst had dat ik zwanger zou zijn.
V: Heb je hier wat meegedaan?
A: Samen met [naam 9] heb ik een zwangerschapstest gedaan. [naam 9] werkt in Wijhe en daar
heb ik een test gekocht.
2.
Het proces-verbaal van verhoor van [getuige 1] van 16 januari 2014, p. 35-40, inhoudende:
V: Wat heeft ze jou verteld over de afspraak met de jongen?
A: [getuige 2] en ik zijn met haar mee geweest wegbrengen en ophalen. Ze vertelde dat ze
bij de eerste afspraak in de auto is gestapt. Ze is toen buiten Zwolle geweest want
ze vertelde dat ze een bordje zag met Zwolle en een streep er doorheen. We zouden
haar opwachten bij de Boni in de Asserdorp. Ze had daar ook met die jongen [verdachte]
afgesproken. Ze kende [verdachte] via facebook. Van tevoren hadden we afgesproken dat
[slachtoffer 2] voor ons zou fietsen en wij erachter zodat het niet op zou vallen dat we bij
elkaar hoorden. Dit deden we omdat ze die jongen via facebook kende en dan weet je
maar nooit. [slachtoffer 2] vond het wel heel spannend. Als het dan niet goed ging dan zouden
[getuige 2] en ik er wel tussen komen, we gingen er vanuit dat ze daar bij de Boni zouden
blijven. [slachtoffer 2] zette haar fiets bij de Boni en liep naar de parkeerplaats. Wij
kwamen er 10 seconden achteraan en hebben onze fietsen neergezet en zijn de Boni
ingelopen. We hebben een boodschapje gedaan en toen we buiten kwamen, zagen we dat
[slachtoffer 2] er niet meer was. Ik denk dat we ongeveer 4 a 5 minuten bij de Boni binnen
zijn geweest. We hebben die jongen niet zien staan en ik heb niet gezien bij wie
[slachtoffer 2] is ingestapt. (…)
V: Hoe is ze teruggekomen?
A: Met de auto.
(…)
V: Hoe oud is die man/jongen?
A: Volgens mij was hij 23 of 21. Hij heeft dit niet gezegd, volgens mij stond dit
op facebook.
V: Wie nam het initiatief om af te spreken?
A: Hij. [slachtoffer 2] vertelde mij dat hij met haar wilde afspreken. Volgens mij heb ik
toen gezegd dat [getuige 2] en ik wel mee zouden gaan en een oogje in het zeil zouden
houden. Volgens mij deed ze het ook echt voor de kick, thuis ging het niet zo goed.
(…)
V: Hoe ging [slachtoffer 2] weg met die man/jongen?
A: Met de auto. [slachtoffer 2] wist niet dat hij met de auto zou komen.
V: Wist hij hoe oude [slachtoffer 2] was?
A: Dat staat op facebook dus daar ga ik wel vanuit. [slachtoffer 2] dacht dat hij 23 was
omdat dat op zijn facebook stond. Ik weet niet zeker of het 23 was, kan ook 21 zijn
geweest. Sowieso begin 20.
V: Wanneer heeft [slachtoffer 2] met hem afgesproken?
A: Twee jaar geleden, toen ik in de tweede klas zat. Ik weet niet of dit begin het
jaar was of halverwege. Het was schooljaar 2011—2012.
(…)
V: Hoe vaak heeft [slachtoffer 2] met hem afgesproken waar jij vanaf weet?
A: Twee keer.
V: Hoe ging dat de 2e keer?
A: Ik denk dat er een maand tussen zat. Het is voor mij ook al 2 jaar geleden. [getuige 2]
ging (…)mee. [slachtoffer 2] had weer bij de Boni afgesproken met hem. We zijn weer
meegegaan maar weer op een afstandje. Volgens mij zijn we achter een muurtje gaan
staan. Hij was daar weer met dezelfde auto op de parkeerplaats. [slachtoffer 2] stapte bij
hem in en ze reden weg. [getuige 2] en ik zijn ergens gaan wachten. Ik weet niet wanneer
het was maar wel dat het ‘s middags vanuit school was. Het was niet heel mooi weer
maar ook niet sneeuw dus ik denk dat het herfst was. Het duurde nu langer dan de
vorige keer voor ze terug was.
V: Wat was er afgesproken?
A: Gewoon net als de vorige keer. Bij de Boni en ze is de auto ingestapt en
weggegaan.
V: Wat dacht zij dat er ging gebeuren?
A: Dat wist ze niet, weer een stukje rijden. Ze hadden geen planning. Ze zij van
tevoren tegen mij dat ze geen sex ging hebben. (…)
V: Hoe lang is [slachtoffer 2] toen weggeweest?
A: [slachtoffer 2] is toen 2 a 3 uur weggeweest.
V: Wat vertelde [slachtoffer 2] toen ze terug was?
A: We waren bij de Boni. Hij kwam eraan rijden en wij liepen er naartoe. Hij stapte
uit, zij stapte uit, ik begroette hem. Het was een beetje vlug, hij keek boos van
zich af, volgens mij zei hij iets van ‘he’, heel kortaf, en draaide zich weer om.
[slachtoffer 2], [getuige 2] en ik zijn toen weggefietst. Ik weet niet precies hoe dat gegaan is
maar volgens mij rookte hij nog een sigaretje, hij stapte in elk geval even uit.
V: Waar vertelde ze jullie dat?
A: Ze wilde ons wat vertellen en zijn toen naar een bankje gefietst.
Ze vertelde dat ze weer weg zijn gereden met de auto, een rondje rijden. Toen naar
zijn huis gegaan. Ze zijn wat gaan drinken bij hem thuis. Ze is op de bank gaan
liggen of hij legde haar op de bank. En toen hadden ze sex. Ze wist niet meer of ze
een condoom hadden gebruikt. Ik vroeg of ze een condoom had gebruikt en dat wist ze
niet meer. Later hebben we nog een keer een zwangerschapstest gedaan. Dit hebben we
bij mijn huis gedaan. De uitslag was negatief.
3.
Het proces-verbaal van verhoor van [getuige 2] van 23 januari 2014, p. 47-50, inhoudende:
[getuige 1] vroeg of ik kwam omdat [slachtoffer 2] ging afspreken met een jongen die ze via
facebook kende. We kwamen bij de Boni en [getuige 1] en ik gingen eten halen. Die jongen
of die vent kwam aanrijden, wij gingen ergens anders zitten. Wij hadden het
kenteken opgeschreven omdat we het niet vertrouwden. Toen smste ze dat ze Zwolle
uitreden. Want en ik hebben op een bankje zitten wachten op haar. Toen [slachtoffer 2]
teruggebracht werd, zaten wij verder weg. Hij had niet in de gaten dat we bij
elkaar hoorden.
V: Hoe ging dat via facebook?
A: Ze praatte via de chat met hem en hebben toen afgesproken. (…)
(…)
V: Wat kun jij vertellen over het contact tussen [slachtoffer 2] en die man/jongen?
A: Ik weet alleen dat ze met de auto wegging en met de auto weer terugkwam (…)
V: En verder?
A: (…) Ze was naar binnen gegaan wat
drinken en toen is het gebeurd op de bank. (…)
V: Wat is er gebeurd?
A: Geneukt, dit heeft ze zelf verteld.
4.
Het proces-verbaal van verhoor van [naam 10] van 20 januari 2014, p. 51-55, inhoudende:
V: Kunt u beschrijven wat er gebeurd is en wat u er van bekend is?
A: Ik heb het dagboek van [slachtoffer 2] gelezen. Op 12 maart 2012 is [slachtoffer 2] met [verdachte]
([verdachte]) meegegaan. Zij is samen met [getuige 1] naar een vooraf afgesproken
plek (bij de supermarkt Hooi bij het station) . [slachtoffer 2] is uiteindelijk alleen met
[verdachte] meegegaan.(…)
V: Wat stond er in het dagboek?
A: Er stond in dat ze seks had gehad en dat het heel erg veel pijn had gedaan. Daar
stond de datum 12 maart 2012 bij.
5.
Het proces-verbaal van verhoor van verdachte van 29 januari 2014, p. 361-407, inhoudende:
V:. Vertel eens over die afspraak?
A:. Ja ik had volgens mij maar 1 of 2 keer met haar afgesproken of zo. (…)
V:. Hoe is dat gegaan dan?
A:. Volgens mij een keer opgehaald. Beetje rondgereden. Bij de winkel.
(…)
V:. Hoe ziet [slachtoffer 2] eruit dan?
A:. Volgens mij eh.. Halfbloed, getint.
(…)
V:. Oké. Laten we bij liet begin beginnen. Hoe heb je haar leren kennen?
A:. Gewoon via Facebook.
V:. Oké. Hoe is dat contact ontstaan? Hoe gaat dat dan?
A:. Gewoon chatten volgens mij.
V:. En dan?
A:. Afgesproken met haar. Verder niks.
(…)
V:. Ja zeker maar ik wil wel weten hoe het gebeurd is?
A:. Ik ben zelf ook geweest en voor de rest? gewoon opgehaald bij de winkel en
bij mijn huis gezeten.
V:. Waar was dat huis?
A:. [straat].
V:. [straat] hè? Ja. Oké. Fijn dat je dat vertelt. Je spreekt met elkaar af,
hoe gaat het dan verder?
A:. Ik heb een paar keer met haar afgesproken en toen wou ze mij niet meer zien.
V: . Waar ben je de eerste keer naartoe gegaan?
A:. Kan ik me niet meer herinneren. Gewoon bij mij thuis, wat muziek geluisterd en
zo, gezeten en teruggebracht.
V:. Waar heb je haar toen teruggebracht?
A:. Naar haar fiets bij de winkel. Bij de Boni daar.
(…)
V:. Nee, ik zie hier dat er is getongzoend. Wanneer was dat? De eerste of de 2e
keer?
A:. Getongzoend?
V:. Hmhm.
A: . (stilte) is toch niks mis mee?
V: . De vraag was, was dat de 1e of de 2e afspraak?
A:. Zou ik niet weten joh.
V:. Waar hebben jullie dat gedaan?
A:. Thuis denk ik. In de woonkamer.
(…)
V:. (…) En dan lees ik hier iets van haar,
dat de bank wordt uitgeklapt. Leg uit? De slaapbank wordt uitgeklapt.
A:. Zegt ze dat?
V: . Ja. Leg eens uit.
A:. Die bank kun je uitklappen is een slaapbank, loungebank. Kun je op loungen.
V:. Hoe heb je dat toen gedaan dan?
A:. Gewoon op die loungebank gezet. Kun je gewoon op liggen.
(…)
V:. Oké. En dan?
A:. Wat heeft ze verder gezegd dan?
V:. Dat de bank werd uitgeklapt. Ze kwam uit eindelijk te liggen en dan ga je nog
een keer zoenen? leg eens uit hoe dat dan gaat?
A:. (lacht) weet je wel een beetje knuffelen en zoenen strelen. (…)
V:. Ze zegt namelijk: dat jij haar rokje ook omhoog hebt gedaan.
A:. Is ook zo.
(…)
V:. Wat is er gebeurd dan?
A:. Ik heb met haar afgesproken. Verder eh? Weet ik niet. Gewoon geknuffeld en
gekust enne?
V: . Zij zegt dit er seks is geweest.
A:. (…)mag dat niet dan?
V:. Dat zeg ik niet. Ik wil alleen van jou weten wat er gebeurd is?
A:. Zij had gezegd, als je het doet, doe het met condoom.
V:. En toen?
A:. Ja? Toen heb ik met condoom gedaan. Gewoon veilig. Als je het doet, doe het
dan met condoom. Dus ik heb een condoom gebruikt.
(…)
V:. Hoe was je stand van je penis dan?
A:. Ik heb het met condoom gedaan.. Niks zonder condoom gedaan. Gewoon normaal,
stijve houding.
V:. Dus je had een erectie?
A:. Ik denk het wel. Ik heb zelf de condoom om gedaan.
V:. Hoe lag zij dan?
A:. Ze lag op de bank.
(…)
V:. Hoe houd heb je gezegd tegen haar dat je was?
A:. 23 of zo.
Feit 3
1.
Het proces-verbaal van aangifte van [slachtoffer 3] van [geboortedatum 5] 2013, pagina 135, inhoudende:
V: Tegen wie wil je aangifte doen?
A: Tegen [verdachte]. [verdachte], noemt hij zichzelf ook wel. Of dat echt zijn naam is
weet ik niet.
V: Wanneer heb je hem voor het eerst ontmoet?
A: Dat is heel lang geleden, ik denk dat ik een jaar of 12 oud was.
(…)
V: Heeft hij destijds ook nog iets gezegd over zijn eigen leeftijd?
A: Volgens mij zei hij dat hij 16 jaar oud was. Ik weet het niet meer. Hij zei in
ieder geval dat hij jonger was dan hij werkelijk was. Ik ben er veel later pas
achter gekomen dat hij veel ouder was dan dat hij zei.
(…)
V: Kun je ons vertellen hoe het die tweede ontmoeting ging?
A: Wij hadden echt afgesproken samen. Waar wij hadden afgesproken, dat weet ik echt
niet meer. Hij kwam mij in ieder geval ergens ophalen. Wat ik mij vaag herinner is
dat wij toen naar een vriend van hem zijn gegaan(...) Daar thuis
had hij een roos voor mij liggen. Toen zijn wij samen naar de Castelijn gegaan in
Zwolle. Toen hebben we daar wat gedronken en de rest van de avond is heel wazig
voor mij. (…) Wat ik mij verder herinner is dat wij toen naar mijn huis zijn gegaan, naar de schuur, ik woonde nog bij mijn ouders.
V: Waar woonde je toen?
A: [adres 2].
V: Het wie woonde je daar?
A: Het mijn moeder en mijn vader, volgens mij was mijn zus al uit huis.
V: Waar stond die schuur?
A: Beneden, want wij woonden in de flat en beneden stonden allemaal schuurtjes. Ik
moet met hem zijn meegegaan, want wij hebben seks in de schuur gehad. Ik weet dat
ik het niet wilde. Op een gegeven moment kwam mijn moeder daar, in de schuur. Zij trof ons samen aan in de schuur.
V: Hoe ging dat?
A: Wij wilden er volgens mij net uitgaan, uit die schuur. Ik kan mij herinneren dat
mijn moeder mij toen sloeg en zei; ‘wat ben jij voor een hoer, voor een roos’.
(…)
V: Hoe is dat toen verder gegaan na die tijd?
A: Ik kreeg een relatie met hem.
V: Op een bepaald moment kreeg je een relatie met hem. Kun je ons vertellen wat
voor jou een relatie inhoud?
A: Wij hadden wat. Ik sliep ongeveer drie a vier keer in de week bij hem. Ik zag
hem elke dag en hij deed alsof we een relatie hadden en ik zag dat ook zo.
(…)
V: Kun je ons iets vertellen over de seksuele relatie die [verdachte] en jij met elkaar
hadden?
A: Wat ik mij ervan herinner, was het zwaar negatief. Het was bijna altijd tegen
mijn zin in.
V: Hoe vaak hadden jullie met elkaar seks?
A: Altijd als ik bij hem was, wilde hij dat.
V: Dus als je vier nachten daar sliep, was het ook vier keer?
A: Ja.
2.
Het proces-verbaal van verhoor van [naam 1] van 27 januari 2014, p. 144, inhoudende:
Ik vind het moeilijk, het is lang geleden en ik heb het een beetje verdrongen.
Mijn dochter vertelde dat ze verkering had met ene [verdachte]. Ik weet nog dat ze
vertelde dat ze met hem uit wilde naar de Bierton. Ze zei dat hij 18 jaar was en
zij was 14 of 15 jaar oud. Ze moest om 23.00 uur thuis zijn en dat was ze niet. Ik
ben gaan zoeken in de omgeving. Ik wilde de fiets pakken en toen kwamen ze net uit
onze schuur. De volgende dag vond ik in de schuur een lege verpakking van een
condoom.
V: Hoe weet u dat ze toen 14 of 15 jaar oud is?
A: Het was voor [naam 11]. Dat is nu de vader van haar kinderen. Het was haar eerste
ervaring met sex. Dat heeft ze mij verteld dus ga ik daar vanuit.
V: Je weet dat je dochter aangifte heeft gedaan. Hoe lang heeft ze een relatie
gehad met die [verdachte]?
A: Ongeveer 2 jaar.
3.
Het proces-verbaal van verhoor van [getuige 3] van 28 januari 2014, p. 149-151, inhoudende:
V: Waar ken jij [slachtoffer 3] van?
A: [slachtoffer 3] is het zusje van mijn ex. Mijn ex heet [naam 12]. Ik zat toen in het
leger en was alleen in de weekenden thuis en had dan een plekje nodig om te slapen in
de weekenden. Ik ben toen bij [naam 12] in huis gaan wonen, ik heb een kamer gehuurd en
zodoende leerde ik haar familie kennen. En zo leerde ik [slachtoffer 3] kennen.
V: Hoe oud was [naam 12] toen?
A: Ik denk dat ze 16 was toen ze op zichzelf ging wonen. Ik was ook 15 toen ik op mezelf
ging. Ik was 16 jaar oud toen ik bij [naam 12] ging wonen.
V: Hoe oud was [slachtoffer 3]?
A: Volgens horen en zeggen van [slachtoffer 3], die ik gisteren hierover gebeld heb, is ze 3 jaar
jonger dan ik. Dat zou inhouden dat ze toen 14 of 15 jaar oud was. (…)
(…)
V: Met wie ging [slachtoffer 3] in die tijd om?
A: Dat was heel verschillend en ik zou de namen niet meer weten. Ik weet er nog een
en dat was [verdachte] . Ik weet ook nog dat ik haar bij een plein in Assendorp heb
weggetrokken. (…)
Ik denk dat ze een relatie van een jaar of twee gehad heeft met hem. Ze had al een
relatie met hem, [verdachte], toen ze bij ons kwam wonen.
V: Wat zijn jouw bemoeienissen geweest met [verdachte]?
A: Geen enkele. Behalve dat ik [slachtoffer 3] daar weggetrokken heb als ik dat nodig vond. Maar
verder niet.
V: Wanneer heb je haat daar weg gehaald?
A: Ergens in die tijd dat [slachtoffer 3] bij ons woonde. Ergens tussen 1999 en 2000.
4.
De verklaring van verdachte zoals afgelegd ter terechtzitting van 4 september 2014, inhoudende, zakelijk weergegeven:
Het klopt dat ik een relatie heb gehad met [slachtoffer 3]. Het klopt dat ik met haar in de schuur bij haar woning ben geweest en dat we haar moeder toen bij de deur tegenkwamen.
Feit 4
1.
Het proces-verbaal van aangifte van [slachtoffer 4] van 31 juli 2013, pagina 161-166, inhoudende:
V: Kun je iets over jezelf vertellen?
A: Ik heb PDD—NOS. (…)
V: Je komt hier om aangifte te doen. Tegen wie wil je aangifte doen?
A: Tegen [verdachte] . . . .tenminste zo ken ik hem.
(…)
V: Wanneer heb je hem voor het eerst leren kennen?
A: Ik weet niet wanneer dat was. Ik was in elk geval vijftien jaar.
V: Waar heb je hem voor het eerst leren kennen
A: Ik heb hem voor het eerst leren kennen via de computer en ik heb hem voor het
eerst gezien in het park De Weezenlanden in Zwolle.
V: Hoe is dat leren kennen via de computer gegaan
A: Via MSN.. . we hebben toen over drugs gesproken. Dat was ook de aanleiding voor
onze ontmoeting daarna.
V: Waarom wilde je drugs van hem kopen?
A: Ik zat in zo’n fase dat ik met drugs wilde experimenteren. Dat deed ik samen met
vrienden. Ik was niet verslaafd of zo maar ik wilde dat gewoon proberen. Daar is het
ook bij gebleven. Op dit moment gebruik ik geen drugs meer. Dat is niet gezond.
Volgens mij heb ik hem toen op een vrijdag in oktober van dat jaar ontmoet.
V: Waar heb je toen in eerste instantie met hem afgesproken?
A: In het park “De Weezenlanden” onder de overkapping van het provinciehuis.
V: Hoe is dat toen verder gegaan?
A: We zijn toen naar zijn huis gegaan.
V: Was je op dat moment alleen?
A: Ja
V: Op welke manier ben je naar zijn huis gegaan.
A: Dat was met zijn auto. .. . nee. . .het kan ook zijn dat hij mij op de fiets heeft
opgehaald.
V: Hoe is het toen verder gegaan A: We hebben wat gepraat en wat gedronken.
V: Hoe lang ben je toen in zijn woning geweest?
A: Die middag een paar uurtjes. Ik was nog wel op tijd voor het eten thuis.
Hij heeft mij toen gezoend en hij heeft mij toen ook drugs verkocht.
V: Hoe kwam het zo dat hij jou zoende?
A: Ja op een gegeven moment kwam ik van de wc en toen pakte hij mij beet en zoende
hij mij. Ik was lichtelijk overdonderd en ik liet het eigenlijk maar gebeuren.
V: Als je het over zoenen hebt. . .wat voor soort zoenen bedoel je dan?
A: Tongzoenen.
V: Wat vond je op dat moment van hem?
A: Ik wist wel dat hij fout was. Ik vond hem wel leuk en hij was ook wel lief. Hij
gaf mij aandacht. Eigenlijk deed hij datgene wat ik nodig had. Thuis was het een
beetje een lastige periode. Op school ging het toen niet helemaal lekker. Kortom
alles waardoor ik niet lekker in mijn vel zat. Mijn opa was toen ook ziek. Ik ben dat
jaar ook blijven zitten op school. Thuis liep het gewoon niet goed. Mijn zusje heeft
ook haar beperkingen.
(…)
V: Hoe ging het verder na die eerste ontmoeting?
A: Toen hebben we via de telefoon contact met elkaar gehad. Hij wilde afspreken en
zei dat hij het gezellig had gevonden.
V: Van wie ging het initiatief uit om nog een keer af te spreken?
A: Hij nodigde mij daartoe uit.
V: Waar heb je toen afgesproken?
A: Volgens mij heeft hij mij toen ergens in de buurt van mijn ouderlijk huis
opgehaald. We zijn daarna naar zijn huis gegaan.
V: Wist iemand dat je op dat moment met hem afgesproken had?
A: Volgens mij niet
V: Waarom niet?
A: Ik wist natuurlijk wel dat het allemaal niet heel slim was om te doen. Tegen mijn
ouders heb ik het toen ook niet gezegd omdat zij het mij anders verboden zouden
hebben.
V: Wist je hoe oud hij was?
A: Ik dacht dat hij achttien jaar was maar later bleek dat niet het geval te zijn.
V: Waarom dacht je dat hij achttien was?
A: Omdat hij dat zei en omdat mensen die hem ook kenden en drugs bij hem kochten dat
ook vertelden. Hij zag er ook niet uit als dertig. Ik kwam daar pas achter toen mijn ouders dat vertelden.
V: Hoe oud was hij toen?
A: Ze zeiden dat hij toen eind twintig.. .begin dertig jaar was.
V: Wist hij of kon hij weten dat jij vijftien was?
A: Ja. Toen ik drugs van hem wilde kopen... toen twijfelde hij of hij mij dat zou
verkopen. Hij zei toen: ’Ik weet niet of ik het je zal verkopen want je bent nog maar
vijftien” of woorden van gelijke strekking.
V: Hoe is dat toen verder gegaan?
A: In zijn huis hebben we eerst wat gedronken. Hij heeft mij toen weer gezoend.
V: Wat heb je toen gedronken?
A: Volgens mij was het vruchtensap.
V: Hoe ging dat met dat zoenen?
A: Ik ging naast hem zitten. Hij ging naast mij zitten en sloeg zijn arm om mij heen.
Daarna ging hij nog wat praten en tenslotte zoende hij mij. Met zoenen bedoel ik
tongzoenen.
V: Wat vond je daar van?
A: ja. . .wat vond ik er van. . . zijn zoenen was mijn eerste ervaring met zoenen. Ik vond
dat een beetje tegenvallen. Ik had zoiets van.. . is dit het?
V: Had jij al andere seksuele ervaringen?
A: Helemaal niet en hij wist dat. Hij vroeg mij er na toen wij daarna in bed lagen.
We hebben daar toen over gesproken.
V: Hoe komen jullie van de bank in het bed terecht?
A: Ik had het koud en hij vertelde mij dat hij een elektrische deken had. Hij stelde
voor om op bed te gaan liggen en een filmpje te gaan kijken.
V: Wat dacht jij toen?
A: Ik had wel een vermoeden van wat hij van plan was. Ik dacht bij mijzelf van... .als
ik mijn kleren maar aan houd. Ik ben toen ook met mijn kleren aan op zijn bed, onder
de dekens gaan liggen. Hij ging toen bij mij liggen. Toen begon hij aan mij te
zitten. Dat deed hij over mijn kleren heen.
V: Wat zei hij daarbij?
A: Niks...
V: Hij zat aan je. . .waar zat hij precies aan?
A: Eerst mijn armen.. .mijn benen en daarna aan mijn borsten en billen en mijn vagina.
V: Dat deed hij allemaal over je kleding?
A: Op een gegeven moment ging hij steeds meer onder mijn kleding.
V: Hoe lag hij er zelf bij?
A: In het begin had hij ook zijn kleren aan. Hij heeft zijn kleren wel uitgedaan. Ik
weet ook nog dat hij mijn kleren uitgedaan heeft. De juiste volgorde weet ik niet
meer.
V: Wanneer ga je dan praten over je seksuele ervaringen?
A: Toen het echt aan mij en in mij begon te zitten vroeg hij aan mij of ik het al
eens eerder gedaan had. Ik heb toen gezegd van “nee”.
V: Hoe ging het toen verder met dat gesprek?
A: Het was niet echt een gesprek. . .meer een vraag waarop ik antwoord gaf.
V: En verder?
A: Langzaam gingen onze kleren uit.
V: Wat is er allemaal uit gegaan?
A: Alles.. .bij ons allebei.... We waren toen beiden naakt.
V: En toen?
A: Ik weet niet meer of ik eerst aan zijn piemel heb gezeten of dat hij eerst met
zijn tong aan mij heeft gezeten.
V: Hoe was de sfeer toen
A: Ik liet het allemaal maar gebeuren. Ik vond het ook wel een beetje eng. Ik vroeg
mijzelf ook af of ik dat wel wilde. Toen mijn kleren uit waren toen had ik zoiets van
ooh Toen lag ik daar al naakt en toen durfde ik eigenlijk niet meer te zeggen
dat ik dat niet wilde. Ik vond het ook wel een beetje eng eigenlijk.
V: Hoe komt het dan dat je het op dat moment eng vind?
A: Omdat het nieuw was en ik was er op dat moment eigenlijk zelf nog niet “klaar”
voor. Ik vond hem gewoon eng omdat hij tenslotte een drugsdealer was. Ik was toen
bang dat hij mij zou vastbinden of iets met een mes.. .daar was ik bang voor.
V: Wat heeft hij toen voor seksuele handelingen bij jou gedaan?
A: vingeren
V: Wat bedoel je daar precies mee?
A: Hij ging met zijn vingers in mijn vagina
V: Je hebt het over beffen... wat bedoel je daar mee
A: Met zijn tong over en in mijn vagina
V: En verder?
A: Aftrekken
V: Wat bedoel je daar mee?
A: Met mijn hand zijn piemel vast houden en die hand op en neer bewegen.
V: Hoe lang heb je dat gedaan?
A: Niet zo lang... Het pijpen duurde wel lang
V: Wat bedoel je daar mee?
A: Dat ik zijn piemel in mijn mond deed
V: Hoe wist je dat je dat moest doen?
A: Hij bracht bijvoorbeeld mijn hand naar zijn piemel. Om hem te pijpen duwde hij met
zijn hand mijn hoofd in de richting van zijn penis. Mijn hoofd was toen zo dicht bij
zijn piemel dat ik er niet meer “omheen” kon.
V: Had je dat kunnen weigeren?
A: Voor mijn gevoel niet want ik was bang dat ik het dan toch zou moeten doen maar
dan op een onvriendelijke manier. Verder voelde ik mij ook een beetje verplicht om
dat te doen omdat ik die drugs bij hem met korting had gekregen. Hij straalde ook
iets uit waaruit bij mij het gevoel ontstond dat ik geen “nee” tegen hem kon zeggen.
V: Op welk moment ben je daarmee opgehouden?
A: Toen hij klaar kwam.
V: Wat bedoel je daar mee?
A: Dat zijn sperma in mijn mond kwam.
V: Is er nog meer gebeurd dan dat?
A: Daarna hebben we heel even gelegen. Toen is hij weer opnieuw begonnen. Hij
vingerde mij. Daarna heeft hij zijn piemel in mijn vagina gestoken.
V: Wat vond je daar van?
A: Dat deed pijn. Ik vond dat niet leuk.
V: Wist hij ook dat je pijn had en dat je dat niet leuk vond?
A: Dat ik dat niet leuk vond dat wist hij niet. Dat ik pijn had dat kon hij weten
omdat ik dat zei en omdat er bloed uit mijn vagina kwam.
V: Gebruikten jullie ook voorbehoedsmiddelen?
A: Hij gebruikte toen geen condoom. Ik weet niet meer zeker of ik in die tijd zelf de
pil slikte. Ik denk het wel maar ik weet het niet zeker. Ik zal dat moeten nakijken.
V: Heeft hij gezien dat je bloedde?
A: Ja. . .het vroeg er nog wel naar maar verder ook niet. Hij heeft het wel gezien.
V: Hoe ging het verder?
A: Daarna was het klaar eigenlijk. De film die we keken hebben we toen afgekeken.
V: Je zegt dat het daarna “klaar” was. Wat bedoel je daar meer?
A: Dat er toen geen seksuele handelingen meer zijn verricht.
V: Wanneer vond dit alles plaats?
A: Het was op een middag. Hij heeft mij toen weg gebracht. In de buurt van mijn
ouderlijk huis ben ik uitgestapt.
V: Hoe ging het toen verder?
A: Mijn ouders zijn er toen achter gekomen.
V: Hoe ging dat precies?
A: Ik heb dat aan [naam 2] verteld. Ik heb haar gezegd dat ik seks met [verdachte] had
gehad. Ik vond het toen ook niet leuk en ik vond het ook eigenlijk dom. Ik heb haar
wel verteld dat het was gebeurd maar niet dat ik dat eigenlijk niet gewild had. Dat
heb ik pas later verteld. Die dag zelf dus niet. Eerst was Tara daar boos over maar
later niet meer. Zij is later nog met mij mee geweest om een zwangerschapstest te
halen. Gelukkig bleek ik niet zwanger.
V: Hoe kwamen je ouders er achter?
A: Tara heeft contact met hen opgenomen
(…)
V: Als je niet op alles terug kijkt . . .hoe kijk je er dan op terug?
A: Ik ben wel gebruikt. Ik voel dat ook zo. Ik heb er ook spijt van dat het zo
gelopen is.
2.
Het proces-verbaal van verhoor van [naam 13] van 20 januari 2014, p. 170-175, inhoudende:
Mevrouw [naam 13] ik heb u afgelopen week gebeld en u uitgenodigd voor het afleggen van een getuigenverklaring naar aanleiding van de aangifte van seksueel misbruik,
die door uw dochter [slachtoffer 4] is gedaan.
(…)
Via via heeft ze een mobiel telefoonnummer van [verdachte] gekregen en hij kon pilletjes regelen. [slachtoffer 4] zat op dat moment even niet lekker in haar vel. Dat was een beetje haar idee, dat ik hem ga bellen. Dat heeft ze me verteld.
V: Wanneer heeft ze u dat verteld?
A: Nadat ze dus misbruikt is door [verdachte]. Ik was gewoon thuis en ze zat een hele tijd boven op
haar kamer. Ze kwam beneden en had zich omgekleed en opgemaakt. Ik vroeg waar ze heen
ging. [slachtoffer 4] zei dat ze een afspraak had in ‘t Weezenlandpark en wilde daar kijken. Toen is
weggegaan en is ze daar naar toe gegaan. Een aantal uren later kwam ze thuis. Normaal komt ze dan even bij me zitten en nu ging ze gelijk naar boven toe. Ze heeft verder toen niets
gezegd. ‘s Avonds ging ik wassen en zag dat er bloed in haar onderbroek zat. Ik zei dat het
niet slim was, dat wanneer je ongesteld bent er niets in te doen. Achteraf... moet dit na die
seks gebeurd zijn.
De dag erna kreeg ik een telefoontje van [naam 2]. Ze zei: “U moet niet schrikken, maar
ik ga u een foto mailen, waarvan ik denk dat u van zal schrikken en een hoop vragen over zal
hebben.” Ik had het nog niet gezien en wist eigenlijk niet wat ik hier mee moest. Ze zei dat er
iets met [slachtoffer 4] was gebeurd, wat helemaal niet bij [slachtoffer 4] past.
(…)
V: Wat zag u toen?
A: Een foto op de computer waar mijn dochter [slachtoffer 4] naakt tegen een naakte donkere man
aanlag. In houding waarvan je zeker weet, dat ze geen thee dronken. Die foto had [slachtoffer 4] met
haar mobieltje gemaakt en naar Tara gestuurd. Toen ben ik even heel hard gaan huilen.
(…)
(…) Ik heb daarna tegen haar gezegd dat ik een foto van Tara had gekregen en dat ik daar heel erg van was geschrokken . Dat ik daar over wilde praten. Ik had zoveel vragen. Eerst wilde ze er niet over praten. Het was haar leven en ik zou alleen maar boos worden. En toen kwamen de tranen. Dat was voor mij de reden om toch door te blijven vragen. Waarom wordt ze anders zo overstuur. Ze vertelde toen dat ze geen afspraak had met klasgenoten had die aan het skaten waren, maar met [verdachte]. Die had haar uitgenodigd om mee naar huis te gaan. Hij was aardig en kwam vriendelijk over. Ze had geen twijfels om niet op die uitnodiging in te gaan. Ik heb gezegd dat die foto boekdelen sprak. Ze beaamde dat ze seks had gehad. Ik heb nog gevraagd of ze een condoom had gebruikt. Ze deed daar eerst heel moeilijk over. En toen zei ze: “natuurlijk!” Heel veel later hoorde ik dat
ze met Tara was mee gegaan voor een zwangerschapstest en SOA-test. Ze heeft nooit eerlijk
tegen mij gezegd of ze een condoom heeft gebruikt. Ze heeft hierna veel gehuild. Ze was bang
dat ze problemen met [verdachte] zou krijgen, omdat hij wist waar ze woonde. Ik heb aan [slachtoffer 4] gevraagd hoe oud hij was en dat het geen leeftijdsgenoot was ... volgens de foto. Later hoorde ik dat hij geen 21 jaar was, maar 31 jaar.
(…)
V: Wanneer speelde dit allemaal?
A: Toen ze vijftien was.
(…)
V: In hoeverre weet u welke seksuele handelingen er hebben plaatsgevonden?
A: Hij heeft haar ontmaagd. Maar over het voorspel en wat er verder is gebeurd, daar heeft ze niets over verteld.
V: Hoe weet u dat?
A: Omdat ik bloed in haar onderbroek heb aangetroffen in een periode dat ze niet omgesteld
was. Ik heb gevraagd of ze seks hebben gehad en dat bevestigde ze. Tegen Tara haar vriendin heeft ze ook gezegd, dat ze ontmaagd is door hem.
3.
Het proces-verbaal van verhoor van [naam 2] van 17 januari 2014, p. 182, inhoudende:
V: Uit de aangifte van [slachtoffer 4] blijkt, dat jij met haar bent mee geweest om een
zwangerschapstest te halen. Wat is jou daarvan bekend?
A: Dat klopt. Ik geloof meer dat dat uit haarzelf kwam. (…)
4.
Het proces-verbaal van bevindingen betreffende het telefoongesprek met de vader van aangeefster [slachtoffer 4], de heer [naam 14], p. 185-187, inhoudende dat aangeefster [slachtoffer 4] de contacten met verdachte had in de zomerperiode van 2008.
5.
Het proces-verbaal van verhoor van verdachte bij de rechter-commissaris op 31 januari 2014, inhoudende, zakelijk weergegeven:
Misschien heb ik met mijn hand langs [slachtoffer 4] haar vagina gestreeld.
6.
De verklaring van verdachte zoals afgelegd ter terechtzitting van 4 september 2014, inhoudende, zakelijk weergegeven:
Het klopt dat [slachtoffer 4] bij mij in mijn woning is geweest.
Feit 6
1.
Het proces-verbaal van aangifte van [slachtoffer 6] van 15 augustus 2013, pagina 194-196, inhoudende:
Op 07-08-2013 kreeg ik een persoonlijk bericht op Facebook. Ik zag dat dit bericht
afkomstig was van [verdachte]. Ik weet dat dit [verdachte] is.
Hij schreef: “het enige wat ik met je wil is een baby maken”. Of woorden van
gelijke strekking. Ik zal deze mail aan u doorsturen.
Ik heb [verdachte] toen geblokkeerd.
(…)
Op 14-08-2013 kreeg ik op Facebook weer een paar berichten van [verdachte] :
(…)
om 21.12 uur: ik leg iedereen om
om 21.19 uur: ik schaak jou binnenkort, ook al moet er bloed vloeien, ik leg
iedereen om. Me AK wacht op jou. Volgens mij bedoelt [verdachte] met AK een pistool.
om 21.28 uur: ik doorboor jou focking hart, oooohooo ben je niet muzikaal en
eenzaam ik heb jou aangeraakt, vieze witte gekke kaaskop, mensen die heel stil zijn
heel gevaarlijk heks ik ja ik praat tot jou de koning I wanna make love to you
We zullen zien wie hier gaat verliezen of winnen in je ogen zal ik wel liefde om
van te houden omdat jij dat zo graag wou.
Weet je wel hoe intelligent in ben, bent niet bewust van liet kwade, je maakt me
heel kwaad nu. Komt door je liefde, je gaat verliezen, ik skip je nu, kom maar
verder spelen over een half jaar, niemand kan mij aan, je bent geen partij voor
mij, niemand niet. Je weet dat ik almity ben he, wij maakten jou vrouwen. Ik hoop
liet beste voor jou, kom mij nooit meer tarten, ben king of de king of de king, dus
houd je smoel over mij bij anderen, als ik nog een iets hoor, I woep your ass.
Als ik nog een ding hoor dan wordt het oorlog.
Dit zijn de belangrijkste gedeeltes uit de berichten die [verdachte] mij gestuurd
heeft. De volledige berichten zal ik doormailen.
Ik voel mij echt bedreigd door [verdachte] , ik voel me niet meer op mijn gemak. Ik
ben echt bang dat ik hem tegenkom op straat als ik alleen ben. Ik voel mij niet meer veilig als ik alleen ben.
2.
De als bijlage bij de aangifte gevoegde Facebook-berichten op pagina 197 en 198 van het dossier.
3.
Het proces-verbaal van verhoor van verdachte bij de rechter-commissaris op 31 januari 2014, inhoudende, zakelijk weergegeven:
U houdt mij feit 6 op de vordering voor.
Volgens mij was ik dronken toen ik de Facebook berichten verstuurde die u mij voorleest.
Feit 7
1.
Het proces-verbaal van aangifte van [slachtoffer 7] van 13 januari 2014, pagina 209-210, inhoudende:
Op zaterdag 4 januari 2014 zat ik thuis op de bank, ik woon aan [adres 3]
te Zwolle.
Om 13.49 uur zag en hoorde ik dat ik een berichtje kreeg op mijn telefoon, dit is
een Samsung Gallaxy S3 met telefoonnummer [nummer 3].
Ik zag dat ik een whatsapp kreeg van nummer [nummer 1].
Ik zag dat dit bericht afkomstig was van [verdachte] .
(…)
Op 4 januari 2014 kreeg ik dus (…) een berichtje via de telefoon van [verdachte], ik zag dat hij schreef “hee” ik wilde geen contact met hem en heb toen terug getypt “hou je kk bek”. Dit was misschien niet handig maar heb het wel gedaan. Ik schrok mij namelijk een ongeluk.
(…)
Hierop volgende er een heel relaas van de kant van [verdachte]. Ik was een Jood een
koeievleeseter. Hij schold mij uit voor Slet, Hoerenkind, en dat ik een kutkop heb.
De tekst daarna werd steeds seksueel getinter. Hij vroeg hoeveel lullen ik al gehad
had, of ik ze allemaal nog kon tellen? Hij zou mij komen halen en bedreigde mij dat hij
mijn kop zou lek schieten. Ik moest naar hem toe om hem te neuken. Ik schrok zo dat
ik zat te trillen op de bank. Ik heb toen direct mijn moeder die ook thuis was
geroepen. (…)
Op 5 januari om 17.22 uur kreeg ik opnieuw een berichtje van [verdachte]. Hierin stond
“of neuk je al” daarna kreeg ik nog een aantal berichtjes. (…)
Ik was bang, bang dat [verdachte] mij ergens op zou wachten.
Ik kom hem regelmatig tegen, ik weet niet op hij mij opzoekt of dat het toeval is.
(…) Ik ben bang dat hij zich aan mij zal vergrijpen. (…) Ik ben bang dat [verdachte]
mij werkelijk wat aan zal doen zowel op zeden gebied alsmede zijn bedreiging naar
mij.
Ik voeg een uitdraai van de berichtjes bij mijn aangifte.
2.
De uitdraai van de whatsapp-berichten op pagina’s 215 tot en met 217 van het dossier.
3.
De verklaring van verdachte zoals afgelegd ter terechtzitting van 4 september 2014, inhoudende, zakelijk weergegeven:
Mijn telefoonnummer is [nummer 1]. Ik leen mijn telefoon nooit uit.