ECLI:NL:RBOVE:2014:4689

Rechtbank Overijssel

Datum uitspraak
29 juli 2014
Publicatiedatum
5 september 2014
Zaaknummer
C/08/160235 / KG ZA 14-270
Instantie
Rechtbank Overijssel
Type
Uitspraak
Rechtsgebied
Civiel recht; Personen- en familierecht
Procedures
  • Kort geding
Rechters
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Afwijzing van vordering tot afgifte paspoort en toestemming voor vakantie met kinderen naar Turkije

In deze zaak heeft de voorzieningenrechter van de Rechtbank Overijssel op 29 juli 2014 uitspraak gedaan in een kort geding tussen een man en een vrouw, die ouders zijn van twee minderjarige kinderen. De man vorderde de afgifte van de paspoorten van de kinderen en vervangende toestemming om met hen op vakantie naar Turkije te gaan van 1 tot en met 13 augustus 2014. De vrouw weigerde deze toestemming, omdat zij vreesde dat de man de kinderen niet zou terugbrengen naar Nederland. De rechtbank heeft vastgesteld dat de ouders gezamenlijk het gezag over de kinderen hebben en dat er een eerdere beschikking van de rechtbank Leeuwarden is waarin de zorgregeling is vastgelegd. De voorzieningenrechter heeft geoordeeld dat er onvoldoende waarborgen zijn dat de man met de kinderen zal terugkeren naar Nederland, vooral gezien het feit dat de echtscheiding in Turkije nog niet is ingeschreven. De man had eerder uitspraken gedaan die de vrees van de vrouw versterkten. De voorzieningenrechter heeft daarom de vorderingen van de man afgewezen, maar heeft aangegeven dat hij in de toekomst, na inschrijving van de echtscheiding, mogelijk wel met de kinderen op vakantie kan gaan. De proceskosten zijn gecompenseerd, wat betekent dat iedere partij zijn eigen kosten draagt.

Uitspraak

RECHTBANK OVERIJSSEL

Team jeugdrecht
Zittingsplaats Almelo
Kort Geding
zaaknummer: C/08/160235 / KG ZA 14-270 (ah)
vonnis van de voorzieningenrechter in de rechtbank Overijssel, tevens kinderrechter, rechtdoende in kort geding d.d. 29 juli 2014
inzake

[eiser],

verder ook de man of de vader te noemen,
wonende te [woonplaats], [adres],
eiser,
advocaat: mr. R.G.J. van Ommeren,
tegen

[gedaagde],

verder ook de vrouw of de moeder te noemen,
wonende op een geheim adres,
gedaagde,
advocaat: mr. B. Kaya.

Het procesverloop

De man heeft gevorderd als vermeld in de dagvaarding.
De zaak is behandeld ter zitting van 29 juli 2014. Ter zitting zijn verschenen: de man, bijgestaan door mr. Van Ommeren en vergezeld van mevrouw [H], tolk in de Turkse taal en de vrouw bijgestaan door mr. Kaya. De Raad voor de Kinderbescherming te Almelo is vertegenwoordigd door de heer [J]. Van de behandeling heeft de griffier aantekeningen gemaakt.
Het vonnis is bepaald op heden.

De vaststaande feiten

De ouders zijn gehuwd geweest. Uit dit huwelijk zijn geboren:
[naam 1], geboren te [geboorteplaats] op [geboortedatum 1],
[naam 2], geboren te [geboorteplaats] op [geboortedatum 2].
Bij beschikking van de rechtbank Leeuwarden van 11 april 2012 is de echtscheiding tussen partijen uitgesproken en is bepaald dat de minderjarigen hun hoofdverblijfplaats zullen hebben bij de vrouw. De beslissing over het gezag en de zorgregeling is aangehouden.
Deze beschikking is op 18 september 2012 ingeschreven in de registers van de burgerlijke stand.
Bij beschikking van de rechtbank Leeuwarden van 10 oktober 2012 is bepaald dat de minderjarigen één weekend per veertien dagen van vrijdagmiddag tot zondagmiddag en de helft van de vakanties en feestdagen bij de man verblijven. Het verzoek van de vrouw om haar alleen te belasten met het gezag over de minderjarigen is afgewezen.

Het geschil

De man vordert bij vonnis, uitvoerbaar bij voorraad, te bepalen dat:
- de vrouw in verband met het ondernemen van de vakantiereis naar Turkije in de periode van 1 augustus 2014 tot en met 13 augustus 2014 de paspoorten van de minderjarigen aan de man afgeeft;
- de man vervangende toestemming wordt verleend om samen met zijn minderjarige kinderen in verband met een vakantiereis naar Turkije, zijn kinderen bij zich te hebben in de periode van 1 augustus 2014 tot en met 13 augustus 2014;
- de vrouw voor iedere dag dat zij weigert de paspoorten van de kinderen aan de man af te geven een en ander conform dit vonnis, een dwangsom verbeurt van € 500,-.
Verder verzoekt de man de vrouw te veroordelen in de kosten van het geding.
De man legt aan zijn vordering ten grondslag dat hij met zijn kinderen op vakantie naar Turkije wil om daar familie te bezoeken. Volgens de man weigert de vrouw zonder goede reden om daar toestemming voor te verlenen. De man heeft inmiddels e-tickets geboekt, maar de vrouw weigert de paspoorten af te geven.
De vrouw verzoekt de rechtbank bij vonnis, voor zover mogelijk uitvoerbaar bij voorraad, de dagvaarding van eiser nietig te verklaren, althans eiser in zijn vorderingen niet-ontvankelijk te verklaren, althans deze hem te ontzeggen als zijnde ongegrond en/of onbewezen, met veroordeling van de man in de kosten van deze procedure.
Volgens de vrouw is er gegronde vrees dat de man de kinderen meeneemt naar Turkije en niet meer terugkomt. Volgens het Turkse recht zijn partijen nog steeds gehuwd nu de echtscheidingsbeschikking daar nog niet is ingeschreven. De Turkse staat zal derhalve niet meewerken aan teruggeleiding van de kinderen naar Nederland.
Op de stellingen van partijen zal hierna, voor zover van belang, nader worden ingegaan.

De beoordeling van het geschil en de motivering van de beslissing

Nu de man voornemens is om op 1 augustus a.s. met de kinderen op vakantie te gaan, heeft hij, en hebben moeder en de kinderen, belang bij een beslissing voor genoemde datum. Daarmee is er naar het oordeel van de voorzieningenrechter sprake van een spoedeisend belang.
De voorzieningenrechter stelt vast dat partijen gezamenlijk het gezag hebben over de minderjarigen. Bij beschikking van de rechtbank Leeuwarden van 10 oktober 2012 is onder meer bepaald dat de minderjarigen de helft van de vakanties en de feestdagen bij de man verblijven. In deze beschikking is eveneens opgenomen dat het in het belang van de kinderen is dat partijen als ouders over hen communiceren. De rechtbank heeft partijen dan ook opgedragen om het advies van de Raad voor de Kinderbescherming te volgen om met hulp van een onafhankelijke derde (mediator of maatschappelijk werker) met elkaar in gesprek te gaan om op die wijze hun communicatie als ouders te verbeteren.
Ter zitting is de voorzieningenrechter gebleken dat partijen het dringende advies van de rechtbank niet hebben opgevolgd. Partijen communiceren in het geheel niet met elkaar over de kinderen. Zo heeft de man ter zitting naar voren gebracht dat hij contact opneemt met het oudste kind over de omgang; dat vindt hij afdoende. De man stelt dat hij reeds zes maanden geleden heeft aangekondigd dat hij met de kinderen naar Turkije wil. Door de vrouw is dit ter zitting betwist. Zij stelt pas op het laatste moment te hebben gehoord van de vakantieplannen van de man. Toen zij haar toestemming weigerde heeft hij zich dwingend en dreigend opgesteld en is er politie aan te pas gekomen.
Nu de ouders geen basis hebben gecreëerd voor goed onderling overleg ontbreekt bij hen het vertrouwen in de andere ouder. Zij hebben het erop aan laten komen dat de voorzieningenrechter nu de beslissing over de voorgenomen vakantie naar Turkije moet nemen. De voorzieningenrechter komt tot haar oordeel op basis van de stukken die zijn overgelegd, welke stukken overigens vrij summier zijn - andere procesdossiers of een eerder opgemaakt rapport van de Raad voor de Kinderbescherming zijn bijvoorbeeld niet overgelegd -, en op basis van hetgeen ter zitting naar voren is gebracht. Dit alles leidt tot de volgende afweging.
De voorzieningenrechter stelt voorop dat het belang van de man om met de kinderen de vakantie door te brengen in Turkije en daar familie te bezoeken zwaar dient te wegen. De voorzieningenrechter ziet op dit moment evenwel aanleiding het belang van de vrouw in deze zwaarder te laten wegen. Tussen partijen is niet in geschil dat de echtscheiding in Turkije nog niet is ingeschreven. Hierdoor werken de Turkse autoriteiten niet mee aan teruggeleiding van de kinderen naar Nederland, mochten de kinderen niet terugkeren naar Nederland op 13 augustus 2014. De voorzieningenrechter is van oordeel dat er onvoldoende waarborgen zijn dat de man met de kinderen zal terugkeren naar Nederland. Volgens de vrouw heeft de man zich meermalen uitgelaten over zijn wens om met de kinderen naar Turkije te remigreren en heeft hij begin dit jaar nog concrete plannen verwoord. De man heeft weliswaar bestreden dat hij remigratieplannen heeft, maar de voorzieningenrechter acht de toezegging van de man ter zitting dat hij met de kinderen terug zal keren omdat de kinderen tot hun achttiende jaar in Nederland naar school moeten, een onvoldoende waarborg. De weigering van de vrouw om toestemming te verlenen en de paspoorten af te geven wordt onder deze omstandigheden dan ook niet onrechtmatig geacht. Derhalve zullen de vorderingen met betrekking tot de vakantie van 1 augustus 2014 tot en met 13 augustus 2014 naar Turkije worden afgewezen.
Een en ander belet de man niet om, rekening houdend met de vakantieplannen van de vrouw, met de kinderen in Nederland op vakantie te gaan, nu de vrouw ter zitting naar voren heeft gebracht hier geen bezwaren tegen te hebben.
Indien de echtscheiding tussen partijen in Turkije is geregeld, acht de voorzieningenrechter het mogelijk dat de man met de kinderen voor een vakantie afreist. De man heeft immers recht op omgang tijdens de helft van de vakanties en familiebezoek acht de voorzieningenrechter in het belang van de kinderen. Partijen dienen hiertoe wel met elkaar in overleg te treden. Aanvankelijk vond de man het niet nodig om rechtstreeks met de vrouw te overleggen over zaken aangaande de kinderen, maar ter zitting heeft hij gezegd dat hij voor zijn kinderen alles wil doen. De vrouw heeft al vaker voorgesteld om met de man om de tafel te gaan zitten en zegt daar nog steeds toe bereid te zijn. De basis is er en het is aan partijen om die stap te zetten.
Gelet op bovenstaande zullen de vorderingen van de man worden afgewezen.
Omdat partijen gehuwd zijn geweest en de ouders zijn van de minderjarige kinderen, zullen de proceskosten volledig worden gecompenseerd.
De beslissing
De voorzieningenrechter:
I. Wijst de vorderingen af.
II. Compenseert de kosten van de procedure in die zin dat iedere partij de eigen kosten draagt.
Dit vonnis is gewezen te Almelo door mr. C. Verdoold, voorzieningenrechter, tevens kinderrechter, in tegenwoordigheid van mr. A.C.M. Heerdink als griffier, in het openbaar uitgesproken op 29 juli 2014.
Een afschrift van dit vonnis wordt gezonden aan de Raad voor de Kinderbescherming te Almelo en de in deze beschikking vermelde gegevens worden door die raad opgenomen in zijn registratie.