ECLI:NL:RBOVE:2014:4467
Rechtbank Overijssel
- Eerste aanleg - enkelvoudig
- Rechtspraak.nl
Vonnis inzake dwangsommen en executiegeschil tussen verzekeringsintermediair en gedaagde
In deze zaak heeft de Rechtbank Overijssel op 13 augustus 2014 uitspraak gedaan in een geschil tussen eiser, een verzekeringsintermediair, en gedaagde, die eerder in dienst was bij eiser. De rechtbank fungeerde zowel als dwangsomrechter als executierechter. Eiser had gedaagde in een eerdere procedure veroordeeld tot het overleggen van stukken met betrekking tot provisies die aan gedaagde betaald dienden te worden. Gedaagde had een dwangsom opgelegd gekregen voor het niet nakomen van deze verplichting. Eiser vorderde in deze procedure de opheffing van de verbeurde dwangsommen, stellende dat hij aan zijn verplichtingen had voldaan en dat de dwangsommen onterecht waren opgelegd. De rechtbank oordeelde dat eiser inderdaad op 24 september 2012 had voldaan aan zijn verplichtingen, maar dat er in de periode van 5 tot 24 september 2012 wel degelijk dwangsommen waren verbeurd. De rechtbank overwoog dat de privéomstandigheden van eiser, waaronder de zorg voor zijn kinderen en het overlijden van een naaste, hem in een situatie van overmacht hadden gebracht, waardoor hij niet tijdig kon voldoen aan de veroordeling. De rechtbank besloot de verbeurde dwangsommen op te heffen en veroordeelde gedaagde in de proceskosten. In reconventie vorderde gedaagde betaling van provisies en andere verplichtingen, maar de rechtbank oordeelde dat er onvoldoende informatie was om hierover een beslissing te nemen en gelastte een comparitie van partijen.