ECLI:NL:RBOVE:2014:4353

Rechtbank Overijssel

Datum uitspraak
25 juli 2014
Publicatiedatum
18 augustus 2014
Zaaknummer
C/08/159793 KG RK 14-2571
Instantie
Rechtbank Overijssel
Type
Uitspraak
Procedures
  • Wraking
Rechters
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Wraking van de kantonrechter in bestuursrechtelijke procedure

Op 25 juli 2014 heeft de Rechtbank Overijssel, zittingsplaats Almelo, uitspraak gedaan in een wrakingsverzoek van een verzoeker tegen de kantonrechter die betrokken was bij een bestuursrechtelijke procedure. Het wrakingsverzoek werd ingediend op 17 juli 2014, tijdens een openbare zitting waarin de kantonrechter, mr. E. Venekatte, zitting had. De verzoeker stelde dat de gewraakte rechter en andere gerechtsambtenaren niet onpartijdig waren en dat er sprake was van partijdigheid in de behandeling van zijn zaak, die betrekking had op een sanctie opgelegd op basis van de Wet administratiefrechtelijke handhaving verkeersvoorschriften.

De wrakingskamer heeft echter geoordeeld dat het verzoek tot wraking niet ontvankelijk was. De rechtbank benadrukte dat wraking alleen mogelijk is wanneer er concrete feiten of omstandigheden zijn die de vrees voor partijdigheid van de rechter objectief rechtvaardigen. In dit geval ontbraken de noodzakelijke concrete feiten en omstandigheden die de vrees voor partijdigheid konden onderbouwen. De rechtbank concludeerde dat de verzoeker niet had aangetoond dat de kantonrechter vooringenomen was, en dat de omstandigheid dat verzoeker niet tevreden was met de voortgang van zijn zaak niet voldoende was om een vrees voor partijdigheid te rechtvaardigen.

Daarom werd het verzoek tot wraking afgewezen en verklaarde de rechtbank de verzoeker niet-ontvankelijk in zijn verzoek. De beslissing werd openbaar uitgesproken, waarbij de rechters en de griffier aanwezig waren.

Uitspraak

beslissing

RECHTBANK OVERIJSSEL

Wrakingskamer
Zittingsplaats Almelo
zaaknummer / rekestnummer: C/08/159793 KG RK 14-2571
Beslissing van 25 juli 2014
in de zaak van
[verzoeker],
wonende te [woonplaats],
verzoeker tot wraking,
strekkende tot wraking van
“-
“de kantonrechter” die ter voorwaardelijk openbare zitting van donderdag 17 juli 2014 vanaf 12.00 uur bovenvermelde ‘kanton-Mulder’zaak (mede) (voor)behandeld en/of (kennelijk) voornemens is die zaak geheel of gedeeltelijk verder (mede) te behandelen al dan niet tot en met een schriftelijk tussenvonnis en/of het schriftelijke eindvonnis;
- alle andere soorten (kanton)rechters die die zaak in incidentele en/of structurele, feitelijke en/of fictieve, verbale en/of nonverbale, (mede)behandeling hebben (genomen), ongeacht de aard, wijze, duur, intensiteit en GPS-locatie(s) van die (mede)behandeling en daartoe/-bij gebezigde communicatiehulpmiddelen;
- (de heer) [contactpersoon], “contactpersoon” Teevens “De griffier”, die het in sub 1.1. gerefereerde gerechtsgedingstuk niet expliciet i.o.v./namens een of meerdere van de hiervoor genoemde gewraakte anonieme rechter(s) heeft geproduceerd, zodat ook hij/zij tot de bedoelde duurzaam te verschonen ambtenaren behoort;
- alle andere soorten (de) en/of (De) griffiers, die die kantonzaak in (mede)behandeling hebben, hebben genomen en/of hebben gehad en/of voornemens zijn te hebben, en dus tot de sub 2.1. van het verzoekschrift bedoelde, te verschonen ambtenaren behoren;
- alle andere soorten ambtenaren, in of buiten het voorgerecht Overijssel, die die kantonzaak in (mede)behandeling hebben, hebben genomen en/of hebben gehad en/of voornemens zijn te hebben, en dus tot de sub 2.1. van het verzoekschrift bedoelde, te verschonen ambtenaren behoren;
- alle soorten ambtenaren, die fictief en/of feitelijk weigeren het sub 2.1. bedoelde verschoningsverzoek te (mede)behandelen 2,0naadloos voorafgaand aan de (mede)behandeling van onderhavig wrakingsverzoek.

1.De procedure

1.1.
Op 17 juli 2014 heeft verzoeker het verzoek tot wraking gedaan van de hiervoor genoemde gerechtsambtenaren en rechters die al dan niet zijn betrokken bij de behandeling van de zaak die is geregistreerd onder nummer 2952334 WM VERZ 14-622 tegen verzoeker als degene aan wie de sanctie in het kader van de Wet administratiefrechtelijke handhaving verkeersvoorschriften is opgelegd.
1.2.
De wrakingskamer heeft, gelet op het navolgende, afgezien van een mondelinge behandeling.

2.De feiten

2.1.
In voormelde zaak heeft op 17 juli 2014 om 12.00 uur een openbare terechtzitting plaatsgevonden, alwaar mr. E. Venekatte zitting had. De zittingslocatie was Enschede.

3.Het wrakingsverzoek

3.1.
Verzoeker heeft de volgende grieven aan zijn verzoek ten grondslag gelegd.

2.3.1. Een of meerderen van de gewraakte, dus te verschonen ambtenaren heeft/hebben (on)voorwaardelijk opzettelijk fictief geweigerd te voldoen aan het spoedverzochte in het sub 1.1. bedoelde ingediende kantonzaakgedingstuk en evenmin anderszins onverwijld daaromtrent schriftelijk aan ondergetekende bekend heeft gemaakt.
2.3.2.
Als (rechts)gevolgen van de sub 2.3.1. vermelde feiten en omstandigheden is primair ondergetekende en subsidiair een door hem desnodig in te schakelen, door de Kroon voor het leven goedgekeurde advocaat, onacceptabel geschaad in zijn verdedigings- en daarmee samenhangende belangen.
2.3.3.
Nu hem elke (inter)nationaal universeel gerechtvaardigde deugdelijke transparante schriftelijke verklaring voor het sub 2.3.1. bedoelde civiel-, bestuursders- en strafrechtelijk onrechtmatig en onbehoorlijk, individueel en/of collectief, ambtelijk handelen is onthouden, en er ter evident-gezond-verstand-zake sprake was en is van zowel objectieve als subjectieve partijdigheid ten nadele, koste en schade van ondergetekende c.s. en ten idem persoonlijke en beroepsvoordele van de betreffende, jegens ondergetekende opzettelijk anoniem gehouden, CVOM-, CJIB- en de te verschonen en gewraakte ambtenaren, rest ondergetekende in dit geding evident geen ander normaal geworden rechtsmiddel dan onderhavige verschoning en wraking te verzoeken.
2.3.4.
enz, enz. belastend voor geadresseerden.

4.De beoordeling

4.1.
Wraking van (een) gerechtsambtena(a)r(en) is niet mogelijk. Wraking is enkel mogelijk wanneer de rechterlijke onpartijdigheid in het geding is. Voor zover het verzoek is gericht tegen (een) gerechtsambtena(a)r(en) dient verzoeker daarin dan ook niet-ontvankelijk te worden verklaard.
4.2.
Een rechter kan worden gewraakt op grond van feiten of omstandigheden waardoor de rechterlijke onpartijdigheid schade zou kunnen lijden.
Uitgangspunt daarbij is dat de rechter uit hoofde van zijn aanstelling wordt vermoed onpartijdig te zijn, tenzij zich een uitzonderlijke omstandigheid voordoet, die een zwaarwegende aanwijzing oplevert voor het oordeel dat een rechter jegens een partij bij een geding een vooringenomenheid koestert. De vrees dat dit het geval zal zijn, dient objectief gerechtvaardigd te zijn. Dat betekent dat sprake moet zijn van concrete feiten en omstandigheden waaruit objectief de vrees voor partijdigheid van de rechter kan worden afgeleid.
Daarnaast kan er onder omstandigheden reden zijn voor wraking, indien - geheel afgezien van de persoonlijke opstelling van de rechter in de hoofdzaak - de bij een partij bestaande vrees voor partijdigheid van die rechter objectief gerechtvaardigd is, waarbij rekening moet worden gehouden met uiterlijke schijn.
4.3.
Het onderhavige verzoek bevat geen concrete feiten en omstandigheden waaruit volgt dat de behandelend kantonrechter vooringenomen was tegen verzoeker of objectief gerechtvaardigde vrees daarvoor bestond. Uit de omstandigheid dat (nog) niet is voldaan aan (alle) door verzoeker bij brief van 7 juli 2014 gedane verzoeken, kan de wrakingskamer geen vooringenomenheid afleiden. Omdat een motivering ontbreekt, die aan de minimaal daaraan te stellen eisen voldoet, dient verzoeker in zijn verzoek niet-ontvankelijk te worden verklaard en kan een mondelinge behandeling van het verzoek daarom achterwege blijven.

5.De beslissing

De rechtbank
5.1.
verklaart verzoeker niet-ontvankelijk in zijn verzoek tot wraking.
Deze beslissing is gegeven door mrs. J.A.O.M. van Aerde, W.K.F. Hangelbroek en T.R. Hidma, in tegenwoordigheid van de griffier mr. M.H. Krol en in het openbaar uitgesproken op 25 juli 2014.
de griffier de voorzitter