5.4De conclusie
De rechtbank is door de inhoud van de wettige bewijsmiddelen tot de overtuiging gekomen, dat de verdachte het onder feit 1 primair en feit 2 tenlastegelegde heeft begaan, met dien verstande dat:
zij in de periode van 1 januari 2010 tot en met 5 april 2012 in Nederland,
een aantal elektronische aangiftebiljetten inkomstenbelasting/premie volksverzekeringen over de jaren 2010 en 2011, waaronder:
- de elektronische aangiftebiljetten inkomstenbelasting/premie volksverzekeringen over de jaren 2010 en 2011 ten name van [aangever 1] en
- de elektronische aangiftebiljetten inkomstenbelasting/premie volksverzekeringen over de jaren 2010 en 2011 ten name van [aangever 2] en
- de elektronische aangiftebiljetten inkomstenbelasting/premie volksverzekeringen over de jaren 2010 en 2011 ten name van [aangever 3] en/of [aangever 4] en
- de elektronische aangiftebiljetten inkomstenbelasting/premie volksverzekeringen over de jaren 2010 en 2011 ten name van [aangever 5] en/of [aangever 6] en
- de elektronische aangiftebiljetten inkomstenbelasting/premie volksverzekeringen over de jaren 2010 en 2011 ten name van [aangever 7] en/of [aangever 8] en
- de elektronische aangiftebiljetten inkomstenbelasting/premie volksverzekeringen over de jaren 2010 en 2011 ten name van [aangever 9] en
- de elektronische aangiftebiljetten inkomstenbelasting/premie volksverzekeringen over de jaren 2010 en 2011 ten name van [aangever 10] en/of [aangever 11],
zijnde geschriften, die bestemd waren om tot bewijs van enig feit te dienen,
valselijk heeft opgemaakt, immers heeft verdachte valselijk op die aangiftebiljetten een te hoog bedrag opgegeven en/of vermeld voor de uitgaven voor specifieke zorgkosten en/of voor de giften, zulks met het oogmerk om die geschriften als echt en onvervalst te gebruiken of door anderen te doen gebruiken;
zij in of omstreeks de periode van 1 januari 2010 tot en met 5 april 2012 in Nederland,
met het oogmerk om een ander wederrechtelijk te bevoordelen,
door listige kunstgrepen de Belastingdienst heeft bewogen tot de afgifte van meerdere geldbedragen, hierin bestaande dat verdachte een aantal valselijk en listiglijk opgemaakte elektronische aangiftebiljetten inkomstenbelasting/premie volksverzekeringen over de jaren 2010 en 2011, waaronder:
- de elektronische aangiftebiljetten inkomstenbelasting/premie volksverzekeringen over de jaren 2010 en 2011 ten name van [aangever 1] en
- de elektronische aangiftebiljetten inkomstenbelasting/premie volksverzekeringen over de jaren 2010 en 2011 ten name van [aangever 2] en
- de elektronische aangiftebiljetten inkomstenbelasting/premie volksverzekeringen over de jaren 2010 en 2011 ten name van [aangever 3] en/of [aangever 4] en
- de elektronische aangiftebiljetten inkomstenbelasting/premie volksverzekeringen over de jaren 2010 en 2011 ten name van [aangever 5] en/of [aangever 6] en
- de elektronische aangiftebiljetten inkomstenbelasting/premie volksverzekeringen over de jaren 2010 en 2011 ten name van [aangever 7] en/of [aangever 8] en
- de elektronische aangiftebiljetten inkomstenbelasting/premie volksverzekeringen over de jaren 2010 en 2011 ten name van [aangever 9] en
- de elektronische aangiftebiljetten inkomstenbelasting/premie volksverzekeringen over de jaren 2010 en 2011 ten name van [aangever 10] en/of [aangever 11],
heeft ingezonden/verstuurd naar de Inspecteur der belastingen, waardoor de Belastingdienst werd bewogen tot bovenomschreven afgifte.
De rechtbank heeft de eventueel in de tenlastelegging voorkomende schrijffouten verbeterd in de bewezenverklaring. Verdachte wordt hierdoor niet in haar verdediging geschaad.
De rechtbank acht niet bewezen wat aan de verdachte feit 1 primair en feit 2 meer of anders is tenlastegelegd, zodat zij haar daarvan zal vrijspreken.