ECLI:NL:RBOVE:2014:4352

Rechtbank Overijssel

Datum uitspraak
18 augustus 2014
Publicatiedatum
18 augustus 2014
Zaaknummer
08/996009-12
Instantie
Rechtbank Overijssel
Type
Uitspraak
Rechtsgebied
Strafrecht
Procedures
  • Eerste aanleg - meervoudig
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Valsheid in geschrift en belastingfraude door onjuiste aangiften inkomstenbelasting

In deze zaak heeft de Rechtbank Overijssel op 18 augustus 2014 uitspraak gedaan in een strafzaak tegen een verdachte die over de jaren 2010 en 2011 ongeveer 600 aangiften inkomstenbelasting en premie volksverzekeringen heeft ingediend. In deze aangiften waren onjuiste bedragen aan zorgkosten en giften vermeld, wat heeft geleid tot onterecht terugbetaalde belasting door de Belastingdienst. De rechtbank heeft vastgesteld dat de verdachte, al dan niet samen met anderen, valsheid in geschrift heeft gepleegd door deze aangiften valselijk op te maken en de Belastingdienst heeft opgelicht door onjuiste aangiften in te dienen. De rechtbank heeft de verdachte veroordeeld tot een voorwaardelijke gevangenisstraf van 12 maanden met een proeftijd van twee jaar, alsook een onvoorwaardelijke taakstraf van 240 uur. Tevens is het inbeslaggenomen geldbedrag van € 11.385,00 verbeurd verklaard. De rechtbank heeft in haar overwegingen rekening gehouden met de ernst van de feiten, het vertrouwen dat de overheid in haar burgers moet kunnen stellen, en de impact van de onjuiste aangiften, die een belastingnadeel van tussen de € 250.000,00 en € 500.000,00 hebben veroorzaakt. De verdachte heeft geen eerdere strafbare feiten gepleegd en heeft zorg voor vier kinderen, wat heeft geleid tot een lichtere strafmaat.

Uitspraak

Rechtbank Overijssel

Afdeling Strafrecht
Zittingsplaats Almelo
Parketnummer: 08/996009-12
Datum vonnis: 18 augustus 2014
Vonnis (promis) op tegenspraak van de rechtbank Overijssel, meervoudige kamer voor strafzaken, rechtdoende in de zaak van de officier van justitie tegen:
[verdachte],
geboren op [geboortedag] 1968 in [geboorteplaats] (Syrië),
wonende in [woonplaats], [adres].

1.Het onderzoek op de terechtzitting

Dit vonnis is gewezen naar aanleiding van het onderzoek op de openbare terechtzitting van
4 augustus 2014. De rechtbank heeft kennis genomen van de vordering van de officier van justitie mr. J.W. Bollen en van hetgeen door de verdachte en haar raadsvrouw
mr. R.N. Sahebdien, advocaat te Enschede, naar voren is gebracht.

2.De tenlastelegging

De verdenking komt er, kort en feitelijk weergegeven, op neer dat verdachte:
feit 1:al dan niet samen met anderen valsheid in geschrifte heeft gepleegd door aangiftebiljetten inkomstenbelasting/premieheffing volksverzekeringen valselijk op te maken, dan wel al dan niet samen met anderen belastingfraude heeft gepleegd door opzettelijk onjuiste aangiften inkomstenbelasting/premieheffing volksverzekeringen in te dienen;
feit 2:al dan niet samen met anderen de Belastingdienst heeft opgelicht door onjuiste aangiften inkomstenbelasting/premieheffing volksverzekeringen in te dienen.
Voluit luidt de tenlastelegging aan de verdachte, dat:
1.
zij op één of meer tijdstippen in of omstreeks de periode van 1 januari 2010
tot en met 5 april 2012 in de gemeente Enschede en/of in de gemeente Apeldoorn
en/of elders in Nederland,
tezamen en in vereniging met één of meer natuurlijke perso(o)n(en), althans
alleen,
een groot aantal, althans één of meer, (elektronische) aangiftebiljet(ten)
inkomstenbelasting/premie volksverzekeringen over het/de jaar/jaren 2010 en/of
2011, waaronder:
- het/de (elektronische) aangiftebiljet(ten) inkomstenbelasting/premie
volksverzekeringen over het jaar/de jaren 2010 en/of 2011 ten name van
[aangever 1] en/of
- het/de (elektronische) aangiftebiljet(ten) inkomstenbelasting/premie
volksverzekeringen over het jaar/de jaren 2010 en/of 2011 ten name van
[aangever 2] en/of
- het/de (elektronische) aangiftebiljet(ten) inkomstenbelasting/premie
volksverzekeringen over het jaar/de jaren 2010 en/of 2011 ten name van
[aangever 3] en/of [aangever 4] en/of
- het/de (elektronische) aangiftebiljet(ten) inkomstenbelasting/premie
volksverzekeringen over het jaar/de jaren 2010 en/of 2011 ten name van
[aangever 5] en/of [aangever 6] en/of
- het/de (elektronische) aangiftebiljet(ten) inkomstenbelasting/premie
volksverzekeringen over het jaar/de jaren 2010 en/of 2011 ten name van
[aangever 7] en/of [aangever 8] en/of
- het/de (elektronische) aangiftebiljet(ten) inkomstenbelasting/premie
volksverzekeringen over het jaar/de jaren 2010 en/of 2011 ten name van
[aangever 9] en/of
- het/de (elektronische) aangiftebiljet(ten) inkomstenbelasting/premie
volksverzekeringen over het jaar/de jaren 2010 en/of 2011 ten name van
[aangever 10] en/of [aangever 11],
(elk) zijnde (een) geschrift(en), dat/die bestemd was/waren om tot bewijs van
enig feit te dienen,
(telkens) valselijk heeft opgemaakt en/of heeft vervalst, immers heeft
verdachte en/of één of meer van haar medeverdachte(n) (telkens) valselijk op
dat/die aangiftebiljet(ten) (een) te ho(o)g(e), althans gefingeerd(e)
bedrag(en) opgegeven en/of vermeld voor de uitgaven voor specifieke zorgkosten
en/of voor de giften,
zulks (telkens) met het oogmerk om dat/die geschrift(en) als echt en
onvervalst te gebruiken of door anderen te doen gebruiken;
ALTHANS, voor zover voor het vorenstaande onder 1 geen veroordeling mocht of zou
kunnen volgen, SUBSIDIAIR, terzake dat
zij op één of meer tijdstippen in of omstreeks de periode van 1 januari 2010
tot en met 5 april 2012 in de gemeente Apeldoorn en/of in de gemeente Enschede
en/of elders in Nederland,
tezamen en in vereniging met één of meer natuurlijke perso(o)n(en), althans
alleen,
(telkens) opzettelijk (een) bij de Belastingwet voorziene aangifte(n), als
bedoeld in de Algemene wet inzake rijksbelastingen,
te weten een groot aantal, althans één of meer, (elektronische)
aangifte(n) voor de inkomstenbelasting/premie volksverzekeringen over het
jaar/de jaren 2010 en/of 2011, waaronder:
- het/de (elektronische) aangiftebiljet(ten) inkomstenbelasting/premie
volksverzekeringen over het jaar/de jaren 2010 en/of 2011 ten name van
[aangever 1] en/of
- het/de (elektronische) aangiftebiljet(ten) inkomstenbelasting/premie
volksverzekeringen over het jaar/de jaren 2010 en/of 2011 ten name van
[aangever 2] en/of
- het/de (elektronische) aangiftebiljet(ten) inkomstenbelasting/premie
volksverzekeringen over het jaar/de jaren 2010 en/of 2011 ten name van
[aangever 3] en/of S.K. Aki en/of
- het/de (elektronische) aangiftebiljet(ten) inkomstenbelasting/premie
volksverzekeringen over het jaar/de jaren 2010 en/of 2011 ten name van
[aangever 5] en/of [aangever 6] en/of
- het/de (elektronische) aangiftebiljet(ten) inkomstenbelasting/premie
volksverzekeringen over het jaar/de jaren 2010 en/of 2011 ten name van
[aangever 7] en/of [aangever 8] en/of
- het/de (elektronische) aangiftebiljet(ten) inkomstenbelasting/premie
volksverzekeringen over het jaar/de jaren 2010 en/of 2011 ten name van
[aangever 9] en/of
- het/de (elektronische) aangiftebiljet(ten) inkomstenbelasting/premie
volksverzekeringen over het jaar/de jaren 2010 en/of 2011 ten name van
[aangever 10] en/of [aangever 11],
onjuist en/of onvolledig heeft/hebben gedaan bij (de) Inspecteur(s) der
belastingen of de belastingdienst, terwijl dat/die feit(en) er (telkens) toe
strekte(n) dat te weinig belasting werd geheven,
immers heeft verdachte en/of één of meer van haar medeverdachte(n), (telkens)
op het/de bedoelde (elektronische) aangiftebiljet(ten)
inkomstenbelasting/premie volksverzekeringen over het/de genoemd(e)
jaar/jaren, (een) te ho(o)g(e), althans gefingeerd(e) bedrag(en) opgegeven
en/of vermeld voor de uitgaven voor specifieke zorgkosten en voor de giften;
De in deze tenlastelegging gebruikte termen en uitdrukkingen worden, voorzover
daaraan in de Algemene wet inzake rijksbelastingen bepaalde betekenis is
gegeven, geacht in dezelfde betekenis te zijn gebezigd;
2.
zij op één of meer tijdstippen in of omstreeks de periode van 1 januari 2010
tot en met 5 april 2012 in de gemeente Enschede en/of in de gemeente Apeldoorn
en/of elders in Nederland,
tezamen en in vereniging met één of meer natuurlijke perso(o)n(en), althans
alleen,
(telkens) met het oogmerk om zich en/of (een) ander(en) wederrechtelijk te
bevoordelen,
door het aannemen van een valse naam en/of van een valse hoedanigheid en/of
door één of meer listige kunstgrepen en/of door een samenweefsel van
verdichtsels,
de belastingdienst,
heeft bewogen tot de afgifte van één of meerdere geldbedrag(en), in elk geval
enig goed,
hierin bestaande dat verdachte (telkens) tezamen met diens medeverdachte(n),
althans alleen,
een groot aantal, althans één of meer, valselijk en/of listiglijk en/of
bedrieglijk en/of in strijd met de waarheid opgemaakte (elektronische)
aangiftebiljet(ten) inkomstenbelasting/premie volksverzekeringen over het/de
jaar/jaren 2010 en/of 2011, waaronder:
- het/de (elektronische) aangiftebiljet(ten) inkomstenbelasting/premie
volksverzekeringen over het jaar/de jaren 2010 en/of 2011 ten name van
[aangever 1] en/of
- het/de (elektronische) aangiftebiljet(ten) inkomstenbelasting/premie
volksverzekeringen over het jaar/de jaren 2010 en/of 2011 ten name van
[aangever 2] en/of
- het/de (elektronische) aangiftebiljet(ten) inkomstenbelasting/premie
volksverzekeringen over het jaar/de jaren 2010 en/of 2011 ten name van
[aangever 3] en/of [aangever 4] en/of
- het/de (elektronische) aangiftebiljet(ten) inkomstenbelasting/premie
volksverzekeringen over het jaar/de jaren 2010 en/of 2011 ten name van
[aangever 5] en/of [aangever 6] en/of
- het/de (elektronische) aangiftebiljet(ten) inkomstenbelasting/premie
volksverzekeringen over het jaar/de jaren 2010 en/of 2011 ten name van
[aangever 7] en/of [aangever 8] en/of
- het/de (elektronische) aangiftebiljet(ten) inkomstenbelasting/premie
volksverzekeringen over het jaar/de jaren 2010 en/of 2011 ten name van
[aangever 9] en/of
- het/de (elektronische) aangiftebiljet(ten) inkomstenbelasting/premie
volksverzekeringen over het jaar/de jaren 2010 en/of 2011 ten name van
[aangever 10] en/of [aangever 11],
heeft ingeleverd/ingezonden/verstuurd bij/naar (de) Inspecteur(s) der
belastingen, althans de belastingdienst, waardoor de belastingdienst werd
bewogen tot bovenomschreven afgifte.

3.De vordering van de officier van justitie

De officier van justitie heeft gevorderd dat het onder feit 1 subsidiair en feit 2 tenlastegelegde bewezen wordt verklaard en dat verdachte wordt veroordeeld tot een taakstraf voor de duur van 240 uren, een geheel voorwaardelijke gevangenisstraf van 18 maanden met daaraan verbonden de bijzondere voorwaarden dat verdachte zich gedurende die periode onder elektronisch toezicht zal stellen met een locatiegebod overeenkomstig aanwijzingen van de reclassering en zij zich zal gedragen overeenkomstig de daaraan te verbinden voorschriften van de reclassering en een geldboete van € 11.385,00, te verrekenen met het gelegde beslag.

4.De voorvragen

De rechtbank heeft vastgesteld dat de dagvaarding geldig is, dat zij bevoegd is tot kennisneming van deze zaak, dat de officier van justitie ontvankelijk is in de vervolging en dat er geen redenen zijn voor schorsing van de vervolging.

5.De beoordeling van het bewijs

Deze paragraaf bevat het oordeel van de rechtbank over de vraag of de tenlastegelegde feiten bewezenverklaard kunnen worden of dat daarvan moet worden vrijgesproken. In het geval de rechtbank tot een bewezenverklaring komt, steunt de beslissing dat verdachte de feiten heeft begaan op de inhoud van bewijsmiddelen die als bijlage aan het vonnis zijn gehecht en daarvan op die wijze deel uitmaken. Deze bewijsmiddelen bevatten dan de redengevende feiten en omstandigheden op grond waarvan de rechtbank de overtuiging heeft gekregen dat verdachte het tenlastegelegde heeft begaan.
5.1
De standpunten van de officier van justitie en de verdediging
Het standpunt van de officier van justitie
De officier van justitie heeft zich op het standpunt gesteld dat zowel het onder feit 1 subsidiair ten laste gelegde als het onder feit 2 ten laste gelegde bewezen kan worden verklaard.
Het standpunt van de verdediging
De verdediging heeft zich op het standpunt gesteld dat verdachte integraal dient te worden vrijgesproken. Volgens de verdediging heeft verdachte geen enkele opzet gehad op het valselijk dan wel onjuist invullen van de belastingaangiftes. De verdediging heeft in dit verband aangevoerd dat alle aangevers aan verdachte de bedragen hebben doorgegeven van de zorgkosten die zij hebben gemaakt en de giften die zij hebben gedaan en dat zij deze bedragen op de aangiften heeft vermeld. De aangevers hebben daarbij aan verdachte aangegeven dat zij van de gemaakte zorgkosten en de gedane giften betalingsbewijzen hadden. Verdachte heeft volledig vertrouwd op de informatie die haar is gegeven.
5.2
De bewijsoverwegingen van de rechtbank
Feitelijke gang van zaken
De rechtbank leidt uit het dossier en het verhandelde ter terechtzitting de volgende feitelijke gang van zaken af.
Verdachte [verdachte] heeft voor een aantal mensen uit haar omgeving elektronische aangiften inkomstenbelasting/premie volksverzekeringen bij de Belastingdienst ingediend. In deze aangiften waren te hoge bedragen aan zorgkosten en giften opgevoerd. Een aantal van de betreffende belastingplichtigen, onder wie de in de tenlastelegging genoemde personen, heeft niet alleen verklaard dat hun belastingaangiftes waren ingevuld door verdachte en dat de in die aangiftes vermelde bedragen aan zorgkosten en giften niet juist zijn, maar ook dat die bedragen niet door hen aan verdachte zijn doorgegeven. De gehoorde personen hebben tevens verklaard dat zij aan verdachte een geldbedrag hebben betaald voor het invullen van hun belastingaangifte. De teruggaven als gevolg van de negatieve belastingaanslagen zijn telkens uitbetaald op de bankrekeningen van de verschillende belastingplichtigen.
Voorts is gebleken dat verdachte bij het inzenden van de elektronische aangiften gebruik heeft gemaakt van verschillende IP-adressen, ook zonder dat de eigenaar van het betreffende (niet beveiligde) IP-adres daarvan op de hoogte was. Daarnaast is op verdachte’s computer het softwareprogramma ‘Platinum Hide IP’ aangetroffen. Dit is een programma dat een IP-adres genereert waarmee men zichtbaar is op internet, terwijl het daadwerkelijk gebruikte IP-adres onzichtbaar blijft.
Opzet op de onjuistheid
Volgens de verdediging heeft verdachte geen opzet gehad op het valselijk dan wel onjuist invullen van de belastingaangiftes. Verdachte zou slechts de bedragen aan zorgkosten en giften die de belastingplichtigen aan haar doorgaven in de aangiften hebben opgenomen. Als deze bedragen niet juist zijn dan heeft zij dat niet geweten.
De rechtbank overweegt met betrekking tot dit verweer het volgende.
Alle gehoorde belastingplichtigen hebben een consistente verklaring afgelegd met betrekking tot de in de aangiftes vermelde bedragen aan zorgkosten en giften. Zij verklaren allen dat zij de in de aangiften opgenomen bedragen niet aan verdachte hebben doorgegeven. Zij hebben voor het invullen van de aangiften juist de hulp van verdachte ingeroepen omdat zij daar zelf niet toe in staat waren. Bij het invullen van de aangiften hadden zij ook geen bewijstukken in de vorm van betalingsbewijzen bij zich.
Nu enerzijds niet ter discussie staat dat verdachte degene is geweest die de elektronische aangiften van de gehoorde personen heeft ingevuld en vervolgens bij de Belastingdienst heeft ingediend en anderzijds het in de tenlastelegging genoemde individuele gevallen telkens gaat om gelijksoortige feiten die op dezelfde wijze tot stand zijn gekomen, acht de rechtbank de verklaring van de ene belastingplichtige redengevend voor het bewijs ten aanzien van de andere belastingplichtigen.
Daarnaast heeft verdachte bij het inzenden van de elektronische aangiften gebruik gemaakt van verschillende IP-adressen en is op haar computer een programma aangetroffen dat de registratie van het eigen IP-adres bij het inzenden van aangiften via internet onmogelijk maakt. De rechtbank leidt hieruit af dat verdachte heeft willen voorkomen dat haar eigen IP-adres achterhaald zou kunnen worden als het IP-adres waar vanaf de respectievelijke elektronische belastingaangiften naar de Belastingdienst gestuurd zijn.
Op grond van deze overwegingen acht de rechtbank de verklaring van verdachte dat zij geen opzet heeft gehad op de onjuistheid van de aangiften ongeloofwaardig. Het verweer wordt verworpen.
Oordeel van de rechtbank met betrekking tot feit 1
De rechtbank acht wettig en overtuigend bewezen dat verdachte een aantal elektronische aangiften inkomstenbelasting/premie volksverzekeringen, waaronder de aangiften op naam van de onder feit 1 primair ten laste gelegde genoemde personen, valselijk heeft opgemaakt door in die aangiften te hoge bedragen aan zorgkosten en giften op te nemen. Niet bewezen kan worden dat verdachte dit tezamen en in vereniging met een ander of anderen heeft gedaan.
Oordeel van de rechtbank met betrekking tot feit 2
De rechtbank acht eveneens wettig en overtuigend bewezen dat verdachte door de valselijk opgemaakte belastingaangiften de Belastingdienst – door het opleggen van negatieve aanslagen – heeft bewogen tot de afgifte van geldbedragen aan de verschillende belastingplichtigen. Ook hier kan niet bewezen worden dat verdachte dit tezamen en in vereniging met een ander of anderen heeft gedaan.
5.4
De conclusie
De rechtbank is door de inhoud van de wettige bewijsmiddelen tot de overtuiging gekomen, dat de verdachte het onder feit 1 primair en feit 2 tenlastegelegde heeft begaan, met dien verstande dat:
1.
zij in de periode van 1 januari 2010 tot en met 5 april 2012 in Nederland,
een aantal elektronische aangiftebiljetten inkomstenbelasting/premie volksverzekeringen over de jaren 2010 en 2011, waaronder:
- de elektronische aangiftebiljetten inkomstenbelasting/premie volksverzekeringen over de jaren 2010 en 2011 ten name van [aangever 1] en
- de elektronische aangiftebiljetten inkomstenbelasting/premie volksverzekeringen over de jaren 2010 en 2011 ten name van [aangever 2] en
- de elektronische aangiftebiljetten inkomstenbelasting/premie volksverzekeringen over de jaren 2010 en 2011 ten name van [aangever 3] en/of [aangever 4] en
- de elektronische aangiftebiljetten inkomstenbelasting/premie volksverzekeringen over de jaren 2010 en 2011 ten name van [aangever 5] en/of [aangever 6] en
- de elektronische aangiftebiljetten inkomstenbelasting/premie volksverzekeringen over de jaren 2010 en 2011 ten name van [aangever 7] en/of [aangever 8] en
- de elektronische aangiftebiljetten inkomstenbelasting/premie volksverzekeringen over de jaren 2010 en 2011 ten name van [aangever 9] en
- de elektronische aangiftebiljetten inkomstenbelasting/premie volksverzekeringen over de jaren 2010 en 2011 ten name van [aangever 10] en/of [aangever 11],
zijnde geschriften, die bestemd waren om tot bewijs van enig feit te dienen,
valselijk heeft opgemaakt, immers heeft verdachte valselijk op die aangiftebiljetten een te hoog bedrag opgegeven en/of vermeld voor de uitgaven voor specifieke zorgkosten en/of voor de giften, zulks met het oogmerk om die geschriften als echt en onvervalst te gebruiken of door anderen te doen gebruiken;
2.
zij in of omstreeks de periode van 1 januari 2010 tot en met 5 april 2012 in Nederland,
met het oogmerk om een ander wederrechtelijk te bevoordelen,
door listige kunstgrepen de Belastingdienst heeft bewogen tot de afgifte van meerdere geldbedragen, hierin bestaande dat verdachte een aantal valselijk en listiglijk opgemaakte elektronische aangiftebiljetten inkomstenbelasting/premie volksverzekeringen over de jaren 2010 en 2011, waaronder:
- de elektronische aangiftebiljetten inkomstenbelasting/premie volksverzekeringen over de jaren 2010 en 2011 ten name van [aangever 1] en
- de elektronische aangiftebiljetten inkomstenbelasting/premie volksverzekeringen over de jaren 2010 en 2011 ten name van [aangever 2] en
- de elektronische aangiftebiljetten inkomstenbelasting/premie volksverzekeringen over de jaren 2010 en 2011 ten name van [aangever 3] en/of [aangever 4] en
- de elektronische aangiftebiljetten inkomstenbelasting/premie volksverzekeringen over de jaren 2010 en 2011 ten name van [aangever 5] en/of [aangever 6] en
- de elektronische aangiftebiljetten inkomstenbelasting/premie volksverzekeringen over de jaren 2010 en 2011 ten name van [aangever 7] en/of [aangever 8] en
- de elektronische aangiftebiljetten inkomstenbelasting/premie volksverzekeringen over de jaren 2010 en 2011 ten name van [aangever 9] en
- de elektronische aangiftebiljetten inkomstenbelasting/premie volksverzekeringen over de jaren 2010 en 2011 ten name van [aangever 10] en/of [aangever 11],
heeft ingezonden/verstuurd naar de Inspecteur der belastingen, waardoor de Belastingdienst werd bewogen tot bovenomschreven afgifte.
De rechtbank heeft de eventueel in de tenlastelegging voorkomende schrijffouten verbeterd in de bewezenverklaring. Verdachte wordt hierdoor niet in haar verdediging geschaad.
De rechtbank acht niet bewezen wat aan de verdachte feit 1 primair en feit 2 meer of anders is tenlastegelegd, zodat zij haar daarvan zal vrijspreken.

6.De strafbaarheid van het bewezenverklaarde

Het bewezenverklaarde is strafbaar gesteld bij de artikelen 225 en 326 Sr. Er zijn geen feiten of omstandigheden aannemelijk geworden die de strafbaarheid van de feiten uitsluiten. Het bewezenverklaarde levert op:
feit 1
het misdrijf: valsheid in geschrift, meermalen gepleegd;
feit 2
het misdrijf: oplichting, meermalen gepleegd.

7.De strafbaarheid van de verdachte

Er zijn geen feiten of omstandigheden aannemelijk geworden die de strafbaarheid van verdachte uitsluiten. De rechtbank oordeelt daarom dat verdachte strafbaar is voor de
bewezenverklaarde feiten.

8.De op te leggen straf of maatregel

8.1
De gronden voor een straf of maatregel
Bij de strafoplegging houdt de rechtbank rekening met de aard en de ernst van de gepleegde feiten, de omstandigheden waaronder deze zijn begaan en de persoon van de verdachte zoals die uit het dossier en tijdens de behandeling ter terechtzitting naar voren zijn gekomen. Ook neemt de rechtbank de volgende factoren in aanmerking.
Verdachte heeft over de jaren 2010 en 2011 ongeveer 600 aangiften inkomstenbelasting/ premie volksverzekeringen ingediend waarin onjuiste bedragen aan zorgkosten en giften waren vermeld. Verdachte heeft door haar handelswijze het vertrouwen dat de overheid in haar burgers moet kunnen stellen geschaad. Als gevolg van de door verdachte gedane aangiften is door de Belastingdienst ten onrechte reeds geheven belasting terugbetaald. Bij gebreke van een ambtsedige verklaring aangaande het belastingnadeel dat is veroorzaakt door de onjuiste aangiften gaat de rechtbank er op basis van de haar wel bekende gegevens vanuit dat er als gevolg van de onjuiste aangiften een belastingnadeel is ontstaan dat is gelegen tussen € 250.000,00 en € 500.000,00.
Bij de bepalingen van de aan verdachte op te leggen straf heeft de rechtbank acht geslagen op de oriëntatiepunten voor straftoemeting van het Landelijk Overleg Vakinhoud Strafrecht die bij een benadelingsbedrag van € 250.000,00 tot € 500.000,00 een gevangenisstraf van 12 tot 18 maanden onvoorwaardelijk aangeven. De rechtbank heeft tevens acht geslagen op het over verdachte uitgebrachte reclasseringsrapport en op het feit dat verdachte niet eerder met justitie in aanraking is geweest.
De rechtbank is van oordeel dat in beginsel een onvoorwaardelijke gevangenisstraf een passende straf is. Echter de rechtbank ziet in het feit dat verdachte de zorg heeft voor vier kinderen aanleiding om aan haar een werkstraf op te leggen van na te noemen duur en daarnaast een voorwaardelijke gevangenisstraf. Voor een geldboete, zoals door de officier van justitie geëist, ziet de rechtbank geen aanleiding nu het onder verdachte in beslag genomen geldbedrag verbeurd wordt verklaard. Ook voor het – naast de werkstraf en de voorwaardelijke gevangenisstraf – opleggen van de door de officier van justitie geëiste elektronische controle ziet de rechtbank geen aanleiding.
8.2
De inbeslaggenomen voorwerpen
De rechtbank is van oordeel dat het onder verdachte inbeslaggenomen geldbedrag ad
€ 11.385,00 vatbaar is voor verbeurdverklaring, aangezien dat bedrag geheel of grotendeels door middel van de strafbare feiten is verkregen. In dit verband overweegt de rechtbank dat zij niet twijfelt aan de door aangevers aflegde verklaringen dat zij verdachte hebben betaald voor het doen van de belastingaangiftes en dat de rechtbank niet is gebleken dat verdachte overigens inkomsten heeft genoten die een verklaring vormen voor het feit dat verdachte op 5 april 2012 een bedrag van € 11.385,00 voorhanden had.
Bij de verbeurdverklaring heeft de rechtbank op de voet van artikel 24 van het Wetboek van Strafrecht rekening gehouden met de draagkracht van verdachte.

9.De toegepaste wettelijke voorschriften

De hierna te nemen beslissing berust op de hiervoor genoemde wetsartikelen. Daarnaast berust deze beslissing op de artikelen 10, 14a, 14b, 14c, 22c, 22d, 33, 33a en 57 Sr.

10.De beslissing

De rechtbank:
vrijspraak/bewezenverklaring
  • verklaart bewezen, dat verdachte het onder feit 1 primair en feit 2 tenlastegelegde heeft begaan, zoals hierboven omschreven;
  • verklaart niet bewezen wat aan verdachte onder feit 1 primair en feit 2 meer of anders is tenlastegelegd en spreekt haar daarvan vrij;
strafbaarheid
  • verklaart het bewezenverklaarde strafbaar;
  • verklaart dat het bewezenverklaarde de volgende strafbare feiten oplevert:
feit1 primair:valsheid in geschrift, meermalen gepleegd;
feit 2:oplichting, meermalen gepleegd;
- verklaart verdachte strafbaar voor het onder feit 1 primair en feit 2 bewezenverklaarde;
straf
  • veroordeelt verdachte tot een
  • bepaalt dat het voorwaardelijke deel van de straf niet ten uitvoer wordt gelegd, tenzij de rechter tenuitvoerlegging gelast:
  • veroordeelt verdachte tot een
  • beveelt, voor het geval dat de veroordeelde de taakstraf niet naar behoren verricht, dat
de inbeslaggenomen voorwerpen
- verklaart verbeurd het inbeslaggenomen geldbedrag ad: € 11.385,00.
Dit vonnis is gewezen door mr. J. Wentink, voorzitter, mr. H. Stam en mr. E.J.M. Bos, rechters, in tegenwoordigheid van J.G.M. Wolbers, griffier, en is in het openbaar uitgesproken op 18 augustus 2014.
Mr. Stam is buiten staat om dit vonnis mede te ondertekenen.