ECLI:NL:RBOVE:2014:4350
Rechtbank Overijssel
- Wraking
- J.A.O.M. van Aerde
- M.H.S. Lebens-de Mug
- J.H. Keuzenkamp
- Rechtspraak.nl
Wraking van de rechter na uitspraak in bestuursrechtelijke zaak
In deze zaak heeft verzoeker, vertegenwoordigd door advocaat mr. P.H. Hillen, op 18 juli 2014 een verzoek tot wraking ingediend van mr. R.J. van Lochem, bestuursrechter bij de Rechtbank Overijssel. Dit verzoek volgde nadat mr. Van Lochem op 17 juli 2014 het onderzoek in de hoofdzaak had gesloten en een einduitspraak had gedaan. De hoofdzaak betrof een beroep tegen het voortduren van de bewaring, met een verzoek om schadevergoeding. De griffier had op 18 juli 2014 aan mr. Hillen medegedeeld dat er geen zitting zou plaatsvinden en dat de uitspraak per post zou worden verzonden. Mr. Hillen vond deze beslissing onvoorstelbaar en verzocht de voorzitter zich te verschonen, wat leidde tot het wrakingsverzoek.
De rechtbank heeft het wrakingsverzoek beoordeeld en vastgesteld dat de wet niet voorziet in de mogelijkheid om wraking te verzoeken van een rechter die al een einduitspraak heeft gedaan. De rechtbank concludeerde dat het verzoek tot wraking niet meer kon worden ingewilligd, aangezien mr. Van Lochem al had besloten over de hoofdzaak voordat het wrakingsverzoek was ingediend. De snelheid van de uitspraak en de timing van het wrakingsverzoek leidden tot de conclusie dat verzoeker niet-ontvankelijk moest worden verklaard in zijn verzoek tot wraking.
De rechtbank heeft op 25 juli 2014 in het openbaar uitspraak gedaan en verzoeker niet-ontvankelijk verklaard in zijn verzoek tot wraking.