ECLI:NL:RBOVE:2014:4246

Rechtbank Overijssel

Datum uitspraak
7 augustus 2014
Publicatiedatum
7 augustus 2014
Zaaknummer
08/004482-04
Instantie
Rechtbank Overijssel
Type
Uitspraak
Rechtsgebied
Strafrecht
Procedures
  • Eerste aanleg - meervoudig
Rechters
  • mr. Blomhert
  • mr. Verdoold
  • mr. Bos
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Verlenging van de terbeschikkingstelling van een terbeschikkinggestelde na bewezenverklaring van poging tot verkrachting

Op 7 augustus 2014 heeft de Rechtbank Overijssel, zittingsplaats Almelo, uitspraak gedaan in de zaak betreffende de verlenging van de terbeschikkingstelling van een terbeschikkinggestelde, geboren in 1971, die verblijft in FPC de Kijvelanden te Poortugaal. De rechtbank heeft de termijn van de terbeschikkingstelling verlengd met één jaar. De terbeschikkingstelling was eerder opgelegd na een arrest van het gerechtshof te Arnhem op 7 april 2006, waarbij de terbeschikkinggestelde was veroordeeld voor meerdere pogingen tot verkrachting. De laatste verlenging van de maatregel vond plaats op 12 november 2012 en zou eindigen op 16 juni 2014, tenzij verlengd.

De rechtbank heeft kennisgenomen van een advies van de kliniek, waarin werd geadviseerd om de terbeschikkingstelling met twee jaar te verlengen. Dit advies was gebaseerd op de diagnose ADHD en een pervasieve ontwikkelingsstoornis bij de terbeschikkinggestelde, die leidt tot structurele beperkingen op sociaal en emotioneel gebied. De rechtbank heeft de vordering van de officier van justitie, die op 16 mei 2014 was ingediend, behandeld op een openbare zitting op 24 juli 2014. De terbeschikkinggestelde werd bijgestaan door zijn raadsvrouw, en er werd een getuige-deskundige gehoord.

De rechtbank concludeert dat de terbeschikkingstelling nog steeds noodzakelijk is om de veiligheid van anderen te waarborgen, aangezien het delictgevaar van de terbeschikkinggestelde nog niet tot een aanvaardbaar niveau is teruggebracht. De rechtbank heeft het verzoek van de raadsvrouw om de zaak aan te houden afgewezen, en heeft besloten om de terbeschikkingstelling met dwangverpleging met één jaar te verlengen. Tevens is er een extra toetsingsmoment in het vooruitzicht gesteld voor over een jaar, om de voortgang van de terbeschikkinggestelde te monitoren.

Uitspraak

Rechtbank Overijssel

Team strafrecht
Zittingsplaats Almelo
Parketnummer: 08/004482-04
SAS-nummer: 14/575
Datum beslissing: 7 augustus 2014
Beslissing van de rechtbank Overijssel, meervoudige raadkamer voor strafzaken, rechtdoende op de vordering op grond van artikel 509o van het Wetboek van Strafvordering van de officier van justitie ten aanzien van de terbeschikkinggestelde:
[terbeschikkinggestelde],
geboren op [geboortedag] 1971 te [geboorteplaats],
verblijvende in de FPC de Kijvelanden te Poortugaal, verder te noemen: de terbeschikkinggestelde.

1.De aanleiding

Bij arrest van 7 april 2006 van het gerechtshof te Arnhem is de maatregel van terbeschikkingstelling met bevel tot verpleging van overheidswege opgelegd, na bewezenverklaring van de misdrijven:
telkens: poging tot verkrachting.
De maatregel is voor de laatste keer verlengd op 12 november 2012 door het gerechtshof te Arnhem en eindigt, behoudens verlenging, op 16 juni 2014.

2.De stukken

De rechtbank heeft kennis genomen van de volgende stukken:
  • het op grond van artikel 509o Wetboek van Strafvordering (Sv) uitgebrachte advies van 15 april 2014, opgemaakt en ondertekend door drs. M.A. Polak, hoofd van de inrichting, drs. R. van der Pol, psychiater, drs. C Gerritsma, manager behandeling en bedrijfsvoering, klinisch psycholoog en drs. U. Kröger, hoofd behandeling en bedrijfsvoering, klinisch psycholoog. Dit advies strekt tot verlenging van de terbeschikkingstelling met een termijn van twee jaren;
  • de wettelijke aantekeningen als bedoeld in artikel 509o Sv;
  • de bescheiden van de raadsvrouw welke op 22 juli 2014 bij de griffie zijn binnengekomen;
- het dossier op basis waarvan het arrest van 7 april 2006 is gewezen.

3.De procedure

De officier van justitie heeft op 16 mei 2014 een vordering tot verlenging van de terbeschikkingstelling met een periode van twee jaar ingediend. De vordering is behandeld op de openbare zitting van de raadkamer van 24 juli 2014. De officier van justitie
mr. H.G. Kuipers en de terbeschikkinggestelde, bijgestaan door zijn raadsvrouw mr. A.L. Louwerse, advocaat in Hoofddorp, zijn op de vordering gehoord. De heer A.M. van der Loo, psychiater, is als getuige-deskundige gehoord.

4.De beoordeling

De rechtbank overweegt dat zij niet binnen de in artikel 509t Sv genoemde termijn van twee maanden op de vordering beslist. Dit is ongewenst. De rechtbank volstaat met deze constatering.
Uit het verlengingsadvies van de kliniek komt onder meer het volgende naar voren.
Betrokkene is gediagnostiseerd met ADHD. Zijn intelligentie is gemiddeld. Tijdens de tbs-behandeling blijkt dat er tevens sprake is van een pervasieve ontwikkelingsstoornis. Betrokkene heeft ten gevolge van zijn autistiforme stoornis structurele beperkingen op sociaal en emotioneel gebied, waarbij het gebrek aan afstemming op anderen en de afwezigheid van sociale en emotionele wederkerigheid op de voorgrond staan. Op basis hiervan kan hij sociale contacten en in het bijzonder intieme relaties moeilijk hanteren. Deze roepen gemakkelijk spanningen op. Vanuit gebrek aan copingvaardigheden ontwikkelt hij als jongvolwassene de neiging spanningen te reguleren via seksuele prikkels. Hij raakt gepreoccupeerd door seks en komt uiteindelijk tot seksueel grensoverschrijdend gedrag. Hij gaat op zoek naar weinig weerbare slachtoffers en pleegt zo de pogingen tot verkrachting van bejaarde vrouwen en enkele jaren later pedoseksuele delicten.
Gedurende de behandeling komt de impulsiviteit en het beperkte vermogen zich af te stemmen op anderen duidelijk naar voren. Betrokkene is gericht op directe behoeftebevrediging en vraagt veelvuldig om aandacht, vaak op een inadequate manier. Grensstellingen kan hij daarbij moeilijk accepteren. Wanneer spanningen bij hem oplopen, kan hij zich moeilijk beheersen en komt hij soms tot aanvaringen of laat hij zich indirect dreigend uit. Betrokkene behoeft veel duidelijkheid en structuur. Hij vaart hier goed bij en laat zich gaandeweg beter sturen. Over het algemeen voegt hij zich naar de regels en structuur van de kliniek. Zijn dagprogramma volgt hij met inzet en regelmaat. De begeleide verloven, die aanvankelijk enkele malen moeten worden opgeschort wegens oplopende spanningen, zet hij gestaag door. De verloven zelf verlopen naar tevredenheid. Hij komt zijn afspraken na en laat zich goed begeleiden. In het contact met de staf uit hij zich open, ook over zijn omgang met seksualiteit. Vanwege zijn positieve ontwikkelingen wordt in mei 2013 een aanvraag ingediend voor onbegeleide verloven. Hoewel gedurende de behandeling weinig aanwijzingen zijn dat betrokkene nog steeds gefocust is op seksualiteit, blijft het gebruik van libidoremmende medicatie ter voorkoming van terugval in seksuele preoccupatie en delicten een belangrijk thema. Aanvankelijk wordt dit als voorwaarde gesteld voor begeleide verloven. Vanwege zijn enorme weerstand tegen de medicatie en het feit dat hij daardoor ernstig ontregeld raakt, wordt de libidoremmende medicatie gestaakt. In plaats daarvan wordt overgegaan tot verstrekking van een antipsychoticum met impulsregulerende werking. Dit accepteert betrokkene en hierdoor keert de rust in de behandeling terug. Wanneer echter de aanvraag voor onbegeleide verloven wordt afgewezen, onder andere omdat hij geen libidoremmende medicatie gebruikt, stelt de kliniek dit toch als voorwaarde. Betrokkene verzet zich hier in eerste instantie tegen en valt gedeeltelijk terug in zijn impulsieve, verbaal grensoverschrijdende gedrag.
Uiteindelijk is hij, om onbegeleide verloven mogelijk te maken, bereid de medicatie te accepteren, ook al ziet hij de noodzaak ervan niet in. De laatste maanden verkeert betrokkene in een rustig vaarwater. Nadat het ministerie in februari 2014 alsnog toestemming heeft gegeven voor onbegeleide verloven, maakt hij er zeer recent een start mee. Om te voorkomen dat hij door te snelle verandering van zijn leefsituatie het overzicht verliest en stress opbouwt, is er bij de onbegeleide verloven sprake van kleine stappen die op afstand intensief worden gevolgd. Een goede inbedding in een externe dagbesteding die hem voldoende bevrediging en structuur biedt, wordt naast de medicatie gezien als een belangrijke beschermende factor.
Bij een goed verloop van de onbegeleide verloven die in een langzaam tempo worden uitgebreid, zal bij de volgende behandelplanbespreking in juni 2014 worden overwogen of overplaatsing in het kader van transmuraal verlof wonen naar de regio van herkomst verantwoord is. Dit zou naar verwachting eind 2014/begin 2015 gerealiseerd kunnen worden. In de loop van dit jaar worden in de omgeving van FPC Oldenkotte nieuwe voorzieningen met lichtere vormen van forensische zorg (o.a. FPA, RIBW) gecreëerd, waar betrokkene mogelijk in een transmuraal kader geplaatst zou kunnen worden. Met het oog op de ernst en chroniciteit van de pathologie en daarmee verbonden blijvende kwetsbaarheid, wordt langdurig beschermd wonen met 24-uurs zorg gezien als eindtraject.
Betrokkene is blijvend beperkt in zijn mogelijkheden sociale contacten te onderhouden en daarmee gepaard gaande spanningen te reguleren. Hij blijft tevens geneigd bij langer aanhoudende stress eigen inadequate oplossingsstrategieën te bedenken die voortvloeien uit zijn soms bizarre denkwijze en die potentieel gevaarlijk kunnen zijn voor anderen. Om herhaling van delicten te voorkomen, is het derhalve van belang dat betrokkene ingebed blijft in een kader dat hem voldoende zorg en toezicht biedt. Zodra hij teveel op zichzelf is aangewezen, is het risico op ontregeling en grensoverschrijdend gedrag nog groot. Op basis van zijn chronische beperkingen en kwetsbaarheden zal het verdere resocialisatietraject in een langzaam en geleidelijk tempo verlopen. Op de langere termijn zal, indien mogelijk, worden gezocht naar een passende vervolgvoorziening met voldoende toezicht en 24-uurs zorg, waar betrokkene in het kader van transmuraal verlof geplaatst kan worden.
Gelet op het bovenstaande en de tijd die gemoeid zal gaan met het verder vormgeven van het
resocialisatietraject, adviseert de kliniek de maatregel van terbeschikkingstelling van betrokkene te verlengen met twee jaar.
Ter terechtzitting heeft de getuige deskundige de heer A.M. van der Loo, gepersisteerd bij het advies. Hij verklaart dat zich, nadat het verlengingsadvies is uitgebracht, geen noemenswaardige veranderingen hebben voorgedaan.
De officier van justitie heeft volhard bij de vordering met dien verstande dat hij zich kan voorstellen dat er over een jaar een toetsingsmoment plaatsvindt.
De raadsvrouw verzoekt primair aanhouding van de zaak, subsidiair verlenging van de maatregel van terbeschikkingstelling voor de duur van één jaar, nu een voorwaardelijke beëindiging van de maatregel aan de orde is. Zij stelt daartoe, zakelijk weergegeven:
Betrokkene wil niet langer afhankelijk zijn van de kliniek en zo spoedig mogelijk terug naar de regio van herkomst. Volgens de kliniek zou een overplaatsing van betrokkene in het kader van transmuraal verlof naar de regio van herkomst verantwoord zijn en zou dit naar verwachting eind 2014/begin 2015 gerealiseerd kunnen worden. Anders dan de deskundige ter zitting stelt heeft betrokkene, na vier jaar begeleid verlof te hebben gehad, al sedert februari 2014 onbegeleid verlof. Door toedoen van de kliniek heeft het door betrokkene te doorlopen traject grote vertraging opgelopen, de proportionaliteit komt hier in het geding. In dit verband verwijs ik naar de bescheiden die ik heb overlegd en met name naar de uitspraak van de commissie van toezicht, waarin de slordigheden van de Kijvelanden worden onderkend. Vooralsnog gaat betrokkene ervan uit dat hij eind dit jaar of begin volgend jaar naar een FPA in de regio van herkomst kan. Ik vind dat de rechtbank in dat opzicht een vinger aan de pols moet houden door over een jaar een toetsingsmoment in te lassen teneinde te bezien of de kliniek haar belofte nakomt.
Overwegingen en conclusie
De rechtbank acht geen termen aanwezig de zaak aan te houden teneinde de mogelijkheid van een voorwaardelijke beëindiging van de terbeschikkingstelling te onderzoeken. Uit het uitgebrachte verlengingsadvies en hetgeen de deskundige Van der Loo ter zitting heeft verklaard, blijkt dat een dergelijke beslissing prematuur is nu betrokkene nog maar kort onbegeleid verlof heeft en het daarop volgende traject de nodige, door de kliniek te bieden gestructureerdheid en zorgvuldigheid vereist.
Op grond van het gegeven advies en het besprokene ter zitting is de rechtbank van oordeel dat de terbeschikkingstelling dient te worden verlengd.
De maatregel is destijds opgelegd voor misdrijven die gericht zijn tegen of gevaar veroorzaken voor de onaantastbaarheid van het lichaam van een of meer personen. De veiligheid van anderen, dan wel de algemene veiligheid van personen eist de verlenging van de maatregel. Naar het oordeel van de rechtbank is ook thans het delictgevaar van de terbeschikkinggestelde nog niet tot een aanvaardbaar niveau teruggebracht en blijkt uit de rapportage dat de terbeschikkingstelling met dwangverpleging nog steeds geboden is.
Naar het zich laat aanzien worden er binnen een jaar substantiële veranderingen, in de vorm van transmuraal verlof verwacht. De rechtbank ziet daarin aanleiding om het verzoek van de raadsvrouw om over een jaar een extra toetsingsmoment in te lassen te honoreren. De rechtbank zal daarom de terbeschikkingstelling met dwangverpleging met één jaar verlengen.

5.De beslissing

De rechtbank:
Wijst het verzoek tot aanhouding af;
verlengt de termijn van de terbeschikkingstelling van Beltz voornoemd voor de duur van
één jaar.
Deze beslissing is gegeven door mr. Blomhert, voorzitter, mr. Verdoold en
mr. Bos, rechters, in tegenwoordigheid van Klaassen, griffier, en is in het openbaar uitgesproken op 7 augustus 2014.
Deze beschikking is ondertekend door de voorzitter en de griffier.