Op 7 augustus 2014 heeft de Rechtbank Overijssel, zittingsplaats Almelo, uitspraak gedaan in de zaak betreffende de verlenging van de terbeschikkingstelling van een terbeschikkinggestelde, geboren in 1971, die verblijft in FPC de Kijvelanden te Poortugaal. De rechtbank heeft de termijn van de terbeschikkingstelling verlengd met één jaar. De terbeschikkingstelling was eerder opgelegd na een arrest van het gerechtshof te Arnhem op 7 april 2006, waarbij de terbeschikkinggestelde was veroordeeld voor meerdere pogingen tot verkrachting. De laatste verlenging van de maatregel vond plaats op 12 november 2012 en zou eindigen op 16 juni 2014, tenzij verlengd.
De rechtbank heeft kennisgenomen van een advies van de kliniek, waarin werd geadviseerd om de terbeschikkingstelling met twee jaar te verlengen. Dit advies was gebaseerd op de diagnose ADHD en een pervasieve ontwikkelingsstoornis bij de terbeschikkinggestelde, die leidt tot structurele beperkingen op sociaal en emotioneel gebied. De rechtbank heeft de vordering van de officier van justitie, die op 16 mei 2014 was ingediend, behandeld op een openbare zitting op 24 juli 2014. De terbeschikkinggestelde werd bijgestaan door zijn raadsvrouw, en er werd een getuige-deskundige gehoord.
De rechtbank concludeert dat de terbeschikkingstelling nog steeds noodzakelijk is om de veiligheid van anderen te waarborgen, aangezien het delictgevaar van de terbeschikkinggestelde nog niet tot een aanvaardbaar niveau is teruggebracht. De rechtbank heeft het verzoek van de raadsvrouw om de zaak aan te houden afgewezen, en heeft besloten om de terbeschikkingstelling met dwangverpleging met één jaar te verlengen. Tevens is er een extra toetsingsmoment in het vooruitzicht gesteld voor over een jaar, om de voortgang van de terbeschikkinggestelde te monitoren.