Uitspraak
RECHTBANK OVERIJSSEL
uitspraak van de enkelvoudige kamer in de zaak tussen
[eiser 1] en [eiser 2], te [plaats], eisers
[derde partij 1] en [derde partij 2], te [plaats],
Rechtbank Overijssel
In deze zaak gaat het om een beroep tegen een besluit op bezwaar van het college van burgemeester en wethouders van de gemeente Hof van Twente, waarbij een omgevingsvergunning is verleend voor het wijzigen van een ligboxenstal en een tanklokaal, het realiseren van een mestbassin en het aanleggen van twee vaste mestopslagen. De rechtbank Overijssel heeft op 22 juli 2014 uitspraak gedaan in deze zaak, geregistreerd onder zaaknummer AWB 13/2967. De eisers, vertegenwoordigd door hun gemachtigde ing. M.H. Middelkamp, hebben het bestreden besluit aangevochten, maar de rechtbank heeft het beroep ongegrond verklaard.
Het primaire besluit, dat op 8 maart 2013 is genomen, verleende de omgevingsvergunning aan een derde partij voor de voorgenomen wijzigingen. Na bezwaar van de eisers heeft verweerder op 5 november 2013 het bezwaar gegrond verklaard, maar de vergunning met gewijzigde motivering in stand gelaten. Tijdens de zitting op 10 maart 2014 is het onderzoek geschorst om verweerder de gelegenheid te geven aanvullende berekeningen over de geluidsbelasting te overleggen. Deze berekeningen zijn op 14 maart 2014 ingediend, waarna partijen hebben ingestemd met het sluiten van het onderzoek zonder nadere zitting.
De rechtbank heeft in haar overwegingen vastgesteld dat de silo melkkoeltank niet bij recht is toegestaan volgens het bestemmingsplan, maar dat verweerder in redelijkheid de belangen van de derde partij zwaarder kon laten wegen. De rechtbank heeft ook geoordeeld dat de andere bouwwerken, zoals het mestbassin en de vaste mestopslagen, bij recht zijn toegestaan en dat er geen blijvend recht op vrij uitzicht bestaat. De rechtbank concludeert dat de wijziging van het tanklokaal slechts een marginale toename van geluidsbelasting met zich meebrengt en dat de vergunning terecht als milieuneutraal is aangemerkt. Uiteindelijk heeft de rechtbank het beroep ongegrond verklaard en geen proceskostenvergoeding toegekend.