V: En dat je vader seks met je wil he, wat kun je mij daar allemaal over vertellen?
A: Mijn echte vader die hebt de piemel in mijn poes gedaan. En dat wil ik helemaal niet.
V: Ja
A: En mijn stiefvader vinger in mijn poes. En dat vind ik ook niet fijn. Mijn stiefvader die trekt met mij mee...die trekt.
V: Wat trekt die mee?
A: Naar hem heen. En dat is niet fijn. (pagina 185-186)
V: We zien wel. Maar ik wil graag eerst praten over jou vader [verdachte] wat je over je
vader hebt verteld dat hij seks met jou wil. Want anders dan komt alles door
elkaar, dus we gaan het eerst hebben over dat jou vader dat hij seks met jou wil.
V: Hoe vaak is dat gebeurd?
A: Nou ik denk wel vaak....
V: Hoe vaak?
V: Niet na schooltijd. Dus je zegt ‘s nachts en ‘s ochtends.
A: Ja soms 's nachts.
V: Soms 's nachts. En wanneer was dat de eerste keer gebeurd?
A: Dat weet ik niet.
V: Waar is het gebeurd?
A: Thuis.
V: En ik welk huis?
A: In eigen thuis.
V: In welke straat is dat? A: [adres 2].
V: [adres 2]....in dat huis. Is het ook nog in een ander huis gebeurd?
A: Pff....denk ik niet.
V: Oke en je zegt in het huis en waar in het huis is het gebeurd?
A: In de wc....ochtend naar school...en in bed een keer.
V: En in bed een keer en in welk bed was dat?
A: Mijne.
V: Wanneer dat was niet he...maar misschien heb je nog één keertje...want ik wil
het eigenlijk over één keertje hebben dat het is gebeurd op de wc. Dat jou vader
seks met jou wil. En probeer mij daar dan eens alles over te vertellen over één
keertje. Ik weet niet wat je nog heel goed weet of het dan de allereerste keer is
op de wc, of de allerlaatste keer of een andere keer die je nog heel goed weet. Is
er nog één keertje dat je nog heel goed weet van hoe dat toen precies ging?
A: Hij roept mij en zegt mij ga maar vast naar de wc. (pagina 187)
V: Je zegt hij roept mij en zegt ga maar vast naar de wc.
A: Ja, ik kom zo.
V: En die keer he wat gebeurde er toen precies op de wc?
A: En toen ging hij naar de wc.
V: Oke híj ging naar de wc. En waar was jij toen?
A: Op de wc....want ik wil niet maar durf niet zeggen.
V: Je wil het niet maar je durft het niet te zeggen.
A: Nee.
V: En wat is er toen precies gebeurd?
A: En toen die seks.
V: En wat was dat dan voor seks, wat gebeurde er precies?
A: Gewoon ik zat hier en deed hij zo ie ie (noot verbalisant: [slachtoffer 1] legt de zijkant van haar linker hand op tafel en wijst met haar rechterhand wijsvinger naar de andere hand en maakt een heen en weergaande beweging).
V: En wat is dat dan ie ie
A: Dat weet ik ook niet....gewoon zo....ik wil het niet...
V: Jij was op de wc en toen kwam jou vader op de wc...en wat had jij aan op de wc toen je op de wc was. Hoe zat het met jouw kleren?
A: Gewoon mijn broek uit, mijn onderbroek uit.
V: En hoe kwam jou broek en jouw onderbroek uit?
A: Ja die moest ik uit doen.
V: Van wie?
A: Van mijn vader....maar. dat wil ik eigenlijk helemaal niet.
V: Dus jij hebt je broek en je onderbroek heb je zelf uitgedaan want dat moest van je vader, heb ik dat goed?
A: Ja
V: Oke. En want ik ben natuurlijk nog nooit bij jou op de wc geweest natuurlijk he...dus waar was jij precies in de wc?
A: Op het toilet.
V: Op het toilet.
A: Ja
V: En stond je op het toilet of zat je op...
A: Zat.
V: Je zat op het toilet.
A: Ja
V: Oke. En hoe zat het met de bril van het toilet?
A: Die was dicht.
V: De bril was dicht en jij zat op het toilet. En begrijp ik dan je broek en je onderbroek had je uit?
A: Ja
V: En jou vader wat deed die precies?
A: Die doet broek uit en de onderbroek uit.
V: Ja
A: Op knieën zitten dan...
V: Ja...en wat gebeurd er dan precies.?
A: Toen ging die mij neuken.
V: Ja...en wat is dat dan precies neuken?
A: Dan gaat die zo met zijn ding heen en weer.
V: Wat voor ding?
A: Piemel
V: Met zijn piemel. Dus je zegt hij ging jou neuken en hij ging met de piemel heen en weer. En waar kwam die piemel dan?
A: Mijn poes.
V: En wat is dat, wat noem jij je poes?
A: Plassertje.
V: Plassertje. Want jij zat op de wc, jou vader zat op zijn knieën voor jou en zijn broek en zijn onderbroek had die die...
A: Uit
V: Uit. Want ik wist niet meer precies of die nou uit was of naar beneden.
A: Naar beneden. (pagina 188)
V: Zat die op zijn knieën en toen ging die met zijn piemel naar jou plasser...en wat deed die toen precies met zijn piemel bij jou plasser?
A: Naar mijn gat.
V: Naar je gat. En waar voelde je dan de piemel van jouw vader? A: Ik weet niet.
V: Maar wat voelde je dan?
A: Pijn.
V: Waar deed het dan pijn?
A: Bij mijn gat.
V: Ja...en was dat vooraan of aan de zijkant of ergens anders? A: Gewoon....bij mijn gat of zoiets.
V: En wat kun je met dat gat...wat doe je daar normaal mee? A: Ongesteld zijn.
V: Ongesteld zijn...ben jij al ongesteld?
A: Nee
V: Nee hoe weet je dan dat je met dat gat ongesteld kunt zijn?
A: Van mijn moeder geleerd...mijn echte moeder.
V: Wat kun je nog meer met dat gat? A: Zwanger zijn ..en kindje uit.
V: Ja daar kan een kindje uitkomen. En euhm....je kan er nog iets mee.
A: Met plassen.
V: Nou dan weten we in ieder geval over welk gat we het hebben he.
V: De piemel van jouw vader waar zat die precies dan bij dat gat?
A: Gewoon d’r in.
V: En waar waren dan de handen van jouw vader als hij dan met zijn piemel in jou gat zat?
A: Bij mijn rug en bij zijn piemel.
V: Bij jou rug en bij zijn piemel. Oke en wat deed die dan met zijn hand bij zijn piemel wat deed die daarmee?
A: Zo heen en weer.
V: Oke..deed die heen en weer. En hoe stopte dat?
A: Mm?
V: Hoe kwam het dan dat het stopte?
A: Omdat die niet meer kan....dan gaat die stoppen.
V: Maar hoe weet je dan dat die niet meer kan?
A: Dan komt die witte spul.
V: Wat voor witte spul?
A: Slijm zoiets denk ik wel...ik weet niet wat dat is.
V: Slijm en waar komt dat slijm of dat witte spul?
A: Piemel.
V: Bij zijn piemel? En hoe weet je dat dan?
A: Ik heb gezien.
V: En wanneer kon je dat zien?
A: Ja als papa stopt.
V: Want hoe gaat het dan want dan stopt die en wat gebeurd er dan?
A: Dan gaat die stoppen en dan ga ik andere kant en dan gaat die zo op de wc. V: Maar wat ga je dan andere kant, wat bedoel je?
A: Dan ga ik mijn broek optrekken en dan ga ik lekker weglopen...datte.
V: Oke dus dan ga jij je broek optrekken en wat doet je vader dan?
V: Dan zit die dan nog op zijn knieën of is dat anders. (pagina 189)
A: Nee...hij is anders doen....
V: Wat dan?
A: Slijm weghalen.
V: Maar wie gaat er dan het eerst van de wc als dit is gebeurd?
A: Ik
V: Jij?
A: Nee...eerst mijn vader. En als er niemand is dan ik.
V: Als er niemand is dan jij? Als mijn broer er wel is dan moet ik in de wc blijven. Dan gaat mijn vader uit.
V: Waarom moet je dan in de wc blijven als je broer er is?
A: Dan weet mijn broer dat. Maar mijn broer is er toch achter gekomen.
V: Oh ja...oke.
A: Ja.
V: Dus jou broer is er achter gekomen en hoe is jou broer er dan achter gekomen?
A: Ik gluur een beetje..en daar was nog steeds mijn broer. Moet wachten van mijn
vader.
V: Wat zei je moest je wachten van je vader, heb ik dat goed begrepen?
A: Ja ik moet wachten als mijn broer als niemand er is.
V: Oke en is dat dan als jou broer er is is dat dan 's nachts of is dat dan 's
ochtends?
A: 's Ochtends als mijn broer naar school gaat is dat gebeurd. Toen ging mijn broer schoenen aantrekken...toen moest ik wachten. Maar als toen mijn broer thuis komt
heb ik mijn broer gevraagd, die zegt tegen me en ik ging eerlijk de antwoord
zeggen.
V: Maar wat vroeg jou broer jou dan?
A: Was je vader op het toilet? Ik zeg ja. (pagina 190)
V: Want hoe kwam het dan dat je het nou tegen je broer ging vertellen?
A: Hij vroeg iets aan mij. Mijn broer hebt iets met die meneer of mevrouw gepraat
dat het thuis niet veilig is. En mijn broer wil iets vragen aan mij en toen....ik
zeg ja wat ik ook heb gezegd. En mijn broer zegt ik zeg wil je een keer tegen mij
zeggen ik zeg ja natuurlijk. En toen heb ik mijn broer gezegd. (pagina 191)
V: Nee...en je zei het was soms ook 's nachts gebeurd.
A: Ja in bed.
V: ‘s Nachts in bed.
V: Weet je wat dan gaan we eerst praten over jou in bed. En dan gaan we straks over
jouw zusje praten. Goed? Je zegt
's nachts was het ook in bed gebeurd...bij jou in
bed, vertel daar eens alles over hoe dat precies ging.
A: Hij komt bij mij in bed..hij doet de gordijn...ik heb wel een camera op mijn
kamer..en dat was ook niet fijn...en dan doet die gordijn voor de camera en dan
komt die bij mij liggen.
V: Oke en dan en wat gebeurt er dan?
A: Dan doet die badjas uit..los bedoel ik gewoon los en dan...
V: En dan wat gebeurt er dan? En jou vader zeg je die heeft dan de
badjas los. En wat heeft die onder zijn badjas?
A: Niks.
V: Niks...nee. En jij ligt in bed en wat heb jij aan in bed?
A: Pyjama.
V: Pyjama...en is dat zo'n jurkje of is dat een broek..
A: Nee broek en een pyjamatrui.
V: En dan lig jij in bed en dan komt hij bij jou op de slaapkamer Zeg jij. En dan
doet die het gordijn voor de camera. (191)
A: Ja
V: En dan heeft die zijn badjas open en wat doet die dan?
A: In mijn bed liggen...en dan ging die mijn broek uit doen..en dan ging die
vingers daar aan komen.
V: En waar komt die dan met zijn vingers aan?
A: Bij mijn plassertje.
V: Bij jou plassertje...en wat doet die dan met zijn vingers precies.
A: Gewoon heen en weer.
V: Heen en weer en dan waar?
A: Op mijn ding ik weet niet hoe die heet.
V: Op jou ding bij jou plasser.
A: Ja...en ook soms bij de gaatje.
V: En ook soms bij het gaatje. Dus bij het gaatje en ook op het ding bij jouw
plasser.
A: Ja
V: Dus dan doet die met zijn vingers heen en weer.
A: Ja
V: En wat voel je dan?
A: Pijn.
V: En wat voor soort pijn is dat dan...wat voel je dan voor pijn?
A: Dat weet ik eigenlijk niet.
V: En hoe vaak is dit gebeurd?
A: Ik denk vijf keer....nee niet vijf keer. Tien keer, elf keer, twaalf
keer...zoiets. (192)
V: En jouw broek is dan naar beneden, dat is jou pyjamabroek en hoe zit het dan met
je onderbroek?
A: Die ging ook uit.
V: Die ging ook uit. En zegt jou vader daar dan nog wat bij als hij met zijn
vingers bij jouw plasser zit?
A: Ja, vind je het lekker.
V: En wat zeg jij dan?
A: Niks ik doe nep of ja ben maar dat vind ik niet fijn.
V: Maar je zegt je doet nep...maar je vind het niet fijn en hij vraagt het aan jou
vind je het lekker. En wat zeg je dan tegen hem?
A: Ja...maar dat is niet waar. Dat heb ik gelogen.
V: Hoe komt het dat je dat zegt?
A: Ik heb gewoon gelogen tegen mijn vader...maar. dat moest wel. (192)
V: Oke dat was in ieder geval toen jou stiefopa was overleden. Toen ging jou stiefmoeder weg met jou oma. En toen heeft jou vader jou geroepen...en waar was hij toen hij jou riep?
A: Beneden.
V: Beneden. En wat zei die tegen jou?
A: ...ik was ook toen een keer boven en toen zegt die kom je op kamer. V: Ja. En toen ben je bij hem op de kamer gekomen.
A: Ja
V: En wat gebeurde er toen?
A: Toen ging hij in bed liggen en toen doet hij seks.
V: En wat voor seks deed die toen?
A: Gewoon deed die hetzelfde als net.
V: Hetzelfde als...
A: Toilet ook.
V: Als op toilet of..
A: Bed
V: Ja maar bed vertelde je net dat hij met zijn vingers aan je plasser ging...
A: In bed ook soms met de piemel.
V: In bed ook soms met de piemel. En dus in zijn bed...
A: Ja
V:.En hoe waren jullie dan in dat bed?
A: Liggen.
V: En hoe lag jij in bed?
A: Hoe je altijd ligt gewoon recht.
V: Gewoon recht. Maar lag jij op je buik of op je zij of op de rug..
A: Rug.
V: En wat deed jou vader toen precies?
A: Gaat boven op mij liggen en gaat die zo neuken.
V: En nou dat neuken heb je al verteld wat dat was he. Met zijn piemel bij jou gaatje.
En dan wat doet die dan met zijn piemel?
A: Gewoon heen en weer.
V: Heen en weer. En hoe zijn jouw benen dan?
A: Gewoon wijd.
V: Wijd. En hoe komen die dan wijd?
A: Gewoon wijd en knieën omhoog. (193)
V: En hoe komt het dan dat die zo zijn?
A: Mijn vader opduwen..gewoon zelf gedaan
V: Jou vader heeft dat dan zo opgedaan zeg je?
A: Ja ik weet niet hoe gewoon opgetild.
V: Oke, en hoe vaak is dat in zijn bed gebeurd?
A: Eén keer, twee keer. (194)
V: Ja ze hadden natuurlijk nog wel wat vraagjes. Hadden we al wel verwacht he. Dus zullen we dat eerst doen weer, vraagjes stellen?
A: Ja
V: Dan gaan we eerst verder met de vraagjes. Want ik vroeg al aan jou wanneer de eerste keer was dat het is gebeurd met jou vader dat die aan jou heeft gezeten. A: Ja
V: Nou en dat is best wel een heel erg moeilijke vraag. Maar wat is het eerste gebeurd wat die heeft gedaan. Is het met zijn vingers aan jou plasser heeft gezeten of met zijn piemel..
A: Piemel.
V: Met zijn piemel is het eerste wat er is gebeurd.
En de allereerste keer waar is het de allereerste keer gebeurd.
A: Thuis.
V: Thuis. En ik welk huis?
A: In eigen huis, [adres 2].
V: Oke bij de [adres 2], in dat huis.
A: Ja
V: Want waar woonden jullie dan vóór dat je aan de [adres 2] woonde? A: [wijk].
V: Op [wijk].
A: Achter [adres 2] daar achter ergens dus.
V: En in dat andere huis dan he, dus vóór dat [adres 2]...heeft jou vader daar ook wel eens aan jou gezeten?
A: Nee.
V: Raakte hij jou dan bijvoorbeeld ook aan?
A: Ja.
V: Waar dan?
A: Bij mijn borsten.
V: Bij jouw borsten. En waar gebeurde dat dan?
A: Thuis.
V: Want heb je zijn piemel gezien?
A: (noot verbalisant: [slachtoffer 1] knikt ja met haar hoofd) (196)
A: en toen ging ik en mijn vader het bed maken. Later trekt die mij mee en doet die broek uit, mijn broek uit en raakt hij mijn plassertje aan met zijn vinger.
V: En je zegt van...wat hadden jullie aan op dat bed toen dat gebeurde dat hij met de vinger aan jou plasser zat.
A: Broek, gewone kleren.
V: Gewone kleren.
A: Ja moet ik broek uit doen.
V: Wie deed die broek dan toen uit?
A: Mm...pffff even naar mijn camera kijken...ik denk ikzelf. Dat moest ik
doen.
V: Dat moest je doen. Maar wat zei die dan?
A: Als ik naar camera kijk (noot verbalisant: onverstaanbaar) dan weet ik.
V: Dus jij moest je broek uitdoen en hoe zat het dan met je onderbroek? A: Die moest ik ook uit doen.
V: Die moest je ook uit doen. En wat deed hij toen?
A: Toen deed die vinger in mijn plassertje.
V: En hoe zat het toen met zijn kleren toen hij dat deed.
A: Gewoon aan.
V: En zaten jullie of lagen jullie. Of zat er één of lag er één of anders. A: Mijn vader die ging een beetje liggen/zitten ik weet niet. Ik ligt.
V: Jij ligt. En hoe lag jij?
A: Gewoon recht.
V: Gewoon recht, maar op je?
A: Rug..zo (noot verbalisant: [slachtoffer 1] gaat met haar hoofd omhoog en buigt iets naar achteren)
V: Zei hij nog wat toen hij wat deed toen hij met zijn vinger aan jou plasser zat? A: Vind je het lekker zei mijn vader.
V: Oke en hoe lang duurde dat?
A: Tot mijn moeder roept...ik weet niet meer wat er gebeuren moet ik moest mijn moeder helpen. (202)