ECLI:NL:RBOVE:2014:3776

Rechtbank Overijssel

Datum uitspraak
20 juni 2014
Publicatiedatum
9 juli 2014
Zaaknummer
08/770018-14
Instantie
Rechtbank Overijssel
Type
Uitspraak
Rechtsgebied
Strafrecht
Procedures
  • Eerste aanleg - meervoudig
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Schuldige heling van fietsen door verdachte in Enschede

In deze zaak heeft de Rechtbank Overijssel op 20 juni 2014 uitspraak gedaan in de strafzaak tegen de verdachte, die beschuldigd werd van opzetheling van fietsen. De rechtbank achtte de verdachte schuldig aan het op grote schaal helen van fietsen in de periode van 30 maart 2013 tot en met 11 maart 2014 te Enschede. De verdachte werd veroordeeld tot een gevangenisstraf van acht maanden, waarvan vier maanden voorwaardelijk met een proeftijd van drie jaar. De rechtbank oordeelde dat de verdachte wist dat de fietsen die hij verwierf, afkomstig waren van diefstal. Dit werd onderbouwd door verklaringen van medeverdachten en getuigen die bevestigden dat de verdachte betrokken was bij de handel in gestolen fietsen. De rechtbank heeft vastgesteld dat de dagvaarding geldig was, met uitzondering van een specifiek onderdeel dat nietig werd verklaard. De officier van justitie had een gevangenisstraf geëist, en de rechtbank volgde deze eis, rekening houdend met de ernst van de feiten en de rol van de verdachte in de georganiseerde fietsendiefstal.

Uitspraak

Rechtbank Overijssel

Afdeling Strafrecht
Zittingsplaats Almelo
Parketnummer: 08/770018-14
Datum vonnis: 20 juni 2014
Vonnis (promis) op tegenspraak van de rechtbank Overijssel, meervoudige kamer voor strafzaken, rechtdoende in de zaak van de officier van justitie tegen:
[verdachte],
geboren op [geboortedag] 1977 in [geboorteplaats],
wonende in [woonplaats],
nu verblijvende in P.I. Overijssel, HvB Karelskamp.

1.Het onderzoek op de terechtzitting

Dit vonnis is gewezen naar aanleiding van het onderzoek op de openbare terechtzitting van
6 juni 2014. De rechtbank heeft kennis genomen van de vordering van de officier van justitie mr. C.Y. Huang en van hetgeen door de verdachte en zijn raadsman mr. M.A. Schuring, advocaat te Almelo, naar voren is gebracht.

2.De tenlastelegging

De verdenking komt er, kort en feitelijk weergegeven, op neer dat verdachte in de periode van 30 maart 2013 tot en met 11 maart 2014 te Enschede fietsen heeft geheeld.
Voluit luidt de tenlastelegging aan de verdachte, dat:
hij op één of meerdere tijdstip(pen) in of omstreeks de periode van 30 maart 2013 tot en met 11 maart 2014 te Enschede, in elk geval in Nederland,
- een elektrische fiets merk Giant (zaak 27, p. 503) en/of
- een elektrische fiets merk Batavus (zaak 28, p. 517) en/of
- een fiets merk Batavus (Fuego) (zaak 29, p. 532) en/of
- een fiets merk Batavus (Fuego) (zaak 30, p. 537) en/of
- een fiets merk Batavus (Weekend) (zaak 31, p. 541) en/of
- een fiets merk Batavus (Interm-Lx) (zaak 32, p. 545) en/of
- een fiets merk Gazelle (Eclipse) (zaak 33, p. 549) en/of
- een fiets merk Gazelle (Medeo) (zaak 34, p. 554) en/of
- een fiets merk Gazelle (Paris) (zaak 35, p. 558) en/of
- een fiets merk Giant (Adelaide) (zaak 36, p. 563) en/of
- een (of meer) ander(e) fiets(en)
heeft verworven, voorhanden heeft gehad en/of heeft overgedragen, terwijl hij ten tijde van het verwerven of het voorhanden krijgen van die fiets(en) wist, althans redelijkerwijs had moeten vermoeden, dat het door (een) misdrijf verkregen goed(eren) betrof.

3.De vordering van de officier van justitie

De officier van justitie heeft gevorderd dat verdachte wordt veroordeeld tot een gevangenisstraf voor de duur van acht maanden waarvan vier maanden voorwaardelijk met een proeftijd van drie jaren en met aftrek van de tijd die verdachte in voorlopige hechtenis heeft doorgebracht.

4.De voorvragen

De rechtbank heeft vastgesteld dat de dagvaarding met uitzondering van hetgeen onder gedachtestreepje 11 is ten laste gelegd, geldig is. De rechtbank is van oordeel dat de dagvaarding ten aanzien van het onder gedachtestreepje 11 tenlastegelegde nietig dient te worden verklaard, omdat de daar ten laste gelegde feiten onvoldoende bepaald zijn.
De rechtbank heeft voorts vastgesteld dat zij bevoegd is tot kennisneming van deze zaak, dat de officier van justitie ontvankelijk is in zijn vervolging en dat er geen redenen zijn voor schorsing van de vervolging.

5.De beoordeling van het bewijs

Deze paragraaf bevat het oordeel van de rechtbank over de vraag of het tenlastegelegde feit bewezenverklaard kan worden of dat daarvan moet worden vrijgesproken. In het geval de rechtbank tot een bewezenverklaring komt, steunt de beslissing dat verdachte het feit heeft begaan op de inhoud van bewijsmiddelen die als bijlage aan het vonnis zijn gehecht en daarvan op die wijze deel uitmaken. Deze bewijsmiddelen bevatten dan de redengevende feiten en omstandigheden op grond waarvan de rechtbank de overtuiging heeft gekregen dat verdachte het tenlastegelegde heeft begaan.
5.1
De standpunten van de officier van justitie en de verdediging
5.1.1
het standpunt van de officier van justitie
De officier van justitie heeft zich op het standpunt gesteld dat het ten laste gelegde bewezen kan worden.
5.1.2
het standpunt van de verdediging
De verdediging heeft zich op het standpunt gesteld dat verdachte van het ten laste gelegde dient te worden vrijgesproken, omdat uit de bewijsmiddelen niet volgt dat verdachte wist of behoorde te weten dat de aan verdachte aangeboden fietsen van diefstal afkomstig waren.
5.2
De bewijsoverwegingen van de rechtbank
De rechtbank is met de officier van justitie van oordeel dat het ten laste gelegde bewezen kan worden verklaard nu uit de bewijsmiddelen volgt dat verdachte in de periode van 30 maart 2013 tot en met 11 maart 2014 fietsen heeft verworden en voorhanden heeft gehad waarvan hij wist dat het door misdrijf verkregen fietsen betrof.
Uit de aangiftes volgt dat in de tenlastelegging vermelde fietsen zijn gestolen. Eén elektrische damesfiets, merk Giant, is door de politie aangetroffen in de door verdachte gehuurde opslagruimte aan de [weg] te Enschede. Een andere elektrische fiets, merk Batavus, is aangetroffen bij de vader van verdachte. Over de herkomst van die fiets hebben verdachte en zijn vader wisselend verklaard. De acht overige in de tenlastelegging genoemde fietsen zijn door de politie aangetroffen onder de overkapping van de door verdachte gehuurde loods aan de [straat] te Enschede.
Anders dan de verdediging heeft betoogd, is de rechtbank van oordeel dat verdachte wist dat de fietsen van diefstal afkomstig waren. De rechtbank baseert zich hierbij op de verklaring van verdachte die heeft verklaard dat hij per week vier tot vijf fietsen opkoopt, en op de verklaring van de personen die zelf in het kader van de verdenking van diefstal van fietsen zijn gehoord. [betrokkene 1] heeft verklaard dat hij veelvuldig samen met anderen fietsen heeft gestolen en dat deze fietsen dan naar [verdachte] werden gebracht. [betrokkene 1] heeft tevens verklaard dat [verdachte] hem heeft voorzien van een slijptol om zo de sloten van de fietsen te kunnen doorzagen. Ook verdachte heeft verklaard dat hij een slijptol voor [betrokkene 1] heeft gekocht.
[betrokkene 2] heeft verklaard dat hij ongeveer één tot twee keer per week samen met [betrokkene 1] fietsen wegnam en dat zij dan met de gestolen fietsen naar steeds dezelfde persoon gingen. Die persoon werd door iedereen ‘[bijnaam verdachte]’ genoemd, maar volgens [betrokkene 2] heet die persoon [verdachte]. [betrokkene 2] en [betrokkene 1] brachten de fietsen naar de [weg] in Enschede en de transactie vond dan plaats bij de garageboxen. Op de binnenplaats kregen zij het geld van [verdachte] en die nam vervolgens de fietsen mee en die werden dan in de garagebox gezet.
[betrokkene 3] heeft in dit verband verklaard dat hij met anderen op pad ging om fietsen te stelen en dat de gestolen fietsen naar [verdachte] gingen. Volgens [betrokkene 3] wist [verdachte] dat de fietsen die bij hem werden gebracht gestolen waren. Ook noemt [betrokkene 3] de naam ‘[bijnaam verdachte]’ als bijnaam van [verdachte], en heeft hij verklaard dat de fietsen die nog niet als gestolen geregistreerd stonden, iedere vrijdag werden opgehaald door een Duitse opkoper. Verdachte zelf heeft ook verklaard dat hij een Duitse afnemer had voor de fietsen; een man die hij Münster noemt om de enkele reden dat de man uit Münster afkomstig is. Een juiste opgave van de naam, anders dan de voornaam [voornaam], geeft verdachte niet.
De verdediging heeft ten aanzien van deze verklaringen gesteld dat ze in strijd met de waarheid zijn. De rechtbank volgt de verdediging daarin niet, aangezien de personen niet alleen belastend over verdachte hebben verklaard, maar in die verklaringen hun eigen aandeel in het plegen van strafbare feiten niet hebben afgezwakt en zichzelf daarin allesbehalve hebben gespaard. De rechtbank acht de verklaringen ook betrouwbaar omdat zij op wezenlijke onderdelen met elkaar overeenkomen.
Op grond van het vorenstaande is de rechtbank van oordeel dat wettig en overtuigend is bewezen dat verdachte zich schuldig heeft gemaakt aan opzetheling.
5.3
De conclusie
De rechtbank is door de inhoud van de wettige bewijsmiddelen tot de overtuiging gekomen, dat de verdachte het tenlastegelegde heeft begaan, met dien verstande dat:
hij in de periode van 30 maart 2013 tot en met 11 maart 2014 te Enschede,
- een elektrische fiets merk Giant en
- een elektrische fiets merk Batavus en
- een fiets merk Batavus (Fuego) en
- een fiets merk Batavus (Fuego) en
- een fiets merk Batavus (Weekend) en
- een fiets merk Batavus (Interm-Lx) en
- een fiets merk Gazelle (Eclipse) en
- een fiets merk Gazelle (Medeo) en
- een fiets merk Gazelle (Paris) en
- een fiets merk Giant (Adelaide)
heeft verworven en voorhanden heeft gehad terwijl hij ten tijde van het verwerven of het voorhanden krijgen van die fietsen wist dat het door misdrijf verkregen goederen betrof.
De rechtbank heeft de eventueel in de tenlastelegging voorkomende schrijffouten verbeterd in de bewezenverklaring. Verdachte wordt hierdoor niet in zijn verdediging geschaad.
De rechtbank acht niet bewezen wat aan de verdachte meer of anders is tenlastegelegd, zodat zij hem daarvan zal vrijspreken.

6.De strafbaarheid van het bewezenverklaarde

Het bewezenverklaarde is strafbaar gesteld bij artikel 416 Sr. Er zijn geen feiten of omstandigheden aannemelijk geworden die de strafbaarheid van het feit uitsluiten.
Het bewezenverklaarde levert op het misdrijf opzetheling, meermalen gepleegd.

7.De strafbaarheid van de verdachte

Er zijn geen feiten of omstandigheden aannemelijk geworden die de strafbaarheid van verdachte uitsluiten. De rechtbank oordeelt daarom dat verdachte strafbaar is voor het bewezenverklaarde feit.

8.De op te leggen straf of maatregel

De officier van justitie heeft gevorderd dat verdachte wordt veroordeeld tot een gevangenisstraf voor de duur van acht maanden waarvan vier maanden voorwaardelijk met aftrek van de tijd die verdachte in voorlopige hechtenis heeft doorgebracht, en met een proeftijd van drie jaren.
De verdediging heeft er voor gepleit om bij een bewezenverklaring aan verdachte een werkstraf voor de duur van 94 uur op te leggen.
De rechtbank houdt bij de strafoplegging rekening met de aard en de ernst van de gepleegde feiten, de omstandigheden waaronder deze zijn begaan en de persoon van de verdachte zoals die uit het dossier en tijdens de behandeling ter terechtzitting naar voren zijn gekomen. Ook neemt de rechtbank de volgende factoren in aanmerking.
Verdachte heeft zich gedurende geruime tijd schuldig gemaakt aan het op grote schaal helen van fietsen. Een groep van tien jongens leverde nagenoeg dagelijks gestolen fietsen aan verdachte. Verdachte gaf opdracht om fietsen te stelen en heeft zelfs aan een van de fietsendieven een slijptol verstrekt. Verdachte was hierdoor een vast afleveradres voor de door de groep gestolen fietsen en kon op deze manier bedrijfsmatig handelen met een Duitse afnemer die wekelijks bij hem kwam om de, nog niet als gestolen geregistreerd staande, fietsen af te nemen.
Vermogensdelicten van deze omvang zijn zeer vervelende feiten en brengen in het bijzonder voor de eigenaar van de gestolen fiets nadeel en overlast met zich mee. Door het helen van fietsen op frequente schaal als verdachte heeft gedaan, heeft verdachte bijgedragen aan het voortdurend plegen van fietsendiefstallen en de rechtbank rekent verdachte dit zwaar aan.
Wat betreft de op te leggen straf overweegt de rechtbank dat voor opzetheling geen landelijke oriëntatiepunten zijn vastgesteld. De rechtbank heeft zich bij de strafoplegging daarom georiënteerd op vergelijkbare uitspraken. Voorts heeft de rechtbank rekening gehouden met het over verdachte opgemaakte reclasseringsrapport van 22 april 2014 en met het uittreksel justitiële documentatie (strafblad) betreffende verdachte van 26 mei 2014, waaruit blijkt dat verdachte niet eerder met de Nederlandse politie en justitie in aanraking is gekomen. Ondanks dat verdachte een first offender is, acht de rechtbank met name vanwege de grote schaal waarop verdachte het bewezenverklaarde feit heeft gepleegd, het opleggen van een deels voorwaardelijke vrijheidsbenemende straf op zijn plaats. Alles overziend acht de rechtbank de door de officier van justitie gevorderde straf passend en zij zal deze straf ook opleggen. De proeftijd zal vanwege het stelselmatige karakter van verdachtes handelen worden bepaald op drie jaren.

9.De schade van benadeelden

[benadeelde 1], wonende te [woonplaats] aan de [adres],
[benadeelde 2], wonende te [woonplaats] aan de [adres], en
[benadeelde 3], wonende te [woonplaats] aan de [adres], hebben zich voorafgaand aan het onderzoek op de zitting, op de wettelijk voorgeschreven wijze als benadeelde partij gevoegd in dit strafproces.
De benadeelde partijen vorderen elk veroordeling van verdachte tot betaling van de door hen geleden schade tot een bedrag van respectievelijk € 176,45 en te vermeerderen met de wettelijk rente over dat bedrag, € 284,63 en € 586,45.
9.1
het standpunt van de officier van justitie
De officier van justitie heeft zich op het standpunt gesteld dat [benadeelde 1] en [benadeelde 2] in hun vorderingen niet-ontvankelijk dienen te worden verklaard omdat het feit waarop de gevorderde schadevergoeding ziet, niet op de tenlastelegging is opgenomen. Ten aanzien van de vordering van [benadeelde 3] heeft zij zich op het standpunt gesteld dat de vordering dient te worden toegewezen.
9.2
het standpunt van de verdediging
De verdediging heeft zich op het standpunt gesteld dat de benadeelde partijen in hun vorderingen niet-ontvankelijk dienen te worden verklaard.
9.3
het oordeel van de rechtbank
De rechtbank is van oordeel dat de benadeelde partijen [benadeelde 1] en [benadeelde 2] in hun vorderingen niet-ontvankelijk dienen te worden verklaard, omdat het feit waarop de door hen gevorderde schadevergoeding ziet, niet aan verdachte is ten laste gelegd.
Ten aanzien van de vordering van [benadeelde 3] is de rechtbank van oordeel dat ook [benadeelde 3] in haar vordering niet-ontvankelijk dient te worden verklaard, omdat er geen rechtstreeks verband bestaat tussen de door [benadeelde 3] gevorderde schade en het ten laste gelegde feit.
De benadeelde partijen kunnen de vordering in zoverre slechts aanbrengen bij de burgerlijke rechter.

10.De toegepaste wettelijke voorschriften

De hierna te nemen beslissing berust op de hiervoor genoemde wetsartikelen. Daarnaast berust deze beslissing op de artikelen 14a, 14b, 14c, 27 en 57 Sr.

11.De beslissing

De rechtbank:
geldigheid dagvaarding
- verklaart de dagvaarding ten aanzien van het onder gedachtestreepje 11 ten laste gelegde
nietig;
vrijspraak/bewezenverklaring
  • verklaart bewezen, dat verdachte het tenlastegelegde heeft begaan, zoals hierboven omschreven;
  • verklaart niet bewezen wat aan verdachte meer of anders is tenlastegelegd en spreekt hem daarvan vrij;
strafbaarheid
  • verklaart het bewezenverklaarde strafbaar;
  • verklaart dat het bewezenverklaarde het volgende strafbare feit oplevert:
  • verklaart verdachte strafbaar voor het bewezenverklaarde;
straf
  • veroordeelt verdachte tot een
  • bepaalt dat het voorwaardelijke deel van de straf niet ten uitvoer wordt gelegd, tenzij de rechter tenuitvoerlegging gelast omdat de veroordeelde zich voor het einde van de proeftijd schuldig maakt aan een strafbaar feit;
  • bepaalt dat de tijd die de veroordeelde voor de tenuitvoerlegging van deze uitspraak in verzekering en voorlopige hechtenis heeft doorgebracht, bij de uitvoering van de gevangenisstraf geheel in mindering zal worden gebracht;

schadevergoeding

- bepaalt dat de benadeelde partij [benadeelde 1], wonende te [woonplaats] aan de [adres]
niet-ontvankelijk is in de vordering, en dat de benadeelde partij de
vordering slechts bij de burgerlijke rechter kan aanbrengen;
  • bepaalt dat de benadeelde partij [benadeelde 2], wonende te [woonplaats] aan de [adres] niet-ontvankelijk is in de vordering, en dat de benadeelde partij de vordering slechts bij de burgerlijke rechter kan aanbrengen;
  • bepaalt dat de benadeelde partij [benadeelde 3], wonende te [woonplaats] aan de [adres] niet-ontvankelijk is in de vordering, en dat de benadeelde partij de vordering slechts bij de burgerlijke rechter kan aanbrengen.
Dit vonnis is gewezen door mr. E. Venekatte, voorzitter, mr. H. Stam en mr. M.C. Bosch, rechters, in tegenwoordigheid van mr. W.J. van der Leest, griffier, en is in het openbaar uitgesproken op 20 juni 2014.
Mr. Stam is niet in de gelegenheid dit vonnis mede te ondertekenen.
Bijlage bewijsmiddelen
Leeswijzer
Deze bijlage maakt deel uit van het vonnis en bevat de bewijsmiddelen.
Wanneer hierna wordt verwezen naar dossierpagina’s, zijn dit bladzijden uit het dossier van de regiopolitie Oost-Nederland met nummer 2014021597. Tenzij hieronder anders wordt vermeld, wordt steeds verwezen naar bladzijden van een in de wettelijke vorm, door daartoe bevoegde personen, opgemaakt proces-verbaal.
1.
Het proces-verbaal van aangifte van [benadeelde 3] van 30 maart 2013 (blz. 504 en 505), voor zover zakelijk weergegeven inhoudende de verklaring van aangever:
Ik doe aangifte van diefstal van mijn fiets. Het is een cremekleurige elektrische damesfiets van het merk Giant.
Op 30 maart 2013 heb ik mijn fiets in de voortuin aan de [adres] te Enschede gezet. Ik had de fiets niet op slot gezet.
In de woning hoorde ik het geluid dat leek op het inklappen van de standaard van mijn fiets. Ik liep naar buiten en zag een manspersoon op mijn fiets wegrijden. Aan niemand werd het recht of de toestemming gegeven tot het plegen van het feit.
2.
Het proces-verbaal van bevindingen van [verbalisant 1] van 11 maart 2014 (blz. 509), voor zover zakelijk weergegeven inhoudende de verklaring van de verbalisant:
Op 11 maart 2014 stelden wij, [verbalisant 2], [verbalisant 3]. [verbalisant 4], [verbalisant 5] en
[verbalisant 1], in verband met een onderzoek van heling van gestolen fietsen een onderzoek in aan de [adres] te Enschede.
Op voornoemde locatie zijn meerdere garageboxen. Garagebox [nummer] wordt gehuurd door verdachte [verdachte].
Omstreeks 14.00 uur werd garagebox [nummer] betreden. In de garagebox troffen we een fiets, merk Giant, E-bike nummer [framenummer], die bleek gesignaleerd te staan.
2.
Een geschrift als bedoeld in artikel 344, eerst lid, onder 5 Sv, zijnde een afschrift van aangifte van [aangever 1] van 29 augustus 2013 (blz. 518 en 519), voor zover zakelijk weergegeven inhoudende:
Aangifte van diefstal van een fiets
(…)
Damesfiets
Merk: Batavus
Type: Easy RC-XMS CH.ZILV/D.BL 50
(…)
Framenummer: [framenummer]
3.
Het proces-verbaal van bevindingen van [verbalisant 6] en [verbalisant 7] van 11 maart 2014
(blz. 521), voor zover zakelijk weergegeven inhoudende de verklaring van de verbalisanten:
Wij, verbalisanten, hebben met collega [verbalisant 8] op 11 maart 2014 gezocht ter inbeslagname van gestolen fietsen aan de [adres] te Enschede.
In de garage van genoemd perceel troffen wij twee elektrische fietsen aan. Beide waren van het merk Batavus en type Padova Easy. Eén van deze fietsen was voorzien van het framenummer [framenummer].
4.
Het proces-verbaal van aangifte van [aangever 2] van 30 januari 2014 met bijlage (blz. 533 t/m 535), voor zover zakelijk weergegeven inhoudende de verklaring van aangever:
Op 29 januari 2014 om 21:45 uur heb ik mijn fiets geplaats op aan de [adres] te Enschede. Mijn fiets was afgesloten door middel van een beugelslot. Toen ik om 22:30 uur mijn fiets wilde gebruiken, zag ik dat mijn fiets was weggenomen. Aan niemand werd het recht of de toestemming gegeven tot het plegen van het feit.
Bijlage weggenomen goederen
(…)
Gestolen goed
Voertuig: fiets
Merk/type: Batavus Fuego
(…)
Framenummer: [framenummer]
5.
Het proces-verbaal van bevindingen van [verbalisant 9] van 21 maart 2014 (blz. 536), zakelijk weergegeven onder meer inhoudende:
Op 20 maart 2014 heb ik onderzoek ingesteld waarbij het volgende is bevonden.
Uit digitaal onderzoek bleek dat verdachte [verdachte] vermoedelijk gebruik maakte van een loods op het adres [adres] te Enschede.
Op 20 maart 2014 is door verbalisant [verbalisant 1] onderzoek uitgevoerd op deze locatie.
De eigenaar van de loods, [eigenaar], verklaarde dat de loods verhuurd werd aan [verdachte].
In de loods werden fietsen aangetroffen.
Bij de controle werd een Batavus Fuego aangetroffen, op slot zonder sleutel, met framenummer [framenummer]. Deze bleek als gestolen geregistreerd te staan.
6.
Een geschrift als bedoeld in artikel 344, eerst lid, onder 5 Sv, zijnde een afschrift van aangifte van [aangever 3] van 13 februari 2014 (blz. 538 en 539), voor zover zakelijk weergegeven inhoudende:
Aangifte van diefstal van een fiets
(…)
Herenfiets
Merk: Batavus
Type: Fuego
(…)
Framenummer: [framenummer]
7.
Het proces-verbaal van bevindingen van [verbalisant 9] van 21 maart 2014 (blz. 540) zakelijk weergegeven onder meer inhoudende:
Op 20 maart 2014 heb ik onderzoek ingesteld waarbij het volgende is bevonden.
Uit digitaal onderzoek bleek dat verdachte [verdachte] vermoedelijk gebruik maakte van een loods op het adres [adres] te Enschede.
Op 20 maart 2014 is door verbalisant [verbalisant 1] onderzoek uitgevoerd op deze locatie.
De eigenaar van de loods, [eigenaar], verklaarde dat de loods verhuurd werd aan [verdachte].
In de loods werden fietsen aangetroffen.
Bij de controle werd een Batavus Fuego op slot zonder sleutel aangetroffen met het framenummer [framenummer]. Deze bleek als gestolen geregistreerd te staan.
9.
Een geschrift als bedoeld in artikel 344, eerst lid, onder 5 Sv, zijnde een afschrift van aangifte van [aangever 4] van 16 februari 2014 (blz. 542 en 543), voor zover zakelijk weergegeven inhoudende:
Aangifte van diefstal van een fiets
(…)
Herenfiets
Merk: Batavus
Type: Weekend-H N8 ZILV/WIT 57
(…)
Framenummer: [framenummer]
10.
Het proces-verbaal van bevindingen van [verbalisant 9] van 21 maart 2014 (blz. 544) zakelijk weergegeven onder meer inhoudende:
Op 20 maart 2014 heb ik onderzoek ingesteld waarbij het volgende is bevonden.
Uit digitaal onderzoek bleek dat verdachte [verdachte] vermoedelijk gebruik maakte van een loods op het adres [adres] te Enschede.
Op 20 maart 2014 is door verbalisant [verbalisant 1] onderzoek uitgevoerd op deze locatie.
De eigenaar van de loods, [eigenaar], verklaarde dat de loods verhuurd werd aan [verdachte].
In de loods werden fietsen aangetroffen.
Bij de controle werd een Batavus Weekend op slot zonder sleutel aangetroffen met het framenummer [framenummer]. Deze bleek als gestolen geregistreerd te staan.
11.
Een geschrift als bedoeld in artikel 344, eerst lid, onder 5 Sv, zijnde een afschrift van aangifte van [aangever 5] van 17 februari 2014 (blz. 546 en 547), voor zover zakelijk weergegeven inhoudende:
Aangifte van diefstal van een fiets
(…)
Damesfiets
Merk: Batavus
Type: INTERM-LX DN7 CROM/ZWARTBL 57
(…)
Framenummer: [framenummer]
12.
Het proces-verbaal van bevindingen van [verbalisant 9] van 21 maart 2014 (blz. 548), zakelijk weergegeven onder meer inhoudende:
Op 20 maart 2014 heb ik onderzoek ingesteld waarbij het volgende is bevonden.
Uit digitaal onderzoek bleek dat verdachte [verdachte] vermoedelijk gebruik maakte van een loods op het adres [adres] te Enschede.
Op 20 maart 2014 is door verbalisant [verbalisant 1] onderzoek uitgevoerd op deze locatie.
De eigenaar van de loods, [eigenaar], verklaarde dat de loods verhuurd werd aan [verdachte].
In de loods werden fietsen aangetroffen.
Bij de controle werd een Batavus Intermessa op slot zonder sleutel aangetroffen met het framenummer [framenummer]. Deze bleek als gestolen geregistreerd te staan.
13.
Een geschrift als bedoeld in artikel 344, eerst lid, onder 5 Sv, zijnde een afschrift van aangifte van [aangever 6] van 19 februari 2014 (blz. 550 en 551), voor zover zakelijk weergegeven inhoudende:
Aangifte van diefstal van een fiets
(…)
Herenfiets
Merk: Gazelle
Type: ECLIPSE
(…)
Framenummer: [framenummer]
14.
Het proces-verbaal van bevindingen van [verbalisant 9] van 21 maart 2014 (blz. 553), zakelijk weergegeven onder meer inhoudende:
Op 20 maart 2014 heb ik onderzoek ingesteld waarbij het volgende is bevonden.
Uit digitaal onderzoek bleek dat verdachte [verdachte] vermoedelijk gebruik maakte van een loods op het adres [adres] te Enschede.
Op 20 maart 2014 is door verbalisant [verbalisant 1] onderzoek uitgevoerd op deze locatie.
De eigenaar van de loods, [eigenaar], verklaarde dat de loods verhuurd werd aan [verdachte].
In de loods werden fietsen aangetroffen.
Bij de controle werd een Gazelle Eclipse op slot aangetroffen met het framenummer [framenummer]. Deze bleek als gestolen geregistreerd te staan.
15.
Een geschrift als bedoeld in artikel 344, eerst lid, onder 5 Sv, zijnde een afschrift van aangifte van [aangever 7] van 19 februari 2014 (blz. 555 en 556), voor zover zakelijk weergegeven inhoudende:
Aangifte van diefstal van een fiets
(…)
Herenfiets
Merk: Gazelle
Type: MEDEO PLUS MEDEO PLUS VV H57
(…)
Framenummer: [framenummer].
16.
Het proces-verbaal van bevindingen van [verbalisant 9] van 21 maart 2014 (blz. 557), zakelijk weergegeven onder meer inhoudende:
Op 20 maart 2014 heb ik onderzoek ingesteld waarbij het volgende is bevonden.
Uit digitaal onderzoek bleek dat verdachte [verdachte] vermoedelijk gebruik maakte van een loods op het adres [adres] te Enschede.
Op 20 maart 2014 is door verbalisant [verbalisant 1] onderzoek uitgevoerd op deze locatie.
De eigenaar van de loods, [eigenaar], verklaarde dat de loods verhuurd werd aan [verdachte].
In de loods werden fietsen aangetroffen.
Bij de controle werd een Gazelle Medeo zonder slot en zonder zadel aangetroffen met het framenummer [framenummer]. Deze bleek als gestolen geregistreerd te staan.
17.
Een geschrift als bedoeld in artikel 344, eerst lid, onder 5 Sv, zijnde een afschrift van aangifte van [aangever 8] van 23 februari 2014 (blz. 559 en 560), voor zover zakelijk weergegeven inhoudende:
Aangifte van diefstal van een fiets
(…)
Herenfiets
Merk: Gazelle
Type: PARIS PLUS PARIS PLUS H61 396 T7
(…)
Framenummer: [framenummer].
18.
Het proces-verbaal van bevindingen van [verbalisant 9] van 21 maart 2014 (blz. 562), zakelijk weergegeven onder meer inhoudende:
Op 20 maart 2014 heb ik onderzoek ingesteld waarbij het volgende is bevonden.
Uit digitaal onderzoek bleek dat verdachte [verdachte] vermoedelijk gebruik maakte van een loods op het adres [adres] te Enschede.
Op 20 maart 2014 is door verbalisant [verbalisant 1] onderzoek uitgevoerd op deze locatie.
De eigenaar van de loods, [eigenaar], verklaarde dat de loods verhuurd werd aan [verdachte].
In de loods werden fietsen aangetroffen.
Bij de controle werd in een aanhanger welke op het afgesloten terrein was geplaatst een Gazelle Paris met een nieuw slot met het framenummer [framenummer] aangetroffen. Deze bleek als gestolen geregistreerd te staan.
19.
Een geschrift als bedoeld in artikel 344, eerst lid, onder 5 Sv, zijnde een afschrift van aangifte van [aangever 9] van 24 februari 2014 (blz. 564 en 565), voor zover zakelijk weergegeven inhoudende:
Aangifte van diefstal van een fiets
(…)
Herenfiets
Merk: Giant
Type: ADELAIDE
Bijzonderheden: omdat het zadel kapot is, zit er een lichtblauw zadeldekje op van page toiletpapier.
20.
Het proces-verbaal van bevindingen van [verbalisant 9] en [verbalisant 1] van 21 maart 2014
(blz. 566 en 567), zakelijk weergegeven onder meer inhoudende:
Op 20 maart 2014 hebben wij onderzoek ingesteld waarbij het volgende is bevonden.
Uit digitaal onderzoek bleek dat verdachte [verdachte] vermoedelijk gebruik maakte van een loods op het adres [adres] te Enschede.
Op 20 maart 2014 is door verbalisant [verbalisant 1] onderzoek uitgevoerd op deze locatie.
De eigenaar van de loods, [eigenaar], verklaarde dat de loods verhuurd werd aan [verdachte].
In de loods werden fietsen aangetroffen.
Bij deze controle werd een Giant Adelaide met nieuw slot aangetroffen met twee nummers, te weten [framenummer]. Er was te zien dat van deze fiets het zadel op meerdere plekken kapot was.
Op 21 maart 2014 heb ik, verbalisant [verbalisant 1], telefonisch contact opgenomen met aangever. Ik heb hem gevraagd of hij mij gedetailleerd zijn fiets kon omschrijven. Zonder dat ik hem informatie gaf, omschreef hij de eerder genoemde specifieke kenmerken van de fiets die van hem was gestolen. Deze kwamen overeen met de fiets die in de loods aan de [adres] te Enschede was aangetroffen.
21.
Het proces-verbaal van inverzekeringstelling van verdachte van 11 maart 2014 (blz. 110), zakelijk weergegeven, onder meer inhoudende als verklaring van verdachte:
Ik koop vier aan vijf fietsen op per week.
22.
Het proces-verbaal van verhoor van verdachte van 12 maart 2014 (blz. 128-129), zakelijk weergegeven, onder meer inhoudende:
V: Welke schuur aan de [weg] is bij jou in gebruik?
A: Ik maak gebruik van box nummer [nummer].
Deze huur ik van het bedrijf [bedrijf] aan de [adres].
Daar betaal ik 260 euro per maand voor.
V: wat deed je met de fietsen die je had opgeknapt?
A: Die verkocht ik. (…) En ik heb een klant in Duitsland die haalt ook fietsen bij mij op. Ik noem hem Munster, omdat hij in Munster woont.
A: Soms kwam hij twee keer in de week.
A: De Dewalt slijptol heb ik gekocht en heb ik weer doorverkocht aan [betrokkene 1].
23.
Het proces-verbaal van verhoor van verdachte van 25 maart 2014 (blz. 139 en 140), zakelijk weergegeven, onder meer inhoudende:
A: Ik heb een loods aan de [adres] of [adres] te Enschede.
Ik huur deze loods. Ik betaal aan huur 200 euro per maand. Ik huur de loods nu ongeveer zeven maanden.
Er staat ook een open aanhangwagen en een paardentrailer van mij.
24.
Het proces-verbaal van verhoor van [betrokkene 1] van 6 maart 2014 (blz. 411 en 412), zakelijk weergegeven, onder meer inhoudende:
V: Hoeveel fietsen heb jij gestolen?
A: In totaal denk ik 27 fietsen. Ik ben vanaf april vorig jaar begonnen met het stelen van fietsen. Ik had een slijptol op accu en die nam ik mee als ik op pad ging om fietsen te stelen.
Ik ging meestal op pad met [betrokkene 2]. Ik ging ook wel op pad met [betrokkene 4]. Met [betrokkene 5] ben ik ook wel eens op pad geweest in Haaksbergen.
Terug in Enschede werden de sloten er af gehaald. Op internet voerde ik dan het framenummer in op stopheling.nl. Hier maakten we een uitdraai van want op dat moment staat de fiets dan nog niet als gestolen geregistreerd. Deze uitdraai wordt dan bij de fiets meegeleverd. De fietsen werden dan naar de heler gebracht.
V: Wie heeft de fietsen van je afgenomen?
A: De gestolen fietsen werden gebracht naar [verdachte] op het [wijk] in Enschede.
V: Wat doet [verdachte] met de gestolen fietsen?
A: Die worden allemaal weer verkocht naar het buitenland. Meestal naar Duitsland. Zijn afnemers komen allemaal uit Duistland.
Ik ging alleen op pad voor een Gazelle fiets.
Ik heb dit jaar van [verdachte] een accuslijper van Dewalt gekregen. Deze had [verdachte] gekocht voor mij om te gebruiken voor het doorslijpen van de sloten.
[verdachte] heeft meerdere hallen waar hij fietsen opslaat. Eén aan de [weg], daar staan fietsen in. En er is ook een hal in het havengebied.
Via [betrokkene 6] heb ik [verdachte] leren kennen en zo ben ik in de fietsendiefstal terechtgekomen. [betrokkene 6] vertelde dat [verdachte] zijn afnemer was.
V: Heb je wel eens fietsen ergens anders aan de man gebracht?
A: Nee, alleen bij [verdachte].