Uitspraak
RECHTBANK OVERIJSSEL
,
,
1. Het procesverloop
2.De feiten
general power of attorneygetekend ten behoeve van [eiser] als gevolmachtigde.
loan agreement.
loan agreementbevat – voor zover thans relevant – onder meer de volgende bepalingen:
3.De vordering
loan agreement, waarbij [eiser] als vertegenwoordiger krachtens een volmacht d.d. 10 mei 2005 voor zijn vader is opgetreden.
4.Het verweer
loan agreementis opgenomen dat geschillenbeslechting zal geschieden middels arbitrage in Zuid-Afrika. Bovendien zijn de enige verhaalsmogelijkheden voor [eiser] gelegen in Zuid-Afrika.
5.De beoordeling
loan agreement– inhoudende een arbitragebeding op basis waarvan een andere, bij uitsluiting, bevoegde instantie, te weten de
Arbitration Foundation of South Africa, is aangewezen, tussen partijen ter discussie staat.
Kamerstukken II1999-2000, 26855, nr. 3,
Kamerstukken II1985/86, 18464, nr. 6, p. 40-41) welke algemene regels de rechtbank ingevolge artikel 10:2 BW ambtshalve dient toe te passen.
Kamerstukken II1999/2000, 26855, nr. 3, p. 39).
loan agreement, hetzij door in dit geschil gebleken wilsovereenstemming met betrekking tot de rechtskeuze – om hun rechtsverhouding naar Zuid-Afrikaans recht te doen beoordelen, stelt de rechtbank vast dat ook de geldigheid en inhoud van het arbitragebeding naar
loan agreement, partijen hebben gederogeerd aan de bevoegdheid van de rechtbank.