Uitspraak
1.procedure
2.feiten
€ 1.868,76 bruto, zijnde het achterstallig loon over de maand april 2013;
€ 1.868,76 bruto, zijnde het achterstallig loon over de maand mei 2013;
€ 1.868,76 bruto, zijnde het achterstallig loon over de maand juni 2013;
€ 1.868,76 bruto, zijnde het achterstallig loon over de maand juli 2013;
€ 1.794,00 bruto, zijn de achterstallige vakantietoeslag over de periode juni 2012 tot en mei 2013;
€ 1.868,76 bruto per maand, ter zake loon vanaf 1 augustus 2013 zolang de arbeidsovereenkomst tussen partijen voortduurt;
de wettelijke verhoging ex artikel 7:625 BW over hetgeen hiervoor onder sub a. t/m e. is toegewezen;
de wettelijke rente over hetgeen hiervoor is toegewezen onder sub a. t/m e. vanaf het tijdstip van opeisbaarheid tot aan de dag der algehele voldoening;
€ 838,45, ter zake buitengerechtelijke kosten.
3.geschil
- een bedrag van € 1.910,13 bruto, althans € 1.796,26 bruto, per maand vanaf 1 januari 2013 tot aan de dag waarop de tussen partijen bestaande arbeidsovereenkomst rechtsgeldig is beëindigd;
- een bedrag van € 294,10 bruto, ter zake achterstallige eindejaarsuitkering 2012;
- een bedrag van € 42,01 bruto ter zake achterstallige eenmalige uitkering over 2012;
- een bedrag van € 1.903,13 bruto, althans € 1.796,26 bruto, ter zake achterstallige vakantietoeslag over de periode juni 2012 t/m mei 2013;
- de wettelijke verhoging ex artikel 7:625 BW;
- de wettelijke rente vanaf de dag van de opeisbaarheid;
- een bedrag van € 838,45, ter zake buitengerechtelijke kosten,
4.beoordeling
5.rechtdoende
opnieuw rechtdoende