ECLI:NL:RBOVE:2014:3249

Rechtbank Overijssel

Datum uitspraak
16 juni 2014
Publicatiedatum
16 juni 2014
Zaaknummer
08/951471-13 en 07-996567-11 (tul)
Instantie
Rechtbank Overijssel
Type
Uitspraak
Rechtsgebied
Strafrecht
Procedures
  • Eerste aanleg - meervoudig
Rechters
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Veroordeling van twee broers wegens handel en opslag van illegaal vuurwerk

Op 16 juni 2014 heeft de Rechtbank Overijssel, zittingsplaats Almelo, uitspraak gedaan in de strafzaak tegen twee broers uit Wierden, die werden beschuldigd van de handel en opslag van grote hoeveelheden illegaal vuurwerk. De rechtbank heeft vastgesteld dat de verdachten op verschillende data professioneel vuurwerk aan derden ter beschikking hebben gesteld en opzettelijk professioneel vuurwerk in hun bezit hadden. De rechtbank heeft de feiten bewezen verklaard, waarbij het gevaar voor omwonenden en de ernst van de overtredingen zwaar hebben meegewogen. De verdachten, die eerder al veroordeeld waren voor soortgelijke feiten, kregen een gevangenisstraf van 18 maanden opgelegd, waarvan 1 jaar voorwaardelijk. De rechtbank oordeelde dat de verdachte niet in aanmerking kwam voor een voorwaardelijke straf, gezien zijn eerdere veroordelingen en het feit dat hij geen lering had getrokken uit zijn verleden. De rechtbank heeft ook de verbeurdverklaring van in beslag genomen geld van €350, dat als handelsgeld werd beschouwd, toegewezen. De uitspraak benadrukt de strenge regels rondom de handel in vuurwerk en de risico's die daarmee gepaard gaan, vooral gezien de eerdere veroordelingen van de verdachte voor vergelijkbare delicten.

Uitspraak

Rechtbank Overijssel

Afdeling Strafrecht
Zittingsplaats Almelo
Parketnummers: 08/951471-13 en 07-996567-11 (tul)
Datum vonnis: 16 juni 2014
Vonnis (promis) op tegenspraak van de rechtbank Overijssel, meervoudige economische kamer voor strafzaken, rechtdoende in de zaak van de officier van justitie tegen:
[verdachte],
geboren op [geboortedatum 1] 1978 in [geboorteplaats 1],
wonende in Wierden,
nu verblijvende in de P.I. Overijssel, Huis van Bewaring de Karelskamp te Almelo.

1.Het onderzoek op de terechtzitting

Dit vonnis is gewezen naar aanleiding van het onderzoek op de openbare terechtzittingen van 10 maart 2014 en 2 juni 2014. De rechtbank heeft kennis genomen van de vordering van de officier van justitie mr. S.T.C. van der Werf en van hetgeen door de verdachte en diens raadsman mr. L. Pieters (op 10 maart 2014) en mr. H.J. Voors, beiden advocaat te Zwolle, naar voren is gebracht.

2.De tenlastelegging

De verdenking komt er, kort en feitelijk weergegeven, op neer dat verdachte:
feit 1 primair:met een ander of alleen opzettelijk één keer of meermalen professioneel vuurwerk aan [naam 1] en aan [naam 2] ter beschikking heeft gesteld, of
feit 1 subsidiair:met een ander of alleen, terwijl hij niet over gespecialiseerde kennis beschikte, opzettelijk één keer of meermalen professioneel vuurwerk aan [naam 1] en [naam 2] ter beschikking heeft gesteld;
feit 2 primair:op 17 december 2013 met een ander of alleen opzettelijk professioneel vuurwerk in zijn bezit had, of
feit 2 subsidiair:op 17 december 2013 met een ander of alleen, terwijl hij niet over gespecialiseerde kennis beschikte, opzettelijk professioneel vuurwerk in zijn bezit had.
Voluit luidt de tenlastelegging aan de verdachte, dat:
1.
hij op (een) nader te noemen data/datum, in/op (een) na te noemen
plaats(en)/gemeente(n), tezamen en in vereniging met anderen of een ander,
althans alleen, meermalen, althans eenmaal, (telkens) opzettelijk, (telkens)
professioneel vuurwerk bestemd voor particulier gebruik, te weten:
A. in of omstreeks de periode van 1 november 2013 tot en met 17 december 2013,
in de gemeente Wierden, althans in Nederland,
- 120 bangers (artikelnummer Spain cracker FDS0016), althans een aantal
bangers (artikelnummer Spain cracker FDS0016) (blz 293 en verder
map 1) en/of
- 5 bangers (artikelnummer Lupo 26), althans een aantal bangers
(artikelnummer Lupo 26) (blz 295 en verder map 1),
(telkens) aan [naam 1], althans aan (een) ander(en), ter beschikking
heeft gesteld;
B. in of omstreeks de periode van 1 oktober 2013 tot en met 8 december 2013,
te [woonplaats 2], in de gemeente Hoogeveen, althans in Nederland,
- 2 shot tubes (artikelnummer Thunder storm LB10002), althans een aantal
shot tubes (artikelnummer Thunder storm LB10002) (blz 377 en verder map 2)
en/of
- 15 bangers (artikelnummer Lupo 26), althans een aantal bangers
(artikelnummer Lupo 26) (blz 454 en verder map 2) en/of
- 285 bangers (artikelnummer Lupo 26), althans een aantal bangers
(artikelnummer Lupo 26) (blz 496 en verder map 2) en/of
- 40 rockets (artikelnummer Zink 2006 U31358), althans een aantal rockets
(artikelnummer Zink 2006 U31358) (blz 455 en verder map 2) en/of
- 179 bangers (artikelnummer Spain cracker FDS0016), althans een aantal
bangers (artikelnummer Spain cracker FDS0016) (blz 497 en verder map 2),
(telkens) aan [naam 2], althans aan (een) ander(en) ter beschikking
heeft gesteld;
ALTHANS, voor zover voor het vorenstaande onder 1 geen veroordeling mocht of zou
kunnen volgen, SUBSIDIAIR, terzake dat
hij op (een) nader te noemen data/datum, in/op, (een) na te noemen
plaats(en)/gemeente(n), tezamen en in vereniging met anderen of een ander,
althans alleen, meermalen, althans eenmaal, (telkens) opzettelijk, (telkens)
als een ander dan een persoon met gespecialiseerde kennis professioneel
vuurwerk, te weten:
A. in of omstreeks de periode van 1 november 2013 tot en met 17 december 2013,
in de gemeente Wierden, althans in Nederland,
- 120 bangers (artikelnummer Spain cracker FDS0016), althans een aantal
bangers (artikelnummer Spain cracker FDS0016) (blz 293 en verder
map 1) en/of
- 5 bangers (artikelnummer Lupo 26), althans een aantal bangers
(artikelnummer Lupo 26) (blz 295 en verder map 1),
(telkens) aan [naam 1], althans aan (een) ander(en) ter beschikking heeft
gesteld;
B. in of omstreeks de periode van 1 oktober 2013 tot en met 8 december 2013,
te [woonplaats 2], in de gemeente Hoogeveen, althans in Nederland,
- 2 shot tubes (artikelnummer Thunder storm LB10002), althans een aantal
shot tubes (artikelnummer Thunder storm LB10002) (blz 377 en verder map 2)
en/of
- 15 bangers (artikelnummer Lupo 26), althans een aantal bangers
(artikelnummer Lupo 26) (blz 454 en verder map 2) en/of
- 285 bangers (artikelnummer Lupo 26), althans een aantal bangers
(artikelnummer Lupo 26) (blz 496 en verder map 2) en/of
- 40 rockets (artikelnummer Zink 2006 U31358), althans een aantal rockets
(artikelnummer Zink 2006 U31358) (blz 455 en verder map 2) en/of
- 179 bangers (artikelnummer Spain cracker FDS0016), althans een aantal
bangers (artikelnummer Spain cracker FDS0016) (blz 497 en verder map 2),
(telkens) aan [naam 2], althans aan (een) ander(en) ter beschikking
heeft gesteld;
2.
hij op of omstreeks 17 december 2013, in de gemeente Wierden, tezamen en in
vereniging met anderen of een ander, althans alleen, opzettelijk,
professioneel vuurwerk bestemd voor particulier gebruik, te weten:
- 1 shot tubes batteries (artikelnummer 5030) (bijlage 1 proces-verbaal van
bevindingen pv-nr 2013087966) en/of
- 330 bangers (artikelnummer Lupo 26), althans een aantal bangers
(artikelnummer Lupo 26) (bijlage 2 proces-verbaal van
bevindingen pv-nr 2013087966 en blz 682 en verder map 2) en/of
- 257 bangers (artikelnummer Lupo 18), althans een aantal bangers
(artikelnummer Lupo 18) (bijlage 2 proces-verbaal van
bevindingen pv-nr 2013087966),
voorhanden heeft gehad;
ALTHANS, voor zover voor het vorenstaande onder 2 geen veroordeling mocht of zou
kunnen volgen, SUBSIDIAIR, terzake dat
hij op of omstreeks 17 december 2013, in de gemeente Wierden, tezamen en in
vereniging met anderen of een ander, althans alleen, opzettelijk, als een
ander dan een persoon met gespecialiseerde kennis professioneel vuurwerk, te
weten:
- 1 shot tubes batteries (artikelnummer 5030) (bijlage 1 proces-verbaal van
bevindingen pv-nr 2013087966) en/of
- 330 bangers (artikelnummer Lupo 26), althans een aantal bangers
(artikelnummer Lupo 26) (bijlage 2 proces-verbaal van
bevindingen pv-nr 2013087966 en blz 682 en verder map 2) en/of
- 257 bangers (artikelnummer Lupo 18), althans een aantal bangers
(artikelnummer Lupo 18) (bijlage 2 proces-verbaal van bevindingen pv-nr
2013087966),
voorhanden heeft gehad.

3.De vordering van de officier van justitie

De officier van justitie heeft gevorderd dat verdachte voor het onder 1 primair en 2 primair tenlastegelegde wordt veroordeeld tot een onvoorwaardelijke gevangenisstraf van 18 maanden, terwijl zij persisteert bij de vordering tenuitvoerlegging van een eerder opgelegde voorwaardelijke gevangenisstraf van 12 maanden. Voorts vordert de officier van justitie dat het in beslag genomen geld wordt verbeurd verklaard.

4.De voorvragen

De rechtbank heeft vastgesteld dat de dagvaarding geldig is, dat zij bevoegd is tot kennisneming van deze zaak, dat de officier van justitie ontvankelijk is in de vervolging en dat er geen redenen zijn voor schorsing van de vervolging.

5.De beoordeling van het bewijs

Deze paragraaf bevat het oordeel van de rechtbank over de vraag of de tenlastegelegde feiten bewezenverklaard kunnen worden of dat daarvan moet worden vrijgesproken. In het geval de rechtbank tot een bewezenverklaring komt, steunt de beslissing dat verdachte de feiten heeft begaan op de inhoud van bewijsmiddelen die als bijlage aan het vonnis zijn gehecht en daarvan op die wijze deel uitmaken. Deze bewijsmiddelen bevatten dan de redengevende feiten en omstandigheden op grond waarvan de rechtbank de overtuiging heeft gekregen dat verdachte het tenlastegelegde heeft begaan.
5.1
De feiten die niet ter discussie staan
De rechtbank constateert dat de onderstaande feiten bij de behandeling van de zaak op de terechtzitting niet ter discussie hebben gestaan.
Feit 1 primair:
In de periode van 1 november 2013 tot en met 17 december 2013 heeft verdachte in Nederland divers professioneel vuurwerk aan [naam 1] en aan [naam 2] ter beschikking gesteld.
Feit 2 primair:
op 17 december 2013 heeft verdachte in de gemeente Wierden opzettelijk divers
professioneel vuurwerk in zijn bezit gehad.
5.2
De standpunten van de officier van justitie en de verdediging
Volgens de officier van justitie heeft verdachte tegenover de politie verklaard over de betrokkenheid van zijn broer [medeverdachte], welke verklaring is opgenomen in een proces-verbaal van bevindingen en welk proces-verbaal een wettig bewijsmiddel vormt. De afnemers [naam 1] en [naam 3] spreken over twee mannen van wie zij vuurwerk hebben gekocht, waarbij met name [naam 3] een zodanig gedetailleerde beschrijving van de verkopers geeft, dat daaruit begrepen moet worden dat het om verdachte en zijn broer gaat. Er is dus sprake van medeplegen.
De verdediging sluit zich aan bij het door de raadsman van de medeverdachte gevoerde verweer en concludeert dat om die reden verdachte dient te worden vrijgesproken van het medeplegen.
5.3
De bewijsoverwegingen van de rechtbank
Uit de vaste jurisprudentie van de Hoge Raad volgt dat indien de verdediging een beroep doet op schending van een vormverzuim als bedoeld in artikel 359a van het Wetboek van Strafvordering (Sv) van de verdediging verwacht mag worden dat duidelijk en gemotiveerd aan de hand van de factoren genoemd in het tweede lid van dat artikel wordt aangegeven tot welk in artikel 359a Sv omschreven rechtsgevolg dit dient te leiden. Alleen op een zodanig verweer is de rechter gehouden een met redenen omklede beslissing te geven. De rechtbank is van oordeel dat de enkele verwijzing van de raadsman naar hetgeen de raadsman in de zaak van de medeverdachte heeft aangevoerd niet voldoet aan deze eisen.
De rechtbank is bovendien van oordeel dat er naast het genoemde proces-verbaal van bevindingen wettig en overtuigend bewijs is dat er sprake is van medeplegen. Dat volgt uit de verklaring van de afnemers [naam 3], die verdachte en zijn broer gedetailleerd beschrijft, en [naam 1] die ook verklaart over twee mannen van wie hij vuurwerk betrok. Voorts verklaarde de verhuurder van de garagebox waarin het vuurwerk is gevonden dat hij deze aan twee mannen verhuurde, terwijl bij zowel verdachte als bij zijn broer [medeverdachte] een sleutel van die garage is aangetroffen. Tenslotte bevinden zich er tapgesprekken in het dossier waarin [medeverdachte] verklaart bepaalde soorten vuurwerk uit Polen te halen en mededeelt, dat verdachte dat vuurwerk zou afleveren aan de afnemers.
5.4
De conclusie
De rechtbank is door de inhoud van de wettige bewijsmiddelen tot de overtuiging gekomen, dat de verdachte het onder 1 primair en 2 primair tenlastegelegde heeft begaan, met dien verstande dat:
1.
hij tezamen en in vereniging met een ander, meermalen telkens opzettelijk
professioneel vuurwerk bestemd voor particulier gebruik, te weten:
A. in de periode van 1 november 2013 tot en met 17 december 2013,
in Nederland,
- 120 bangers (artikelnummer Spain cracker FDS0016), en
- 5 bangers (artikelnummer Lupo 26),
aan [naam 1] ter beschikking heeft gesteld;
B. in de periode van 1 oktober 2013 tot en met 8 december 2013, in Nederland,
- 2 shot tubes (artikelnummer Thunder storm LB10002
en
- 15 bangers (artikelnummer Lupo 26) en
- 285 bangers (artikelnummer Lupo 26) en
- 40 rockets (artikelnummer Zink 2006 U31358) en
- 179 bangers (artikelnummer Spain cracker FDS0016),
aan [naam 2] ter beschikking heeft gesteld;
2.
hij op 17 december 2013, in de gemeente Wierden, tezamen en in
vereniging met een ander, opzettelijk professioneel vuurwerk bestemd voor particulier gebruik, te weten:
- 1 shot tubes batteries (artikelnummer 5030)
en
- 330 bangers (artikelnummer Lupo 26) en
- 257 bangers (artikelnummer Lupo 18),
voorhanden heeft gehad.
De rechtbank heeft de eventueel in de tenlastelegging voorkomende schrijffouten verbeterd in de bewezenverklaring. Verdachte wordt hierdoor niet in zijn verdediging geschaad.
De rechtbank acht niet bewezen wat aan de verdachte onder 1 primair en 2 primair meer of anders is tenlastegelegd, zodat zij hem daarvan zal vrijspreken.

6.De strafbaarheid van het bewezenverklaarde

Het bewezenverklaarde is strafbaar gesteld bij de artikelen 1.2.2. lid 2 en 1.2.2. lid 3 van het Vuurwerkbesluit, artikel 9.2.2.1 van de Wet milieubeheer en de artikelen 1a, 2 en 6 van de Wet op de economische delicten, zoals deze artikelen luidden ten tijde van het bewezenverklaarde, alsmede artikel 27 van het Wetboek van Strafrecht (Sr.).
Er zijn geen feiten of omstandigheden aannemelijk geworden die de strafbaarheid van de feiten uitsluiten. Het bewezenverklaarde levert op:
feit 1 primair en feit 2 primair:
telkens het misdrijf: medeplegen van overtreding van een voorschrift, gesteld krachtens artikel 9.2.2.1 van de Wet milieubeheer, opzettelijk begaan.

7.De strafbaarheid van de verdachte

Er zijn geen feiten of omstandigheden aannemelijk geworden die de strafbaarheid van verdachte uitsluiten. De rechtbank oordeelt daarom dat verdachte strafbaar is voor de bewezenverklaarde feiten.

8.De op te leggen straf of maatregel

8.1
De gronden voor een straf of maatregel
8.2
De standpunten van de officier van justitie en de verdediging
De officier van justitie neemt als uitgangspunt voor haar eis de richtlijnen strafvordering van het Openbaar Ministerie, waarbij zij met name rekening houdt met het aantal verhandelde en in beslag genomen bangers, zijnde zwaar en gevaarlijk vuurwerk. Zij neemt voorts in aanmerking dat verdachte vaker is veroordeeld voor het bezit van illegaal vuurwerk en rekent het hem ernstig aan dat hij daaruit geen lering heeft getrokken, integendeel, hij blijft maar doorgaan met het kopen en verhandelen van illegaal vuurwerk. Volgens de officier van justitie is niet gebleken dat er een verband bestaat tussen de posttraumatische stressstoornis waaraan verdachte als gevolg van zijn uitzending naar Bosnië lijdt en het illegale bezit en de handel in vuurwerk. De officier van justitie is verder van mening dat verdachte zelf verantwoordelijk is voor de behandeling van zijn trauma zodat daarmee in het kader van de strafoplegging geen rekening kan worden gehouden.
Volgens de verdediging is er wel degelijk een verband tussen de belangstelling van verdachte voor vuurwerk en de traumatische stressstoornis waaraan hij lijdt, nadat hij als militair twee keer is uitgezonden naar Bosnië. Dat leidt ertoe dat verdachte verminderd toerekeningsvatbaar is. Dat in het psychologisch rapport die conclusie niet is getrokken houdt verband met het feit dat verdachte zich beriep op zijn zwijgrecht. De raadsman heeft ter zitting medische informatie over verdachte overgelegd, afkomstig van de GGZ Drenthe, waar verdachte participeert in het GB Veteranenproject. Daaruit blijkt dat verdachte aan het begin staat van zijn behandeling voor traumaverwerking. Vanwege zijn detentie gaat het slecht met verdachte en herbeleeft hij zijn trauma’s. Door vuurwerk te verstrekken en af te steken voelde hij zich geapprecieerd en dat gaf hem een goed gevoel. Voorts wijst de raadsman erop dat de broer van verdachte niet gedetineerd is, wat de raadsman onbegrijpelijk vindt. De raadsman meent dat verdachte het meest gebaat is bij een ambulant klinische behandeling en een werkstraf. Verdachte is bereid deze werkstraf te verrichten. De raadsman verzoekt tenslotte verdachte op vrije voeten te stellen.
8.3
Het oordeel van de rechtbank
Bij de strafoplegging houdt de rechtbank rekening met de aard en de ernst van de gepleegde feiten, de omstandigheden waaronder deze zijn begaan en de persoon van de verdachte zoals die uit het dossier en tijdens de behandeling ter terechtzitting naar voren zijn gekomen. Ook neemt de rechtbank de volgende factoren in aanmerking.
Verdachte heeft als particulier grote hoeveelheden illegaal vuurwerk, zijnde 604 stuks (flash)bangers, 2 shot tubes (mortierbommen) en 40 rockets (lawinepijlen) ingekocht, verkocht en geleverd aan andere particulieren.
Hij heeft voorts 1 shot tubes (mortierbommen) batteries en 587 (flash)bangers voorhanden gehad, die verdachte in een (mede) door hem gehuurde garagebox had opgeslagen. Buiten discussie staat dat deze partij vuurwerk een handelsvoorraad betreft.
Er gelden strenge regels met betrekking tot het voorhanden hebben van en de handel in vuurwerk. Deze regels zijn opgesteld met het doel om letsel aan personen en materiële schade door het gebruik van vuurwerk zoveel mogelijk te voorkomen. Het vuurwerk dat verdachte heeft geleverd en voorhanden heeft gehad voldeed niet aan de Nederlandse vuurwerkvoorschriften. Zo was het vuurwerk niet voorzien van een gebruiksaanwijzing met aanwijzingen en waarschuwingen en een gedeelte van het vuurwerk had een veel zwaardere lading dan is toegestaan voor consumentenvuurwerk. Dergelijk vuurwerk in handen van consumenten, is gevaarlijk en veroorzaakt niet zelden letsel en materiële schade. Soms zijn er onder de afnemers en/of omstanders zelfs dodelijke slachtoffers te betreuren. In casu was het potentiële gevaar voor omwonenden en andere gebruikers van de garagebox aanzienlijk, nu de omgeving en de garage niet geschikt en ingericht zijn voor het opslaan van dit zeer gevaarlijke vuurwerk. Verdachte zou van deze gevaren doordrongen moeten zijn, aangezien hij blijkens het uittreksel uit de Justitiële Documentatie van 9 april 2014 nota bene onder meer in 2012 en in 2013 is veroordeeld voor het bezit van illegaal vuurwerk. Blijkbaar hebben de in die veroordelingen besloten liggende waarschuwingen verdachte er niet van weerhouden om zich opnieuw met verboden, zwaar vuurwerk in te laten, waarbij hij er wederom niet voor terugdeinst zichzelf en anderen aan grote gevaren bloot te stellen, wat hem zwaar valt aan te rekenen.
Het is triest dat verdachte gebukt gaat onder zijn in zijn Bosnië-periode opgedane trauma. Dat neemt echter niet weg dat het op zijn had weg gelegen om eerder hulp te zoeken in plaats van zijn gevaarzettende activiteiten te continueren, wetende dat hij daarmee de kans liep in detentie te raken. Er zijn overigens talloze – minder voor de omgeving gevaarlijke – sociale activiteiten denkbaar die verdachte de nodige waardering en afleiding hadden kunnen opleveren. Over de toerekenbaarheid van verdachte heeft de rapporterende psycholoog mr. drs. Sterk zich in zijn rapport van 5 maart 2014 niet kunnen uitlaten, aangezien verdachte zich op zijn zwijgerecht beriep.
Dhr. J. de Boer van Tactus verslavingszorg heeft laatstelijk op 27 mei 2014 over verdachte gerapporteerd. Daarin wordt geadviseerd om verdachte een (gedeeltelijk) voorwaardelijke straf op te leggen, met als bijzondere voorwaarden dat verdachte zich houdt aan de aanwijzingen van de reclassering, een locatiegebod en een ambulante behandeling voor zijn psychische problematiek door GGZ-Assen of een soortgelijke ambulante forensische zorg.
Gelet op vorenstaande feiten en omstandigheden, in onderling verband en samenhang bezien, is de rechtbank met de officier van justitie van oordeel dat verdachte een gevangenisstraf van na te melden duur dient te worden opgelegd. Anders dan geadviseerd door de reclassering oordeelt de rechtbank dat er, gelet op de recent opgelegde langdurige voorwaardelijke straffen voor soortgelijke delicten als de onderhavige, geen termen aanwezig zijn om verdachte opnieuw een voorwaardelijke straf op te leggen. Gebleken is immers dat eerder in de vorm van voorwaardelijke straffen gegeven waarschuwingen verdachte er niet van hebben weerhouden opnieuw strafbare feiten te plegen.
8.4
De inbeslaggenomen voorwerpen
De officier van justitie vordert dat het in beslag genomen geld (€ 350,--) wordt verbeurd verklaard aangezien het handelsgeld betreft, verdient met het illegale vuurwerk.
De verdediging heeft daartegen geen bezwaar aangevoerd.
De rechtbank overweegt dat het onder verdachte inbeslaggenomen geldbedrag van
€ 350,--vatbaar is voor verbeurdverklaring, aangezien dat geld aan verdachte toebehoort en dat door middel van het strafbare feit onder 1 primair is verkregen.
Bij de verbeurdverklaring heeft de rechtbank op de voet van artikel 24 van het Wetboek van Strafrecht rekening gehouden met de draagkracht van verdachte.

9.De vordering tenuitvoerlegging

De standpunten van de officier van justitie en van de verdediging

De officier van justitie heeft de tenuitvoerlegging gevorderd van de gevangenisstraf van 12 maanden die de meervoudige economische strafkamer van de rechtbank te Zwolle bij vonnis van 11 december 2012 aan verdachte voorwaardelijk heeft opgelegd. Dat geen tenuitvoerlegging is gevorderd met betrekking tot [medeverdachte], die destijds medeverdachte was, houdt verband met de geringere voorwaardelijke straf die destijds aan [medeverdachte] is opgelegd, zijnde zes maanden.
De verdediging van verdachte verzet zich tegen deze tenuitvoerlegging, daartoe zakelijk weergegeven aanvoerende dat het onrechtvaardig is dat de officier van justitie met betrekking tot de medeverdachte – de broer van verdachte – geen vordering tenuitvoerlegging heeft gevorderd, terwijl deze verdachte door dezelfde rechtbank tegelijkertijd een bijna gelijkluidende straf kreeg opgelegd. Subsidiair vraagt de raadsman om de proeftijd te verlengen met een jaar.
Het oordeel van de rechtbank
De rechtbank is van oordeel dat die vordering moet worden toegewezen. Het is immers gebleken dat verdachte zich voor het einde van de proeftijd meermalen aan een nieuw strafbaar feit heeft schuldig gemaakt, terwijl hij wist, althans behoorde te weten dat hem een forse voorwaardelijke gevangenisstraf boven het hoofd hing. Aangezien het om een soort gelijk feitencomplex gaat als waarvoor hij destijds is veroordeeld tot onder meer deze voorwaardelijke straf, ligt het evenmin in de rede de proeftijd te verlengen. Dat de officier van justitie er voor gekozen heeft geen vordering tenuitvoerlegging met betrekking tot de medeverdachte [medeverdachte] in te dienen is opmerkelijk, maar doet niets af aan voorgaande overwegingen.

10.De toegepaste wettelijke voorschriften

De hierna te nemen beslissing berust op de hiervoor genoemde wetsartikelen. Daarnaast berust deze beslissing op de artikelen 10, 14g, 14h, 14i, 14j, 27, 33, 33a, 57 en 91 Sr.

11.De beslissing

De rechtbank:
vrijspraak/bewezenverklaring
  • verklaart bewezen, dat verdachte het onder 1 primair en 2 primair tenlastegelegde heeft begaan, zoals hierboven omschreven;
  • verklaart niet bewezen wat aan verdachte onder 1 primair en 2 primair meer of anders is tenlastegelegd en spreekt hem daarvan vrij;
strafbaarheid
- verklaart het bewezenverklaarde strafbaar;
verklaart dat het bewezenverklaarde de volgende strafbare feiten oplevert:
feit 1 primair en feit 2 primair:telkens het misdrijf: medeplegen van overtreding van een voorschrift, strafbaar gesteld krachtens artikel 9.2.2.1 van de Wet milieubeheer, opzettelijk begaan;
- verklaart verdachte strafbaar voor het onder 1 primair en 2 primair bewezenverklaarde;
straf
  • veroordeelt verdachte tot een
  • bepaalt dat de tijd die de veroordeelde voor de tenuitvoerlegging van deze uitspraak in verzekering en voorlopige hechtenis heeft doorgebracht, bij de uitvoering van de gevangenisstraf geheel in mindering zal worden gebracht;

de inbeslaggenomen voorwerpen

- verklaart verbeurd een geldbedrag van € 350,--;
tenuitvoerlegging vonnis met parketnummer 07-996567-11
- gelast de
tenuitvoerleggingvan de straf, voor zover voorwaardelijk opgelegd bij vonnis van de meervoudige economische strafkamer van de rechtbank Zwolle van 11 december 2012, te weten van
twaalf (12) maanden gevangenisstraf.
Dit vonnis is gewezen door mr. H. Bloebaum, voorzitter, mr. A.A.J. Lemain en
mr. S.K. Huisman, rechters, in tegenwoordigheid van E.P. Endlich, griffier, en is in het openbaar uitgesproken op 16 juni 2014.
Buiten staat
Mr. Lemain is niet in de gelegenheid dit vonnis mede te ondertekenen.
Bijlage bewijsmiddelen
Leeswijzer
Deze bijlage maakt deel uit van het vonnis en bevat de bewijsmiddelen.
Wanneer hierna wordt verwezen naar dossierpagina’s, zijn dit bladzijden uit het dossier van de regiopolitie Oost-Nederland, district IJsselland, Team Milieu, Onderzoek 03MIL 13010 (een tweetal ordners, te weten Map 1 en Map 2. Tenzij hieronder anders wordt vermeld, wordt steeds verwezen naar bladzijden van een in de wettelijke vorm, door daartoe bevoegde personen, opgemaakt proces-verbaal.
Feit 1 primair:
1.
Een proces-verbaal van bevindingen van [verbalisant], brigadier, (Map 2, blz. 584 tem. 586), zakelijk weergegeven inhoudende:
Op 20 januari 2014 had ik een gesprek met [verdachte]. Hij vertelde in 2013 weer te zijn begonnen met de handel in vuurwerk. Op internet had hij een advertentie geplaatst waarin hij grote hoeveelheden vuurwerk te koop vroeg. Samen met zijn broer [medeverdachte] is [verdachte] in november 2013 naar Polen en in december 2013 naar Tsjechië gegaan om vuurwerk te halen. Vuurwerk dat door mensen was besteld werd in de garagebox aan de [adres 1] gelegd. [verdachte] is in contact gekomen met een jongen uit [woonplaats 2]. [verdachte] heeft bij die jongen twee keer vuurwerk afgeleverd, te weten nitraten, lupo’s, cobra’s en 100 lawinepijlen verkocht.
2.
Een proces-verbaal van verhoor van [naam 3] (Map 1, blz. 207 tem. 209), zakelijk weergegeven inhoudende:
In november 2013 reden [naam 1] en ik naar Rijssen voor het kopen van vuurwerk. Er kwamen twee mannen aanrijden. De eerste man was erg lang en dik met een kaal hoofd, blank, het was een broer van de tweede man: die had een erg dik postuur, lengte 1.75, klein beetje zwart haar. We konden achter hun aanrijden en kwamen in Wierden uit. We stopten voor een woning en daar stond een Opel Vectra, stationmodel. Het was de auto van de kleine man. Beide mannen pakten een karton vuurwerk uit de Opel en laadden deze in onze kofferbak. Ik heb toen twee kartonnen FP3 gekocht. [naam 1] en ik reden naar [naam 1] woning in Nieuwleusen waar het in zijn woning werd gelegd. [naam 1] heeft ook vuurwerk bij deze twee mannen uit Wierden gekocht.
3.
Een proces-verbaal van verhoor van [naam 1] van 21 december 2012, (Map 1, blz. 268 tem. 271), zakelijk weergegeven inhoudende:
Het vuurwerk dat in mijn woning is aangetroffen heb ik vorige week, ongeveer twee weken geleden met [naam 3] gekocht in Wierden. Ik betaalde aan een stevige man, kort haar, en een andere man, fors van postuur en kort haar. Ik heb drie keer met [naam 3], te weten ongeveer drie weken geleden, daarna twee weken geleden en vorige week, vuurwerk van hen gekocht. Ik kocht nitraten, Flowerbeds en Spanish Crackers.
4.
Het relaas-proces-verbaal, opgemaakt door de hierboven genoemde brigadier [verbalisant], met op bladzijde 14, zakelijk weergeven:
Naar aanleiding van de verklaring van [naam 3] werd op 20 december 2013 in de woning van [naam 1] 125 bangers lijst III aangetroffen. Op pagina 281 t/m 327 zie proces-verbaal van onderzoek aan inbeslaggenomen vuurwerk.
5.
Het proces-verbaal van onderzoek aan inbeslaggenomen vuurwerk, opgesteld door brigadier [verbalisant] (Map 1, blz. 281 tem. 296), zakelijk weergegeven inhoudende:
In deze partij waren 125 stuks vuurwerk die onder lijst II vallen, te weten 125 stuks Bangers. 120 daarvan: Spain cracker (vlinder), lijst III, (blz. 293) en 5 Lupo 26 (blz. 295). Van dit proces-verbaal maken onder meer deel uit de deskundigenrapportage 2013.02.14.097 en 2011.10.31.042.
6.
Een rapport van het Nederlands Forensisch Instituut getiteld “Explosievenonderzoek naar aanleiding van het aantreffen van betwist vuurwerk”, op 8 maart 2013 opgesteld door J.J. de Vries (Map 1, blz. 297 tem. 306) , zakelijk weergegeven inhoudende:
Het onderzoeksmateriaal, omschreven als: “
Banger: “Lupo 26, NEM 25,1 gram”, betreft professioneel vuurwerk en zijn niet door de minister vermeld in bijlage I of II van de RACT en is dus geen aangewezen voorwerk dat ter beschikking mag worden gesteld voor particulier gebruik. Dergelijke vuurwerkartikelen kan massa-explosief reageren, waardoor de kans wordt vergroot waar binnen de kans bestaat op letsel en schade in de omgeving van de explosie.
7.
Een rapport van het Nederlands Forensisch Instituut getiteld “Explosievenonderzoek naar aanleiding van het aantreffen van betwist vuurwerk”, op 7 december 2011 opgesteld door G.M.M. Wigbold (Map 1, blz. 307 tem. 318) , zakelijk weergegeven inhoudende:
Het onderzoeksmateriaal, omschreven als: “
vlinders bruin”, onder meer voorzien van de opdruk “Spain Cracker”, zijn niet door de minister vermeld in bijlage I of II van de RACT. Het is dus geen vuurwerk dat ter beschikking mag worden gesteld door particulier gebruik. De vervoersclassificatie 1.1 betekend dat het stoffen of voorwerpen betreffen die massa-explosief kunnen reageren. Een dergelijke explosie kan, afhankelijk van het aantal bij elkaar verpakte exemplaren, grote schade en ernstig letsel veroorzaken.
8.
Het proces-verbaal van verhoor van [naam 2], wonende te [woonplaats 2], (blz. 23 tem. 26), zakelijk weergegeven inhoudende:
Ik heb in 2013 drie keer ingekocht bij een persoon die zich [bijnaam] noemende. De eerste keer was rond 3 oktober 2013. Dat waren twee dozen FP nitraten. De tweede keer kort van 12 november heb ik acht dozen Fp netraten besteld en een doos lawinepijlen. De derde bestelling heb ik ontvangen op 8 december 2013, deze bestond uit nitraten, lupo’s 26 en een doos Spain crackers. Ik bestelde ze via internet en kreeg deze thuis bezorgd.
9.
Het proces-verbaal van verhoor van [naam 2] (blz. 42), zakelijk weergegeven inhoudende:
Ik sprak over een persoon genaamd [bijnaam] die mij vuurwerk leverde. U laat mij een foto zien van de man die ik [bijnaam] noem. Hij bracht mij het vuurwerk in een Opel stationwagen op de data en de soorten waarover ik eerder verklaard heb.
Bij het proces-verbaal is gevoegd: 1) een afbeelding van een manspersoon (blz. 44).
10.
Het relaas-proces-verbaal, opgemaakt door de hierboven genoemde brigadier [verbalisant], met op bladzijde 16, zakelijk weergeven inhoudende:
Bij [naam 2] is vuurwerk in beslaggenomen, onderzocht en geclassificeerd. Zie proces-verbaal van onderzoek aan inbeslaggenomen vuurwerk pagina 370 tem. 528.
11.
Het proces-verbaal van onderzoek aan inbeslaggenomen vuurwerk, opgesteld door [verbalisant] (blz. 370 tem. 497), zakelijk weergegeven inhoudende:
Uit onderzoek van het inbeslaggenomen vuurwerk bleek het volgende: 2 shot tubes (mortierbommen) (blz. 377), 15 bangers Lupo 26 (blz. 454), 40 rockets (lawinepijl) (blz. 455), 285 bangers Lupo 26 (blz. 496), 179 bangers Spain Cracker (blz. 497).
12.
Een rapport van het Nederlands Forensisch Instituut getiteld “Explosievenonderzoek naar aanleiding van het aantreffen van betwist vuurwerk”, op 6 juni 2013 opgesteld door J. van der Lee (blz. 381 tem. 389) , zakelijk weergegeven inhoudende:
Het onderzoeksmateriaal, in te delen in de categorie “
flash bangers”, is een categorie vuurwerk die door de minister niet is aangewezen als vuurwerk dat ter beschikking mag worden gesteld door particulier gebruik en worden dus niet in de RACT genoemd.
Het onderzoeksmateriaal is geen consumentenvuurwerk.
13.
Een rapport van het Nederlands Forensisch Instituut getiteld “Explosievenonderzoek naar aanleiding van het aantreffen van betwist vuurwerk”, op 6 juni 2013 opgesteld door J.J. de Vries (blz. 395 tem. 407) , zakelijk weergegeven inhoudende:
Het onderzoeksmateriaal, omschreven als: “
Shells Thunder Storm”, betreft professioneel vuurwerk en is niet door de minister aangewezen als vuurwerk dat ter beschikking mag worden gesteld voor particulier gebruik en worden dus niet in de RACT genoemd. Dergelijke vuurwerkartikelen kan massa-explosief reageren, waardoor de kans wordt vergroot waar binnen de kans bestaat op letsel en schade in de omgeving van de explosie.
14.
Een rapport van het Nederlands Forensisch Instituut getiteld “Explosievenonderzoek naar aanleiding van het aantreffen van betwist vuurwerk”, op 8 maart 2013 opgesteld door J.J. de Vries (blz. 457 tem. 466) , zakelijk weergegeven inhoudende:
Het onderzoeksmateriaal, omschreven als: “
Banger: “Lupo 26, NEM 25,1 gram”, betreft professioneel vuurwerk en zijn niet door de minister vermeld in bijlage I of II van de RACT en is dus geen aangewezen voorwerk dat ter beschikking mag worden gesteld voor particulier gebruik. Dergelijke vuurwerkartikelen kan massa-explosief reageren, waardoor de kans wordt vergroot waar binnen de kans bestaat op letsel en schade in de omgeving van de explosie.
Feit 2 primair:
15.
Het proces-verbaal van verhoor eigenaar garagebox Wierden, opgesteld door brigadier [verbalisant] (blz. 550 en 551), zakelijk weergegeven inhoudende als verklaring van [naam 4]:
Ik ben eigenaar van de garagebox aan [adres 1] (kadasterkaartnummer [kadasternummer]) in Wierden. Deze box heb ik ongeveer een half tot driekwart jaar geleden voor 27 december 2013 verhuurd aan twee personen uit Wierden. Eén van de mannen is groot, lang en gezet. De sleutel van de box heb ik afgegeven aan één van de mannen aan het adres [adres 2], [telefoonnummer 1]. Toen ik de box verhuurde was deze leeg.
16.
Het proces-verbaal van bevindingen Sleutel Garagebox, opgesteld door verbalisanten [verbalisant] en [verbalisant] (blz. 72), zakelijk weergegeven inhoudende:
Op 19 december 2013 werd bij de fouillering van de verdachte [medeverdachte], geboren te [geboorteplaats 2] op [geboortedatum 2] 1974, wonende te [woonplaats 1], twee sleutels aangetroffen. Deze sleutels werden vergeleken met de sleutels uit de fouillering van de aangehouden verdachte [verdachte], geboren te [geboorteplaats 1] op [geboortedatum 1] 1978, wonende te [adres 2]. Eén sleutel van [medeverdachte] was soortgelijk aan de garageboxsleutel uit de fouillering van [verdachte]. De sleutel die bij [medeverdachte] was gevonden paste op het slot van de garagedeur van de garagebox waarin het professionele vuurwerk was aangetroffen. Hieruit blijkt dat zowel [medeverdachte] als [verdachte] toegang hebben tot de garagebox.
17.
Een proces-verbaal van bevindingen van [verbalisant], brigadier, (Map 2, blz. 584 tem. 586), zakelijk weergegeven inhoudende:
Op 20 januari 2014 had ik een gesprek met [verdachte]. Hij vertelde in 2013 weer te zijn begonnen met de handel in vuurwerk. [verdachte] verklaarde dat het vuurwerk dat in de garagebox aan de [adres 1] lag, vuurwerk was dat door mensen was besteld. Samen met onder meer ene [naam 5] heeft hij vuurwerk gekocht en verkocht.
18.
Het proces-verbaal van doorzoeking garagebox [adres 1] te Wierden van verbalisant [verbalisant] (blz. 645 en 646), zakelijk weergegeven inhoudende:
Op 17 december 2013 vond een doorzoeking plaats in een garagebox aan de [adres 1] te Wierden. De betrof de derde garagebox in een serie. De toegang werd verschaft met een sleutel die werd aangetroffen in de fouillering van de verdachte [verdachte]. Nadat ik deze garagebox had geopend zag ik diverse en gedeeltelijk geopende (vuurwerk)dozen op de grond staan. In deze dozen zaten diverse kleinere dozen met hierin diverse soorten vuurwerk. Ook zag ik op de grond vuurwerkdozen staan, zogenaamde cakeboxen. In de gedeeltelijk openstaande deuren en lades van de buffetkast zag ik eveneens een aantal doosjes met hierin vuurwerk van diverse soorten en enkele losse stukken vuurwerk. Het aanwezig vuurwerk werd inbeslaggenomen.
19.
Een bij voornoemd (onder 18.) proces-verbaal gevoegde “lijst van inbeslaggenomen goederen” (blz. 655), zakelijk weergegeven inhoudende:
Behoort bij object garagebox [adres 1] te Wierden. Omschrijving goederen: vuurwerk met een gewicht van ongeveer 89 kilogram bestaande uit cakeboxen, nitraten, cobra’s, een rocket en Dumbums.
20.
Een (separaat) proces-verbaal van bevindingen, d.d. 6 februari 2014 opgesteld door brigadier [verbalisant], zakelijk weergegeven inhoudende:
Uit waarneming/onderzoek aan het vuurwerk bleek mij van 1 shot tube batteries (flowerbed), met een gewicht van 21 kg, 330 bangers Lupo 26, 257 bangers Lupo 18. Door het NFI is een deskundigenverklaring Flowerbeds opgemaakt, waarin gesteld wordt dat flowerbeds boven de 12,5 kg niet meer aan het criterium van max 500 gram voldoen.
21.
Een (separaat) proces-verbaal van bevindingen onderzoek Lupo 18, d.d. 21 februari 2014 opgesteld door brigadier [verbalisant], met als bijlage, zakelijk weergegeven, een rapport van het Nederlands Forensisch Instituut getiteld “Explosievenonderzoek naar aanleiding van het aantreffen van betwist vuurwerk”, op 20 februari 2014 opgesteld door H. Doesberg , zakelijk weergegeven inhoudende:
Het onderzoeksmateriaal, omschreven als: 1 doos a 20 stuks “
Lupo 18” banger, 21 gram NEM, kan worden aangemerkt als professioneel vuurwerk. Als knalvuurwerk zoals het onderzoeksmateriaal tot ontploffing komt, ontstaat gevaar voor ernstig lichamelijk letsel tot mogelijk fataal letsel. Tevens ontstaat gevaar voor schade aan goederen.
22.
Het proces-verbaal van bevindingen onderzoek Samsung telefoon, opgemaakt door brigadier [verbalisant] (blz. 88 en 89), zakelijk weergegeven inhoudende:
Op 17 december 2013 is verdachte [verdachte], geboren op [geboortedatum 1] 1978 te [geboorteplaats 1], door de politie Twente aangehouden. Onder hem werd een mobiele telefoon aangetroffen en in beslag genomen. Op de gegevens uit die telefoon werden berichten aangetroffen. Diverse gegevens en berichten staan vermeld in de bijlagen.
23.
Als bijlage bij voornoemd (onder 22.) gevoegd tapgesprek op 12 december 2013 (blz. 189 tem. 191), inkomend van [telefoonnummer 2] aan [telefoonnummer 3], zakelijk weergegeven inhoudende:
[Voorletter medeverdachte]= [medeverdachte] [Voorletter naam 3] = [naam 3].
[Voorletter naam 3]: Met [naam 3]. (…) Wat heb je morgenavond? (…) Wat ga je halen dan?
[Voorletter medeverdachte]: FP3, 84 shots Mix Kalibers, Tinaium Salute pijpen, DumBum.
[Voorletter naam 3]: (…) Maar je gaat morgen naar Polen en bent ook alweer terug die avond?
[Voorletter medeverdachte]: Ja morgenavond zijn wij terug.
Telefoon wordt door [medeverdachte] overgegeven aan andere manspersoon, de komt aan de lijn en klinkt als [verdachte].
[Voorletter naam 3]: Ik hoorde dat jullie morgen gingen ophalen, dus. Maar kunnen jullie ook Color Salute meenemen nog?
[Voorletter verdachte]: Jawel.
[Voorletter naam 3]: (…) En weet je ook zo de prijs?
[Voorletter verdachte]: Ik denk dat het dezelfde prijs is als de Dumbum.(….)
[Voorletter naam 3]: (…) En morgenavond zouden we dus eh wel de hele partij kunnen ophalen?
[Voorletter verdachte]: Ja dat denk ik wel.
24.
Een proces-verbaal stemherkenning, opgemaakt door brigadier [verbalisant] (blz. 532), zakelijk weergegeven inhoudende:
Gelet op stemgebruik, taalgebruik, stemhoogte en intonatie van de gebruiker van het telefoonnummer [telefoonnummer 3] herken ik, verbalisant, vermoedelijk de stem van [verdachte], wonende [adres 2]. Genoemde persoon is in 2011 en in 2012 meerdere malen door mij als verdachte gehoord.