ECLI:NL:RBOVE:2014:3247

Rechtbank Overijssel

Datum uitspraak
16 juni 2014
Publicatiedatum
16 juni 2014
Zaaknummer
08/950768-13
Instantie
Rechtbank Overijssel
Type
Uitspraak
Rechtsgebied
Strafrecht
Procedures
  • Eerste aanleg - meervoudig
Rechters
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Veroordeling voor plofkraak en wapenbezit met vrijspraak voor gewapende overvallen

Op 16 juni 2014 heeft de Rechtbank Overijssel uitspraak gedaan in de zaak tegen een verdachte die werd beschuldigd van meerdere misdrijven, waaronder het opblazen van een geldautomaat en het bezit van wapens. De rechtbank heeft de verdachte veroordeeld tot een gevangenisstraf van 2 jaar en 6 maanden voor het opblazen van de geldautomaat en het bezit van een luchtdrukgeweer en een gasrevolver. De verdachte werd echter vrijgesproken van de beschuldigingen van het plegen van twee gewapende overvallen en witwassen. De rechtbank oordeelde dat er onvoldoende bewijs was om de verdachte te veroordelen voor deze feiten. De zaak kwam voor de rechtbank na een openbare terechtzitting op 20 mei 2014, waar de officier van justitie mr. H.C.C. Berendsen de vordering indiende. De rechtbank heeft vastgesteld dat de dagvaarding geldig was en dat zij bevoegd was om de zaak te behandelen. De verdachte had in de periode van 1 januari 2012 tot en met 26 september 2013 verschillende misdrijven gepleegd, waaronder het opblazen van een geldautomaat in Enschede op 13 september 2013. De rechtbank oordeelde dat de verdachte samen met een ander opzettelijk een ontploffing had teweeggebracht, wat gemeen gevaar voor goederen met zich meebracht. De rechtbank heeft de in beslag genomen wapens onttrokken aan het verkeer en de verdachte veroordeeld tot een gevangenisstraf, waarbij rekening werd gehouden met zijn eerdere strafblad en de ernst van de gepleegde feiten.

Uitspraak

Rechtbank Overijssel

Afdeling Strafrecht
Zittingsplaats Almelo
Parketnummer: 08/950768-13
Datum vonnis: 16 juni 2014
Vonnis (promis) op tegenspraak van de rechtbank Overijssel, meervoudige kamer voor strafzaken, rechtdoende in de zaak van de officier van justitie tegen:
[verdachte],
geboren op [geboortedag] 1984 in [geboorteplaats],
wonende in [woonplaats],
nu verblijvende in de P.I. Almelo, HvB “De Karelskamp” in Almelo.

1.Het onderzoek op de terechtzitting

Dit vonnis is gewezen naar aanleiding van het onderzoek op de openbare terechtzitting van 20 mei 2014. De rechtbank heeft kennis genomen van de vordering van de officier van justitie mr. H.C.C. Berendsen en van hetgeen door de verdachte en diens raadsman mr. D.W.H.M. Wolters, advocaat te Hoofddorp, naar voren is gebracht.

2.De tenlastelegging

De verdenking komt er, kort en feitelijk weergegeven, op neer dat verdachte:
feit 1 en feit 2:samen met een ander een gewapende overval heeft gepleegd;
feit 3:samen met een ander een geldautomaat heeft opgeblazen en aldus heeft geprobeerd geld uit die geldautomaat van de ING te stelen;
feit 4:een luchtdrukgeweer voorhanden heeft gehad dat op een Colt M16 leek;
feit 5:een gasrevolver en knalpatronen voorhanden heeft gehad;
feit 6:geld en goederen heeft witgewassen.
Voluit luidt de tenlastelegging aan de verdachte, dat:
1
hij op of omstreeks 13 april 2013 te Woudenberg, althans te Nederland, tezamen en in vereniging met een ander of anderen, althans alleen, met het oogmerk van wederrechtelijke toe-eigening heeft weggenomen één of meer hoeveelheden geld, in elk geval enig
goed, geheel of ten dele toebehorende aan AC Restaurant Veenendaal en/of G4S Cash Solution, in elk geval aan een ander of anderen dan aan verdachte en/of zijn mededader(s), welke diefstal werd voorafgegaan en/of vergezeld en/of
gevolgd van geweld en/of bedreiging met geweld tegen [slachtoffer 1], gepleegd met het oogmerk om die diefstal voor te bereiden en/of gemakkelijk te maken en/of om bij betrapping op heterdaad aan zichzelf en/of aan zijn mededader(s) hetzij
de vlucht mogelijk te maken, hetzij het bezit van het gestolene te verzekeren, welk geweld en/of welke bedreiging met geweld hierin bestond(en) dat hij, verdachte, en/of zijn mededader(s),
- die [slachtoffer 1] bij diens personenauto heeft/hebben opgewacht en/of (vervolgens)
-(dader 1)een vuurwapen, althans een op een vuurwapen gelijkend voorwerp op die [slachtoffer 1] heeft/hebben gericht en/of (vervolgens)
- tegen die [slachtoffer 1] heeft/hebben geroepen en/of geschreeuwd: "niet naar mij kijken, niet kijken" en/of "omdraaien omdraaien" en/of (vervolgens)
-(dader 2) op en/of in de richting van die [slachtoffer 1] is (a0gerend en/of afgestormd en/of (vervolgens)
- ( onder bedreiging van een vuurwapen, althans een op een vuurwapen gelijkend voorwerp) tegen die [slachtoffer 1] heeft/hebben geroepen en/of geschreeuwd: "we doen je niks gewoon alarm uitzetten snel, geen grapjes" en/of "toets goede code"
en/of (vervolgens)
-(nadat die [slachtoffer 1] het alarm onder dwang en bedreiging had uitgeschakeld) het (AC) restaurant, althans het pand is /zijn binnen gegaan en/of (vervolgens)
-(nadat die [slachtoffer 1] de de buitendeur van de kluis had geopend) tegen die [slachtoffer 1] geroepen en/of geschreeuwd: "ga liggen op je buik" en/of (vervolgens) - (nadat die [slachtoffer 1] op de buik was gaan liggen) die [slachtoffer 1] de handen (op de rug) en/of de benen (gekruisd) (met een telefoonsnoer) heef/hebben vastgebonden en/of (vervolgens)
- de afstortkluis (met een slijptol) heeft/hebben open geslepen en/of (vervolgens)
- één of meer hoeveelheden geld uit de diverse kluizen en/of (kast)ruimtes heeft/hebben gepakt en/of weggenomen;
2
hij op of omstreeks 12 januari 2013 te Borne tezamen en in vereniging met een ander of anderen, althans alleen, met het oogmerk van wederrechtelijke toe-eigening heeft weggenomen een hoeveelheid geld en/of een hoeveelheid waardebonnen en/of een pinpas en/of een Iphone en/of een Ipad en/of een laptop, in elk geval enig goed, geheel of ten dele toebehorende aan [slachtoffer 2] en/of Restaurant Dorset Mansion House, in elk geval aan een ander of anderen dan aan verdachte en/of zijn mededader(s), welke diefstal werd voorafgegaan en/of vergezeld en/of gevolgd van geweld en/of bedreiging met
geweld tegen voornoemde [slachtoffer 2], gepleegd met het oogmerk om die diefstal voor te bereiden en/of gemakkelijk te maken en/of om bij betrapping op heterdaad
aan zichzelf en/of aan zijn mededader(s) hetzij de vlucht mogelijk te maken, hetzij het bezit van het gestolene te verzekeren, welk geweld en/of welke bedreiging met geweld hierin bestond(en) dat
verdachte en/of verdachtes mededader(s) (nadat voornoemde [slachtoffer 2] zijn restaurant had afgesloten en/of het alarm in werking had gesteld) tegen voornoemde [slachtoffer 2] (dwingend/dreigend) heeft/hebben geroepen: "Dit is een overval. Naar binnen" en/of
een vuurwapen, althans een op een vuurwapen gelijkend voorwerp, op voornoemde [slachtoffer 2] heeft/hebben gericht en/of gericht gehouden en/of (vervolgens) het restaurant is/zijn binnen gegaan en/of (dwingend/dreigend) heeft/hebben gezegd dat voornoemde [slachtoffer 2] het alarm moest uitzetten en/of, (terwij1 voornoemde [slachtoffer 2] op (zijn buik op) de grond moest gaan liggen), de
handen en voeten van voornoemde [slachtoffer 2] (met kabels) heeft/hebben vastgebonden en/of (dwingend/dreigend)
om meer geld heeft/hebben gevraagd en/of (dwingend/dreiging) om de sleutel van de kluis hebben gevraagd en/of (dwingend/dreigend) om de pincode van voornoemde [slachtoffer 2] heeft/hebben gevraagd;
3
hij op of omstreeks 13 september 2013 te Enschede, tezamen en in vereniging met een ander of anderen, althans alleen, opzettelijk een ontploffing teweeg heeft gebracht, immers heeft/hebben verdachte en/of zijn mededader toen aldaar opzettelijk middels een of meer slang(en)/pijp(en) vanuit een of meer gas/zuurstof-fles(sen) via een geldautomaat (van de 1NG) gas en/of zuurstof in
een bij die geldautomaat behorende kluis gebracht/getransporteerd en/of (vervolgens) dat gas/die zuurstof middels een ontstekingsmechanisme ontstoken ten gevolge waarvan die kluis en/of die geldautomaat (gedeeltelijk) is/zijn ontploft, terwij1 daarvan gemeen gevaar voor die geldautomaat en/of het gebouw waarin die geldautomaat zich bevond en/of de belendende en nabij die geldautomaat gelegen pand(en) te duchten was;
en/of
hij op of omstreeks 13 september 2013 te Enschede, ter uitvoering van het
door verdachte voorgenomen misdrijf om tezamen en in vereniging met een ander of anderen, althans alleen, met het oogmerk van wederrechtelijke toeeigening in/uit (een kluis van) een geldautomaat van de 1NG, weg te nemen een geldbedrag, geheel of ten dele toebehorende aan de ING, in elk geval aan een ander of anderen dan aan verdachte en/of zijn mededader(s) en zich daarbij de toegang tot die plaats des misdrijfs te verschaffen en/of voormeld(e)
goed(eren) onder hun of verdachtes bereik te brengen door middel van braak en/of verbreking, tezamen en in vereniging met verdachtes mededader(s), althans alleen, met gas en/of zuurstof, althans een of meer brandbare stof(fen) een explosie/ontploffing heeft/hebben veroorzaakt, waardoor (de kluis van) voornoemde geldautomaat is geopend,
terwij1 de uitvoering van dat voorgenomen misdrijf niet is voltooid;
4
hij op of omstreeks 26 september 2013 te Enschede (een) wapen(s) van categorie I onder 7°, te weten een luchtdrukgeweer (van het merk AGM, kaliber 6mm), zijnde (een) voorwerp(en) dat/die voor wat betreft zijn/hun vorm en afmetingen een sprekende gelijkenis vertoonde(n) met een Colt M16, althans met (een)
vuurwapen(s) en/of met (een) voor ontploffing bestemde voorwerp(en) voorhanden heeft gehad;
De in deze telastelegging gebruikte termen en uitdrukkingen worden, voorzover daaraan in de Wet wapens en munitie betekenis is gegeven, geacht in dezelfde betekenis te zijn gebezigd;
5
hij op of omstreeks 26 september 2013 te Enschede een of meer wapens van categorie III, te weten een gasrevolver (merk Reck, type Cobra, kaliber .380), en/of munitie van categorie III, te weten 5, althans één of meer knalpatronen (merk GFL, kaliber .380), voorhanden heeft gehad;
De in deze telastelegging gebruikte termen en uitdrukkingen worden, voorzover daaraan in de Wet wapens en munitie betekenis is gegeven, geacht in dezelfde betekenis te zijn gebezigd;
6
hij in of omstreeks de periode van 0 1 januari 2012 tot en met 26 september 2013, te Enschede, althans in Nederland, tezamen en in vereniging met een ander of anderen, althans alleen, (telkens) (een) voorwerp(en) (en/of geldbedragen), te weten één of meer hond(en) en/of één of meer reis/reizen/vakantie(s) en/of sigaretten, althans rookwaar en/of weed en/of kleding en/of één of meer geldbedrag(en), heeft verworven, voorhanden heeft gehad, heeft overgedragen en/of omgezet, terwij1 hij, verdachte, wist, althans redelijkerwijs moest vermoeden dat bovenomschreven voorwerp(en) en/of geldbedrag(en) - onmiddellijk of middellijk - afkomstig was/waren uit enig misdrijf.

3.De vordering van de officier van justitie

De officier van justitie heeft gevorderd dat verdachte voor de feiten 1 tot en met 6 wordt veroordeeld tot een gevangenisstraf voor de duur van zes jaren met aftrek van de in voorarrest doorgebrachte tijd met oplegging van de maatregel van terbeschikkingstelling met dwangverpleging. De officier van justitie heeft gevorderd dat de onder verdachte in beslag genomen handschoenen, bivakmuts en stukken waterslang verbeurd worden verklaard en dat het luchtdrukgeweer en de gasrevolver worden onttrokken aan het verkeer. De officier van justitie heeft ten slotte gevorderd dat de civiele vordering van Autogrill Nederland B.V. tot een bedrag van € 12.070,22 en de civiele vordering van [slachtoffer 1] tot een bedrag van
€ 7.044,23 wordt toegewezen en dat de rest niet-ontvankelijk wordt verklaard. Zij heeft daarbij hoofdelijke veroordeling gevorderd en oplegging van de schadevergoedingsmaatregel.

4.De voorvragen

De rechtbank heeft vastgesteld dat de dagvaarding geldig is, dat zij bevoegd is tot kennisneming van deze zaak, dat de officier van justitie ontvankelijk is in de vervolging en dat er geen redenen zijn voor schorsing van de vervolging.

5.De beoordeling van het bewijs

Deze paragraaf bevat het oordeel van de rechtbank over de vraag of de tenlastegelegde feiten bewezenverklaard kunnen worden of dat daarvan moet worden vrijgesproken. In het geval de rechtbank tot een bewezenverklaring komt, steunt de beslissing dat verdachte de feiten heeft begaan op de inhoud van bewijsmiddelen die als bijlage aan het vonnis zijn gehecht en daarvan op die wijze deel uitmaken. Deze bewijsmiddelen bevatten dan de redengevende feiten en omstandigheden op grond waarvan de rechtbank de overtuiging heeft gekregen dat verdachte het tenlastegelegde heeft begaan.
5.1
Feit 1
De standpunten van de officier van justitie en de verdediging
De officier van justitie heeft gesteld dat het tenlastegelegde wettig en overtuigend bewezen is.
Door de verdediging is aangevoerd dat niet bewezen kan worden dat verdachte dit feit heeft gepleegd.
De bewijsoverwegingen van de rechtbank
De rechtbank is van oordeel dat niet wettig en overtuigend bewezen kan worden dat verdachte op 13 april 2013 in Woudenberg samen met een ander het AC restaurant Veenendaal heeft overvallen. De rechtbank overweegt daartoe als volgt.
Op 13 april 2013 omstreeks 23.26 uur is bij de politie Utrecht melding gemaakt van een gewapende overval op het AC restaurant Veenendaal in Woudenberg. Door aangever [slachtoffer 1] is verklaard dat er, nadat hij het AC restaurant via de personeelsingang heeft verlaten en het pand heeft afgesloten, een man achter de kofferbak van een auto vandaan sprong. De man heeft direct een vuurwapen op het gezicht van aangever gericht. Aangever heeft door de gaten in de bivakmuts gezien dat de man een licht getinte huidskleur heeft en dat de man zwarte Botticelli schoenen droeg waaraan modder zat. De man schreeuwde “niet naar mij kijken, niet kijken en omdraaien, omdraaien” tegen hem. Hij zag ook dat vanachter een muurtje, waar het laadperron zich bevindt, nog een tweede man op hem afkwam met een kleiner model vuurwapen in de hand. Deze tweede man had een steviger postuur dan de eerste man volgens aangever. Tegen aangever werd geschreeuwd “we doen je niks, gewoon alarm uitzetten snel, geen grapjes. Toets goede code”. Na de deur geopend te hebben en het alarm te hebben uitgeschakeld, moest aangever op zijn buik op de grond in het kantoor gaan liggen, waarna de overvallers hem vastbonden. Door één van de twee mannen werd met een slijptol de afstortkluis open geslepen. Uit die kluis en uit de kasten in het kantoor namen de daders geld weg.
Getuige [getuige] zag dat na de overval een groene Volkswagen Passat van de parkeerplaats aan de achterzijde van het AC restaurant wegreed. Verdachte is in de periode van 6 maart 2013 tot 13 september 2013 in het bezit geweest van een donkerblauwe Volkswagen Passat.
Ter plaatse is door de afdeling forensische opsporing van de politie onderzoek gedaan. Op de onderste trede van de trap naar de personeelsingang is een plastic zak aangetroffen met daarin drie slijpschijven. Buiten voor de dienstingang van het restaurant is een donkerkleurige foedraal aangetroffen op één van de treden van de trap. Door middel van vergelijkend DNA-onderzoek door het NFI is op één van de slijpschijven een DNA-mengprofiel aangetroffen waarvan de bemonstering celmateriaal bevat van de medeverdachte en minimaal twee andere personen, waarbij verdachte niet kan worden uitgesloten. Daarnaast is door middel van vergelijkend DNA-onderzoek door het NFI aan de binnenzijde van de opening van de foedraal een mengprofiel aangetroffen waarvan de bemonstering celmateriaal bevat van verdachte en twee onbekende personen.
.
De rechtbank stelt op grond van het vorenstaande vast dat:
  • op 13 april 2013 een gewapende overval heeft plaatsgevonden op AC Restaurant Veenendaal in Woudenberg;
  • deze overval is gepleegd door (tenminste) twee personen;
  • het door aangever gegeven signalement van de overvallers in algemene zin overeenkomt met het signalement van verdachte en zijn medeverdachte;
  • op één van de slijpschijven, die buiten op de trap naar de personeelsingang van het AC Restaurant Veenendaal in een plastic zak zijn aangetroffen, zich DNA van de medeverdachte en minimaal twee andere personen bevond, terwijl verdachte, die veel met de medeverdachte optrekt één van die andere personen kan zijn geweest;
  • buiten op de trap naar de personeelsingang van het AC Restaurant Veenendaal een zwarte foedraal is aangetroffen dat eveneens het DNA van de medeverdachte en van twee onbekende personen bevat, terwijl verdachte die veel met de medeverdachte optrekt, één van die onbekenden kan zijn geweest;
  • vlak na de overval een groene Volkswagen Passat van de parkeerplaats aan de achterzijde van het AC restaurant is weggereden;
  • verdachte ten tijde van de overval in het bezit was van een donkerblauwe Volkswagen Passat;
  • een van de daders Botticelli-schoenen droeg;
  • in het kantoor en buiten schoensporen zijn gevonden;
  • bij de medeverdachte een half jaar later Botticelli schoenen zijn aangetroffen waarvan de medeverdachte zelf ook zegt dat die van hem zijn.
Op basis van deze feiten en omstandigheden, die op zichzelf aanwijzingen opleveren voor betrokkenheid van verdachte bij de overval, kan niet buiten redelijke twijfel worden vastgesteld dat verdachte degene is geweest die samen met een ander op 13 april 2013 het AC restaurant Veenendaal in Woudenberg heeft overvallen.
De overeenkomst tussen het opgegeven signalement en het postuur van verdachte is te weinig bepalend.
Het door verdachte aangedragen alternatief dat hij zijn auto heeft uitgeleend en dat daarna een bivakmuts in zijn auto is aangetroffen die gelijkenis vertoont met de bivakmuts die bij de overval is gebruikt, is niet op voorhand uitermate onwaarschijnlijk of ongeloofwaardig en kan door de rechtbank op grond van het onderhavige dossier en het verhandelde ter terechtzitting niet worden uitgesloten. Met name laat zich ook denken dat verdachte en medeverdachte hun spullen mede laten gebruiken door derden om er misdrijven mee te plegen. Dat geldt ook voor de slijpschijven en het foedraal die op het plaats delict zijn aangetroffen en waarop het DNA van verdachte (het foedraal) en het DNA van de medeverdachte (slijpschijven en foedraal) zijn aangetroffen.
De Volkswagen Passat die de getuige heeft zien wegrijden was volgens de getuige, die er naar eigen ervaring voldoende van weet, van een ander type dan het type dat verdachte bezat.
Ten slotte blijkt uit het forensisch onderzoek van het NFI dat de twee aangetroffen schoensporen in de directe omgeving van de overval, met zekerheid niet met de bij de medeverdachte aangetroffen schoen van het merk Botticelli zijn gemaakt.
Verdachte’s aanwezigheid op de plaats delict is door een en ander in onvoldoende mate komen vast te staan.
Voor het overige bevat het dossier geen aanknopingspunten die verdachte direct in verband brengen met de overval.
De rechtbank is dan ook van oordeel dat niet wettig en overtuigend is bewezen dat verdachte op 13 april 2013 samen met een ander een gewapende overval op AC Restaurant Veenendaal heeft gepleegd. De rechtbank zal verdachte dan ook van dit feit vrijspreken.
5.2
Feit 2
De standpunten van de officier van justitie en de verdediging
De officier van justitie heeft gesteld dat het feit wettig en overtuigend bewezen is.
Door de verdediging is aangevoerd dat niet bewezen is dat verdachte dit feit gepleegd heeft.
De bewijsoverwegingen van de rechtbank
De rechtbank is van oordeel dat niet wettig en overtuigend bewezen is dat verdachte op 12 januari 2013 samen met een ander het restaurant Dorset Mansion House in Borne heeft overvallen. De rechtbank overweegt daartoe als volgt.
Op 12 januari 2013 omstreeks 02.34 uur is bij de regiopolitie Twente melding gemaakt van een gewapende overval op het restaurant Dorset Mansion House in Borne. Aangever [slachtoffer 2] heeft verklaard dat hij, nadat hij het alarm had ingeschakeld, het restaurant heeft afgesloten en naar zijn auto wilde lopen, zag dat plotseling twee mannen uit de bosschages kwamen. Eén van de daders riep “dit is een overval. Naar binnen.” Beide mannen richtten een vuurwapen op hem. Eenmaal weer binnen heeft aangever het alarm weer uitgezet waarna hij met de daders naar boven, naar zijn kantoor zijn gelopen. Boven in het kantoor moest aangever van de overvallers op zijn buik op de grond gaan liggen waarna zijn handen en voeten werden vastgebonden. Door één van de overvallers is het gehele kantoor doorzocht en zij hebben het aangetroffen geld weggenomen. Eén van beide overvallers heeft ook het geld en de pinpas uit de achterzak van aangever gehaald.
Nadat aangever naar zijn pincode is gevraagd, heeft een van beide overvallers met de pinpas het pand verlaten. Korte tijd later kwam hij weer terug, waarna beide overvallers zijn vertrokken met medeneming van aangevers iPhone en iPad.
De politie heeft een onderzoek ingesteld naar de gestolen bankpas van aangever. Na de overval is € 250,00 gepind bij de geldautomaat van de ABN AMRO aan de Nieuwe Markt 20 in Borne. Daarna is geprobeerd € 1.000,00 te pinnen bij de Rabobank aan de Raiffeisenstraat 77 in Enschede en aan de Boulevard 1945 345-347 in Enschede. De geldautomaat aan de Nieuwe Markt 20 in Borne bleek niet voorzien te zijn met videobewaking. De beide geldautomaten van de Rabobank in Enschede zijn wel beveiligd door middel van camera's.
Op de opgevraagde beelden van die geldautomaten van 12 januari 2013 is de persoon te zien die heeft gepind met de bankpas die is buit gemaakt bij de overval.
Op die beelden is een manspersoon te zien die een lichtkleurig gestreept vest draagt waarvan de manchetten effen van kleur zijn, een donkere trainingsbroek met drie witte strepen in de lengte aan de buitenzijde van het been en beigekleurige handschoenen van het merk Cold grip met een donkere kleur aan de handpalmzijde. Op 6 januari 2014 is het open Facebookprofiel van [naam], zijnde de vriendin van verdachte bekeken. Op een foto op dat profiel is onder meer een gestreept vest te zien met effen gekleurde manchetten soortgelijk aan het vest dat de persoon droeg die op voornoemde camerabeelden te zien is. Ook staat verdachte op een foto op het dat profiel van [naam] gekleed in een donker gekleurde trainingsbroek met drie witte strepen in de lengte aan de buitenzijde van het been.
Ook deze broek is soortgelijk aan de broek die de persoon droeg die op de bewakingsbeelden van de geldautomaat te zien is. Daarnaast zijn op 26 september 2013 handschoenen in de kofferbak van de auto van verdachte aangetroffen soortgelijk aan de handschoenen die de persoon droeg die op de camerabeelden van de geldautomaat in Enschede te zien is.
De rechtbank stelt op grond van het vorenstaande vast dat:
  • op 12 januari 2013 een gewapende overval heeft plaatsgevonden op restaurant Dorset Mansion House in Borne;
  • deze overval is gepleegd door (tenminste) twee personen;
  • in de woning van verdachte op 6 januari 2013 kleding aanwezig was en verdachte kleding droeg, die gelijkenis vertoont met de kleding van de persoon die op de bewakingsbeelden van de geldautomaten te zien is, terwijl hij de bankpas gebruikt die is buitgemaakt bij deze overval;
  • in de auto van verdachte negen maanden na de overval handschoenen zijn aangetroffen die gelijkenis vertonen met de handschoenen van de persoon die te zien is op de camerabeelden van de betaalautomaat.
Op basis van deze feiten en omstandigheden kan niet buiten redelijke twijfel worden vastgesteld dat verdachte de persoon is geweest die samen met een ander op 12 januari 2013 het restaurant Dorset Mansion House in Borne heeft overvallen. De rechtbank acht de hiervoor genoemde bij verdachte aangetroffen kleding en handschoenen in die exacte combinatie weliswaar bijzonder, maar niet voldoende specifiek. Zelfs als het verdachte was die overdag geld heeft gepind bewijst dat nog niet dat het ook verdachte was die ’s nachts deelnam aan de overval. Verdachtes aanwezigheid op de plaats delict is door een en ander niet komen vast te staan. Voor het overige bevat het dossier geen aanknopingspunten die verdachte direct in verband brengen met de overval.
De rechtbank zal verdachte dan ook van dit feit vrijspreken.
5.3
Feit 3
De standpunten van de officier van justitie en de verdediging
De officier van justitie heeft gesteld dat het feit wettig en overtuigend bewezen is.
Door de verdediging is aangevoerd dat niet bewezen kan worden verklaard dat verdachte dit feit gepleegd heeft.
De bewijsoverwegingen van de rechtbank
De rechtbank is van oordeel dat wettig en overtuigend bewezen is dat verdachte op 13 september 2013 samen met een ander een geldautomaat tot ontploffing heeft gebracht en vervolgens heeft geprobeerd daaruit geld weg te nemen. De rechtbank overweegt daartoe als volgt.
Op 13 september 2013 omstreeks 03.17 uur kregen politieambtenaren, werkzaam bij de regiopolitie Twente, de opdracht van de Regionale Meldkamer te gaan naar de Fresiastraat 53 in Enschede waar een brandalarm zou zijn afgegaan bij een geldautomaat. Ter plaatse gekomen sloegen de vlammen uit het pand, in het bijzonder in het gedeelte van het pand waar de geldautomaat stond. Ook was de voorgevel van het pand, waarachter zich de geldautomaat bevond, uit het pand geblazen.
Door een getuige is gezien dat op 13 september 2013 omstreeks 03.00 uur twee jongens bij de geldautomaat stonden. Even later zag zij iets branden, kort daarna gevolgd door een knal en een grote steekvlam
Toen de bluswerkzaamheden door de brandweer waren afgerond, is door verbalisant [verbalisant] in het bluswater naast de geldautomaat op de grond een grijs stuk rubberen slang met een gekleurde streep aangetroffen. De slang was aan één zijde omwikkeld met zilverkleurig tape. Op 26 september 2013 heeft een doorzoeking van de auto en de woning van verdachte plaatsgevonden. De politie relateert naar aanleiding daarvan dat in de kofferbak van de auto van verdachte een medische bijsluiter van medicinaal zuurstof is aangetroffen. Daarnaast werd in de hobbyruimte/garage op de begane grond van de woning in een grote kartonnen doos, staande tegen de rechterzijwand, een deel van een grijze tuinslang aangetroffen. Dit stuk tuinslang is veiliggesteld. Verderop in de ruimte werd aan de voorgevel een opgerolde tuinslang aangetroffen, soortgelijk van kleur. Van deze opgerolde tuinslang werden beide uiteinden afgeknipt en veiliggesteld. Deze stukken tuinslang komen optisch gezien overeen met het stuk slang dat is aangetroffen bij de geldautomaat aan de Fresiastraat 53 in Enschede. Door het NFI zijn deze stukken tuinslang onderworpen aan een soucheonderzoek. Door de deskundige van het NFI is gerapporteerd dat één van de uiteinden van het tuinslangdeel dat is aangetroffen bij de geldautomaat aan de Fresiastraat 53 in Enschede een souche vormt met één van de uiteinden van het tuinslangdeel dat tijdens de doorzoeking is aangetroffen in de hobbyruimte/garage behorend bij de woning van verdachte. Verdachte heeft verklaard dat hij wel eens stukken van de tuinslang uit zijn hobbyruimte/garage heeft afgesneden.
Daarnaast heeft verdachte op 12 september 2013 via de telefoon van zijn vriendin op internet een viertal items opgezocht over hoe een plofkraak gezet moet worden. Ook is al vroeg in de ochtend na de plofkraak met de telefoon van de vriendin van verdachte een aantal nieuwsitems bekeken over de plofkraak aan de Fresiastraat 53 in Enschede die nacht. Deze telefoon wordt alleen gebruikt door verdachte en zijn vriendin. Verdachte heeft na de plofkraak op 21 september 2014 telefonisch met zijn broer gesproken over ‘voor de tweede of derde keer een bank pakken’. Ook heeft de vriendin van verdachte met haar moeder gesproken over het feit dat de jongens niet zijn gestopt met ramkraken, gelet op de plofkraak bij een bank in Enschede waar je zo naar binnen kon kijken.
De rechtbank stelt op grond van het vorenstaande vast dat:
  • op 13 september 2013 een plofkraak heeft plaatsgevonden op een geldautomaat van de ING aan de Fresiastraat 53 in Enschede;
  • deze plofkraak is gepleegd door (tenminste) twee personen;
  • de dag voor de plofkraak door verdachte via de telefoon van zijn vriendin op internet een viertal sites is geraadpleegd over hoe rijk te worden met een plofkraak en wat de benodigdheden zijn voor een plofkraak;
  • het stuk tuinslang dat is aangetroffen in het bluswater bij de geldautomaat op de plaats delict afkomstig is van de tuinslang die bij verdachte in de hobbyruimte/garage is aangetroffen;
  • verdachte zelf stukken van zijn tuinslang af heeft gesneden;
  • de ochtend na de plofkraak met de telefoon van de vriendin van verdachte een aantal nieuwsitems is geraadpleegd over de plofkraak aan de Fresiastraat 53 in Enschede;
  • door verdachte met zijn broertje een aantal dagen na de plofkraak in Enschede is gesproken over een tweede of een derde plofkraak bij een bank;
  • de vriendin van verdachte met haar moeder heeft gesproken over het feit dat de jongens niet zijn gestopt met ramkraken gelet op de plofkraak bij een bank in Enschede.
Op basis van deze feiten en omstandigheden acht de rechtbank wettig en overtuigend bewezen dat verdachte samen met een ander op 13 september 2013 een explosie in de geldautomaat van de ING aan de Fresiastraat 53 in Enschede heeft veroorzaakt om het geld daaruit te stelen. Anders dan de verdediging is de rechtbank van oordeel dat het stuk tuinslang dat is aangetroffen in het bluswater op het plaats delict is gebruikt bij de kraak, omdat er een stuk tape aan zit. Verdachte heeft geen aannemelijke verklaring gegeven voor het feit dat het stuk tuinslang, dat één geheel vormt met het stuk slang dat in zijn hobbyruimte/garage is aangetroffen, op de plaats delict is aangetroffen. De verklaring dat hij wel eens een stuk slang afsnijdt om het als een soort stok te gebruiken bij het spel met zijn hond en dat het stuk tuinslang zo op straat kan zijn achtergebleven, is niet aannemelijk. De toevallige aanwezigheid in het bluswater bij de geldautomaat is via die weg erg onwaarschijnlijk. Bovendien had dat stuk slang als stok een ongebruikelijke lengte.
Evenmin heeft verdachte een aannemelijke verklaring gegeven voor het feit dat om het uiteinde van dat stuk slang tape was gewikkeld.
De rechtbank zal dit feit dan ook wettig en overtuigend bewezen verklaren.
5.4
De feiten 4 en 5
Evenals de officier van justitie en de verdediging is de rechtbank van oordeel dat de feiten wettig en overtuigend bewezen zijn.
5.5
Feit 6
De standpunten van de officier van justitie en de verdediging
De officier van justitie heeft gesteld dat het feit wettig en overtuigend bewezen is.
Door de verdediging is aangevoerd dat niet bewezen is dat verdachte dit feit gepleegd heeft.
De bewijsoverwegingen van de rechtbank
De rechtbank is van oordeel dat niet wettig en overtuigend bewezen kan worden dat verdachte in de periode van 1 januari 2012 tot en met 26 september 2013 voorwerpen en/of geldbedragen heeft witgewassen. De rechtbank overweegt daartoe als volgt.
Voor een bewezenverklaring van witwassen dient vast te staan dat de voorwerpen of de geldbedragen die verdachte heeft verworven, voorhanden heeft gehad, heeft overgedragen en/of heeft omgezet, afkomstig zijn uit enig misdrijf. Uit het onderhavige dossier en het verhandelde ter terechtzitting is de rechtbank niet gebleken dat er enig strafbaar feit is gepleegd door verdachte waarmee een bedrag van minimaal € 18.651,88 verworven zou kunnen zijn. Ook het strafblad van verdachte biedt geen aanknopingspunten voor het aannemen van een voorafgaand gepleegd misdrijf. Verdachte heeft verklaard tijdens zijn TBS periode een flink bedrag te hebben gespaard. Niet is uit te sluiten, bij gebreke van stukken die inzicht verschaffen in de financiële positie van verdachte, dat verdachte het geld uit legale bron verworven heeft. De rechtbank zal verdachte dan ook van dit feit vrijspreken.
5.6
De conclusie
De rechtbank acht niet bewezen wat aan de verdachte onder 1, 2, en onder 6 is tenlastegelegd, zodat zij hem daarvan zal vrijspreken.
De rechtbank is door de inhoud van de wettige bewijsmiddelen tot de overtuiging gekomen, dat de verdachte het sub 3 in de eerste en tweede plaats, sub 4 en sub 5 tenlastegelegde heeft begaan, met dien verstande dat:
3
hij op 13 september 2013 te Enschede, tezamen en in vereniging met een ander opzettelijk een ontploffing teweeg heeft gebracht, immers hebben verdachte en zijn mededader toen aldaar opzettelijk middels een of meer slang(en)/pijp(en) vanuit een of meer gas/zuurstof-fles(sen) via een geldautomaat (van de ING) gas en/of zuurstof in
een bij die geldautomaat behorende kluis gebracht/getransporteerd en/of (vervolgens) dat gas/die zuurstof middels een ontstekingsmechanisme ontstoken ten gevolge waarvan die kluis en/of die geldautomaat (gedeeltelijk) is/zijn ontploft, terwij1 daarvan gemeen gevaar voor die geldautomaat en het gebouw waarin die geldautomaat zich bevond en de belendende en nabij die geldautomaat gelegen pand(en) te duchten was;
en
hij op 13 september 2013 te Enschede, ter uitvoering van het door verdachte voorgenomen misdrijf om tezamen en in vereniging met een ander met het oogmerk van wederrechtelijke toe-eigening uit een kluis van een geldautomaat van de ING, weg te nemen een geldbedrag toebehorende aan de ING en voormeld goed onder hun bereik te brengen door middel van braak, tezamen en in vereniging met verdachtes mededader, met gas en/of zuurstof, een explosie/ontploffing heeft veroorzaakt, waardoor de kluis van voornoemde geldautomaat is geopend, terwijl de uitvoering van dat voorgenomen misdrijf niet is voltooid;
4
hij op 26 september 2013 te Enschede een wapen van categorie I onder 7°, te weten een luchtdrukgeweer van het merk AGM, kaliber 6 mm, zijnde een voorwerp dat wat betreft zijn vorm en afmetingen een sprekende gelijkenis vertoonde met een Colt M16 voorhanden heeft gehad;
5
hij op 26 september 2013 te Enschede een wapen van categorie III, te weten een gasrevolver merk Reck, type Cobra, kaliber .380, en munitie van categorie III, te weten 5 knalpatronen merk GFL, kaliber .380, voorhanden heeft gehad.
De rechtbank heeft de in de tenlastelegging voorkomende schrijffouten verbeterd in de bewezenverklaring. Verdachte wordt hierdoor niet in zijn verdediging geschaad.
De rechtbank acht niet bewezen wat aan de verdachte onder 3 in de eerste en tweede plaats, 4 en 5 meer of anders is tenlastegelegd, zodat zij hem daarvan zal vrijspreken.

6.De strafbaarheid van het bewezenverklaarde

Het bewezenverklaarde is strafbaar gesteld bij de artikelen 157, aanhef en onder 1, 311 jo. 45 Sr en artikel 55 WWM. Er zijn geen feiten of omstandigheden aannemelijk geworden die de strafbaarheid van de feiten uitsluiten. Het bewezenverklaarde levert op:
feit 3 in de eerste plaats
het misdrijf: opzettelijk een ontploffing teweeg brengen, terwijl daarvan gemeen gevaar voor goederen te duchten is;
feit 3 in de tweede plaats
het misdrijf: poging tot diefstal door twee of meer verenigde personen, waarbij de schuldige het weg te nemen goed onder zijn bereik heeft gebracht door middel van braak;
feit 4
het misdrijf: handelen in strijd met artikel 13 van de Wet wapens en munitie;
feit 5
het misdrijf: handelen in strijd met artikel 26 van de Wet wapens en munitie, terwijl de schuldige het feit heeft begaan met een vuurwapen van categorie III
en
het misdrijf: handelen in strijd met artikel 26 van de Wet wapens en munitie, meermalen gepleegd.

7.De strafbaarheid van de verdachte

Er zijn geen feiten of omstandigheden aannemelijk geworden die de strafbaarheid van verdachte uitsluiten. De rechtbank oordeelt daarom dat verdachte strafbaar is voor de bewezenverklaarde feiten.

8.De op te leggen straf of maatregel

De standpunten van de officier van justitie en de verdediging
De officier van justitie heeft gevorderd dat verdachte voor de feiten 1 tot en met 6 wordt veroordeeld tot een gevangenisstraf voor de duur van zes jaren en oplegging van de maatregel van terbeschikkingstelling met dwangverpleging.
Door de verdediging is vrijspraak bepleit.
De overwegingen van de rechtbank
Bij de strafoplegging houdt de rechtbank rekening met de aard en de ernst van de gepleegde feiten, de omstandigheden waaronder deze zijn begaan en de persoon van de verdachte zoals die uit het dossier en tijdens de behandeling ter terechtzitting naar voren zijn gekomen. Ook neemt de rechtbank de volgende factoren in aanmerking.
Verdachte heeft samen met zijn mededader geprobeerd door een plofkraak een groot geldbedrag uit een geldautomaat van de ING-bank in Enschede te stelen. Door de ontploffing en de daarop ontstane brand is grote schade ontstaan aan de geldautomaat zelf. Ook het pand waarin de geldautomaat gevestigd was, heeft hierdoor aanzienlijke schade opgelopen. Door snel ingrijpen van buurtbewoners en de gealarmeerde hulpdiensten is grote schade aan de nabij de geldautomaat gelegen panden voorkomen. Dit is echter geenszins een verdienste van verdachte en zijn mededader geweest. Verdachte en zijn mededader hebben zich kennelijk slechts laten leiden door hun zucht naar groot financieel gewin zonder ook maar één moment stil te staan bij de mogelijk ernstige gevolgen van hun handelen voor de eigenaren. De rechtbank rekent verdachte dit zwaar aan.
De rechtbank houdt rekening met het feit dat verdachte blijkens zijn uittreksel uit de justitiële documentatie vaker in aanraking is gekomen met politie en justitie voor vermogensdelicten.
Verdachte is in februari 2006 door de rechtbank Den Bosch onder meer veroordeeld tot de maatregel van terbeschikkingstelling met dwangverpleging (hierna: TBS) in welk verband hij sinds augustus 2006 is opgenomen in een TBS-kliniek. In maart 2011 heeft die rechtbank de TBS met dwangverpleging voorwaardelijk beëindigd. In februari 2012 is in dat kader door een psychiater en psycholoog gerapporteerd. Uit die rapportages komt naar voren dat de behandeling redelijk succesvol is verlopen, dat verdachte nog lijdende was aan een relatief milde antisociale persoonlijkheidsstoornis en dat de kans op recidive op de lange termijn als hooguit matig moet worden ingeschat. Op grond daarvan is in maart 2012 de maatregel beëindigd. In het kader van onderhavige strafzaak is verdachte ter observatie geplaatst in het Pieter Baan Centrum (hierna: PBC). Doordat verdachte geen medewerking heeft willen verlenen aan enig onderzoek in het PBC werd, ondanks de observaties op de afdeling en het – beperkte – milieuonderzoek onvoldoende informatie verkregen over verdachte als persoon. Voor zover dat onderzoek wel informatie heeft opgeleverd, was die informatie niet zodanig van aard dat op grond daarvan een stoornis kon worden vastgesteld. De bevindingen uit de eerdere rapportages kunnen weerlegd noch bevestigd worden.
Gelet op de eerder uitgebrachte rapportages over verdachte in het kader van de eerdere TBS-maatregel van februari 2012 en gelet op het feit dat de observaties in het PBC niet tot enige conclusie over verdachtes persoonlijkheid hebben geleid en er hierdoor onvoldoende informatie is over eventuele actuele problematiek van verdachte, is de rechtbank van oordeel dat geen aanleiding bestaat voor het opleggen van de maatregel van terbeschikkingstelling met dwangverpleging, nog daargelaten de vraag of op grond van voorgaande rapportages is voldaan aan de wettelijke vereisten voor het opleggen daarvan.
Alles afwegende is de rechtbank van oordeel dat aan verdachte een gevangenisstraf van na te melden duur moet worden opgelegd.
8.2
De inbeslaggenomen voorwerpen
De rechtbank is, anders dan de officier van justitie, van oordeel dat het belang van strafvordering zich niet verzet tegen teruggave van de aan verdachte toebehorende en onder hem in beslag genomen handschoenen en bivakmutsen, zodat de rechtbank de teruggave hiervan aan verdachte zal gelasten.
De rechtbank is met de officier van justitie van oordeel dat de aan verdachte toebehorende en onder hem in beslag genomen revolver en luchtdrukgeweer dienen te worden onttrokken aan het verkeer, nu met betrekking tot die wapens de feiten 4 en 5 zijn begaan en het ongecontroleerde bezit daarvan in strijd is met de wet of het algemeen belang.
De rechtbank is met de officier van justitie van oordeel dat de onder verdachte in beslag genomen stukken waterslang dienen te worden verbeurd verklaard, nu met betrekking tot die waterslang feit 3 is gepleegd.

9.De schade van benadeelden

De vordering van de benadeelde partij
De rechtbank zal [slachtoffer 1], wonende te [woonplaats] aan de [adres], en Autogrill Nederland B.V. vestiging AC restaurant Veenendaal, gevestigd in Oosterhout aan de Beneluxweg 1, niet-ontvankelijk verklaren in hun vorderingen, nu verdachte van feit 1 wordt vrijgesproken. De benadeelde partijen kunnen de vordering in zoverre slechts aanbrengen bij de burgerlijke rechter.

10.De toegepaste wettelijke voorschriften

De hierna te nemen beslissing berust op de hiervoor genoemde wetsartikelen. Daarnaast berust deze beslissing op de artikelen 27, 36b, 36c, 57 en 91 Sr.

11.De beslissing

De rechtbank:
vrijspraak/bewezenverklaring
  • verklaart niet bewezen dat verdachte het sub 1, sub 2 en sub 6 tenlastegelegde heeft begaan en spreekt hem daarvan vrij;
  • verklaart bewezen, dat verdachte het sub 3, sub 4 en sub 5 tenlastegelegde heeft begaan, zoals hierboven omschreven;
  • verklaart niet bewezen wat aan verdachte sub 3, sub 4 en sub 5 meer of anders is tenlastegelegd en spreekt hem daarvan vrij;
strafbaarheid
  • verklaart het bewezenverklaarde strafbaar;
  • verklaart dat het bewezenverklaarde de volgende strafbare feiten oplevert:
feit 3 in de eerste plaats:
het misdrijf: medeplegen van opzettelijk een ontploffing teweeg brengen, terwijl daarvan gemeen gevaar voor goederen te duchten is;
feit 3 in de tweede plaats
het misdrijf: poging tot diefstal door twee of meer verenigde personen, waarbij de schuldige het weg te nemen goed onder zijn bereik heeft gebracht door middel van braak;
feit 4
het misdrijf: handelen in strijd met artikel 13 van de Wet wapens en munitie;
feit 5
het misdrijf: handelen in strijd met artikel 26 van de Wet wapens en munitie, terwijl de schuldige het feit heeft begaan met een vuurwapen van categorie III
en
het misdrijf: handelen in strijd met artikel 26 van de Wet wapens en munitie, meermalen gepleegd;
- verklaart verdachte strafbaar voor het bewezenverklaarde;
straf
  • veroordeelt verdachte tot een
  • bepaalt dat de tijd die de veroordeelde voor de tenuitvoerlegging van deze uitspraak in verzekering en voorlopige hechtenis heeft doorgebracht, bij de uitvoering van de gevangenisstraf geheel in mindering zal worden gebracht;

schadevergoeding

  • bepaalt dat de benadeelde partij: [slachtoffer 1], wonende te [woonplaats], aan de [adres] in het geheel niet-ontvankelijk is in zijn vordering, en dat de benadeelde partij de vordering slechts bij de burgerlijke rechter kan aanbrengen;
  • bepaalt dat de benadeelde partij: Autogrill Nederland B.V., vestiging AC Restaurant Veenendaal gevestigd in Oosterhout, aan de Beneluxweg 1 in het geheel niet-ontvankelijk is in haar vordering, en dat de benadeelde partij de vordering slechts bij de burgerlijke rechter kan aanbrengen;
de inbeslaggenomen voorwerpen
-verklaart verbeurd de inbeslaggenomen stukken tuinslang;
-verklaart onttrokken aan het verkeer de inbeslaggenomen voorwerpen, te weten: een revolver en een luchtdrukgeweer;
- gelast de teruggave aan verdachte van de inbeslaggenomen voorwerpen, te weten handschoenen en bivakmutsen;
Dit vonnis is gewezen door mr. F.C. Berg, voorzitter, mr. G.J. Stoové en mr. B.J.T. Bouma, rechters, in tegenwoordigheid van mr. B.M. Hoek, griffier, en is in het openbaar uitgesproken op 16 juni 2014.
Buiten staat
Mr. F.C. Berg is niet in de gelegenheid dit vonnis mede te ondertekenen.